STADS NIEUWS DINSDAG 24 MAART 1936 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 i HOE WORDT HET WEER 7 MEER BEWOLKT. DE BILT SEINT: Zwakke tot matige winden uit Oostelij ke richtingen, gedeeltelijk bewolkt, weinig of geen regen, iets kouder. Hoogste barometerst.: 774.3 te Abisko. Laagste barometerst.: 743.6 te La Coruna. De hooge drukking breidt zich snel over het Oostzeegebied uit. Van de depressie drong slechts een zeer ondiepe secundaire tot Duitschland door en bracht daar in het Zuiden eenige regen; thans trekt de de pressie zich naar Zuidelijker streken terug, waarbij de kern op den Oceaan nog die per werd. In Scandinavië en Finland nam de vorst weer toe. Op de Britsche Eilanden is de lucht betrokken en viel bijna overal regen, die in het Noorden nog voortduurt. In Frankrijk klaart de lucht op, in Duitsch land brengen Noord-Oostelijke winden af koeling in het Noorden, terwijl in Midden- Duitschland nog regen valt. Krachtige Oostelijke winden waaien in de Oostzee, krachtige tot stormachtige Zuidelijke in de Golf van Biscaje. De ontwikkeling van den toestand duidt op Oostelijke winden met weinig of geen regen en dalende tem peratuur. LUCHTTEMPERATUUR 15.7 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS e. a. Van Dinsdagnamiddag 6.48 uur tot Woensdagmorgen 5.24 uur. HOOG WATER Te Katwijk: op Woensdag 25 Maart v.m. 4.39 en nam. 4.09 uur. HET WARME WEER. Sedert de vorige week Dinsdag is de tem peratuur twaalf graden gestegen. Over dag bereikte de thermometer hierdoor een zoo hoogen stand als in dezen tijd van het jaar zelden voorkomt. Zondag b.v. bedroeg de maximum-temperatuur in den namiddag bijna 19 graden C., hier en daar misschien iets meer. Raadplegen wij de temperatuur- aanteekeningen van een groot aantal vooraf gaande jaren, dan zullen wij zien, dat der gelijke hooge temperaturen slechts in en kele jaren en dan nog op sommige dagen voorkomen. Het is hierbij merkwaardig, dat uit een reeks van 45 jaren van temperatuur- waarnemingen bij Den Haag blijkt, dat de hoogste thermometerstand, 20.3 gr. C., den 20sten Maart 1916 is voorgekomen tijdens een reeks van eenige warme dagen. Wij zijn dus met het warme weer der laatste dagen wel dicht bij de record grens geweest maar er nog niet overheen. Er is nog iets merkwaardigs in dit warme weer. Het is n.L opvallend, dat omstreeks den 13den Maart de normaal-gemiddelde temperatuur plotseling begint te stijgen, den 23sten Maart een hoogtepunt bereikt en dar. weer iets daalt. Dit geldt voor het gemiddelde van een groot aantal jaren even zoo goed als voor de hoogste tempera turen, zoodat het wel schijnt alsof om streeks dien tijd door nog niet opgehelder de oorzaken in sommige jaren bijzonder warm weer voorkomt, dat door een kort durende afkoeling wordt gevolgd. Het gaat echter niet alle jaren zoo. De statistiek der temperatuur leert ook, dat tusschen overeenkomstige perioden in ver schillende jaren groote verschillen bestaan. De temperatuur wijkt in den zelfden tijd van het jaar gedurende eenige jaren ach tereen in dezelfde zin af. Jarenlang komen b.v. in de tweede helft van Maart veel warme dagen voor om daarna weer eenige jaren weinig voor te komen. In de jaren 1933 en 1934 was er weer een stijging in het aantal warme dagen in de tweede helft van Maart en dit jaar schijnt de neiging tot mooi en warm weer nog grooter te zijn ge worden. Overigens treedt dit soort van warm lenteweer slechts onder bepaalde algemeen heerschende omstandigheden op en wel voornamelijk bij Zuidoostelijke winden. Zeer waarschijnlijk hebben wij hierbij te doen met een verschijnsel, dat overeen komst vertoont met den in bergsttreken inheemsehen Föhn wind, waarbij een lucht stroom van groote hoogte in den dampkring neerdaalt en daarbij door samendrukking een hoogere temperatuur krijgt en relatief zeer droog wordt. Dit verschijnsel draagt den naam Föhn in de vrije atmosfeer, in