DE GOUDEN BRUG
Het telex-telegraafnet van het A.N.P.
FEUILLETON.
Roman van Hanno Plessen.
(Nadruk verboden).
38)
Schwarzer zou geen volleeroe crimina
list zijn geweest, als hij zich bij deze plot
selinge wending van het gesprek, niet vol
komen had weten beheerschen Niets,
maar dan ook totaal niets verraadt zijn
grenzenlooze, verbazing over dezen op
dracht van Szartossy en rustig antwoordt
hü:
„Dat is een kleinigheid.... Zal morgén
direct voor woiden gezorgd.... Nog vóór
je vertrek krijg je bericht, uitvoerig, vol
ledig, authentiek, zooals mijn instituut dat
nu eenmaal pleegt te leveren Overmorgen
in den namiddag zal ik je persoonlijk een
en ander ter hand stellen."
Dan ben ik al wegop weg naar
het avontuur", zegt Rudolf von Berg met
nauw bedwongen weemoed. Maar dan ver
zet hij idch energiek tegen zijn sentimen-
lailioit: „Nog een glas van dat kostelijke
voeht, kameraad.Zóó jong zien we el-
naar niet weer
Den Hen Januari 1936, 's middags om
4 uur verlaat de trein, waarmee Rudolf
von Berg zijn nieuwe toekomst tegemoet
gaat, den hall van het centraal station te
Munchen.
Diep ingedachten loopen Stefan Szar
tossy en Gabriël Schwarzer langs het per
ron.
„Ga nog even mee naar den „Deutschen
Kaiser" een kop koffie drinken", stelt de
detective voor. „Je trein naar Innsbruck
vertrekt toch pas over een uur.
Tjjdens het korte samenzijn, dat hun
nog rest, wisselen de beide vrienden
slechts enkele woorden. Het afscheid van
den ouden strijdmakker en dapperen le
vensstrijder, Rudolf von Berg, heeft al te
veel weemoedige herinneringen in hen op
gewektEn voor mannen van hun slag
geldt een variant op het bekende spreek
woord: Waar het hart van vol is, dat ver
zwijgt de mond.
Zij begrijpen elkaar, ook in hun zwijg
zaamheid.
Eerst bij het afscheid overhandigt
Schwarzer Szartossy een couvert.
„Hier.de verlangde informatie over
Sylvester Vonberg".
„Ach, dat is waar ook. Dank je.'t Is
goed, dat je er nog aan denkt. Ik was het
zelf bijna vergetenSzartossy steekt
het document in zijn zak.
Het is woordelijk een afschrift van het
bericht, dat het Detectivebureau Schwar
zer nauwelijk twee weken geleden aan Ba
rones Geitler-Hattorf heeft geleverd.
Slechts de aanhef is natuurlijk gewijzigd
en de kosten-specificatie is geheel verval
len.
Van zijn ouden vriend Szartossy wil
Sahwarzer geen geld aannemen. Het doet
hem pleizier hem van dienst te kunnen zijn
geweest.
Nochtans verheugt hij er zich in stilte
over, dat hij met deze volledige infor
matie wel het overtuigend bewijs heeft ge
legerd van de degelijkheid van zijn insti
tuut.
En de nobele geste welke hem per
saldo niets kost tegenover dezen rij
ken, voornamen Hongaar, schenkt hem toch
ook een zekere voldoening. Want de reser
ve-luitenant Gabriel Schwarzer, voormalig
commissaiis der recherche en thans alom
bekend particulier detective, is evenmin
geheel vrij van menschelijke ijdelheid als
elk ander.
Is dat Wolfgang Lien's weduwe? Neen,
weduwe, dat is iets droevigs, dat heeft iets
vaals, dat klinkt duister en dof, dat ademt
vermoeidheid, resignatie, verwelking....
Hier voor den spiegel echter staat het te
gendeel van dit alles. Zachtglanzend ve
lours chiffon in de kleur van kostbaar
ivoor omsluit nauw de lenige, jeugdige ge
stalte en valt in breede plooien tot op den
gracieusen, hoogen voet in de zilverlede
ren schoen. Een snoer mat-rose paarlen
siert de slanke hals. Daarboven welft zich
het zachte ovaal van het teere gelaat met
zijn groote, stralende oogen.... Neen, dat
is niet Wolfgang Lien's weduwe.
Is het dan misschien de kleine comtes-
se Royter? Neen, ook zij is het niet, die
zich hier zoo feestelijk heeft getooid. Want
niet de droomerige bekoorlijkheid der on
beroerde en naar vervulling hunkerende
jeugd ligt over het levende beeld in den
grooten toiletspiegel. Bedwongen gloed
straalt het uit en deze is het kenteeken van
de, .op zichzelf staande schoonheid der rij
pere vrouw.
