DINSDAG 7 APRIL 1936 No. 8388 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN VOORNAAMSTE NIEUWS 27 ste Jaargang 3)e GeicbelieSoti/fccmt DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mede deelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 0J5O V De drie Katholieke Ministers Het katholieke dagblad „Ons Noorden" heeft dezer dagen mededeeling gedaan van een onderhoud, die de drie katholieke ministers zouden hebben gehad met den voorzitter van de Tweede Kamer-fractie der R.K. Staatspartij, prof. Aalberse, v o o r d a t zij de minister-portefeuilles in het „nieuwe" kabinet-Colijn aanvaardden, in welk onderhoud prof. Aalberse hun zou hebben geadviseerd, de aangeboden porte feuilles aan te nemen. Als deze mede deeling juist is, komt de houding van de drie katholieke ministers in een ander licht te staan, dan waarin deze tot nu toe is gezet; de indruk is gevestigd, dat die drie katholieke heeren, zonder eenige rug gespraak met de leidende figuren in de R.K. Staatspartij, de ministerszetels met graagte en" gretigheid hadden „ingepalmd", Wij hebben daarvan nooit iets geloofd. De meest natuurlijke zaak ter wereld is het, dat de heeren Deckers, v. Schaik en Gelissen, voordat zij in het „nieuwe" ka- binet-Colijn zitting namen, met hun vrien den hebben gepraat. Zij zullen elkaar in die dagen zeker niet opzettelijk ontloopen hebben! Die gesprekken zijn geweest niet van officieelen aard, maar van een vriend schappelijk, intiem, vertrouwelijk karak ter. Dat begrijen we. Doch de strek king, de conclusie van die samen- sprekingen met name het antwoord op de vraag: raadde prof. Aalberse de drie katholieke heeren aan, de ministerporte feuilles te aanvaarden, óf ontraadde hij het hun (een derde mogelijkheid is er o.i. practisch niet) het antwoord op deze vraag, kunnen wij niet beschou wen als van vertrouwelijken aard. Gezien alle omstandigheden, mag en moet dit door het publiek worden geweten! En veronderstellend, dat „Ons Noorden" zekerheid had, dat het een juiste medeeling deed is daarom deze publi catie, naar ons inzicht, geenszins een on bescheidenheid geweest, zooals de „Maas bode" meent. Laten we toch aan die geheimzinnigheid, die politieke slimheid moet zijn, niet toe geven. Wij doen er de politiek geen dienst mee! De menschen zijn niet meer gediend van „hooge" politiek! Wethouders of ambtenaren Den laatsten tijd wordt hier en daar in de pers weer eenshet denkbeeld gepro pageerd om bij het bestuur der gemeenten de wethouders te vervangen - door ambte naren. De voorstanders van deze verande ring beweren, dat wethouders tegenwoor dig - zoowel door de steeds hogere eischen der immer ingewikkelder wordende samen leving als door het h.i. gestadig dalend peil der Vroede Vaderen niet meer op de hoogte kunnen zijn van hun taak, zoodat het meer en meer noodzakelijk wordt, de wethouderlijke functie toe te vertrouwen aan personen, te kiezen, buiten den Raad. Bij de keuze-dezer ambtelijke lieden zou dan beter de noodige deskundigheid bij B. en W. kunnen worden ingeschakeld. Van verschillende zijden is bereids twij fel geopperd aan de juistheid dezer bewe ringen. Men zei: ook de knapste ambtenaar kan niet van alles, wat de gemeentelijke huishouding betreft, op de hoogte wezen, zoodat men óf aan meer ambtenaren dan er thans wethouders zijn wethouderlijke bevoegdheid moet geven en aan hoeveel dan? om voor ieder geval over de noo dige deskundigheid te beschikken óf men maakt slechts een schijnbeweging, welke het achteraf zou doen betreuren, dat de Gemeentewet voor zulk een illusie gewij zigd werd. Niet om op deze dingen nader in te gaan namen we de pen ter hand. In her halingen treden is overbodig. Wel echter wil het ons voorkomen, dat op één kant dezer veelomvattende zaak nog weinig of geen licht is gevallen. Deze kant betreft: de verhouding tusschen den Raad en de wethouders, welke hij uit zijn midden J kiest. Thans is die verhouding een gemoede lijke, een kameraadschappelijke hetgeen voortspruit uit het feit, dat de wethouders immers ook raadsleden zijn. 