DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Wat Hitier antwoordde aan Londen 27ste Jaargang DONDERDAG 2 APRIL 1936 No. 8384 S)e £eid4eli£6oii/&*/rit DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week J 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 1 2.60 per kwartaal Franco per post 1 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, by vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: f 0.50 LOCARNO-VOORSTELLEN AFGEWEZEN Nieuw vredesplan der Duitsche Regeering NEGENTIEN PUNTEN. Locamo-voorstellen geen deugdelijke grondslag. In het antwoord van Berlijn, dat von Rib- bentrop gistermorgen aan Eden heeft over handigd, zegt de Duitsche regeering, in het haar op 20 Maart overhandigde ontwerp der Locarno-mogendheden geen deugdelij- ken en vruchtbaren grondslag te kunnen zien voor den aanvang en uitvoering van een waarachtig vredeswerk. Tot goed begrip van de verwerping door de rijksregeering der afzonderlijke discrimi- neerende punten en ter motiveering van haar constructieve voorstellen moét de Duitsche regeering het volgende principieel verklaren: De Duitsche regeering heeft pas van het Duitsche volk een plechtig alge meen mandaat ontvangen, teneinde het rijk en de Duitsche natie op twee punten te ver tegenwoordigen: 1. Het Duitsche volk is besloten, onder alle omstandigheden zijn vrijheid, zijn zelf standigheid en daarmede zijn gelijkberech tiging te handhaven. 2. Het Duitsche volk wenscht oprecht met alle krachten mede te werken aan het groote werk eener algemeene verzoening en overeenstemming der Europeesche na ties. In een viertal punten zet de Duitsche regeering vervolgens uiteen, dat het ver drag van Versailles in strijd is met de 14 punten van Wilson, dat de demilitarisatie- bepalingen van het verdrag van Versailles slechts op het geweld waren gebaseerd en dat de zoogenaamd „vrijwillige afstand" van de souvereiniteit van Duitschland in de Westelijke provincie van het rijk, het resultaat is van het dictaat van Versailles. „Indien derhalve", aldus het Duitsche memorandum, „van de zijde der Britsche regeering verklaard wordt, dat men wel van. een dictaat van Versailles gesproken heeft, maar nooit van een dictaat van Lo camo, moet de Duitsche regeering ant woorden met de wedervraag: „Is er ooit geweest, of kan er in de we reld bestaan een groot volk, dat vrijwillig en zonder uitersten dwang eenzijdig van zijn souvereiniteit en wel in dit geval van zijn meest primitieve recht op zijn eigen grenzen afstand doet of afstand doen zou?" Niettemin heeft het Duitsche volk dezen toestand 17 jaar lang geduld en" nog op 21 Mei 1935 verklaarde de Duitsche rijkskanse- lied: „De Duitsche rijksregeering zal alle uit het Locarno-verdrag voortvloeiende verplichtingen zoolang nakomen als ook de andere verdragspartners bereid zijn, het pact te eerbiedigen". De Duitsche rijksregeering betoogt ver volgens, dat Frankrijk door het sluiten van het militair verdrag met sovjet-Rusland aan het Locarno-pact zoowel zijn juridische als politieke basis ontnomen heeft en het aldus beroofd heeft van zijn bestaansrecht. Na er op te hebben gewezen, dat de ten- denz, om Europa te doortrekken met mili taire bondgenootschappen, in strijd is met den geest en de beteekenis eener ware vol kengemeenschap, vervolgt het Duitsche me morandum: „Overeenkomstig de haar door het Duit sche volk verstrekte opdracht moet de Duit sche regeering alle Duitschland eenzijdig beschuldigende en daarmede discriminee- rende voorstellen van de hand wijzen. Duitschland is, zooals reeds uit zijn aan bod blijkt, niet voornemens, ooit België of Frankrijk aan te vallen. Gezien de enorme vestingwerken aan de Fransche Oostgrens, zou zulk een aanval ook in zuiver mili tair opzicht zinloos zijn. Waarom bespreking tusschen de generale staven? Om deze redenen begrijpt de Duitsche regeering ook den wensch der