BUITENLAND De zedelijkheidswet geving voor minder jarigen NED. OOST-INDIE RECHTZAKEN Hoofdpijn, Kiespijn. £eroumn°S DONDERDAG 2 APRIL 1936 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 TSJECHO-SLOWAKIJE. EEN PROTEST TEGEN OOSTENRIJK. Wegens de invoering van den bondsdienstplicht. In verband met het besluit tot invoering van de bondsdienstplicht in Oostenrijk is te Praag gisteren een buitengewone zit ting van den ministerraad bijeengeroepen. De ministerraad is volgens een extra editie van den Tsjechisch-agrarischen ,Vo- cor" in de middaguren bijeengekomen. In politieke kringen te Praag is men van meening, dat de Tsjecho-Slowaaksche regeering in overeenstemming met de ge allieerde en de bevriende mogendheden een protest zal indienen tegen het door deze maatregel van de Oostenrijksche re geering eenzijdig buiten kracht stellen van de bepalingen van het vredesverdrag van St. Germain. De „Vocor" veronder stelt, dat het Weensche besluit in verband staat met de laatste besprekingen te Home. JAPAN. DE SPANNING AAN DE MONGOOLSCHE GRENS. Een gevaarlijk incident. Naar uit Hsinking wordt gemeld, deelt het Kwantoengleger mede, dat het giste ren 12 vliegtuigen van Buiten-Mongolië nabij de in de buurt van het Boeir-Meer gelegen stad Taoelan, de Japansch-Mands- joekwo'sche grenswachten hebben gebom bardeerd. De Japansch-Mandsjoekwo'sche troepen openden het vuur op de vliegtuigen, die zich terug moesten trekken. Dinsdag is eveneens een gemotoriseer de troepencolonne uit Buiten-Mongolië overgegaan tot een aanval op Japansch- Mandsjoekwo'sche troepen, die den vijand zware verliezen toebrachten en noodzaak ten terug te keeren. De Japansch-Mands joekwo'sche troepen hebben eenige verlie zen geleden, waarvan de grootte echter nog niet vaststaat. Er heerscht een guerilla. De indruk, welken men in Sovjet-krin gen krijgt van de voortdurende grensinci denten in het Verre Oosten is, dat hier weliswaar geen oorlog, doch wel een guerilla heerscht, die zeer gevaarlijk is. Het schijnt, dat Buiten-Mongolië op het spel wordt gezet in een krachtmeting tus- schen Sovjet-Rusland en Japan. Het is ech ter de vraag of Rusland werkelijk ten ein de toe door wil zetten, aangezien het voor naamste doel van het verdrag met Buiten- Mongolië was, tijd te winnen. Niettegenstaande de ernstige incidenten van de laatste dagen, schijnt het op het oogenblik, dat geen van de partijen ern stige complicaties wenscht. Naar Tass meldt heeft Stomoniakov, de plaatsvervangende commissaris van bui- tenlandsche zaken op 31 Maart aan Ota, den Japanschen ambassadeur, het ant woord van de Sovjetregeering overhandigt op het voorstel der Japansche regeering van 16 Maart omtrent de instelling van een commissie ter demarcatie van een deel van de Oostelijke grens tusschen Mandsjoekwo en de Sovjet-unie en een andere commissie ter regeling van grens conflicten bij dit gedeelte der grenslijn. Stomoniakov verklaarde, dat de Sovjetre geering de verzekering van den vrede in het geheele gebied nastreeft en niet al leen aan de oostgrens van Mandsjoekwo. De Sovjetregeering acht het van groot be lang voor het behoud van den vrede ook aan de Mongoolsch-Mandsjoerijsche grens grenscommissies te benoemen. De Sovjet regeering is verrast, dat de Japansche re geering zich niet wenscht in te laten met besprekingen over Mongoolsch-Mandsjoe rijsche grensquaesties, temeer daar Japan zelf aan de Sovjetunie het voorstel deed tot soortgelijke besprekingen met Mands joekwo over te gaan. Voor zulk een afzij digheid ziet Stomoniakov geen aanleiding. BUITENLANDSCHE BERICHTEN INSTORTING TE ANTI O C HIE. Waarschijnlijk vele dooden. Het nieuwe gedeelte van 't nationale mu seum te Antiochië in Noord-Syrië is in gestort. Vijftig arbeiders, die de laatste hand aan de uitbreiding legden, werden onder de puinhoopen bedolven. Tot dus verre zijn