3)e £eidM^(3ou/ïMi£ Vanuit het gebouw van den 17en Haagschen troep werd Donderdagavond de kampvuur avond der Nederlandsche padvinders door de radio uitgezonden, waarbij Exc. Rambon- net (links) sprak over de wereldjamboree 1937 H. K. H. Prinses Juliana bij aankomst te Arnhem voor haar bezoek aan den commissaris der Koningin in Gelderland Het is 16 Mei a.s. 25 jaar geleden, dat de heer Anthony Fokker te Gonsen- heim bij Mainz op een door hemzelf ontworpen en gebouwd vliegtuig het Internationaal vliegbrevet behaalde. De heer Fokker in het historisch toestel Minister mr. J. A. de Wilde koopt een bloempje tijdens de Donderdag te den Haag gehouden Emmabloem-collecte De heer D. Draayer, burgemeester van Wormerveer, die binnenkort benoemd zal worden tot directeur-generaal der werkverschaffing en steunverleenlng De peren- en kersenboomgaarden rond Praag staan in vollen bloei en om lijsten de Tsjechische hoofdstad met een gordel van onvergelijkelijke kleu renpracht -v FEUILLETON. DE GOUDEN BRUG Roman v&n Hanno Plessen. (Nadruk verboden). 40) „Natuurlijk, ja. Jij bent een men.... ik een vrouw. Als je dat een hemelsbreed verschil noemt, zal ik je niet tegen spre ken". „Nee.nee.ook zóó mag je je met van de zaak afinaken, Renate. Toe ik smeek je, wees nu even ernstig" „Aha dat is waar, er nog nóg een ver schil tusschen ons beiden en eigenlijk heb je gelijk met er op aan te dringen, dat we ons ^arover eens uitspreken.... Je be doelt. het leeft ij dsverschil „Renate..f „Zeer zeker.... Jij, de man, bent nog maar kort de dertig gepasseerd, terwijl ik - de vrouw het vierde kruisje al geno teerd heb. Dat is ongetwijfeld...." „Renate.1" „Ja, ja, zoo heet ik en ik ben je ruim zeven jaar voor.Zeven zulke jaren kun nen een onoverzichtelijk tijdperk zijn, dat vandaag nog door hartsocht wordt over brugd. morgen door liefde, maar over morgen. „Overmorgen door de eenheid van lichaam en ziel.ach Renate, dat weet je zelf immers veel beter dan ik.Je voelt het •toch elk uiur van den dag, wat het zeggen wil elkaar zoo goed te begrijpen, zoo vol komen bij elkaar te passen, dat je je ten slotte afvraagt, wat van jezelf en wat een stuk van den ander is.... Jij, Renate, jij bent de mooiste, omdat je de drie-eenheid bezit: schoonheid van lichaam, van geest €si van ziel...." „Sylvester...." „Ja, nu zijn de roUen omgedraaid. Nu spreek ik en ntu zal ik ook verder spreken en jij zult naar me luisteren, jij, kind met je meerderheid van zeven jaren.Ja, nu zit je daar en nu schaam je je voor je zelf, bloos je als een bakvisch, die iets heel doms heeft gezegd Dan springt Renate plotseling uit haar stoel op. Uitgelaten als een jong meisje valt ze den man om de hals en kust hem midden op den mond „Nu is het uit", beveelt zij hem lachend te zwijgen. Maar plotseling wordt Sylvester ernstig. „Neen", zegt hij gedecideerd, terwijl hij langzaam haar armen van zijn schouders los maakt en haar zacht terug duwt. „Neen ....neen. Ga zitten, Renatezoo, hier, tegenover mezoo gaat het niet lan gerJe moet eindelijk weten, wien je voor je hebt". „De beste en liefste man van de we reld. dat weet ik immers". Wederom dreigt de roes van vreugde over het kostelijke bezit van deze vrouw hem de kracht te ontnemen datgene uit te spreken, wat hem in haar oogen degradee- ren en vernederen moet en wat dit gan- sche, niet gewonnen, maar hem geschon ken geluk tot een fictie zal maken. „Maalc het me niet zoo ontzettend moei lijk, RenateLaat ik je mogen zeggen, dat deze beste man van de wereld een be delaar is, een. Daar hij nu toch een oogenblik aarzelt, neemt de vrouw het woord over. „Je moet het me maar niet kwalijk ne men, als deze wereldschokkende onthul ling me niet zoo uit m'n evenwicht brengt, als je blijkbaar verwacht hebt. In de eer ste plaats toch, was het me al uit de krant bekend, dat Freiiierr von Berg bh het ver loren proces zijn geheele vermogen heeft ingeboet en. „Maar ik ben immers heelemaal niet..", wil hij haar in de rede vallen, doch Renate legt hem met een enkele handbeweging het zwijgen op: En in de tweede plaats interesseert me dit feit niet in thet minst." Nu probeert Sylvester Vorïberg het zoo: „Je bent toch niet