Fransche re geering naar onmiddellijke besprekingen der generale staven niet. De Duitsche regee ring zou er slechts een ernstig nadeel in zien, indien overeenkomsten tussohen de generale staven zouden tot stand komen, voordat de nieuwe veiligiheidspacten zijn gesloten. Zij is van meening, dat dergelijke overeenkomsten in elk geval eerst het ge volg van de politieke bijstandsverplicthin- gen der vijf Locarno-mogendheden kunnen zijn en dan nog slechts op een strenge ba sis van wederkeerigheid". „De Duitsche regeering is van meening, dat de taak der Europeesche staatslieden in drie phasen moet worden verdeeld: a. In een periode, waarin de atmosfeer geleidelijk wordt gezuiverd en de proce dure voor de te voeren onderhandelingen wordt vasgesteld. b. In een periode der eigenlijke onder handelingen tot verzekering van den Euro- peeschen vrede. c. In een periode van langeren duur tot behandeling van die gewenschte aanvullin gen van he Europeesche vredeswerk, wel ke, noch wat inhoud, noch wat omvang be treft, tevoren nauwkeurig vastgelegd of be grensd kunnen of zullen worden. (Ontwa peningskwesties, economische vraagstukken, enz.). HET DUITSCHE VREDESPLAN. De Duitsche regeering stelt thans het vol gende vredesplan voor: 1) Ten einde de in de toekomst te slui ten overeenkomsten voor de verzekering van don Europeeschen vrede het karakter van heilige verdragen te geven, nemen de landen slechts als volkomen gelijkberech tigde leden aan de besprekingen deel. 2) Teneinde den tijd van onzekerheid zooveel mogelijk te bekorten, stelt de Duit sche regeering voor, de eerste phase tot aan de onderteekening der niet-aanvalspac- ten, tot vier maanden te beperken. 3) De Duitsche regeering verzekert on der voorwaarde, dat België en Frankrijk hetzelfde doen, tijdens deze periode, gee nerlei versterking van de zich in het Rijn land bevindende troepen in overweging te nemen. 4) Duitschland geeft de verzekering, dat de in het Rijnland gestationneerde troepen tjjdens deze periode niet verder naar de Belgische en Fransche grens zullen worden verplaatst. 5) De Duitsche regeering stelt als garan tie voor deze wederzijdsche verzekeringen de vorming eener commissie voor, die zal zijn samengesteld uit vertegenwoordigers der beide garantie-mogendheden Engeland en Italië en een derde neutrale mogend heid. 6) Duitschland, België en Frankrijk zijn gerechtigd, elk een vertegenwoordiger in deze commissie te zénden. 7) De drie genoemde landen verklaren zich bereid toe te staan, dat, indien zij mee- nen, dat een wijziging in de militaire ver houdingen binnen den tijdsduur van vier maanden heeft plaats gehad, deze commis sie door de Engelsche en Italiaansche mi litaire attaché's eén onderzoek laat instel len. 8) De drie landen geven de verzekering, dat ze in verband hiermede eventueele pro testen in vollen omvang zullen onder de oogen zien. 9) Overigens is de Duitsche regeering bereid, op de basis van volkomen wederkee righeid met haar beide Westelijke naburen in te stemmen met elke militaire beperking aan de Duitsche Westgrens. 10) Duitschland, België en Frankrijk en de beide garantie-mogendheden komen overeen, dat ze onmiddellijk of ten laatste na het einde van de Frans--he verkiezin gen onder leiding van de Britsche regee ring in onderhandelingen zullen treden over het afsluiten van een non-agressie pact, d. w. z. een veiligheidspact voor den duur van 25 jaar, tusschen Frankrijk en België eenerzijds en Duitschland ander zijds, 11) Duitschland gaat ermede accoord, dat bij dit veiligheidsverdrag Engeland en Italië weder als garantie-mogendheden zullen functionneeren. 12) Zouden zich tengevolge van deze non-agressieovereenkomst speciale ver plichtingen van militairen bijstand voor doen, dan verklaart Duitschland zich be reid, ook zijnerzijds dergelijke verplich tingen op zich te nemen. 