zes mannen zwaar gewond te voorschijn gebracht. Men vretsi, dat meer dan twintig der bedolvenen om het leven zijn gekomen. VIJF BANDIETEN GEDOOD IN EEN GEVECHT MET DE POLITIE. Vijf Philippijnsche Moros, die deel uit maakten van een bandietenbende, zijn ge dood in een gevecht met een honderdtal militairen. De soldaten omsingelden de schuilplaats van de roovers, welke was ge vestigd in een verlaten fort in de provinr cie Lanoa op het eiland Mindanao. DE ZAAK HAUPTMANN. Opnieuw uitstel van de terechtstelling? Reuter seint uit Trenton: De procureur Erwin Marshall deelt mee, dat de jury van het' district Mercer tot 2 April de zit ting heeft uitgesteld, teneinde een onder zoek in te stellen in de kwestie Wendel, Ze gaf een nieuwe vorm aan de kleine be schuitjes. Vierkant zijn zei Leuk! En lekker... nèt zoo lekker, als Alle beschuit van Paul C. Kaiser. 9 voor 6 cent. Met Paula-bon erbij. N.V. Paul C. Kaiser vierkante besdl/Wüt N.V. PAUL C. KAISER, BESCHUITFABRIEKEN, ROTTERDAM De strijd in Oost-Afrika OVERLEG INZAKE DE ONDERHANDELINGSPROCEDURE. Brief van De Madariaga aan Italiaansche regeering. De voorzitter van de commissie van der tien, de Madariaga, heeft een schrijven gericht tot de Italiaansche regeering met het doel in gezamenlijk overleg te komen tot vaststelling van de procedure der on derhandelingen, waartoe toestemming werd gegeven in antwoord op den oproep van de commissie met betrekking tot. oplossing van het Italiaansch-Abessynische geschil. Dit schrijven is gisteren te Rome aangeko men. De Italiaansche regeering is thans bezig met de bestudeering van den inhoud. DE SLAG BIJ HET ASJANGI-MEER. Uit Asmara wordt gemeld, dat de kei zerlijke garde, welke de Italiaansche stel lingen in het gebied van het Asjangi-meer heeft aangevallen, op Europeesche wijze was afgericht en was uitgerust met een groot aantal mitrailleurs en veldkanonnen van 75 m.M. 70 Italiaansche vliegtuigen hebben aan de actie deelgenomen. Zij hebben 13 ton zeer ontplofbare stoffen uitgestrooid. Eenige vliegers werden gewond, doch alle toestellen zijn naar hun bases terugge keerd. Weg naar Dessie thans vrij voor de Italianen? De Italiaansche overwinning kan van beslissenden invloed zijn, in de eerste plaats omdat de 100.000 man van den Ne gus verslagen zijn door slechts een gering gedeelte der Italiaansche effectieven volgens de laatste berichten bevonden zich slechts het derde en het eerste legercorps in de omgeving van het Asjangi-mëer en vooral omdat de nederlaag van den keizer, die aan Abessynische zijde het be vel voerde, niet zal nalaten in moreel op zicht vérstrekkende gevolgen te hebben. Indien, zooals het schijnt, het keizerlijke leger geen tegenstand kan bieden, is de weg naar Dessie thans vrij voor de drie Italiaansche colonnes, waarvan de eene zoo juist bij het Asjangi-meer de overwin ning heeft behaald en naar het zuiden op trekt, de tweede van het gebied van Aoes- sa komt en de derde zich te Gondar be vindt. Een Abessynische tegenspraak. Volgens Abessijnsche berichten is de toestand aan het Noordelijk front sinds eenige dagen volkomen onoverzichtelijk, aangezien alle bijzonderheden omtrent de troepenbewegingen en de gevechten ont breken. In haar communiqué no. 187 de menteert de Abessijnsche regeering dat de steden Sokota en Debarek zouden zijn be zet, gelijk is medegedeeld in het Italiaan sche legerbericht 168. Ook de overige in houd van dit Italiaansche legerbericht wordt onjuist genoemd. Aan het Noorde lijke front heerscht nog steeds een zeer krachtige activiteit van de luchtmacht. Aan het Somalifront komen vrij hevige voorpostengevechten tot ontwikkeling, voornamelijk in de streek ten Zuiden van Daggahboer. Bijzonderheden zijn echter nog niet bekend. die eerst bekende het kind van Lindbergh te hebben gedood, en later deze verklaring weer introk. Deze beslissing