DE GOUDEN BRUG FEUILLETON. Roman van Hanno Plessen. (Nadruk verboden). 10) Renate is hartelijker dan ooit. Een stuk van haarzelf ligt er in haar woorden, waarmee zij uit den grooten overvloed van innerlijken rijkdom allen en iedereen hun deel wil geven. En bovendien verheugt zy zich oprecht over deze ontmoeting met Szartossy. Zij vergeet op dit oogenblik ge heel, daten waarom zij hem verloo chend heeft. En hy.... hij wil er in dit korte, Heerlijke moment van hun samen zijn riet aan denken, dat hij nog slechts enkele dagen geleden als een vreemdeling aan de deur van haar woning is afgewe zen. Op belangstellende informaties van de zijde van Renate, vertelt hy haar van de dagen, welke hy in Munchen heeft door- getracht, in gezelschap van zyn ouden strijdmakker. Dat hij daarbij diens naam niet noemt, is toeval, louter toeval, dat zoo vaak. noodlot is.... „En hebt u nu weer voor eenigen tijd in Iglerhof uw intrek genomen?" vraagt Re nate. „Ja. in ieder geval blijf ik daar voor- loopigIk wil van daaruit een paar tochten makennaar den Glugezer.... en dan wil ik ook nog eens naar Stubai. „Ahazoo dicht mogelijk bij den top van den Series.dat kan ik me voorstel len. Zelfs de groote omweg, welken Szartos sy opzettelijk heeft ingeslagen en waarop Renate hem zonder meer is gevolgd, komt ten slotte uit bij een kruispunt van den Lanser straatweg, waarvan het eene ge deelte naar de Lantaarn, het andere recht uit naar Igls leidt. Wederom bonst Szartossy's hart zoo on stuimig als dat van een verliefden school jongen: Wat zal ze nu zeggenZal ze me inviteeien om mee te gaan....? Daar blijft Renate ook reeds staan en.... zij steekt hem de hand toe: „Ik vind het buitengewoon prettig u weer eens gezien te hebben, meneer Szar tossy...." Gruwelijk is de vanzelfspre kendheid, waarmee ze, op zoo bijzonder hartelijke wijzeafscheid neemt. Daartegen is van zijn kant niets in te brengen; hem rest nog slechts een hoffe lijke buiging Maar nauwelijks heeft zij hem den rug toegekeerd, of hij kan zichzelf wel om de ooren slaan, dat hij als de eerste de beste domme jongen den moed miste voor de conventioneel-beleefde vraag haar nog een eindje te mogen vergezellen. Hy gaat op een mijlpaaltje langs den weg zitten en terwijl hij met nerveuze vingers zyn pijp begint te stoppen, tracht hij hun gesprek nog eens in zijn herin nering terug te roepen Heeft zij dan niets gezegd, waaruit althans haar houding te genover hem was op te maken? Zijn voor hoofd trekt zioh in diepe rimpels, terwijl hij peinzend voor zich uitstaart. Was ze anders tegen hem dan de laatste maal, dat hij haar ontmoette.,..? Minder hartelijk dan bij zijn bezoek aan de Lantaarn Was er iets gebeurd, wat veranderd Het zijn alles vragen, welke zich aan hem opdringen en waarop hij nog lang tever geefs een afdoend antwoord zoekt. Reeds geruimen tijd wachten de gasten van Hotel Lansersee op de dagelijksche verschijning van Margot Sellert, die hen reeds eenige malen als schoonrijdster op de gladde ijzers in verrukking heeft ge bracht. Vandaag echter heeft de jonge ac trice van het Munchener Kleintooneel, die hier tijdens de eerste vijf dagen van haar vacantie een zeer regelmatig en vooruit vastgesteld ontspanningsprogramma af werkte, iets anders te doen dan zich op de ijsbaan van het hotel te laten bewon deren. Toen zy gisteren op haar middagwan deling toevallig in de omgeving van de Lantaarn verzeild geraakte, is haar ter oore gekomen aan wie dit huis behoort. En dat heeft haar op een idee gebracht, tot welker verwezenlijking zij zoo spoedig mogelijk de eerste stappen wil ondernemen. Derhalve is zij nu over de dicht be sneeuwde Lanser Hangeop weg naar Re nate Lien. Een lichtgroen sportcostuum, zoo chique als slechts beroemde modehui zen in de wereldsteden die vermogen af te leveren, sluit nauw om haar slanke gestal te. Zij heeft de witte wollen muts afgeno men en loopt bloothoofds door het stille bergland. Zonnereflexen liggen als gouden stippen op haar rood-blond. Licht golvend haar, dat een verstandig, sympathiek en door groote oogen beheerscht gelaat om lijst. Die oogen, van de zeldzame kleur van goud