PATER BORROfflAEUS DE GREEVE O.F. ROTSVASTE EENHEID 99 ZATERDAG 18 APRIL 1936 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. spreekt op DONDERDAG 23 APRIL a.s., in de Groote Zaal van de STADSGEHOORZAAL, over: jy Aanvang half negen. - Geen debat, ZAAL GEOPEND 8 UUR. Toegangskaarten ad f 0.10 en f 0 25 verkrijgbaar bij: ZANDVLIET'* Boekhandel, Haarlemmerstraat 117; Firma J. HUIBERS, Haarlemmerstraat 123; A. LANGEVELD, Aloëlaau 20a; J. A. VAN OYEN, Anna Paulownastraat 1; J. M. H HORIKX, Witte Rozenstraat 18, en indien nog voorradig, op den avond aan de zaal. Plaatsbespreking kan geschieden ad. f 010 per plaats bij ZANDVLIET's Boekhandel, Haarlemmerstraat 117. BESTUUR R.K. STAATSPARTIJ Afd. LEIDEN 2621 ZAT Pre mink tensc van muse den CONGRES „NEDERLAND WEERBAAR". Minister Colijn over het oorlogsgevaar. Gisteren is in „Boschlust" te 's-Graven- hage het tweedaagsch congres begonnen, dat onder den naam „Nederland Weerbaar" ten doel heeft bij het Nederlandscne volk het besef te versterken, dat een voor haar taak berekende weermacht zoowel voor het Rijk in Europa als voor de overzeesche ge westen vooralsnog onmisbaar is. Tot degenen, die gisteren ter vergade ring aanwezig waren, behoorden de mi nister-president dr. Colijn en minister mr. dr. Deckers. In zijn openingsrede constateerde dr. Eringaard, dat het feit, dat ons vaderland in de zorgelijke jaren van den wereldoor log zijn neutraliteit heeft kunnen handha ven en geheel buiten den oorlog is geble ven, voor een aanzienlijk deel te danken is aan den vooruitzienden blik en den in de jaren 19111913 verrichten vruchtbaren arbeid van den toenmaligen minister van Oorlog, den tegenwoordigen minister van staat, minister-president en minister van Defensie a. L, dr. Colijn, aan het onvolpre zen beleid onzer regeering-Cort van der LindenLoudon tijdens de mobilisatieiaren en aan de talenten van generaal Snijders. Als aar Jeiding tot het houden van dit con gres noemde spreker de toenemende be zorgdheid van zeer velen in den lande over de werkkracht van ons land, welke bezorgd heid vooral in het laatste semester ver hoogd is door de toenemende politieke span ningen in en buiten Europa. Vervolgens heeft de Minister-President, dr. H. Colijn, een kort woord gesproken. Het is voor ons volk van groote beteeke- nis, aldus Z.Exc., dat men uit verschillen de kringen hier bijeen heeft willen komen om de belangen onzer Defensie te bespre ken. Spreker verwijst naar bet boek van generaal Von der Goltz, een halve eeuw ge leden verschenen, „Ern Volk in Waffen" hoeveel meer dan toch beteekent de mede werking van een volk voor de landsverde diging thans. Wanneer onverhoopt opnieuw een oorlog mocht uitbreken, dan wordt be slag gelegd op het laatste atoom van volks kracht, dat het volk kan opbrengen om aan de verschrikkingen van den modernen oor log weerstand te bieden. Er gaat een ritse ling van kracht door ons volk, welke door dit congres kan worden versterkt. Dit geldt ook de voorbereiding van den oorlog, de versterking onzer defensie. Aan die defensie ontbreekt nog heel wat en de oorzaken zijn niet ver te zoeken. Al lerlei illusies zijn reeds verdwenen. We moeten thains alles doen om de landsverde diging op peil te brengen. Dit is te moeilij ker omdat Nederland niet alleen in Europa ligt, doch ook in Azië. Het zal offers kosten. Het moet worden betaald door de Neder- landsche volksgemeenschap. Daarom is het nuttig, ons volk te doen beseffen, dat die