van de jury vergroot de waarschijnlijkheid van een nieuw uitstel van de executie van Haupt- mann buiten de 48 uur, welke Dinsdag avond werden toegestaan. Nader seinde Reuter: Kimberling de gouverneur van de gevan genis te Trenton heeft verklaard, dat Haupt- mann morgenavond om 8 uur terechtge steld zal worden. Later ontvingen wij nog het volgende Reuter-telegram Kimberling zeide dat hij opnieuw de te rechtstelling zou uitstellen, indien de grand jury vóór Vrijdagavond niet tot een beslis sing zou zijn gekomen in de zaak Wendel. Kimberling voegde aan deze verklaring toe dat een in staat van beschuldigingstelling van Wendel hem geen machtiging zou geven om de executie van Hauptmann tot na het einde van deze week uit te stellen. I Daartoe zou een bevelschrift; noodig zijn van een of andere rechtbank of een beslissing van een daartoe bevoegde autoriteit. TWEEDE KAMER De bezoldiging van rechters De Tweede Kamer heeft gisteren behan deld het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van de bepalingen betreffende de zeden in het wetboek van strafrecht ter betere bescherming van minderjarigen. Een amendement van den heer Goseling. De heer Goseling (R.-K.) verdedigt een amendement op art. 5, volgens het welk in art. 240 geschiedt, in art. 240bis de daarin omschreven feiten eveneens straf baar behooren te worden gesteld, indien de dader ernstige reden heeft om te ver moeden, dat het geschrift, de afbeelding of het voorwerp aanstootelijk voor de eer baarheid is, dan wel dat het een middel betreft tot voorkoming of tot verstoring van zwangerschap. Minister v. S c h a i k merkt op, dat door het amendement krachtiger kunnen wor den bestreden uitleenbibliotheken, waar van de houders de boeken zeiven niet heb ben gelezen. Dezen zullen zich voortaan re kenschap moeten geven, wat zij aan de jeugd uitgeven. Zulks als gevolg van het 'amendement, dat spr. zeer aanvaardbaar acht. De heer Goseling (R.-K.) repliceert. De Kamer neemt het amendement bij zitten en opstaan aan en keurt het wets ontwerp zonder hoofdelijke stemming goed. Naturalisatie van den heer Mannheimer. De Kamer keurt goed een voorstel van den voorzitter om nu eerst te behandelen wetsontwerpen, houdende naturalisatie van de heeren Braches en 20 anderen (onder wie de bankier Mannheimer) en houdende naturalisatie van A. Blom en 19 anderen. De Kamer neemt vervolgens deze wets ontwerpen zonder hoofdelijke stemming aan. De salarieering van de rechterlijke macht. Het wetsontwerp tot nadere wijziging van de regelingen, houdende vaststelling van de bezoldiging van den Raad van Sta te, de Rekenkamer, de rechterlijke macht en de militaire-rechterlijke macht De heer Boon (Lib.) klaagt over de te lage salarieering van de leden der rechter lijke macht. Wil de regeering de bezoldiging van de leden der rechterlijke macht nog een be zien? Zoo niet, dan zal het spr moeilijk vallen, voor te stemmen. De heer Steinmetz (R.-K.) zegt, dat eenigen zijner politieke vrienden en hij te gen het wetsontwerp stemmen, omdat zij deze gelegenheid willen aangrijpen om ge tuigenis af te leggen tegen de salarispoli- tiek der regeering. Mevrouw B a k k e rN o r t (VD.) merkt op, dat de bezoldiging der rechterlijke macht te laag is. Naar verhouding is die van de ambtenaren bij de politie hooger. Absoluut in strijd met de grondwet is de terugwerkende kracht der salarisverla ging tot 1 Januari. Spr.'s fractie zal stem men voor het desbetreffende amendement- Goseling. De heer J. Ter Laan (S. D.) zegt den heer Steinmetz, dat, wie tegen de loonpoli tiek van de regeering zijn, dit hadden moe ten uitspreken bij de behandeling van de motie-Van den Tempel. De Minister van Justitie, de heer Van S c h a i k, zegt, dat de verlaging voor al len meer dragelijk wordt gemaakt door de gedachte, dat allen hetzelfde lot deelen en er voor niemand