13) De Duitsche regeering herhaalt het De wereld in vogelvlucht Het Duitsche- antwoord op de Locarno- voorstellen van 28 Maart jl. is gisteren gepubliceerd. Het bevat 19 punten, waarin de tegenvoorstellen van Hitler zijn ver vat. De Locarno-voorstellen worden ver worpen, omdat zij geen vruchtbare grond slag zouden zijn voor een waarachtig vre deswerk. In de tegenvoorstellen wordt als voorwaarde rechtsgelijkheid bij de bespre kingen vooropgesteld. Deze besprekingen, om te komen tot een nieuw Locarno van niet-aanvalspacten, mogen niet langer dan 4 maanden duren, gedurende welken tijd Duitschland het Rijnland niet verder ver sterken zal, indien België en Frankrijk hun grenzen ook niet verder versterken. Als garantie voor deze wederzijdsche be perking wordt een neutrale commissie van toezicht voorgesteld. Non-agressie pacten zullen gesloten worden met alle nabuurstaten, ook met Nederland, indien dit land zulks wenscht. De ratificatie van deze pacten zal plechtig door volksstem mingen in Frankrijk en Duitschland ge schieden. Na het sluiten van deze pacten zal Duitschland terugkeeren tot den Volken bond, op voorwaarde dat het ook rechtsge lijkheid op koloniaal gebied krijgt en het probleem van afscheiding van het volken bondsstatuut van het vredesverdrag van Versailles aan de orde zal worden gesteld. Voorts stelt Berlijn een internationaal scheidsgerecht voor, dat uitsluitend voor dit accoord competent zal zijn. Tenslotte worden voorstellen gedaan om op den duur te komen tot geleidelijke ont wapening en tot betere economische ver houdingen. Deze voorstellen zouden in En geland een gunstigen indruk hebben ge maakt. Frankrijk is nog gereserveerd. Op Celebes zou een aardbeving zijn voorgekomen, die geregistreerd is door Moskou en de Bilt. Moskou meent, dat het een beving van catastrophalen omvang moet zijn, doch de Bilt meent van niet. voorstel inzake de sluiting van een lucht- pact als aanvulling en versterking van deze veiligheidspacten. 14) De Duitsche regeering herhaalt, dat zij bereid is, indien Nederland dit wenscht, ook dezen staat in de West-Europeesche n te betrekken. 15) Ten einde het werk van deze, uit® vrijen wil aangegane vredesgarantie een duurzaam karakter te geven, verplichten Duitschland en Frankrijk zich, alles te vermijden, wat de stemming der beide volken ten opzichte van elkander zou kun nen vergiftigen. Zij komen overeen, een gemeenschappelijke commissie bij den volkenbond te Genève te benoemen, welke tot taak zal hebben, binnenkomende be zwaren- aan beide regeeringen ter kennis neming en onderzoeking voor te leggen. 16) Duitschland en Frankrijk verplich ten zich, ten einde aan deze overeenkomst het karakter van een heilig verdrag te verleenen, de ratificatie ervan door middel van een volksstemming te doen plaats vinden. 17) Duitschland verklaart zich bereid, zich in verbinding te stellen met de sta ten aan zijn Zuid-Oost en Noord-Oost grens, om deze uit te noodigen tot het slui ten van niet-aanvalsverdragen. 18) Duitschland verklaart zich bereid, onmiddellijk na het afsluiten van deze verdragen, weder in den volkenbond te rug te keeren, op voorwaarde, dat langs den weg van vriendschappelijke onder handelingen de kwestie der koloniale rechtsgelijkheid en het probleem inzake de afscheiding van het volkenbondsstatuut van het verdrag van Versailles worden op gelost. 