Z7ste Jaargang
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
DONDERDAG 26 MAART 1930
Ao. 8378
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, by
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeel in gen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: 0.50
Dit nummer bestaat uit
vier bladen.
Het liberalisme in eigen
kring
In de oprichtingsvergadering van een
Protestantsch-Christelijke Werkgeversclub
te Utrecht werd het woord gevoerd door
den vice-voorzitter der Vereeniging van
Christelijke Werkgevers, den heer Borst.
Deze spreker wees op den geestelijken
nood van dezen tijd, welke hierin bestaat,
dat al die patroons, die bij een zooge
naamd neutrale, doch in wezen liberale of
vrijzinnige organisatie zijn aangesloten,
vaak onbewust zijn gekomen onder de be
koring der liberale denkbeelden.
De toekomst van ons volk kon hij eerst
dèn met vertrouwen tegemoet zien, wan
neer alle christelijke patroons zich via hun
eigen vakorganisatie bij de centrale van
protestantsch-christelijke werkgevers heb
ben aangesloten.
Verder drong spreker op een radicale
wijziging van de houding ten opzichte van
de arbeiders-organisaties aan. „Er moet ko
men een broederlijk overleg, gedragen
door de gemeenschappelijke principieele
grondslag. Voor den christen ondernemer
mag niet het hoogste zijn, hoe hij zoo groot
mogelijke winst zal maken, doch op welke
wijze hij zijn God moet dienen ook in de
uitoefening van zijn bedrijf'.
Mooie woorden.
Moge Christen ondernemers deze in prac-
tijk weten te brengen!
Ook onder ons, Katholieken, zijn bij niet
weinigen ingedrongen en ingegroeid libe
rale denkbeelden, die in strijd zijn met de
Christelijke beginselen.
Men spreekt gemakkelijk uit den Ohris-
telijken groet „Geloofd zij Jezus Christus"
en stelt even gemakkelijk daden, die anti
christelijk zijn, omdat zij in strijd zijn met
rechtvaardigheid, billijkheid, naasten
liefde.
Als er onder ons, Katholieken, zich per
sonen bevinden, die door socialistische
denkbeelden zijn aangetast, dan is het moei
lijk praten met dezulken, om een resul
taat te bereiken. Als er in een katholiek mi
lieu personen zijn, in wier denken 't-libera-
lisme heeft ingevreten, dan is het vaak o n-
m o g e 1 ij k, om met hen tot een eensgezin
de conclusie te komen omdat, helaas, de
practische toepassing van de denk
beelden omtrent menschen-waarde en
menschelijke rechten zoo ver uiteenloopen
soms schrikbarend ver.
Wij hebben in den huidigen tijd nog al
tijd tot taak en plicht, het liberalisme in
eigen kring te signaleeren en te be
strijden.
MR. P. J. M. AALBERSE.
Zijn Exc. Mr. P. J. M. Aalberse, Minister
van Staat, oud-Minister van Arbeid, Han
del en Nijverheid, oud-hoogleeraar aan de
technische Hoogeschool, thans lid van de
Tweede Kamer, Voorzitter van de Kath.
Kamerfractie, Voorzitter van den Centrale
Commissie voor de Statistiek, lid van den
Hoogen Raad van Arbeids, Rijksbemidde
laar in het vierde district, enz., viert mor
gen zijn 65en verjaardag.
Mr. Aalberse, die een massale hoeveel
heid vaak zeer moeilijken en altijd zeer ver
dienstelijken arbeid achter zich heeft lig
gen, staat nog midden onder ons in frissche,
ongebroken kracht en met algeheele toe^
wijding aan zijn voorname taak.
God schenke hem nog vele gezegende
jaren.
SPOORWAGEN MET DYNAMIET IN DE
LUCHT GEVLOGEN.
Twintig dooden, zestig gewonden.
MEXICO-CITY, 26 Maart (A. N. P.)