barnsteen, hebben bepaald iets fascineerends. Haar tred is beslist en doel bewust. In regelmatige afstanden zet zij haar voeten vooruit. Haar stappen zijn niet te groot en niet te klein, niet te vlug en niet te langzaamZij hebben dezelfde gelijkmatigheid als haar w Met open oogen loopt Mangot Sellert door dezen hoek van de Alpenwereld, wel ke als geen andere, schoonheid en grootsch- heid in zich vereenigt. Over het vreed zame dal met zijn bosschen en weiden, dwaalt haar blik naar de imposante glet- scherwereld van den Innsbrucker Nordket- teZij is meer dan tevreden over de keuze van haar vacantieoord. In de acht vrije dagen, welke zij haar directeur heeft afgebedeld, zal ze voldoende nieuwe krachten verzamelen om aan de eischen welke het seizoen bij het kleintooneel on-, getwijfeld zal stellen, op afdoende wijze het hoofd te kunnen bieden. En als dan bo vendien het bezoek aan Renate Lien haar het beloofde succes zal brengen, dan, ja dan kan haar korte trip naar de Lansersee niet genoeg worden gewaardeerd O, Margot Sellert weet wel, wat zij doet. Vandaag zoo goed als anders. Slechts een maal, een enkele maal in haar leven heeft haar rustigen bezonnenheid haar in den steek gelaten, heeft een, met alle verstand en logica spottend gevoel haar weloverwo gen zakelijkheid verstikt en over haar nuchter-practische levensbeschouwing ge triomfeerd. De roes was kort kon, in overeenstemming met haar natuur, ook niet anders zijn. Het ontwaken was bitter en pijnlijk de erkenning, waartoe dit moest leiden. Streng en meedogenloos over zich zelf oordeelend, kan ze zich deze zwak heid niet althans nu nog niet vergeven. Sindsdien werkt ze met verdubbelde ener gie en tracht ze bewuuter dan «oit in e^n instinctmatig streven deze schande uit te wisschen. Na een wandeling van een uur, precies zooals zij het vooruit heeft berekend, be reikt ze de Lantaarn. Het geluk is haar gunstig, want voor de deur maakt Renate Lien, die zooeven schijnt te zijn terugge keerd, juist aanstalten zich van haar skies te ontdoen. Margot Sellert herkent het fij ne, intelligente profiel van de bekende schrijfster, hoewel deze in werkelijkheid veel jonger en knapper is dan op de foto's in de geïllustreerde bladen en haar boeken. Met een paar flinke stappen staat de ac trice naast haar. „Renate Lien", zegt ze en er ligt zoo veel hartelijke vereering in dezen naam, dien haar weeke, welluidende stem met een bijna teer timbre uitspreekt, dat de aange sprokene met blijde verrassing het hoofd opheft. De vragende blik, waarmee zij Mar got opneemt, heeft onmiddellijk een uit drukking van sympathie. „Excuseert u mijn onbescheidenheid, me vrouw", vervolgt deze. „Ik ben Margot Sellert van het Munchener Kleintooneel Dat zegt u misschien slechts bitter weinig, want ten slotte ben ik lang niet zoo be kend als u, maar...." „Dat zullen we voorloopig maar in het midden laten", valt Renate haar lachend in de rede. „In ieder geval doet deze toe vallige kennismaking mij buitengewoon genoegen, juffrouw Sellert." Met deze woorden steekt zy haar bezoekster de hand toe. (Wordt vervolgd). 3)e £ci£toclve 6ou/fccmt Als het zeilseizoen voor de deur staat. - Voorboden van de komende wedstrijden, die Anthony Eden neemt door het raampje van den boottrein te Londen afscheid in ons land steeds een bijzondere interesse wekken van zijn echtgenoote bij zijn vertrek naar Genève In een pand aan de Haringvliet te Rotterdam, waarin een peulvruchtenhandel gevestigd is, heeft een felle brand gewoed. Een foto tijdens het blusschingswerk Eén ei is geen ei, twee ei is een half ei, drie ei is een PaoscheiTraditiegetrouw trok de Helvoirtsche schooljeugd Woensdag langs de huizen der dorpsbewoners om Paascheieren in hun korven in te zamelen. Een aardig snapshot Een Haagsche dames-hockeyploeg ver trok Woensdag van de Residentie naar Engeland om deel te nemen aan een tournooi, georganiseerd door de Ramsgate Hockey Club Voor het alarmeeren bij eventueele luchtaanvallen heeft men Woensdag te Rotterdam proeven genomen met een sirene welke is opgesteld op het dak van het Atlanta hotel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5