't Is waar, dat de aanvallende woorden van sommige Vroede Vaderen wel eens een verdedigend antwoord van wethouderlijke zijde ont- De wereld in vogelvlucht De Fransche minister van buitenlandisohe zaken Flandin heeft gisteren zijn vredes plan aan den Franschen ministerraad voor gelegd. Omtrent den vermoedelijken inhoud zie men onder de rubriek Buitenland. Het plan zal aan den Volkenhond worden voor gelegd. Morgen komt de Commissie van Dertien te Genève bijeen om de Abessïjnsche kwes tie weer eens onder de oogen te zien. Naar verluidt, zou minister Eden willen aandrin gen op staking der vijandelijkheden in Abessynië, alvorens de voorzitter der Com missie van Dertien, De Madariaga, een be gin zal maken met vredesonderhandelingen te Rome. Ondanks de geleden nederlagen heeft de Negus verklaard, dat Abessynië den strijd niet zal opgeven en niet van plan is Italië om vrede te smeekan. De Negus is bereid te onderhandelen, doch slechts binnen het ka der van het Volkenlbondsstatuut, d.w.z., dat de Italianen eerst Abessynië moeten ont ruimen. Dat is wel wat te hoog van den toren ge blazen. De staten' der Kleine Entente hebben een gezamenlijk protest te Weenen overhandigd tegen de invoering van den dienstplicht in Oostenrijk. De tornado, welke in verschillende staten van Amerika heeft gewoed, heeft een groot aantal dooden geëischt. De cijfers stijgen voortdurend. Volgens de jongste opgaven zouden reeds 400 dooden geteld zijn. lokken, maar in den grond der zaak is en blijft de verstandhouding er eene van ge lijkwaardigheid, van collegialiteit. Een an dere opvatting ware in strijd met den geest der Gemeentewet. Een andere zijde dezer Raadsfiguur is nog deze, dat de Vroedschap nooit bedacht behoeft te wezen dat de verwerping van eenig wethouderlijk voorstel den betrok kenen maatschappelijk zal schaden. Hij behoeft immers niet alles te weten, zoodat zijn prestige ongerept kan blijven, terwijl zijn functie geen levenspositie is, weshalve een dreigend aftreden bij de beslissing geen gewicht in de schaal behoeft te leg gen. Het tegendeel mag trouwens ook niet, maar overwegingen van menschlievenden aard zijn soms zeer welsprekend. Bevordert een en ander de vrijheid by 'sRaads beslissingen, de wethouders kun nen van hun kant de zaken even vrijmoe dig bezien, zoodat wederzijds de onafhan kelijkheid niet in gedrang wordt gebracht. Hoe geheel anders wordt echter terstond de toestand, wanneer op de plaats van den onafhankelijken wethouder een afhanke lijke ambtenaar zetelt. Weg de kameraadschappelijke verstand houding. Naast den burgemeester zitten dan niet langer mede-raadsleden, metwien in gemoede overlegd kan worden, doch menschen, van wien geëischt mag worden, dat zij de zaken onder de knie zullen heb ben; menschen, wier prestige en levenspo sitie afhangen van 'sRaads besprekingen en beslissingen; menschen bovendien, die zich niet onafhankelijk kunnen gevoelen van wie hen aanstelden, tenzij zij hoog hartig meenen, altijd en in alles gelijk te hebben. Wat zal zulks een ommekeer geven in de vroedschappelijke sfeer. Stroefheid drijft de gemoedelijkheid op de vlucht; hooghartigheid of serviliteit doen haar in trede. Is het hooghartigheid, dan weten ambtenaar noch Raad van wijken; is het serviliteit, dan wordt er te willig uitgewe ken en gebogen. Zal een en ander wezen in 't belang der gemeente? Wij aarzelen niet om te mee nen, dat het beter is, wanneer de ambte naar achter de schermen bilijft, waar hij vrij zijn werkkracht kan ontplooien, dan dat hij tevens wordt gezet op het gestoelte der bestuurders. Een wethouder-raadslid kan overal zijn licht opstekn, ook buiten het ambtelijke corps indien hierin niet voldoende krachten mochten aanwezig zijn. Ja maar, zoo hooren we aanvoeren, zal zulks voor alle wethouders voldoende we zen. Wel, dan blijft op de kiezers des te klemmender de taak rusten, goede krach- en candidaat te stellen. Deze noodwendig heid te ondergraven brengt weer