19) Duitschland stelt voor, een interna tionaal scheidsgerecht in het leven te roe pen uitsluitend competent voor dit ac coord. TEGEN EEN BEWAPENINGS WEDLOOP. In verband met de dringende noodzake lijkheid, pogingen in het werk te stellen om een onbeperkten bewapeningswedloop te voorkomen, stelt de Duitsche regeering voor, later conferenties bijeen te roepen, die telkens slechts een enkele, doch duide lijk omschreven kwestie zullen behande len. Zij acht het op de eerste plaats de voornaamste taak, den luchtoorlog binnen rr.oreele en humane perken te brengen, evenals destijds' door de Geneefsche con ventie werd bepaald, dat niet-strijders of gewonden voor aanvallen zouden blijven gaspaard. Zooals het dood en van weerlooze gewon den of gevangenen, het gebruik van dum- dum-kogels en het voeren van een onbe perkte duikbootoorlog door internationale conventies geregeld, respectievelijk verbo den werd, zoo moet het ook een beschaaf de menschheid gelukken, op het gebied van den luchtoorlog de mogelijkheid van een zinlooze ontaarding te voorkomen, zonder in strijd te komen met het doel van de oorlogsvoering zelf. De Duitsche regeering stelt derhalve voor deze conferenties als practische kwes ties voor: 1. Een verbod voor het afwerpen van gas-, gif- en brandbommen. 2. Een verbod voor het afwerpen van bommen van soortgelijken aard op open steden, die zich buiten de draagwijdte van middelmatig zware artillerie op de fron ten bevinden. 3. Een verbod voor het beschieten van steden met verdragende kanonnen buiten een gevechts zone van twintig kilometer. 4. Afschaffing van tanks van het sterk ste kaliber. 5. De afschaffing van de zwaarste artil lerie. De Duitsche regeering gelooft, dat, in dien slechts een eerste stap op den weg naar de ontwapening is gezet, dit van bui tengewone beteekenis voor de verhouding tusschen de volkeren zal zij i en daarmede tevens voor het herstel van het vertrou wen, dat den voornaamsten factor vormt voor- de ontwikkeling van handel en in dustrie. Economische vraagstukken. Om aan den algemeen gekoesterden wensch tot een herstel van gunstige econo mische verhoudingen tegemoet te komen, is de Duitsche regeering bereid, in dezen zin van de gedane voorstellen onmiddellijk na het sluiten der pacten met de daarvoor in aanmerking komende landen van ge dachten te wisselen over economische vraagstukken. Zij wil daarenboven al het mogelijke in het werk stellen om tot een verbetering van den economischen toe stand in Europa en van de economische situatie van de wereld in het algemeeh bij te dragen. WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN NIET-RAADSLEDEN ALS WETHOUDERS. Naar aanleiding van een aan den minis ter gericht adres maakten we gisteren en kele opmerkingen over de wenschelijk- heid, om de verkiezing van wethouders buiten den Raad mogelijk te maken. De Gelderlander houdt een pleidooi voor de invoering van deze mogelijkheid: Als wij dan ook een lans willen breken voor een verandering van art. 86 der Ge meentewet, voor het scheppen dus van de mogelijkheid, dat wethouders ook uit per sonen buiten den Raad kunnen worden gekozen, dan willen wij daaraan onmid dellijk een voorwaarde verbonden zien. En wel de voorwaarde, welke eigen is aan een parlementair stelsel, de voorwaarde n.l., dat de gezonde volksinvloed ook in dat college zich kan doen gelden. Gezonde volksinvloed. Deze is echter alleen gewaarborgd, wan neer de personen, die de bestuursfunctie uitoefenen, moreel hoogstaande personen zijn, toegerust met de noodige kennis op het terrein, waarop zij leiding hebben te geven. Lang niet altijd is de samenstelling van een raadscollege van dien aard, dat daar in personen zitting hebben, die, om maar enkele voorbeelden te noemen, grondige kennis hebben van groote problemen, wel ke in het bijzonder in een zoo moeilijken tijd als we thans doormaken, ook in een gemeente aan de orde komen. Natuurlijk kan het zijn, dat een ge meenteraad wel zulke deskundige perso nen in haar midden heeft, waaruit ver tegenwoordigers zijn te kiezen voor het moeilijke ambt van wethouder. Maar dat dit steeds het geval zal zijn, zal wel nie mand durven volhouden. Voor omstandigheden nu, waar in dit opzicht een leemte aanwezig is, achten we het een algemeen belang, dat de mogelijk heid geschapen wordt voor een ruimere keuze. Met andere woorden dus, dat de Raad bevoegdheid krijgt, ook buiten zijn midden personen aan te