tegenstelling met den Föhn wind in berg streken, die langs de herghellingen afdaalt. Het is echter gebleken, dat de neerdalende RECHTZAKEN „VRIJDAG-PRIJZEN" MAG! De Haagsche Kantonrechter mr. Fergu son heeft heden schriftelijk vonnis gewe zen in de zaak tegen den heer H. J. V., directeur van de firma Vroom en Drees- mann, wien overtreding van de wet op de uitverkoopen was ten laste gelegd. Het betreft de aankondigingen, welke de firma in de avondbladen van Donderdag pleegt te plaatsen voor voordeelige aanbie dingen, welke, Vrijdags gedaan worden, het z.g. verkoopen van verschillende arti kelen tegen „Vrijdag-prijzen". De ambtenaar van het O. M., mr. Van der Kun, heeft veertien dagen geleden tot ont slag van rechtsvervolging geconcludeerd, omdat volgens hem het strafbare element van „bijzondere omstandigheden", in de wet gesteld, hier ontbreekt. De kantonrechter overwoog in zijn von nis o. m., dat door de aankondiging wel de indruk wordt gewekt van een tijdelijke voordeelige aanbieding, welke zich in de winkelnering kunnen voordoen; dat by de behandeling evenwel gebleken is, dat deze voordeelige aanbieding niet in verband staat met een of andere bijzondere omstandigheid, omdat sinds jaren op eiken Vrijdag eenige van de goederen, waarin de firma handelt, tegen gereduceerde prij zen worden aangeboden en de goederen op de diverse Vrijdagen verschillen; dat tevens de wijze van aankondiging niet den indruk wekt, dat de aanbieding verband houdt met bijzondere omstandig heden en dat reeds de kop van de aankon diging „Vrijdag-prijzen" wijst op een ze kere regelmaat in deze reclame. Conform het requisitoir van het O. M. heeft de kan tonrechter den heer V. ontslagen van alle rechtsvervolging. POGING TOT BRANDSTICHTING. Wegens poging tot brandstichting in den laten avond van 11 December jl. in zijn woning aan de Rochussenstraat in Den Haag, stond terecht de 50-jarige glazen- wasscher R. A. K., thans gedetineerd. In deze zaak waren de echtgenoote en drie dochters van verdachte gedagvaard, die evenwel allen gebruik wenschten te maken van hun verschooningsrecht. De griffier las de door haar voor de po litie afgelegde verklaringen voor, waaruit bleek, dat K. herhaaldelijk beschonken thuis kwam en hij in den laatsten tijd ver scheidene malen heeft gedreigd, den boeL in brand te steken. Verdachte is dien avond wederom dronken thuis gekomen, terwijl alle huisgenooten sliepen. De echtgenoote hoorde één der dochters roepen: „Moeder, moeder, hij steekt den boel in brand". De vrouw spoedde zich naar de keuken, waar zij op den vloermat een brandenden pit van een petroleum- toestel zag liggen. Zij trachtte het vuur te blusschen door een teil water op de vlam men te werpen, doch de man trok de teil uit haar handen en riep: „laat liggen, wat brandt, rot niet". Ook wierp K. een fluit ketel, waarin zich water bevond, in de gang. Een winkeljuffrouw, die bij de familie inwoonde, verklaarde eveneens, dat K. herhaaldelijk dronken thuis kwam. Zij lag reeds te bed. Toen zij beneden kwam, wa ren verdachte's vrouw en dochter bezig het vuur uit te trappen. Verdachte sprak wartaal. Toen hem er op gewezen werd, dat zijn negenjarig zoontje ook boven sliep, antwoordde K., „laat dien ook maar verbranden." Verdachte, die aanvankelijk verklaard had, zich van het geheele geval niets meer te kunnen herinneren, daar hij stomdron ken was, zeide nu, dat het niet in zijn be doeling heeft gelegen om het huis in brand te steken. De inboedel was voor f 500. verzekerd, maar hij had hoegenaamd geen geldgebrek. Volgens verdachte zou de brand ontstaan zijn. doordat hij een brandende sigaar heeft laten vallen. De president merkte op, dat de eerste lezing door K. gegeven, wel de juiste zou zijn. Het O. M., waargenomen door mr. Blok, achtte het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen door de verklarin gen, bij het vooronderzoek en ter terecht