een uitzondering wordt ge maakt. Over de salarieering van de leden der rechterlijke macht is met spr. wel van gedachten te wisselen, maar niet bij gele genheid van een algemeene korting, waar bij geen uitzondering voor een bepaalde categorie mag worden gemaakt. Ook spr. acht de salarieering der rechterlijke macht niet ideaal. Had de regeering de 11/2 mil- lioen extra van de salariskorting gebruikt voor correcties, dan zou spr. zijn deel heb ben gebruikt ten behoeve van de leden der rechterlijke macht Maar dit gaat nu niet door. Een amendement-Goseling tot het doen vervallen van de terugwerkende kracht. De heer Goseling (R.-K) verdedigt een amendement op artikel XII om in plaats van de bepaling, dat de wet wordt geacht te zijn in werking getreden met in gang van 1 Januari 1936, te stellen een be paling, volgens welke zij in werking treedt met ingang van den dag na dien harer af kondiging. De bezoldiging van de rechterlijke macht is gekomen op de grens van het toelaat bare. De voorgestelde salarisverlaging ont moet bij spr. ernstige bedenking, maar de terugwerkende kracht is voor hem onaan vaardbaar. Natuurlijk kunnen wij, hetgeen geschied is, achteraf echten. Det wetgever kan op dit gebied ongeveer alles, maar het is de vraag, of hij het behoort te doen, of hij het mag doen. De regeering wil niet van de terugwer kende kracht afstand doen, maar heeft wel toegegeven, De terugwerkende kracht ech ter is des te bedenkelijker, omdat het wets ontwerp eerst is ingediend na de betaling van het eerste reeds verminderde maand salaris. Minister v. S c h a i k antwoordde, dat de salarisverlaging voor alle ambtenaren op 1 Jan. is ingegaan en er geen aanleiding is, voor de bij het wetsontwerp betrokkenen een uitzondering te maken. In 1934 is er voorts ook een dergelijk wetsontwerp ge weest en toen heeft de heer Goseling geen bezwaar tegen de terugwerkende kracht gemaakt. Waarom nu dan wel? Spr. ver mag niet in te zien, dat waar is, wat de heer Goseling zei, n.l. dat de terugwerken de kracht de onafhankelijkheid zou aan tasten van de positie er rechterlijke macht. Men geve haar geen bevoorrechte positie door voor haar de salarisverlaging later te doen Ingaan dan voor de andere amb tenaren. De heer Schouten (A.-R.) zegt, dat in het algemeen salarisverlaging met te rugwerkende kracht moet worden voor komen. Maar in dit geval wisten allen eeni ge maanden voor 1936, dat hun salarissen zouden worden verlaagd. De verlaging was voor niemand een verrassing. Bovendien moet niet een categorie in een bevoorrech te positie komen in vergelijking tot al het andere personeel in overheidsdienst. Minister v. S c h a i k dupliceert. Hij merkt nog op, dat er in 1929 een salaris- verhooging heeft plaats gevonden, met te rugwerkende kracht tot 1 November 1928. De Kamer neemt het amendement bij zit ten en opstaan met groote meerderheid aan. Het wetsontwerp keurt zij eveneens bij zitten en opstaan goed. Zonder debat en zonder hoofdelijke stemming worden eenige contingentee- ringsregelingen goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat hij de Kamer 5 Mei weer zal bijeenroepen. Om kwart over vier wordt de vergade ring verdaagd. ZWARE AARDBEVING OP CELEBES? Te Moskou geregistreerd. Het seismografisch station te Moskou heeft gistermiddag een aardbeving „van catastrophalen omvang" geregistreerd. Het epicentrum ligt op een afstand van 9.600 K.M. De bodemverplaatsing te Moskou be droeg 450 micron. De aardbeving is ook ge registreerd te Swerdlowsk. Volgens bere kening der stations bevindt de haard der aardbeving zich in het gebied van het eiland Celebes. Niet zóó erg, zegt de Bilt. Prof. dr. E. van Everdingen, hoofddirec teur van het Kon. Ned. Meteorologisch In stituut in De Bilt, deelde ons mede, dat ook in dit instituut een groote aardbeving is geconstateerd. Volgens prof. Van