offers noodig zijn. Een congres als dit kan daartoe bijdragen. Spreker hoopt, dat de vruchten ervan zullen beantwoorden aan hetgeen u en ik, aldus minister Colijn tot den voorzitter zich er ons van voorstellen. (Luid applaus). Oud- minister J. J. C. van Dijk, lid der Tweede Kamer, hield hierna een voordracht over „de moreele weerbaarheid". Spr. behandelde het gevaar der plotse linge overvallen door de modern toegeruste legers. Nederland zal aanvankelijk op eigen krachten zijn aangewezen en in Indië zijn de gelijksoortige gevaren zeker niet gerin ger. Verweer is plicht bij daadwerkelijke handhaving der neutraliteit en bij afweer van een aanval. Er is gevaar, er moet thans alles worden gedaan wat onze weerbaar heid kan verbeteren. Na de pauze was het woord aan den ko lonel Jhr. J. Th. Alting von Geusau, direc teur van de hoogere krijgsschool, over de beteeken is van onze weermacht. De eenige mogelijkheid, dat wij in een West-Europeesch conflict worden betrokken, is dat één der belli geren te partijen ons ge bied wil benutten als doormarschgebied, onze luchtvaartterreinen wil gebruiken voor het voeren van den luchtoorlog of on ze havens ten behoeve van den zeeoorlog. Spreker ging deze drie gevallen na en kwam tot de volgende conclusiën: 1. Door de geweldige versterkingen aan de oostgrenzen van Frankrijk en België en door de weldra te bouwen Duitsche verster kingen in het Rijngebied is de kans dat wij, als in 1914, vrij zullen blijven, zeer belang rijk gedaald. 2. In 1914 was de luchtoorlog althans zeker in het begin van den oorlog vrij wel zonder beteekenis. Thans is dat an ders. De capaciteit van moderne bombar- deer-machines is zoodanig, dat Engelsche vliegtuigen met Engeland als basis slechts zeer moelijk Duitschland kunnen bereiken en omgekeerd geldt hetzelfde. Het groote nut van het bezit van onze luchtvaartter reinen als tusschenbases spring hier duide lijk in het oog. Dit gevaar bestond in 1914 niet. 3. Wanneer in het verdere verloop van den Wereldoorlog de Duitsche duik boo ten onze havens hadden kunnen gebruiken, was de uitwerking van den onderzeeboot-oorlog zeker nog belangrijk grooter geweest dan thans het geval was en wellicht was dan het resultaat net andersom uitgevallen. De materieele voorziening van onze troe pen is thans uitermate zorgwekkend, maar als het lot ons nog eenige jaren schenkt, zal het defensiefonds ons er zeer belangrijk bovenop brengen. De rede van kolonel Alting von Geusau weid met luide en enthousiaste teekenen van instemming ontvangen. Na een uitvoerige discussie was het woord aan den kapitein-luitenant ter zee L. A. C. M. Doorman, die een voordracht hield over: de strategisch-maritieme positie van Nederland, meer speciaal van Ned.- Indië. HET ONBEPAALD KLEIN VERLOF. De bepalingen van het onbepaalde. Zooals reeds is medegedeeld heeft de Mi nister van Defensie bepaald, dat de dienst plichtigen, die na het einde van de eerste oefening in werkelijken dienst zijn geble ven, op Zaterdag 18 April as. in- het ge not van onbepaald klein verlof worden ge- I steld, voor zooveel zij het zelf wenschen en niet om een bijzondere reden bij den troep aanwezig dienen te blijven. Nader vernemen wij dienaangaande, dat dit ook geldt voor de vrijwillige dienst plichtigen, wier verblijf in werkelijken dienst op denzelfden voet werd verlengd, voor de dienstplichtigen, die zich krachtens art. 35 der dienstplichtwet vrijwillig in werkelijken dienst bevinden ter vervan