Op het station Tultenango in het myndis-
trict van den staat Mexico is een wagon
met dynamiet in de lucht gevlogen. Daar
bij werden twintig personen gedood en 60
gewond. Het station is grootendeels ver
woest. Des nachts stond de trein, waarvan
de wagon deel uitmaakte, nog in brand.
Indische conferentie.
ii
De Zaterdagmiddag was vrij gehouden
voor een verklaring en demonstratie der
Javaansche dansen.
Dit was een middag van het allergroot
ste belang, terwijl er toch geen geleerd be
toog werd gehouden door een deskundige
met klinkende naam. Op aangename wijze
liet de inleider, op artistieke manier lieten
de dansen ons genieten van de schoonheid,
die hun volk bezit. Er werden strijddansen
gegeven van de oude heldenfiguren die
reeds zooveel eeuwen het Javaansche volk
in de nachtelijke wajang-voorstellingen we
ten te boeien; we zagen vooral de dans der
kinderlijke vreugde en levensblijheid, een
juweeltje door de gracieuze bewegingen.
Men leert deze dingen smaken als men
ze wat meer ziet; maar 't moge toch even
vermeld worden, dat iemand uit de aan
wezigen, die nog nooit deze dansen gezien
had, opgetogen aan kwam stuiven met een
hartgrondig: Wat is dat mooi.
Een tweede mogelijkheid om het overbe-
volkingsvraagstuk met succes tegemoet te
treden wordt hier te lande veelal gezien in
industrialisatie. Prof. Gongrijp sprak ons
hierover, zich meer beperkende tot Java
en Madoera. Zooals de transmigratie geen
definitieve oplossing brengen kan, zoo kan
ook industrialisatie evenmin de zaak „even
tjes gauw" in orde brengen. Een zeer be
scheiden industrialisatie, met zoo weinig
mogelijk dwingende inmenging van boven
af zou misschien eenige verzachting kun
nen brengen. Ziedaar de conclusie, die niet
mank gaat aan het euvel van ondoordacht
absolutisme, maar die uiteraard geschikt
leek om aan den inleider nog een stel
vragen voor te leggen, die nog maar net
afgewerkt kon worden, voor zijn vertrek.
De Zondagmorgen werd vrij gehouden
voor kerk, en alleszins, gezien het prach
tige weer, aangename verpoozing in de bui
tenlucht. Trouwens, voetbalwedstrijden als
AziëEuropa werden ook op andere mid
dagen ten beste gegeven; de dagorde was
zoo soepel, dat het gevaar van doorge
zaagd te worden, op deze conferentie ge
lukkig bezworen was.
Prof. Westra sprak ons 's middags over
Indië en de Pacifie. Japans activiteit werd
met elegantie en kennis van zaken bespro
ken, als zijnde wel het voornaamste punt
dat onze aandacht vraagt in deze kwestie.
Na de behandeling der vragen en het
aantal deelnemers was nog steeds toegeno
men en de gedachtenwisseling won er
slechts bij werden wij in onvervalscht
Amerikaans op de hoogte gesteld van 't
streven van het Institute of Pacific Rela
tion, waarvoor de heer Carter, secretaris
generaal van voornoemde instelling, op zijn
reis van Londen naar Moskou, Woudscho-
ten aandeed om zijn vrije Zondag te be
nutten. En 't was om jaloersch te worden;
„ik sprak in Moskou„ik zei in Nieuw
Zeeland.„ik zag in Tokio.„maar
in Lancashire" enz. enz. Een hartelijk ap
plaus gaf blijk van instemming met dit
nobele streven om de volkeren om de „Pa
cific" heen vrij te maken van de suggestie
hunner zoogenaamde noodgedwongen be-
langen-tegenstelling, om hen dichter tot
elkander te brengen door onderling begrij
pen en waardeering.
De laatsteavond. Het gaat snel voorbij,
zoo'n samenzijn, dat nu eens werkelijk de
naam verdient van „gezellig samenzijn".