nieuwe bezwaren mede en zou werkelijk kunnen leiden tot verlaging van het Raadspeil, Alles bijeengenomen meenen we te mo gen aanmanen tot -voorzichtigheid bij de wijziging der sinds menschenheugenis be proefde Gemeentewet. Het nieuwe systeem zou wel eens bar kunnen tegenvallen. Maar eer men het dan weer kwijt is AJO. BINNENLAND NIEUWE GOUVERNEUR VAN CURAQAO Naar wij vernemen, is eervol ontslag ver leend aan den heer B. W. T. van Slobbe als Gouverneur van Curacao, onder dankbetui ging voor die in dat ambt bewezen gewich tige diensten, en is benoemd tot gouverneur van Curagao de heer G. J. J. Wouters, thans burgemeester van Eibergen, reserve- hoofdofficier. Nader vernemen wij aangaande de loop baan van den nieuwbenoemden gouverneur van Curagao, den heer G. J. J. Wouters, dat deze, geboren te Maastricht op 21 Februari 1883, de H.B.S. te Venlo afgeloopen heeft en in November 1899 als volontair bij het instructiebataljon in militairen dienst ge treden is. Zijn benoeming tot 2e luitenant, op 14 September 1905, vond plaats bij het 6e reg. infanterie te Breda en zijn benoe ming tot le luitenant, in Mei 1909, bij het zelfde regiment. In October 1909 werd de heer Wouters benoemd tot le luitenant-adjudant bij het le bataljon 6e regiment infanterie en in 1910 tot leer aar aan den cursus bij de 3e divisie voor de opleiding van onderofficie ren tot beroepsofficier. In 1913 volgde zijn benoeming tot regiments-adjudant bij het 6e regiment infanterie. De heer Wouters werdin Januari 1914 overgeplaatst naar het regiment grena diers. Hij deed in Juni 1914 met goed ge volg toelatingsexamen voor de hoogere krijgsschool. Zijn benoeming tot kapitein geschiedde, gelijk reeds gemeld, in Maart 1918. Na de lessen aan de Hoogere Krijgs school doorloopen te hebben, heeft hij eeni- gen tijd practisch dienst gedaan als kapi tein bij het 2e regiment infanterie te Ede. Daarna is hij te werk gesteld ten bureele van den chef van den generalen staf als hoofd der afdeeling motordienst. In 1927 is de heer Wouters als officier gepensionneerd en tot burgemeester van Wamel benoemd, waarna, in November I 1934, zijn benoeming tot burgemeester van Eibergen volgde. I Gedurende zijn verblijf te Wamel was de I heer Wouters lid van het bestuur van den j Bond van Roomsch-Katholieke Kiesver- I eenigingen in Gelderland en voorzitter van den Statenkring Wychen der R.K. Staats partij. Tot aan de opheffing van het kantonge recht te Druten fungeerde hij aldaar als kantonrechter-plaats vervanger. VORSTELIJK BEZOEK AAN MILITAIRE OEFENING. v Van het Leidsche „Zesde". De Koningin en Prinses Juliana hebben hedenochtend op „Ockenburg" een oefe ning bijgewoond van de eerste artillerie- brigade, bestaande uit het tweede regiment veld-artillerie, onder commando van luite nant-kolonel Lagerwey en het zesde regi ment veld-artillerie uit Leiden, onder commando van den luitenant-kolonel De Iongh, het geheel onder bevel van den bri gade-commandant, kolonel Sillevis. Het koninklijk bezoek droeg geen officieel karakter. De Koningin was vergezeld van jonkvrouwe, baronesse Schimmelpenninck van der Oye, hofdame, den chef van het militaire huis, vice-admiraal Bauduin, kapi tein-luitenant ter zee Rost van Toningen, en kapitein Phaff adjudanten en ordonnan- ce-off icier, eerste luitenant Van La wiek van Pabst. Precies om half elf arriveerden de vorste lijke bezoeksters op het terrein van de oefe ning, waar zij werden ontvangen door kolo nel Sillevis. De officieren van de beide re gimenten stonden opgesteld en de gebruike lijke eerbewijzen werden gebracht. De regi- ments-commandanten werden aan Hare Majesteit voorgesteld. Door de brigade werden afdeelings-oefe- ningen gehouden. De stellingen werden eerst verkend door de afdeelings-comm an danten en daarna door de batterij-comman danten. Vervolgens hadden schietoefenin gen plaats. Hare Majesteit toonde groote belangstel ling voor deze oefening en werd rondge leid en voorgelicht door kolonel Sillevis, terwijl majoor Schmid de