ging van een ander, voor degenen, die na het einde van de eerste oefening tot het re serve-personeel zijn komen te behooren én in werkelijken dienst gebleven zijn krach tens art. 5, 2e lid, 6 o., der wet voor het reserve-personeel der landmacht 1905, en ta.v". de voor hetzelfde doel vrijwillig in werkelijken dienst zijnde reserve-officie ren. Voorts is bepaald, dat bij elk regiment voorloopig aanwezig moeten blijven voor de gevormde 5e compagnie: een commandant, een administrateur of als zoodanig dienst doend onderofficier, een fourier of als zoodanig dienstdoend onderofficier, 5 korporaals of soldaten. Ook is vastgesteld, dat het onbepaald klein verlof moet worden verleend onder de volgende twee voorwaarden: a. de dienstplichtige moet zorgen, dat zijn adres voortdurend bekend is zoowel bij zijn korpscommandant als bij den burgemees ter van de gemeente, waar hij woont, of laatstelijk heeft gewoond; b. de dienstplichtige mag gedurende het onbepaald verlof zijn uniform niet anders dragen, dan op den dag, waarop dit verlof ingaat, op den dag, waarop het mogelijk wordt ingetrokken, en in de gevallen, waar in het dragen van uniform voorgeschre ven is. Zij, die geen gebruik maken van de gele genheid om op 18 April a.3. met onbepaald klein verlof te vertrekken, kunnen desge- wenscht op een lateren datum -in het genot van zoodanig verlof worden gesteld, indien het aan anderen verleend verlof inmiddels niet is ingetrokken. Bij het vertrek met onbepaald klein ver lof wordt ten aanzien van het inleveren van wapens en andere goederen gehandeld als bij vertrek met groot verlof. Al degenen, die in verband met het bo vengenoemde koninklijk besluit van 11 Maart 1936 verplicht of vTij willig in wer kelijken dienst zijn zoowel zij, die onbe paald klein verlof genieten als de anderen worden, behoudens onvoorziene omstan digheden, in het genot van groot verlof Voor zooveel zij behooren tot de 4e divi sie, met ingang van 16 Mei 1936; Voor zooveel zij behooren tot een der an dere divisies, tot het regiment wielrijders of tot de 4e artilleriebrigade, met ingang van 16 Juni 1936. Vrijwillige opkomst in werkelijken dienst krachtens Lo. 1936, no. 99, wordt niet meer toegestaan. Ten slotte is nog aan de betrokken mi litaire autoriteiten medegedeeld, dat de met onbepaald klein verlof vertrekkende dienstplichtigen, zooveel noodig, moeten worden voorzien van een vervoerbewijs of vervoerbewijzen voor de reis naar huis en eveneens van een vervoerbewijs of vervoer bewijzen voor mogelijken terugkeer van onbepaald klein verlof. EXPORTBESLUIT EN EXPORT BESCHIKKING VOOR BLOEMBOLLEN. Eindelijk is men dan toch zoover geko men, dat men het exportbesluit en de ex portbeschikking voor bloembollen heeft kunnen publiceeren! Enkele opmerkingen willen wij toch maken. In art. 3 van het besluit is den expor teurs zeer veel verboden, maar tot onze verwondering is hierin wéér niet opgeno men, dat het hen verboden is, beneden de min. prijzen te koopen. Dat dit tot allerlei onbillijkheden leidt, hebben wij reeds eer der in het licht gesteld en dit is in de practijk ook wel gebleken. Opmerkelijk is voorts, dat nu niet meer de Minister toelaat tot de aangeslotenen exporteurs, maar dat dit in handen der Sierteeltcentrale is gelegd. Dit komt ook meer overeen met de huidige practijk, en is vooral daarom een verbetering, omdat niet meer de eisch gesteld wordt, dat men ook vroeger reeds moet hebben geëxpor teerd Hiermede is het