De laatste maaltijd was reeds onderbroken
door eenige welverdiende huldigingkjes;
wij kwamen nu voor d.e laatste maal bij
een; het was Dr Kraemer, aan wien men
de moeilijke taak had toevertrouwd, aan
deze conferentie een passend slot te geven
in zijn inleiding: Omgang en waardeering
der verschillende bevolkingsgroepen in Ne-
derlandsch-Indië. En hij is daar in volledig
geslaagd. Met zijn gerenommeerde kennis,
maar vooral door zijn liefde voor de Indo
nesiërs van de eene kant en zijn nuchtere
zin voor de werkelijkheid aan de andere
kant, heeft deze zendeling, de moeilijkhe
den niet ontwijkend, toch een gedragslijn
weten uit te stippelen, die van groote be-
teekenis moet geacht worden voor een ver
betering van de vaak allesbehalve gunstige
verhouding IndonesiërEuropeaan.
Beide partijen kregen hun opdrachten:
voor den Europeaan gold het: afleggen van
het dwaze en niet te verdedigen superiori
teitsgevoel; voor den Indonesiër gold het:
afleggen van 't vaak onredelijk doorgevoer
de wantrouwen. Beide partijen werden ge
troost met de opmerking dat veel oorza
ken der verwijdering buiten hun wil lagen;
beide ook hadden de plicht tot elkander te
willen treden als mensch tot mensch met
volledig respect en belangstelling voor el
kander zooals zij zijn.
Als wij met groote voldoening terugzien
op deze conferentie is dat niet, omdat wij
onze oogén gesloten hebben gehouden voor
de moeilijkheden en ons aan een zalig ro-
mantiekje van broederschap en dergelijke
zonder reëele basis hebben overgegeven.
We zijn ons ook wel degelijk bewust dat èn
Javaan èn Protestant èn Katholiek èn wie
eerste kamer wereld
De Landsverdediging
Na hervatting van de vergadering der
Eerste Kamer gisterenmiddag was het
woord aan den heer Van Citters (A_-
R.). Spr. zegt, dat meer en meer het besef
gemeengoed wordt dat wij ter verdediging
van ons grondgebied een taak hebben
te vervullen, nationaal en internationaal.
De S.D.A.P. is nog maar aan het bekijken
en overwegen, maar minder dan vroeger
wordt het als een verraad aan het socia
lisme beschouwd, wanneer men voor de mi
litaire verdediging des lands is.
Volkomen bevestigend beantwoordt spr.
de vraag, of wij voor een weermacht geld
mogen uitgeven. Wij zullen 10 millioen per
jaar uitgeven voor winning van nieuw land
in 't IJsselmeer. Als de minister van finan
ciën dit goed vindt, moet hij ook goed vin
den, dat geld voor de defensie wordt be
schikbaar gesteld, want de defensie is van
primair belang. Meent de minister van fi
nanciën, dat er voor de defensie geen geld
is, dan moet de regeering beginnen met af
te zien van de landwinning.
De heer Janssen (R.-K.) huldigt de
regeering voor haar toelichting tot de voor
gestelde instelling van een defensie-fonds.
Die toelichting moet ieder overtuigen, be
halve de onverbeterlijke ontwapenaars,
voor wie elke militair er één te veel is.
Wat de regeering voorstelt ten aanzien
van de luchtmacht, is een zwak punt in het
regeeringsvoorstel. Maar er zal een aan
vulling noodig zijn voor de infanteristen,
die de kazematten zullen moeten bezetten.
En willen wij onze weermacht vaardig ma
ken, dan moet de persoonlijke geoefendheid
worden verhoogd.
Spr. vraagt, of er alles zal worden ge
daan, wat mogelijk is, ter versterking van
het Zuiden en Oosten onzes lands, opdat
daar geen vreemd leger kunnen doortrek
ken.