zitting afgelegd. Het feit, dat verdachte onder drankinvloed handelde, beteekent geenszins, dat hij niet verantwoordelijk voor zijn daad zou zyn. De officier wees op het gevaar, dat er bestond voor de be lendende perceelen en voor de menschen, die zich daarin bevonden, en eischte tegen K. twee jaar gevangenisstraf. Jhr. mr. J. van Doorn, viveg een voor waardelijke straf, op grond, dat K. overi gens een goed werkman is, die geregeld arbeid heeft. Hij verzocht mede de invrij heidstelling van zijn cliënt, hetgeen ech ter door de rechtbank werd geweigerd. Uitspraak 7 April a.s. luchtstroom ook kan ontstaan zonder door berghellingen geleid te worden. Het onder deze omstandigheden veroor zaakte weer heeft altijd iets drukkends en tal van menschen ondervinden hiervan on aangename gewaarwordingen, soms zelfs een gevoel van ongesteldheid, dat zij dan zoogenaamd aan het voorjaar toeschrijven. In werkelijkheid is het wel het weer, en in het bijzonder een abnormale electrische toestand van de atmosfeer, die het gevoel van onwelzijn veroorzaakt. Verandert het weer, dan verdwijnen op slag deze onaan gename gewaarwordingen. LETTEREN EN KUNST „VEREENIGDE HAAGSCHE SPELERS". De Vereenigde Haagsche Spelers, direc teur Pierre Balledux, welke in Augustus hun eerste lustrum zullen vieren, hebben voor het seizoen 1936/37 het volgende re pertoire vastgesteld: Kermisvolk op Kerstmis, (Le Noël sur la Place ou les enfants de Jésus) van Henri Gheon, in de vertaling van Kees Spierings; Gods Molen, zinnespel van storm en stilte in drie bedrijven, met voor- en naspel, door Frans van Oldenburg Ermke; Het Zwarte Schaap, spel in vijf bedrijven door A. A. L. Graumans, décor naar het ontwerp van den auteur; Pension Europa: Kamers te huur, door Ben van Eysselsteijn. Een satyre en een literaire prijsvraag; romanesk blijspel in drie bedrijven (7 tafereelen) door Anton Hamik; De Macht der verbeelding, fantasie en .groot kluchtspel in vier bedrijven op een aloude Volksoverlevering door Huib. Ubachs; 't Mirakel van Onze Lieve Vrouw, een spel in drie bedrijven, naar een Rijn- landsche legende door Joz. v. d. Eynde; Adam in ballingschap, van Joost van den Vondel, bewerkt door dr. B. H. Molken- boer O.P.; Oogst, symbolisch spel van Lud- wig Hugin met muziek van Heinrich Wis- meijer .vertaling van Jacques Benoit; Mari- ken van Nieumeghen, middeleeuwsch spel; Napoleon op St. Helena, oorspronkelijk drama van den Nederlandschen auteur Jan Vuijsters uit Oisterwijk; En waar de ster bleef stille staan, van Felix Timmermans en Ed. Veterman; De groote hans, blijspel van Alfred Moller en Hans Lorenz, ver taling van Pierre Balledux; De dorpspoëet, een aandoenlijk blijspel van Jac. Ballings; De rare, spel in drie bedrijven door Jac. Ballings; Varnhuizen's testament, spel in drie bedrijven van Hans Gobosch. De décors worden op eigen atelier ver vaardigd. Het Tableau de la troupe is als volgt samengesteld: (in alphabetische volgorde) dames: Erna Balledux-Haffert, Dora Haus, Dini van Lier, Aleida Roelofsen, Joop Reijntjes en Stien Schuurmans; heeren: Pierre Balledux, Felix Bekkers, Willem Grelinger, Willem Huijsmans, Joh. Haus, P. Heilbron, Bert van der Linden, Jos Schoch, Theo van Vliet. Over het vervullen van gastrollen wordt met eenige artisten nog onderhandeld. Regie: Pierre Balledux; Administratie M. P. A. Teeuwisse. Fritz Hirsch De heer Fritz Hirsch, leider van het be kende operette-gezelschap van dien naam, is sinds eenigen tijd ongesteld. Naar wij vernemen, is hij lijdende aan een negen oog. De zieke gaat nu gelukkig goed voor uit, en vertrouwd mag worden, dat hij binnenkort geheel zal zijn hersteld. ACADEMIENIEUWS LEIDEN. Geslaagd: doctoraal examen Geneeskunde mejuf frouw A. P. J. Boele, Bolnes, de heer J. P. J. Versteeg, Den Haag. DE STEUNVERLEENING. Inleiding van mr. J. H. J. Schouten. Als zevende van de serie lezingen over Maatschappelijke