mogelijk, dat ieder, die serieus wil exporteeren, hiertoe de ge- Oprichting van nieuwe borgstellingsfondsen Wegens de a.s. opheffing van het Nationale Crisiscomite Naar aanleiding van de opheffing van het Nationale Crisiscomité per 1 Mei a.s. heeft de minister van binnenlandsche zaken zich verleden week tot de burgemeesters gewend met een circulaire, waarin aanwij zingen werden gegeven over de wijze waar op en de organen, die de taak van het op geheven Crisiscomité zouden kunnen over nemen of voortzetten. Om na 1 Mei ook te kunnen voortgaan met het verstrekken van kleine voorschot ten, waarmee de plaatselijke crisiscomité's vaak waardevolle hulp aan neringdoenden hebben verleend wees de minister in zijn circulaire op het bestaan der z.g. Borgstel lingsfondsen voor den Middenstand, waar bij tiij erop aanurong. dat oprichting van dergelijke fondsen niet plaatselijk zou ge schieden doch op den grondslag van de districten edr 36 Kamers van Koophandel in ons land. In verband hiermede heeft een vertegen woordiger van het A.N.P. zich gewend tot den districts-commissaris van het eenige reeds bestaande borgstellmgsfonds, op dezen grondslag in ons land, den heer P. A. van Aggelen, directeur dei Gemeentelijke Hulp band te Leiden, secretaris van de stich ting Leidsch Boi gscellingsfonds, secretaris van de Nederlandsche vereeniging voor volkscredietwezen én woekerbestrijding en een der voornaamste promotors van de idee oer borgstellingsfondsen, die in Leiden en Rijnland mede dank zij zijn initiatief tot stand zijn ges om en. Hoe dit Borgstellingsfonds tot stand is gekomen en hoe het werkt hebben wij reeds enkele keer en onzen lezers kunnen mede deel er., zoodat we deze geschiedenis niet zullen herhalen. Wat er echter op het voorbeeld van het Leidsch en Rijnlandsch Borgstellingsfonds nog te doen staat, moge blijken uit het na volgende. Oprichting van nieuwe borg stellingsfondsen. In steeds grooteren kring erkent men thans het nut van een orgaan als een Borg stellingsfonds en nu het Nationaal Crisis- comité verdwijnt en de minister van Bin nenlandsche zaken in zijn circulaire boven dien op de beteekenis van deze organen heeft gewezen, wordt allerwege de oprich ting ervan met kracht ter hand genomen. Waar de minister den wensch heeft uitge sproken, dat de organisatie ervan geschiede op den grondslag van de districten der Kamers van Koophandel is het van belang, dat tot nog toe slechts 0 van de 36 K. v. K.'s nog geen besluit hebben genomen of tot een afwijzend besluit zijn gekomen. Daar tegenover staat echtei, dat per 1 Mei as. of zeer kort daarna in 9 districten borgstel lingsfondsen zullen gaan werken, omvatten de 275 gemeenten met 1,360.000 inwoners. Het zijn de districten van de K. v. K.'s van Gouda en Omstreken (omvattende 32 ge meenten), Twente te Hengelo (26 gemeen ten), Noord-Limburg te Venlo (20), Maas tricht en omstreken (32), Dordrecht en om streken (80), Gooiland te Hilversum (10), Noord-Holland te Ai km aar (38) en Zaan land te Zaandam (10). Bovendien kan ver wacht worden, dat pei 1 Juli a.s. tot stich ting van borgstellingsfondsen zal worden overgegaan in de districten der Kamers van Koophandel van Drente te Meppel (52 gemeenten), Noord-Overijssel te Zwolle (32), Land van Maas en Waal te Nijmegen (17), Oostelijk Noord-Brabant te Eindhoven (34), de Zeeuwsche eilanden'te Middelburg (68) en Delft en omstreken (10). Met verschillende K. v. K.'s verkeeren de besprekingen in een