De heer deMarchant et d'A n s e m-
b ourg (N.S.B.) betoogt, dat de dienst
plicht algemeen moet zijn, maar dat daar
naast de geoefendheid om met wapenen
om te gaan, één der eerste rechten van den
burger is. Het is wel typeerend, dat dit niet
meer als- een recht wordt beschouwd. Ge
heel onvoldoende is een eerste oefentijd van
5 maand. De regeering moest de win ter-
ploeg onder de wapenen houden en toen dit
bekend werd, drong plotseling tot ons
volksbewustzijn door, dat ons land een
groot deel des jaars weerloos is. Spr.
wensoht een lichting van 70.000 man, wat
in oorlogstijd een leger van 1 millioen zal
geven. Daarbij een oefentijd van 15 maan
den. Beter ware één van 18 maanden, maar
15 maanden is eerder bereikbaar. De over
heid zorge, dat het aanzien van het leger
worde hersteld en dat ieder défaitisme wor
de geweerd.
Spr. critiseert het ontslag van reserve
officieren, die lid van de N.S.B. zijn. On
danks onze bezwaren tegen het regeerings-
beleid stemmen wij voor de Defensiebe-
grooting, de eenige, waartegen de S.D.A.P.
stemt, en de eenige, waar wij voor stem
men.
De heer Werker (V.D.) is genoodzaakt
het woord te vragen, omdat zijn gevoelen
afwijkt van dat van zijn fractiegenoot. De
heer d'Ansembourg heeft gezegd, dat men
zich nu meer om de weermacht bekommert
dan vroeger, omdat de N.S.B. meer stem
men heeft gekregen bij de laatste Staten
verkiezingen. Maar dat de defensiekwestie
nu in het middelpunt der belangstelling
staat, komt door de internationale toestan
den. Die zijn belangrijker dan de geheele
N.SJB. Wij staan er niet meer voor als tien
jaar geleden, toen de Volkenbond interna
tionale ontwapening mogelijk scheen te
maken. De internationale ontwapening is
mislukt, helaas. Maar er moet nu worden
gestreefd naar een internationale samen
werking, die collectieve veiligheid schept.
Het is noodzakelijk, dat dit geschiede. Wie
dit inziet, als spr., moet voor alle ingedien
de wetsontwerpen stemmen.
De heer Briët (A.-R.) bestrijdt de li
beralen, die veel goed te maken hebben, die
tegen de vlootwet hebben gestemd en die
dan ook, dingen gehoord hebben die voor
hen ten eenen male onaanvaardbaar zijn en
zullen blijven. Maar dit alles wisten wij
vooraf.
De tevredenheid en voldoening over deze
conferentie berust hierop: nooit zal samen
werking mogelijk worden als men niet tot
elkander komt in wederkeerig respect en
met .hartelijke genegenheid. Nu is 't hier
mogelijk gebleken, dat men op deze wijze
elkander kan naderen.
Het is dus als het ware een belofte voor
de toekomst; een toekomst, die men terecht,
met blijde hoop tegemoet mag zien. G.
in vogelvlucht
Uit een nader telegram uit Addis Abeba
blijkt thans, dat de Nederlandsche ambu
lance in Abessynië inderdaad het slacht
offer is geworden van een roofoverval,
waarbij niet minder dan zeventien leden
van het bewakingspersoneel werden ge
dood en waarbij dr. v. Schelven en dr.
Vee neklaas werden gewond. Dr. v. Schel
ven is in een hospitaal opgenomen, doch uit
vroegere telegrammen is reeds gebleken,
dat zijn toestand geen reden tot ongerust
heid geeft.
De kwetsuren van dr. Veene klaas schij
nen niet van ernstigen aard te zijn, om
dat er niets naders over wordt medege
deeld.
Voorts wordt bericht, dat de Italianen
de stad Sassa Baneh zouden hebben inge
nomen, een bericht, dat nog niet beves
tigd is.