wijzen, welke bij zondere geschiktheid hebben voor de ver vulling van een wethouderspost. Een raads college kan terdege onderlegde leden in zijn midden hebben, menschen met bree- den blik, zonder dat evenwel die personen m» bij uitstek geschikt zijn voor een wet- Dit nummer bestaat uit drie bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Publicatie van Hitler's tegenvoorstellen inzake een nieuw Locarno-accoord. (1ste blad). De beteekenis van den slag nan het Asjangi-meer. (2de blad). Gevaarlijke spanning in het Verre Oos ten. (2de blad). Een aardbeving op Celebes? (Ned. O.- Indië, 2de blad). BINNENLAND. Ingesteld is een commissie van deskun digen ter voorbereiding van een landelijk onderzoek naar den voedingstoestand der schoolkinderen. (1ste blad). houdersfunctie. Meermalen zal hier het goede de vijand van het betere blijken. Ook met het oog op behoud der gemeen telijke autonomie is er zeer veel aan gele gen, dat de bestuursaangelegenheden eener gemeente in handen zijn van daar toe zoo bekwaam mogelijke personen. Thans is de keuze altijd min of meer be perkt, in ieder geval niet zóó ruim, als on der bepaalde omstandigheden gewenscht kan zijn. Nu aan het bestuur eener gemeente steeds hooger eischen worden gesteld, is feitelijk de Gemeentewet daarbij door de formuleering van art. 86 ten achter geble- Laten we daarbij ook dit niet vergeten: hoe energieker en deskundiger het dage- lijksch bestuur, des te meer wordt een wapen .uit handen genomen van diegenen, die niets beters weten te doen, dan maar zooveel mogelijk afgeven op het huidige parlementaire stelsel. Dat is praktisch de weg voorbereiden voor een gelijkschake ling, welke tegen den geest van ons Ne- derlandsche volk ingaat en de natuurlijke rechten en vrijheden om hals brengt. Zeker, in het parlementaire stelsel zijn gebreken geslopen. Door deze uit den weg te ruimen versterken wij een instelling, j welke een niet genoeg te waardeeren bol- j werk vormt voor onze volksvrijheid en j gezonden volksinvloed, i In dien zin moeten wij, dunkt ons, ook de kwestie zien van een eventueele her ziening van artikel 86 der Gemeentewet. DE ZAAK-VRIJMAN. Ook de Maasbode bevat weer een opwekking, om in de zaak-Vrijman recht te doen. Het blad zet de affaire uiteen en vervolgt dan: „De lezer zal wel begrijpen, dat het weer over de zaak-Vrijman gaat. Het is eento nig, maar de oud-rijksbouwmeester is nu bijna zeventig en hij requestreert nog. Een nieuw verzoekschrift zijnerzijds zond de Kamer om nadere inlichtingen naar de ministers Van Schaik en Oud. Na lang wachten kwam een antwoord binnen, dat binnen vier-en-twintig uur opgesteld had kunnen zijn en dat een onbevredigenden indruk maakt. De Kamer heeft nu opnieuw een commissie benoemd, die de zaak zal onderzoeken. Daarin zitten mej. Katz, als mede de heeren Drees, Van Dijk, Joekes en Teulings. Wij hopen, dat de zaak nu eindelijk uit de wereld wordt geholpen. Voor bijna iedereen staat vast, dat de heer Vrijman mishandeld is. Schier niemand betwijfelt, of van ambtelijke zijde zijn ern stige fouten gemaakt. Ofschoon het voor de gemeenschap wel gewenscht ware, dat al deze fouten zouden worden achter haald, is het misschien na zooveel tijd niet meer mogelijk. Maar één ding is wel mo gelijk: den heer Vrijman zelf royaal en loyaal tevreden te stellen. Dit is het min ste, waarop deze man aanspraak maken mag. Niemand bijna, die van de stukken kennis nam, twijfelt daaraan en herstel is ook van regeeringszijde beloofd. Zoolang in Nederland een Volksvertegenwoordiging bestaat, zal zij zich zoo noodig door haar enquête-recht juist ook bij aange legenheden als deze, moeten laten gelden. Het is niet alleen Vrij man's belang, maar aller belang, dat hier recht geschiedt en dat de Kamer er op staat dat dit geschie den zal zonder aanzien des persoons".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 1