Zorg, uitgaande van de ambtenaren van den Gem. Dienst v. Soc. Zaken te dezer stede, hield mr. J. H. J. Schouten, Hoofdcommies aan het Departe ment van Sociale Zaken, een inleiding over „De Steunverleening". Na door den voorzitter, den heer C. R. L. Oostveen, waarn. Directeur van den Gem. Dienst v. Soc. Zaken, het woord te zijn ver leend, ving spreker zijn lezing aan met een uiteenzetting van de uitgebreidheid der materie op het gebied der steunverleening, ontstaan in de laatste jaren. De Overheid verdeelt de wijze van steunverleening aan hulpbehoevenden in drie gedeelten, t.w.: lo. Armenwet, 2o. Werkverschaffing, o.a. ook met contraprestatie en loonbijslag en 3o. de steunverleening. Bij het nagaan der verschillen tusschen de voorzieningen welke getroffen worden door de Armenwet en die der steunverlee ning, komt sterk naar voren, dat de steun verleening zich enkel bepaald tot den bona fide validen arbeider, behoeftig geworden door oorzaken van maatschappelij ken aard, met hiertegenover de voorzieningen mid dels de Armenwet, waarbij het behoeftig zijn meer voortvloeit uit oorzaken van in- dividueelen aard. Naast deze algemeen e steunverleening vinden we nog bijzondere steunverleeningen, zooals die voor de Zui- derzeevisschers, Mobilisatie-slachtoffers, watersnood-slachtoffers ed. De vraag hoe gesteund dient te worden, wordt beantwoord in de ministerieele rege ling, beslissing en circulaires. Als Staats rechtelijke vorm is genomen het steunen door de gemeente. Het Rijl^ verleent subsi die, waarby dan regelen worden gesteld, zoodanig, dat de autonomie der gemeente gehandhaaft blijft. De Steunverleening welke nu van toepas sing is, is systematisch en regelmatig ge groeid. Werd by de vorige steunregeling var. te voren vastgesteld of in een bepaalde bedrijfsgroep crisis-werkloosheid heerschte, met bij een positieve beantwoording opne ming in de steunregeling, zoodanig dus dat steeds bijzondere groepen in de rijkssteun regeling kwamen, bij de huidige steunre geling is dit criterium vervallen, waarbij de tendenz naar Staatszorg, een opnemen van alle bedrijfsgroepen in de steunrege ling, groeiende is. Wie kan nu in aanmerking komen om in de steunverleening te worden opgenomen? Hiervoor moet de belanghebbende o.a. vol doen aan lo. arbeider zijn, 2o. valide zijn, 3o. bonafide en 4o. buiten eigen toedoen zonder werk zijn gekomen. Spr. staat dan stil bij het „kan in aanmerking komen", wat nog niet wil zeggen op een of andere uit- keering uit de steunverleening recht te kunnen laten gelden. Hier ligt het cardi- nale verschil met de uitkeering uit een werkloozenkas en min of meer ook met uit keering en middels de Armenwet. Art. 2 der Steunregeling geeft het orgaan der steunverleening de bevoegdheid na te gaan in hoever een verzoeker om opname in de steunverleening een wachttijd moet doormaken voor opname kan volgen; maar tevens kan ook nagegaan worden in hoe verre een verzoeker om steun in eigen on derhoud kan voorzien. Hier wordt een zelf de geest gevonden als in de Armenwet; de Steunregeling kent echter normen, welke als maxima gelden, de Armenwet kent theoretisch geen maximum-uitkeering. In dit art. 2 vinden o.a. de spaargeldregeling en de hypotheekregeling hun bestaans grond. Spr. wijst dan op het door den arbei der op prijsstellen van ondersteuning mid dels de Steunverleening boven uitkeering middels Armenwet, waarna hij stilstaat by het maximum bij de uitkeering en het ge koppeld zijn aan de loonshoogte in de ver schillende streken, en de moeilijkheden, welke zich hierbij voordoen. Hierna komende aan praktisch voorko mende gevallen, staat spr. stil by de z.g. zelfstandigen, die naast een klein eigen be drijf nog in loondienst wgrken, waarbij geldt de voornaamste bron van inkomen; de onderaannemer, waarbij weer andere zaken gelden, de arbeider met den wil niet direct bij de steun aan te kloppen; de kleine middenstander, die