Inzake de Locarno-besprekingen moet
het nadere antwoord worden afgewacht.
Van Ribbentrop heeft zich te Londen la
ten interviewen, maar heeft slechts vage
antwoorden gegeven.
Aan de grens van Sovjet-Rusland en
Mandsjoekwo hebben zich wederom twee
grensincidenten voorgedaan tusschen Ja-
pansche soldaten en Russische grensbewa
kers.
het kabinet-Colijn mede ten val hebben ge
bracht wegens het gezantschap bij den paus.
De heer Blomjous (R.-K.): Onder
voorwendsel van 25.000 besparing.
De heer Briët (A.-R.): Uit de rede des
heeren Blomjous blijkt, hoe groot de klove
is tusschen de katholieken en de sociaal
democraten, van wie sommigen in de toe
komst een combinatie mogelijk achten. Te
recht zei de heer Blomjous, dat de neiging
der sociaal-democraten, om aan de defensie
mee te werken, niet ontstaan is uit overwe
gingen, aan 's lands belang ontleend, maar
uit angst voor het nationaal-socialisme. Ook
hebben de sociaal-democraten er de bedoe
ling bij, met de katholieken te kunnen sa
menwerken. Een combinatie van katholie
ken en sociaal-democraten is echter als wa
ter en vuur.
De heer De Zeeuw (S.D.) komt op te
gen wat de heer Briët heeft gezegd, n.1. dat
de S.D.AP. zou werken aan de ontkerste
ning van ons volk. Hij keurt voorts af, dat
de heer Briët probeert te stoken tusschen
de partijen, en vraagt, hoe de heer Briët,
als hij nationale ontwapening als een ge
vaar voor het land beschouwt, stond tegen
over het kabinet-Colijn in den tijd, dat dit
twee vrijzinnig-democraten bevatte, die
voorstander van nationale ontwapening
waren.
VERGADERING VAN HEDEN.
REDE VAN MINISTER COLIJN.
Nadat eenige kleinere wetsontwerpen
waren goedgekeurd, wordt de behandeling
van de Defensiebegrooting voor 1936 voort
gezet.
De minister van Defensie a.i., de heer
C o 1 ij nzal weinig zeggen van onderwer
pen die nog niet rijp zijn en over de ont
wikkeling der internationale verhoudingen
met betrekking tot ons land.
Nederland is steeds afkeerig geweest van
politieke verdragen, die verplichtingen je
gens anderen medebrachten,den Volkenbond
uitgezonderd. Spr. gelooft niet dat hierin
spoedig verandering zal komen.
Spr. zal zich concentreeren op de vraag,
of verhooging der weerkracht noodig is,
ja dan neen.
De geest in de Marine is
„gewoon goed"
Spr. stemt in met de hulde voor de ver
richtingen der K. 18. Er is een flink stuk
werk verricht. Men make echter niet te
veel ophef van den geest der bemanning.
Die was zooals ze behoort te zijn en niet
zooals die zich in het voorjaar van 1933 en
daarvoor heeft geuit in de marine. Die
geest is nu goed, gewoon goed. Toen
spr. dienst nam, sprak men niet over den
geest in het leger. Die was goed en is min
der geworden toen de vakbonden zich in
het lichaam der weermacht doordrongen.
Doch die behooren daar niet en ligt het
aan spr., dan blijven ze eruit. Een organi
satie van machtsdragers kan in het gezag
van een Staat niet worden geduld. Spr.
zegt dit ook tot den heer de Marchant et
d'Ansembourg.
Spr. kan niet ontkennen dat het officiers
corps in subalterne rangen aan veroude-
rig lijdt. De toestand is echter niet ongun
stiger dan hij geweest is. Reeds meer dan
een halve eeuw is de toestand dezelfde.
Reden voor bizondere klachten op dit
oogenblik is er niet. Het vraagstuk heeft
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
De Nederlandsche ambulance In Abessy
nië blijkt toch overvallen te zijn door een
rooverbende. Zeventien leden van het be
wakingspersoneel gedood. Dr. v. Schelven
en dr. Veeneklaas gewond. (2de blad).