Prinses voor lichtte. De Koningin bezocht ook de ver schillende batterijen. Nadat het sein was gegeven, dat de oefe ning geëindigd was, zijn de officieren, die nog niet waren voorgesteld, aan Hare Ma jesteit voorgesteld. De Koningin bezichtigde daarna de schoolmeetafdeeling en het weer station. Met proeven werd de werking der verschillende instrumenten gedemonstreerd. Intusschen hadden de troepen zich opge steld. Terwijl het muziekcorps van het tweede regiment veld-artillerie vroolijke marsohmuziek speelde, hebben de troepen in colonne, in draf voor de vorstelijke be zoeksters gedefileerd. Omstreeks kwart over twaalf was het mi litaire schouwspel afgeloopen. De Koningin heeft zich daarna nog eenige oogenblikken onderhouden met de brigade- en de beide regimentscommandanten en haar tevredenheid betuigd. De oefening was niet voor het publiek toegankelijk. Van den weg trachtten be langstellenden het schouwspel gade te slaan, doch door de ligging van het terrein en den grooten afstand, was dit niet goed mogelijk. Bij haar vertrek werden Koningin en Prinses hartelijk toegejuicht. NEDERLANDSCHE TUINBOUWRAAD. Dezer dagen vergaderde de Nederlandsohe Tuinbouwraad te Den Haag, onder leiding van den hear A. Verduyn Jr. Ir. v. d. Plassche was aanwezig als verte genwoordiger van den minister van Land bouw en Visscherij. Door den heer D. Admiraal werden uit voerige mededeelingen gedaan over een van 14 April tot 25 Mei 1937 in het Zuiderpark te Den Haag te houden groote tuinbouwten toonstelling. Van verschillende zijden werd reeds medewerking toegezegd. De meer ge detailleerde plannen zullen over enkele maanden gereed zijn. Na goedkeuring van de rekening en ver antwoording over 1935 en de ingediende begrooting voor 1936 werden in de kascom- missie 1936 benoemd de heeren rar. J. H. J. Schmidt, P. Slot, en mr. M. V. Toulon v. d. Koog. De contributie voor 1936 werd vastgesteld op hetzelfde bedrag als voor 1935. In verband met de wenschelijkheid, van enkele zijden geuit, om de statuten van den raad meer in overeenstemming te brengen met de in de laatste jaren gevolgde prak tijk, werd een commissie ingesteld om dit werk voor te bereiden bestaande uit de heeren H. Gorter (voorzitter), J. C. M. Mensing, mr. L. Niemoller en jhr. dr. J. C. Mollerus. Goedkeuring werd verleend aan een reeds verzonden schrijven aan het college van regeeringscommissarissen betreffende het afscheiden van de tuinbouwaangelegen- heden uit het verband der provinciale landbouw crisis organisaties. Mededeeling werd gedaan van een ver zonden voordracht aan den minister van Landbouw en Visscherij voor de benoeming van een lid van het bestuur der landbouw crisis organisatie voor Zuid-Holland, waar op zijn geplaatst de heeren M. van Rijen Jzn. en P. Varenkamp, beide te 's-Graven- zande. Aan den minister van Sociale Zaken werd medegedeeld, dat als lid en plaatsvervan gend lid voor den Hoogen Raad van Arbeid aanbevolen worden de heeren F. v. Valster en J. C. M. Mensing. EEN AUTO-EXPEDITIE VAN TWEE NEDERLANDERS DOOR ZUID-AMERIKA Gefilmd geheel in natuurlijke kleuren. Uit Lima wordt gemeld: Na een uiterst moeilijke tocht, dwars door Zuid-Amerika, zijn onze twee landgenooten Z. baron van Dorth tot Medler en mr. Th. Regout, met hun auto alhier aangekomen. De heer Regout uit Maastricht welbe kend door zyn filmvoordrachten over Afri ka, maakte ook van deze expeditie een film en deelde het volgende mede: Begin Fabruari vertrokken wij, na een voorspoedige overtocht vanaf Boulogne, vanuit Rio de Janeiro naar het Zuiden, naar Buenos Aires. Men had ons gewaar schuwd, dat de wegen in zeer slechten staat waren, doch we wilden in ieder ge val over land Buenos Aires bereiken om al dus het binnenland van Zuid-Brazilië te leeren kennen. Inderdaad, wij zijn ge slaagd, maar ik kan u verzekeren, het was verschrikkelijkpaarden, ezels, cow boys, hebben ons moeten helpen, alleen reeds 32 maal hebben ossen ons .uit de mod der moeten wegsleepen. Na Buenos Aires, de millioenenstad van