Everdin gen is deze echter niet zoo ernstig als het bericht uit Moskou zou doen vermoeden en zeker kan niet van catastrophalen omvang gesproken worden. Bovendien heeft men in De Bilt berekend, dat de aardbeving niet in de buurt van Celebes doch meer in de om geving van Japan moet worden gezocht. De hoogleeraar-directeur vermoedde wel dat Moskou en De Bilt dezelfde aardbeving geregistreerd hebben, te meer daar ook de tijpstippen overeenkomen. Het instituut be schikte gisteravond nog niet over meer ge gevens. OPNIEUW BLOEDBAD IN MANOKWARI. Acht inlanders gedood. Aneta seint uit Manokwari: Een deel van de bevolking uit het War- kopische is, in verband met een hongitocht, naar familie in Boven-Morey (achter An- dai) gevlucht. Toen de rust wederom in het Warkopische hersteld was, keerde de ge vluchte bevolking naar haar kampongs terug. Zij werden begeleid door Boven- Moreyers. Deze vielen onderweg menschen uit Warkoui aan. Zij doodden drie mannen en vijf vrouwen. Een gewonde wist te ont- snapen. De motieven tot deze daad zijn on bekend. MOORDAANSLAG OP N.S.B.- COLPORTEUR. De arrondissementsrechtbank te Amster dam wees gisteren vonnis in de strafzaak te gen den 46-jarigen vertaler, die op 30 Sep tember van het vorige jaar op het Stations plein een moordaanslag pleegde op een N.S. B.-colporteur en veroordeelde hem wegens poging tot moord tot een jaar gevangenis straf met aftrek van zes maanden voorar rest en ter beschikking stelling van de re geering. De rechtbank overwoog, dat bij de straf maat rekening dient te worden gehouden met het psychiatrisch rapport, waaruit blijkt, dat verd. sterk verminderd toereke ningsvatbaar is. Verd. zal na het ondergaan van zyn straf ter beschikking van de re geering worden gesteld om van harentwege te worden verpleegd ter beveiliging van de maatschappij. Het O. M. had wegens poging tot moord een gevangenisstraf van vijf jaar en ter be schikking stelling van de regeering ge- eischt. De man was op genoemden dag op den niets kwaads vermoedenden colporteur afgekomen en had op ongeveer twee meter afstand drie schoten op hem gelost. De col porteur werd niet ernstig gewond en kon, na een week in het ziekenhuis te zijn ver pleegd, naar zijn woning worden vervoerd. De dader was onmiddellijk na den aan slag gearresteerd; hij legde een volledige bekentenis af. De man verklaarde, dat hij anarchist van de daad was; voorts bleek, dat hij dienzelfden dag ook op de Heeren- pijnen te verdrijven is een Mijnhardt's Poeder. Per stuk 8 ct.doos 45 ct. Bij Uw Drogist. 2180 gracht iemand met een revolver had be dreigd. Het wapen ketste toen echter. Gedurende het voorarrest is verd. door een psychiater onderzocht. Deze verklaar de hem sterk verminderd toerekeningsvat baar. Als verdediger is opgetreden mr. Joh. K. M. Mathuisen OSSCIIE STRAFZAKEN IN HOOGER BEROEP. Voor het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch stonden gisteren in hooger beroep te recht de 29-jarige W. A. Bloemers, schilder te Oss, de 31-jarige F. de Reuver, landbou wer te Oss en de 26-jarige J. M. Den Brok, arbeider te Oss, die ter zake van roofover val te Oss in de woning van J. Kuypers, waarbij een bedrag van ongeveer 1000. werd gestolen, door de rechtbank waren veroordeeld, resp. tot vijf jaar, dri£ jaar en vijf jaar gevangenisstraf. De verdachte Bloemers, door den presi dent ondervraagd, ontkende de echtge- noote van Kuypers te hebben vastgegrepen. Zfj zou hem in de slaapkamer uit eigen be weging wat geld hebben gegeven. De rest van het geld is door den Brok in de voor kamer gevonden. De verdachten de Reuver en den Brok bleven bij hun vroeger afgelegde bekente nis. De advocaat-generaal mr. Massink meen de, dat het vonnis van de rechtbank moet worden bevestigd. Hier is weer een geval, waarbij drie of vier mannen een overval pleegden, toen de kans daartoe schoon