Een interview met von Ribbentrop (2de
blad).
Het Londensche vlootverdrag gisteren
avond geteekend. Japan en Italië weiger
den te teekenen. (2de blad).
Nieuwe grensincidenten tusschen Sovjet-
Rusland en Mandsjoekwo. (2de blad).
BINNENLAND.
De begrooting van Defensie in de Eerste
Kamer. (1ste blad).
De sla-export naar Duitse hl and. (2de
blad).
Een permanente Telex-verbinding op ons
bureau. (2de blad).
Het vrijwillig onder de wapenen komen
van dienstplichtigen. (2de blad).
Electrische personentrein bij Barendrecht
ontspoord; geen persoonlijke ongelukken
(3de blad).
Krankzinnige, uit Den Dolder ontsnapt,
veroorzaakt consternatie (3de blad).
LEIDEN.
Protestvergadering der fa. Tieleman en
Dros tegen de nieuwe bacon-regeling (1ste
blad).
de aandacht van de regeering.
Ook het door den heer Blomjous aange
voerde onderwerp der buitengewone dienst
plichtigen- Tegen een weerbelasting heeft
spr. geen bezwaar, doch dit betreft den mi
nister van Financiën, en pogingen van de
heeren Treub en de Geer zijn mislukt. Spr.
zal de zaak bespreken.
Het verlies van werkkring bij
vervulling van dienstplicht
Wat het onder de wapenen roepen van
dienstplichtigen betreft, het is moeilijk t.
o.v. de werkgevers algemeene regelen te
stellen. Spr. betwijfelt ook of er behoefte
aan is. Als de herhalingsoefingen afge-
loopen zijn, wordt er b.v. te Amsterdam
een onderzoek ingesteld, en daaruit blijkt
dat ontslag bijna niet blijkt voor te komen.
Spr. kan moeilijk aannemen, dat de werk
gevers te Amsterdam van zooveel beter
gehalte zijn dan elders. Over 't algemeen
is de klacht niet voldoende gefundeerd.
Overigens kan de pers veel doen om het
euvel te bestrijden..
Wat betreft de particuliere wapenfabri-
cage zullen de vragen beantwoord worden
in het aan de Staten-Generaal over te leg
gen rapport.
De regeering kan niet wachten met haar
defensiebeleid op een door een politieke
partij in te stellen commissie.
Spr. betoogt, dat de blik van den heer v.
Embden op de politieke toekomst niet
juist is.
Spr. wijst er b.v. t.a.v. de doortocht-
kwestie op, dat nooit tevoren is uit te ma
ken, wat in de toekomst in een gegeven ge
val moet geschieden.
Het is nu wel gebleken, dat de Volken
bond geen afdoende waarborg is tegen
vijandelijkheden. Afzien van verdediging is
een uitnoodiging aan andere partijen om
een strijd op onzen bodem te beslechten.
Bij een conflict in West-Europa zal van
Volkenbondsactie nauwelijks meer sprake
kunnen zijn. Doch wat zou er 14 dagen ge
leden gebeurd zijn, als er geen orgaan was
geweest voor de besprekingen?
In het licht der tegenwoordige omstan
digheden vertoont ons leger verschillende
gebreken. Of we een leger zullen hebben,
hangt eigenlijk af van het al of niet slagen
der mobilisatie. Daarbij komen de vraag
stukken der legersterkten, oefentijd en ma-
terieele uitrusting.
Wegens den financieelen toestand staan
de mobilisatie-kwestie en de materieele uit
rusting op den voorgrond. Spr. wijst op de
noodzakelijkheid van dekking der mobili
satie.
Na replieken wordt de begrooting goed
gekeurd. Tegen de Soc.-Dem. en de heer
Van Embden (Vrijz.-Democr.).