Lente op Zuid Beveland.
Paaschtijd is aangebroken. De étalages der winkels helpen U eraan
herinneren
Op Zuid-Beveland staan nu reeds allerwegen de pruimenboomen in vollen bloei. Een schilderachtig
hoekje op een boerderij bij Kapelle
Aan de heeren Plesman en De Vries van de K.L.M. rijn door den gerant van Tsjecho-Slowakije, dr. I. Krno, de versierselen van de
Orde van de witte Leeuw overhandigd in verband met de verdiensten door deze heeren bewezen aan de luchtvaart tusschen beide
landen
fa
- -4
De Queen Mary" in het dok te Southampton opgenomen om de laatste
voorbereidingen te ondergaan voor de eerste groote reis over den Oceaan
Het stoffelijk overschot der slachtoffers van de Uiver-ramp opgebaard in de chapelle ardente
van een der loodsen op het terrein der firma Muller Co te Rotterdam
Deneef zet zijn wekker gelijk om tijdig
wakker te zijn voor de aflossing na
de neutralisatie van den Zesdaagsche
te Amsterdam
FEUILLETON.
DE GOUDEN BRUG
Roman van Hanno Plessen.
(Nadruk verboden).
32) -
De vrouw slaat haar oogen op. Haar blik
ontmoet dien van den man. Z:j glimlacht
hem toe; een zeldzame, heilige glimlach
is bet, geboren in dit, den dagelijkschen
sleur ontrukte uur
„Heet u Maria?" De man vraagt het op
een toon, alsof hö niet twijfelt aan een
bevestigend antwoord.
Maar de vrouw schudt het hoofd. Zoo
wel zichzelf ak den man brengt zij behoed
zaam tot de werkelijkheid terug, als zij
langzaam antwoordt:
„Ik heet.... Renate".
„Renate.herhaalt hij en alles, wet
hij denkt en voelt ligt in dit eene woord.
Aanvankelijk teleurgestelde verwondering,
daarna tastend overleg tot 'n plotseling be
grijpen, dat onmiddellijk vergezelt gaat
van een bijna emphatische bevestiging.
„Renate" zegt hij nog eens, muziek leg
gend in elke lettergreep van dezen naam.
„Natuurlijk, zoo alleen kunt u heeten.
zoo moeto immers heeten.Renate, de
wedergeborene, voor mij bet begrip van
de wedergeboorte gewordenuw hand
was het, die mijn levenslot van de laatste
groote stap in het onbekende de wending
heeft gegeven naar het nieuwe leven
Meer, veel meer dan uitsluitend leven be-
teekeni dit opnieuw geboren worden.
Slechts weinig meoschen valt zooiets ten
deel, maar wien dit lot treft, die leeft dat
nieuwe leven anders, bewuster, voller,
dankbaarder.
Overweldigt door zijn gevoelens zwijgt
de man. Maar niet alleen hij zelf is door
zijn woorden in vuur geraakt, ook in de
ziel van de vrouw hebben zij weerklank
gevonden.
Wedergeboorte, ook voor mij zelf, klopt
haar hart, bevreesd en gelukkig tegelijk.
Wat kalmer nu vervolgt de man:
„Er is toch iets in de diepere beteekenis
van een naam, dat zich vroeger of later in
het leven van den mensch openbaart....
Ik zelf heetSylvester".
„Ah!" Met stijgende belangstelling om
vat Renate's blik den man, wiens slanke
gestalte tegen de vensterbank geleund,
door het binnenvallende daglicht scherp
wordt omlijnd. Daarbij denkt ze aan het
eerste woord, dat zij tot hem heeft gericht
als antwoord op zijn vraag. Met dit woord
heeft ze hem dus onbewust bij zijn naam
genoemd. En diep in haar hart voelt zij
het, door het lot bestierde naderkomen
van mensch tot mensch.
Ditmaal is het Bella, die de min of meer
opgewonden stemming verbreekt. Tot dus
ver heeft zij zich stil gehouden, dat men
haar aanwezigheid bijna vergeten was.
Ten slotte echter is de magische aantrek
kingskracht, welke de, weliswaar verstom
de, maar nog steeds geopende vleugel op
haar uitoefent sterker dan alle goede op
voeding.
Langzaam staat de dog op, loopt met
een zekere grandezza op het instrument
toe, legt met onnavolgbare gratie haar bei
de voorpooten op de toetsen en luistert met
gespitste ooren en schuin gebogen kop
naar het door aar aangeslagen onharmo
nische accoofd,
Het beeld is zoo vermakelijk, dat bei
den in luid gelach uitbarsten. Renate trekt
den hond van den vleugel weg ten terwijl
zij zijn kop streelt, zegt ze, nog steeds
lachend:
„Nu leert u mijn Bella meteen goed ken
nen, meneer Sylvester...."
Er volgt een korte pauze, waarbij zij
haar gast vragend aankijkt.