het zuidelijk halfrond, gaat het door de on eindige pampas steeds naar het Westen, totdat de Andesketen als een geweldige slagboom voor Chili, ons den weg verspert. Deze overtocht over den 4000 meter hoo gen pas, waar het beroemde Christusbeeld is opgericht, als symbool van vrede tus schen twee staten, is een avontuur zonder weerga en wordt slechts geëvenaard door de wonderschoone afdaling naar de kusten van den stillen Zuidzee. Door de salpeterwoestijnen van Chili en het weinig bereisde berggebied van Boli via, zijn we hier in dit historische land der Inea's aangekomen. We maakten van dezen reis een film en Dit nummer bestaat uit vier bladen. BUITENLAND, Het vredesplan van Flandin. (2de blad). Morgen bijeenkomst van de Commissie van Dertien te Genève. (2de blad). De Negus wil den strijd voortzetten. (2de blad). Groot aantal slachtoffers van de tornado in Amerika. (Buitenl. Berichten 2de bladi). BINNENLAND. Bij een echtelijk drama te Boxtel heeft een man zijn vrouw doodgestoken. (Gem. Ber. 3de blad). Ernstige brand in Nijmeegsche papierfa briek. (Gem. Ber. 3de blad). Benoeming nieuwe gouverneur van Cu ragao. (1ste blad). De opening van het telexnet van het „A.N.P." (2de blad). De ioonbijslag van den land- en utin- bouw. (4de blad). wel een zeer aparten, volgens een bijzonder geperfectioneerde Amerikaansche uitvin ding der laatste maanden: geheel in natuur lijke kleuren, ter beoordeeling van land schap, zeden en gewoonten, is dit soort films een openbaring. HOCAPOLIS. De Bocapolis, de tentoonstelling op het gebied van het hotel-, restaurant- en café bedrijf, die geprojecteerd was van 29 Mei tot 14 Juni op het Nenijto-terrein te Rot terdam, gaat definitief door. Op 1 April was de toestand zoo, dat het bestuur zijn plannen verwezenlijken kon en dus staat het vast, dat de tentoonstelling er komt. De bond van brouwerijen en de centrale Yereeniging voor gedistilleerd hebben hun medewerking aan de plannen van de ver- eenigingen „St. Joseph" en „St. Antonius", vereen igingen van werkgevers en werkne mers, toegezegd en daar ook de vertegen woordigers van de kooktechniek en de kof fie en theehandel niet afkeerig zijn van dit initiatief is het doorgaan van de tentoon stelling buiten twijfel gekomen. Natuurlijk zullen buiten deze groote deelnemers op dit gebied ook andere firma's medewerking verleenen. Er zullen model-inrichtingen van hotelkamers zijn, glas- en aardewerk en allés wat met het uitgebreide bedrijf samenhangt zal vertegenwoordigdzijn. Uit het buitenland zijn toezeggingen ont vangen van Engeland en Frankrijk. Duitschland zal waarschijnlijk ontbreken, daar de clearing onoverkomelijke moeilijk heden in den weg legde. De onderhandelingen over den opbouw in de 7200 M2. groote Nenijto-hal zijn in zoo'n vergevorderd stadium, dat de defini tieve aanbesteding aan het einde dezer week te wachten is. Er zal dan nog hard gewerkt moeten worden aan den opbouw van de tentoonstelling. Zooals men weet, zal deze tentoonstelling geheel gewijd worden aan het hotel-, café- en restaurantbedrijf. Ook de vermakelijk heden zullen niet uit den toon vallen. Het glanspunt zal zijn het draaiend restaurant, een wereldbol van 10 meter diameter. Opmerkelijk is, dat dit alles tot stand komt door de eendrachtige samenwerking van werkgevers en werknemers. Wanneer deze tentoonstelling slaagt en daaraan is weinig twijfel, vooral als men hoort, dat bij voorbeeld ook de Belgische vakgenooten groote belangstelling voor dit gebeuren hebben en nu reeds maatregelen treffen Rotterdam in de tentoonstellingsda- gen een bezoek te brengen dan is dit een ferme schrede op den .weg naar betere sa menwerking tusschen werknemers en werk gevers. Binnenkort zullen ook de affiches ver schijnen, die in het geheele land bekend heid zullen geven aan hetgeen er in Rot terdam staat te gebeuren. Deze affiches zijn van de hand van ir. de Ruyter, die ook het ontwerp van de geheele tentoonstelling heeft gemaakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 1