vergevorderd sta dium, evenals met de groote gemeenten, die zelfstandige districten vormen. Vele provinciale besturen verleenen krachtige medewerking, bijv. Gelderland, waar niet minder dan een ton voor dit doel beschik baar is gesteld, en de regeering is bereid met 40 procent in de kosten bij te dragen, mits in de stichtingsbesturen een vertegen woordiger van het departement van handel en nijverheid zitting heeft en de statuten der stichtingen voldoen aan de voorschrif ten. Dit is natuurlijk in de practijk overal het geval, want nagenoeg overal wordt het Rijnlandsche voorbeeld nagevolgd. Ter voorkoming van verval tot armlastigheid. Aangezien dus overal de stelregel geldt, dat de op te richten fondsen slechts borg stelling mogen geven doch zelf geen voor schotten verstrekken, zullen tegelijkertijd i parallel met deze fondsen hulpbanken of niet-commercieele voorschotbanken aanwe zig moeten zijn. Waar deze nog niet be staan zou men gebruik kunnen maken van. bestaande instellingen als de gewone Nuts- spaarbanken, waarvan er ongeveer 70 over het geheele land verspreid zijn. Ook zou den, evenals in Leiden, gemeenten, die er een bank van leening op na houden, deze gedeeltelijk in hulp- en voorschotbanken kunnen omzetten,. Bovendein verdient het in elk opzicht aanbeveling, gebruik te maken van be staande instellingen op het gebied der cre- dietverschaffing en bemiddeling en deze in het nieuwe werk te schakelen. Dit is zelfs noodzakelijk indien men met goed resultaat een onderzoek wil instellen naar een aanvrager. In kleine plaatsen zal vaak de burgemeester inlichtingen kunnen verschaffen, maar ook het bestuur van de organisatie,organisatie, waar de man lid van is. Als co ordineer end Lichaam voor het geheele land zou het meest geschikte or gaan dan zijn de Nederlandsche vereeniging voor volkscredietwezen en woekerbestrij ding, die bij de voorbereiding van dit alles zoo'n belangrijke rol heeft gespeeld en ook de regeering, de K. v. K's, de gemeente- en de provinciale besturen herhaaldelijk van advies heeft gediend. „Het is een dankbaar werk", besloot de heer van Aggelen, het onderhoud, „omdat het de menschen niet afscheept met een gift, waarmee ze op den duur toch niet geholpen zouden zijn en die ook in moreel opzicht slechts van geringe of zelfs negatieve waar de is, maar omdat het ze in de gelegenheid stelt, tijdelijke moeilijkheden te overwin nen en door eigen kracht er weer boven op te komen. Daarbij moet men niet aar zelen, hulp te weigeren, indien een zaak hopeloos verloren blijkt te zijn, en dit alles eischt tact en inzicht. En de gemeentebe sturen, di etot nog toe niet tot medewerking hebben besloten, mogen bedenken, dat de kleine, in moeilijkheden verkeerende ne ringdoenden, di egeholpen hadden kunnen worden doch door natlatigheid van hun gemeentebestuur tot den ondergang zijn gedoemd zullen behooren tot de categorie van armlastigen, die, uit de gemeentekas gesteund moeten worden, wat voor een kleine gemeente een heel wat zwaardere last beteekent dan een enkele bijdrage in eens aan het stichtingskapitaal van de borg stellingsfondsen, die men in het licht van de thans reeds opgedane ervaringen zonder overdijving organen ter voorkoming van verarming of zelfs van armlastigheid mag noemen. legenheid krijgt, wat een vakbelang ge noemd moet worden. Steeds wordt een onderscheid gemaakt ook ten aanzien van de prijzen tus- schen oogst 1935 en oogst 1936. Op dit tijd stip lijkt ons dit