Het is Renate, die Sylvester lief heeft:
De vrouw van veertig jaar, tot hernieuwde
jeugd ontloken door de liefde van den jon
geren man.
In zwijgende nieuwsgierigheid beschouwt
zij zichzelf, critisch starend in het smalle,
levendige gelaat, welks schoonheid hij da
gelijks, in steeds nieuwe bewoordingen
bewondert.
Schoon voor hem, denkt ze, in een op
welling van groote teederheid
Gevolg gevend aan een, haar zelf onver-
klaarbaren inner lij ken drang, heeft zij des
tijds deze feestelijke japon met het daar
bij passende sieraad meegenomen in haar
bergeenzaamheid. Terwijl zij het toen, in
een gevoel van sentimentaliteit als een
soort rcliquie beschouwde, dient het thans
om zich te tooien voor den man, die haar
uit haar diepe slaap heeft gewekt. Op het
laatste oogenblik, vóór het beste van haar
vrouw-zijn in haar gestorven was, Wat hij
gewekt heeft, behoort hem. Vol deemoed
brengt de rijpe vrouw hem het onschatba
re geschenk van haar liefde
Zachte, smeltende accoorden roepen
haar. Want dit is de beteekenis van dit
feestelijke oogenblik: de symphonie, die
Sylvester dezer dagen heeft beëindigd,
zal hij haar nu voorspelen
Renate knikt haar spiegelbeeld toe en
verlaat met lichte schreden het vertrek.
Een intieme schemer vult de kamer,
waar Sylvester achter den vleugel zit.
„Geen licht maken" verzoekt hij zacht
jes, zonder zich om te keeren. Want of
schoon het behoedzaam openen van de
deur onhoorbaar is gebleven, voelt hij toch
onmiddellijk Renate's aanwezigheid.
Zwijgend laat zij zich in een diepe fau
teuil glijden, welke achter den rug van den
man in een hoek van het vertrek staat. Deze
knikt slechts:
„Jazoo is 't goedheel goed.."
Dan gaan de preludeerende accoorden
over in muziek van zijn symphonie.Den
dooden rijen zwarte en witte toetsen ont
lokt hij leven, een zeldzaam aangrijpend
leven. Onder zijn handen begint het instru
ment te zingen. Uit duistere diepten stijgt
de melodie op tot jubelende hoogten, waar
de genade wacht. Een geweldige, aangrij
pende openbaring is het voor de vrouw,
die dit voor het eerst beleeft.
Het wegstervende slotaccoord ver
mengt zich met de zucht van haar woor
den:
„O.hoe mooi.
De man-keert zich om en tast naar den
schakelaar van het electrisch licht.... De
groote lamp werpt een warm schijnsel over
de vrouw in het feestelijke gewaad, die
nu met een gelukzalige glimlach haar ar
men naar haar hem uitstrekt
„O.hoe mooi!", roept hij op zijn beurt
in geestdriftige bewondering bij dezen aan
blik. Dan neemt hij haar in zijn armen,
waarbij bij met een gebaar van liefdevolle
overgave, maar tevens van zeldzaam kui-
sche teederheid haar voorhoofd op zijn
schouder laat rustenMeer, veel meer
dan een gesproken woordt zegt hem dit
zich zwijgend geven....
Uren zijn verloopen sinds Stefan Szar
tossy tevergeefs heeft getracht toegang te
verkrijgen tot de Lantaarn en de, op zoo
vriendelijke toon door Therese verschafte
inlichtingen hem een ijskoude douche heb
ben bezorgd:
„Mevrouw.werk.mag niet ge
stoord worden...."
(Wordt vervolgd).
Hel oude kasteel AA-stein bij Asten (N.-Br.), dat geheel in vervallen staat ver
keerde, wordt gerestaureerd en In den oorspronkelijken toestand opgebouwd. De
toren is thans gereed gekomen
Hei aflossen van de wacht voor Whitehall te Londen is een evenement, dat steeds
weer een talrijke belangstellende menigte trekt
fit
Jan Pijnenburg en Piet van Kempen hebben den .Nacht van Parijs" in het Palais des Sports De heer J. A. Bakhuizen, burgemeester
in de Fransche hoofdstad gewonnen. Het koppel na de overwinning ioudO^ïnoemd"tofb^gem^es^
van Nieuwveen
Het telex-telegraafnet van het Alg. Ned. Pers-bureau is Maandag in tegenwoordigheid van minister De Wilde officieel
in gebruik gesteld. Voorste rij v.l.n.r.de heer H. H. J. v. d. Pol, pres.-dir. van het A.N.P.; minister mr. J. A. de
Wilde en ir. M. H. Damme, directeur-generaal der P.T.T.
Problemen. - In de hoofdstad is Maandagavond de wedstrijd aangevangen om het dames-schaa k-
kampioenschap van Amsterdam. Twee der deelneemsters bij het spelen van haar partij