geheel op de hoogte, RenateIk bezit niet alleen geen sou, maar zelfs nog minder dan dat, ik be doel „Schulden?" vraagt ze. „Nu schijn jij toch niet goed op de hoog te te zijn, SylvesterPermitteer me, dat ik het zóó zeg: Je kunt en zult natuur lijk betalenIk zou anders werkelijk niet weten, waardoor ik m'n geld eigenlijk heb. „Renate...." Hij schreeuwt het bijna uit. „Ik smeek je, houd op.... ik kan, mag en wil het niet hooren. „Ach, Sylvester", antwoordt ze met iets droevigs in haar stem, „waarom winden we ons toch zoo opover zulke futiliteiten Het is zoo pijnlijk, dat je dergelijke kleinigheden zoo opblaast...." „Maar Renate, lieve Renate, begrijp je dan niet, dat ik van jou geen geld kan aan nemen?!" „Nee, Sylvester, dat begrijp ik werkelijk nieten ik zal ook nooit kunnen begrij pen, dat je je als vanzelfsprekend m'n liefde laat schenken, mijn geheele hart, al m'n denken, voelen en streven.... het beste van me neem je zonder eenig ge- modsbezwaar en zonder tegenspraak. Maar over dat beetje onbenullige geld wordt een spektakel gemaaktBelache lijk is dat, Sylvester, eenvoudig belache lijkJezelf onwaardig en voor mij.... ja, voor mij bijna beleedigend". „Renate, ik smeek je. Maar zij spreekt alweer verder: „Boven dien denk ik er niet aan je dat geld, dat nu eenmaal zoo'n belangrijke rol speelt in het leven, te schenkenJe moet het me natuurlijk terug betalen.... desnoods met rente. „Waarvan Renate? Ik zei je toch zooeven al, dat ik absoluut zonder middelen ben". „Die acute pécuniaire kwaal zal toch wel niet chronisch worden, watIntegen deel, je zult dat geld gemakkelijk bij el kaar kunnen krijgenNee, staar me nu maar niet zoo onnoozel aanDie paar muziekbladen daar boven op je kamer zijn misschien wel het honderdvoudige waard in goede, echte bankbiljetten.om nog maar niet eens te spreken van hetgeen je nog scheppen zultscheppen moet. een geniaal is in sommige opzichten zoo verschrikkelijk dom mensch als jijJa, nu weet je niet meer hoe je 't hebt, wat. Renate, wien zijn innerlijke ontroering geenszins ontgaat en die al evenzeer be merkt, hoe het in hem gist en kookt, ver valt opzettelijk in een wat losseren, gek- scheerenden toon, want met haar fijne zesde zintuig voelt ze, dat ze nu niet week hartig mag zijn. Op dit oogenblik is er slechts één ding, dat haar liefdeswerk kan bekronen, n.1. dit: den man, dien zij het leven heeft gered en wien zij haar liefde heeft geschonken, nu ook het vertrouwen in zichzelf, zijn capaciteiten en zijn roe ping terug te geven. Dit laatste echter kan slechts geschieden door een eenvoudige vanzelfsprekendheid, zonder pathos en zonder groote woorden.Dat het ha at inderdaad gelukt, bewijst haar de uitdruk king van zijn levendig gelaat, dat den strijd en de uiteindelijke overwinning m zijn binnenste weerspiegelt en waarvan geen enkele phase haar scherp observee- renden blik ontgaat, terwijl zij zegt: Ja, talent en begaafdheid, dat be- ieekent voor slechts eenigermate gunstige -constellaties meer dan uitsluitend een goe de kans om wat te verdienen. Ik spreek uit ervaring.Mijn deel van het beperk te vermogen der familie Royter is aan de inflatie ten offer gevallenen wat ik van mijn man heb geërfd, toonde een sal do van nul, komma nul, repetentMaar desondanks kan ik er zeer goed komen mag ik me verheugen in een nog steeds aangroeiend banksaldoen dat alles louter als resultaat van m'n werk als schrijfster. Men moet zich slechts weten aan te 'passen, dat wil zeggen zich opnieuw weten in te stellen. Als je eens rondkijkt, zul je juist in de Oud-Oostenrij ksohe adel lijke families groote omwentelingen ontdek ken. Veranderingen, welker scherpe tegen stellingen den daardoor getroffenen onge twijfeld rake klappen hebben toegebracht. Maar wien de genius zijn gaven in de wieg heeft gelegd, die kent geen moeilijkheden, omdat hij boven de alledaagsheid met haar normen verheven isZulken menschen is zelfs veroorloofd, dat zij zich af en toe eens dom en kinderachtig aanstellen.... Slechts wanneer zij hun roeping niet be grepen ofhim licht ender de koren maat stelden, zou dat niet te verontschul digen zijn." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5