onderscheid minder be langrijk dan enkele maanden geleden. Moe ten wij hieruit opmaken, dat de redactie reeds veel vroeger was vastgesteld, maar dat de publicatie om onverklaarbare re denen op zich heeft laten wachten? Ten slotte willen wij er op wijzen, dat voor acclimatiseering naar het buitenland gezonden bollen geen uitzonderingen meer gemaakt worden. Uit de beschikking willen wij hier alleen naar voren halen, dat door een toevoeging aan art. 8 een regeling is getroffen om te verzekeren, dat voor in consignatie gezon den bloembollen ook werkelijk de mini mumprijs gemaakt wordt. „Weekbl. v. Blfeollen-Cult." DE JONGSTE SALARISVERLAGING VOOR DE RIJKSAMBTENAREN Opbrengst 1 millioen meer dan verwacht was? Het Tweede Kamerlid Moller heef aan de ministers van Financiën, Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen de volgende vragen gesteld: Is het juist, dat de laatste 5 pet. verlaging der bezoldigingen van rijksambtenaren on geveer anderhalf millioen meer heeft op gebracht dan de berekening was van de regeering? 2. Zoo ja, is de regeering dan niet van meening, dat ten minste een deel van deze gelden zeer nuttig besteed kan worden voor de tewerkstelling van werklooze on derwijzers en leeraren, daar voor deze werklooze personen of in het geheel niets of buitengewoon weinig gedaan wordt om ben te werk te stellen overeenkomstig de opleiding die zij ontvangen hebben? 3. Is de regeering niet van oordeel, dat voor deze werkloozen geen werk behoeft gezocht te worden, en dat zeer velen van dezen gemakkelijk, b.v. in de plaats van hun inwoning of in dicht bij gelegen plaat sen te werk kunnen gesteld worden in het onderwijs tegen betrekkelijk lage vergoe ding, zoodat zij zich zelf kunnen bedrui pen? 4. Is ook de regeering niet overtuigd, dat niet alleen deze werkloozen veel baat zul len kunnen hebben van een dergelijken maatregel, maar dat ook het onderwijs zeer veel voordeel uit deze tewerkstelling zal kunnen trekken? 5. Is de regeering voornemens binnen korten tijd maatregelen te nemen, om zoo- velen als mogelijk is in bovengenoemden geest aan passenden arbeid te helpen? TWEEDE KAMER N.V. Vuilafvoer-maatschappij V.A.M. Op een schriftelijke vraag van het lid van de Tweede Kamer Van der Weijden, houdende verzoek tot overlegging van de tot nu toe verschenen jaarverslagen van de N.V. Vuilafvoer-maatschappij V.A.M. te 'sGravenhage heeft de minister van bin nenlandsche zaken geatwoord, dat hij aan dit verzoek gaarne zal voldoen. WERELDTENTOONSTELLING VAN DE KATHOLIEKE PERS. Mgr. A. F. Diepen vergezelt de reis van het Nationaal Comité. Naar wij vernemen heeft het Nationaal Comité voor de Wereldtentoonstelling van de Katholieke Pers bericht ontvangen, dat Z. H. Exc. Mgr A. F. Diepen, bisschop van 's-Hertogenbosch, de officieele reis naai Rome, welke door het Nationaal Comité organiseerd is en waarvan het vertrek be paald is op 8 Mei a.s., zal medemaken ala vertegenwoordiger van het Doorluchtig en Hoogwaardig Episcopaat van Nederland. STEUN AAN DE BLOEMENTEELT Uit het landbouwcrisisfonds wordt 300.000 beschikbaar gesteld De minister van landbouw en visscherij heeft bepaald, dat uit het Landbouw-crisis- fonds 300.000 ter beschikking van de Ned, Sierteeltcentrale zal worden gesteld, ten einde haar in staat te stellen van georga niseerde kweekers op de veilingen produc ten van de bloementeelt aan te koopen. BOTER, MARGARINE EN VITAMINE. Zuivelcentrale overweegt onderzoek. Het „Alg. Hdbld" verneemt, dat eenigen tijd geleden aan de Zuivelcentrale het denkbeeld aan de hand is gedaan, om ha rentwege boter te doen onderzoeken op vitamine-gehalte, dit naar aanleiding van het door de margarine-producenten gepu bliceerde „attest" van dr. A eg. Timmer mans, directeur van het Centraal Instituut voor Volksgezondheid te Utrecht. De Zuivelcentrale. en in het bijzonder de instantie daarvan, welke de groote propa ganda voert voor het gebruik van boter, kaas en melk (het Crisiszuivelbureau), heeft dit overigens zéér logische en voor de hand liggende denkbeeld in overweging genomen. Het feit echter, dat zij aanvanke lijk wenschte, dat de proeven zouden wor den genomen niet op dieren, doch.met kinderen, dreigde het denkbeeld tot het absurde te zullen reduceeren. Inmiddels is al weer ongeveer een maand verstreken, zonder dat de Zuivelcentrale een beslissing heeft genomen. Wèl heeft zij met eenige wetenschappelijke onderzoekers van gedachten gewisseld en óók heeft zij het advies gevraagd van hare commissie voor wetenschappelijk onderzoek. Tot een besluit is de Zuivelcentrale niet gekomen. Als ónderzoeki-ngs-laboratoria zouden in aanmerking komen die van prof. Grijns, Wageningen, prof. Wolff, Utrecht en prof. Jansen, Amsterdam. DE BOLLENVELDEN BLOEIEN! De KNAC verzoekt ons mede te deelen, dat de bloembollen in een vergevorderd stadium van bloei verkeeren, zoodat met recht verwacht mag worden, dat morgen de bollenstreek met een druk bezoek zal worden vereerd. In verband hiermede verzoekt de KNAC alle weggebruikers de noodige voorzichtig heid in acht te willen nemen, in het bij zonder waar het binnenwegen betreft en zich te willen aanpassen aan de omstan digheden, welke het verkeer op een derge- Jijken dag met zich pleegt te brengen. Het parool blijve steeds: veiligheid vóór alels. DE BETUWE BLOEIT NOG NIET. De Vereeniging tot Bevordering van het Vreemdelingenverkeer deelt ons mede, dat de Betuwe tengevolge van het gure weer zich nog niet in bloei vertoond. Om teleur stelling te voorkomen doet men goed even- tueele tochten naar Tiel uit te stellen tot nader bericht volgt. HEFFING OP BOTER. De heffing op boter en de vervoerver- gunning voor buitenlandsche boter is voor de week van 2025 April vastgesteld op ƒ1.per kilogram. Boteraccijns een gulden De boteraccijns is deze week wederom vastgesteld op 1 per kilo. (De boterprijs bedraagt ƒ0.44, zoodat de groothandels- prijs ƒ1.44 bedraagt). Geen gesloten tijd voor zeelt. Naar de Visscherij-inspectie mededeelt, is bij beschikking van den Minister van Landbouw en visscherij bepaald, dat voor de zeelt dit jaar geen gesloten tijd wordt vastgesteld. Het is derhalve toegestaan de zeelt, welke in de aalvischtuigen wordt medegevangen, te behouden en te verhan delen. De aandacht wordt er op gevestigd, dat in den gesloten tijd voor de vischtuigen geen wijziging is gebracht, zoodat het ge bruik van andere vischtuigen dan de aal vischtuigen tot en met 31 Mei verboden blijft. Teeltvergunning voor tuinders. Het is thans bekend, dat de tuinders die teeltvergunning hebben, over 1936 niet in bezit gesteld zullen worden van een schriftelijk bewijs hiervan, doch dat het formulier van 1935 ook voor dit jaar geldig zal zijn. Tegelegenertijd zullen deze teelt vergunningen door controleurs van de Groenten- en Fruitcentrale worden afge- teekend. chite hanc lamt De midi den, van die afdc Kal H het wei hoi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 6