„Ach natuurlijkneemt u me niet
kwalijk.... ik vergat heelemaalu
permitteert, Von-berg.Hij zegt Von-
berg, aarzelend en zijn zooeven nog ont
spannen gelaat krijgt daarbij een pijnlijke
uitdrukking. Want tengevolge van de
wending, welke het gesprek nu door de
officieele kennismaking neemt, werpt het
verleden zijn donkere schaduwen op het
nieuwe leven, dat daar straks den man
nog slechts tegen lachte
Niets van deze wisselende stemming ont
gaat Renate's scherp observeerenden blik.
Zij meent de oorzaak te weten en zich ge
ïnteresseerd voorover buigend, zegt ze:
„Achbent u dat?!.... U bent dus
de man, die.
„Hoe zoo?.... Wat weet u van me?....
heeft iemand...." valt hij haar snel in de
rede en op dit oogenblik toont zijn gelaat
slechts angst en gejaagdheid.
„Nu jahaast Renate zich hem ge
rust te stellen, „het is toch geen wonder,
dat ik uw naam kon Zoo afgezonderd
woon ik hier toch niet, dat ik niet zou we
ten wat er in de wereld omgaat en eerst
recht, wat er in mijn naaste omgeving ge
beurt. U zult toch begrijpen, dat een en
ander mij wel interesseert; dat kan toch
niets beleedigends voor u hebben en ik zie
heusch geen enkele reden waarom u zich
daarover zoudt opwinden."
Zij spreekt opzettelijk meer en langer om
hem gelegenheid te geven zich te herstel
len. En inderdaad schijnen haar woor
den hem te kalmeeren. Hoewel hij niet di-
rict begrijpt, wat zij er mee bedoelt, voelt
hij toch met eenige verlichting, dat het
niets nadeeligs kan zijn, wat zij van hem
weet ofmeent te weten. Zijn glimlach
lijkt dan ook zeer natuurlijk, als hij, voor
zichtig laveerend, opmerkt:
„U moet het mij maar niet kwalijk ne
men. Helaas gaan m'n zenuwen er nog wel
eens met me vandoor. Misschien is dat be
grijpelijk, als u bedenkt, dat...." Hij ha
pert even.
Vriendelijk helpt Renate hem verder.
„Natuurlijk, meneer von Berg". Duide
lijk en goed verstaanbaar komt het van
haar lippen, dat „meneer van Berg" en niet
„meneer Vonberg". En dat overrompelt
den man volkomen. In een gevoel van toe
nemende onzekerheid, waartegen hij zich
tevergeefs tracht te verzetten, weet hij zoo
gauw geen antwoord. Maar de vrouw, die
hem steeds meer de verpersoonlijking van
de goede, reddende enkel toeschijnt, ver
volgt argeloos en vol hartelijkheid:
„Zonder u persoonlijk te kennen, heeft
uw lot mij toch geinteresseerd. Ik lees
door een en ander den laatsten tijd de
krant zelfs veel trouwer dan ik ooit ge
daan heb. Maar eerlijk gezegd, heb ik me
u toch heel anders voorgesteld, meneer von
Berg."
Daar is hij weer, die andere naam, dien
ze hem geeft. En bij haar laatste opmer
king bloost Renate zelfs lichtelijk, maar
haastig vervolgt ze:
„Eigenaardig, dat men zich zoo vaak
een geheel verkeerde voorstelling van
iemand maakt.... Ook uw pianospel was
een groote verrassing voor me. U moet we
ten, meneer van Berg, dat mijn groote lief
de voor de muziek in zooverre een onge
lukkige liefde is, dat ik in geen enkel on
derdeel er van uitblink, maar mij moet
bepalen tot, zij het dan ook zeer dank
baar, toehoorenDe vleugel, waar ik
niet van kon scheiden, toen ik hierheen
trok, is in dit huis voor het eerst be
speeld.
Sylvester Vonberg is haar innerlijk wel
zeer erkentelijk voor de gemakkelijke wij
ze, waarop zij het gesprek beheerscht.
Pijnlijke momenten weet zij met speelse he
gracie te overbruggen en zoo blijft het on
derhoud prettig en ongedwongen. Alles
wat zij zegt, is persoonlijk doorvoeld en
blijft ver van het koele schema der vrien
delijke conversatie. De klank van haar
stem, zoowel als haar dictie streelen het
oor van den musicus en zoo sterk is de in
vloed, welke daarvan uitgaat, dat de be
teekenis van haar woorden af en toe niet
eens tot hem doordringt. Hij luistert pas
weer bewust, als zij zegt:
en ik zou het dus werkelijk heel
prettig- vinden, als u voorloopig mijn gast
zoudt willen blijven" Met deze woorden
steekt zy hem haar hand toe.
Hij neemt deze aan als ware het een
kostbaar kleinood.
„Er is dus toch nng een goede voor
zienigheiden God meent het toch goed
met me, dat Hij me hierheen heeft geleid,
naar u.Ja hier moet het heerlijk zijn.
ik wil heel graag nog wat blijven
Al het andere gaat verloren in de kus, die
hij, overstelpt door zijn gevoelens, op haar
hand drukt....
Cworca vervolgd*.