was. Hun- optreden is zeer gevaarlijk, al blijft ernstig geweld dikwijls uit. Spr. somde de straflijsten der verdachte op, waarna hij tegen de Reuver bevestiging van het von nis en tegen de beide anderen verhooging van de straf door de rechtbank opgelegd eischte, n.l. zeven jaar gevangenisstraf voor Bloemers en zes jaar gevangenisstraf voor den Brok. Het Hof deed heden eveneens uit spraak in de zaak tegen den 25-jarig en land bouwer F. N. van de Wetering, die terecht stond wegens den roofoverval in de woning van den 72-jarigen C. van der Burgt te Veghel, gepleegd in den nacht van 6 op 7 Mei 1933. Van dér W. werd veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. Veertien dagen geleden stond in hoo ger beroep terecht de 43-jarige assuradeur A. Snabel uit Nijmegen, die door de recht bank tot vijf jaar gevangenisstraf was ver oordeeld wegens medeplichtigheid aan de in Mei 1933 in het Gemeentehuis te Gasselt gepleegde inbraak en de inbraak bij G. van Huiseling te Langenboom in Januari 1934 gepleegd, voor welke beide misdrijven hij inlichtingen had verstrekt. Tevens was hij veroordeeld wegens heling. In hooger be roep eischte de advocaat-generaal zeven jaar gevangenisstraf. Het Gerechtshof veroordeelde S. thans tot zes jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. Ook werd voor het Hof te den Bosch in hooger beroep behandeld de zaak tegen den 44-jarigen Osschen arbeider N. H. Schreyers, die reeds 9 vonnissen heeft on dergaan, en wegens de brandstichting in het sportpark te Oss door de rechtbank tot 1 ft jaar gevangenisstraf is veroordeeld. Verd. S. bleef bij zijn reeds vroeger voor de rechtbank afgelegde bekentenis. Inspecteur v. Kempen, als getuige gehoord, verklaarde, dat de branden te Oss geheel hebben opge houden. Dit jaar is er nog geen brand te Oss geweest. Wel een bewijs, dat zij vroeger werden aangestoken. De advocaat-genaral eischtte bevestiging van het vonnis der rechtbank, doch verzwaring van de straf tot 2 jaar. In hooger beroep stond verder te recht de 47-jarige koopman T. te H^esch, die door de rechtbank te Den Bosch ver oordeeld werd tot een jaar en zes maan den gevangenisstraf, omdat hij" omstreeks einde April 1931 te Heesch met het oog merk zich op een ander wederrechtelijk te bevoordeelen, de NV. Arnhemsche Ver zekeringsmaatschappij tegen Brandschade heeft bewogen tot afgifte van een gelds bedrag van 375.door het doen van val- sche aangifte van inbraak. Verdachte zeide in appèl te zijn gekomen in de hoop een mildere straf te krijgen en bleef volharden bij de verklaringen, wel ke hij voor de rechtbank had afgelegd. De advocaat-generaal requisitoir ne mend eischte bevestiging van het vonnis. De verdediger mr. E. van Zinnicq Berg- mann vroeg aan het Hof den verdachte, die niet ongunstig bekend staat een voorwaar delijke straf op te leggen. Terecht staat vervolgens de 32-jari- ge J. W. Lagarde, arbeider te Oss, die door de Bossche rechtbank tot twee jaar gevan genisstraf was veroordeeld, omdat hij in den avond van 5 Januari 1929 in de wo ning van L. Smulders een bedrag van ƒ20 had gestolen na geweldpleging tegen Smul ders en diens echtegenoote. Verdachte zeide in appèl te zijn geko men, omdat hij gaarne een voorwaardelijke straf zou willen hebben. Inspecteur van Kempen verklaarde, dat de verdachte na zijn bekentenis het geld aan Smulders heeft teruggegeven. Raadsheer mr. van Bartel geeft den verdachte een terechtwij zing. Hij vindt het schandelijk dat een weerlooze man door drie gemaskerde ban dieten was aangevallen. De advocaat-generaal requisitoir ne mend vond het misdrijf zeer ernstig. Hij eischte een hoogere straf, n.l. drie jaar en zes maanden. De verdediger, mr. van der Eerden drong op diverse gronden op voorwaardelijke ver oordeeling aan. heeft Paula gedaan:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 6