weer als arbeider wil gaan werken; het verhaal bij steungelden; de aftrek van verdiensten van uitwonende kanderen; de vestigingsbepalingen. Met een uiteenzetting van de steunverleening aan buitenlanders eindigt mr. Schouten zijn met veel aandacht gevolgde inleiding. Na de pauze werd wederom van de ge legenheid tot het stellen van vragen veel vuldig gebruik gemaakt. De heer Oostveen, mr. Schouten dankend voor zijn terzake kundige inleiding, waar uit door reeds praktisch werkenden nog veel is geleerd, srpak zeker namens alle aanwezigen. MIJ. VOOR TOONKUNST. De heer A. D. Vijgh gaat heen als voorzitter As. Vrijdagavond houdt de Maatschap pij voor Toonkunst in het gebouw der Muziekschool aan aan Nieuwe Rijn haar jaarlijksche algemeene ledenvergadering. Op de agenda staat o.m. het aftreden van vier commissarissen, de heeren A. D. Vijgh, G. H. E. Nord Thomson, G. R. D. Crommélin en H. P. A. Würtz. Tijdens deze vergadering zal den aftre denden voorzitter een huldiging worden bereid voor zijn vele verdiensten voor de Maatschappij en haar muziekschool. De heer Vijgh is thans 74 jaar oud en gedurende de helft van zyn leven heeft hij zijn krachten aan Toonkunst gegeven. Den 26sten Aprü 1899 werd de heer Vygh opgenomen in het bestuur der Maatschap pij voor Toonkunst, welke toen in haar 65ste levensjaar was. De heer Vijgh werd belast met de functie van penningmeester, maar spoedig was hy secretaris, welke functie hij tal van jaren vervulde. Daarna was hij nog een jaar „ambteloos" lid van het bestuur en werd vervolgens tot voor zitter gekozen. Den 26sten April 1924 werd de heer Vijgh aldus wegens zijn 25-jarig bestuurslidmaatschap gehuldigd. Thans, na 37 jaar, acht de heer Vijgh den tyd geko men, om de leiding van Toonkunst aan 'n ander over te laten. Niet, omdat de lust tot verder werken hem ontbreekt, maar wel omdat de zoozeer veranderde omstan digheden hem doen inzien, dat er nieuw, frisch leven in Toonkunst komt, die aan koor en school een mooie nieuwe toekomst kan geven. De heer Vijgh neemt noode afscheid van Toonkunst, omdat hoe zou het ook an ders kunnen de maatschappij hem steeds na aan het hart heeft gelegen. Op de meest prettige v/ijze aldus verzekerde hij ons heeft hij steeds met commissarissen en directeuren samengewerkt. De directeuren, die aan het hoofd van koor en school stonden, zijn: de heer S. van Groningen, mej. Harry v. d. Harst en de heer Richard Boer, de tegenwoordiger directeur. Dat het heengaan van den heer Vijgh voor Toonkunst een verlies is, begrijpt ieder, wanneer men bedenkt, dat de voor zitter ruim een derde deel van het maat schappelijk bestaan Toonkunst is in haar 102e levensjaar heeft medegemaakt en niet ten onrechte wel het wandelend notu lenboek van Toonkunst genoemd wordt. Dat het werk van den heer Vijgt voor Toonkunst op prijs gesteld wordt, zal on getwijfeld a.s. Vrijdagavond bij de af- scheidshulde blijken. GEMEENTEL. AANKONDIGINGEN. SCHOUW VAN WEGEN, LANEN ENZ. Burgemeester en Wethouders van Lei den brengen ter algemeene kennis, dat te beginnen op Maandag 6 April 1936, krach tens het bepaalde bij artikel 17 der veror dening van den 6en Juli 1899 (Gemeente blad No. 15), laatstelijk gewijzigd by de verordening van den 9den Juli 1928 (Ge meenteblad No. 22) op wegen, lanen, stra ten enz. en wateringen, en slooten, schouw zal worden gedreven over alle wegenf la nen, paden, straten, kaden, pleinen, hofjes, stegen, sloppen of poorten en gangen, be nevens de daarin gelegen of daartoe be- hoorende bruggen en andere kunstwerken, voor zoover die bijzonder eigendom zijn, en, zonder verhindering, door of vanwege rechthebbenden, voor het publiek verkeer open staan, alsmede over alle wateringen en slooten, en de riolen ter vervanging daarvan gemaakt, benevens de daartoe be- hoorende sluizen, duikers, buizen, toe- gangskakers en dergelijke werken, voor zoover die bijzonder eigendom zijn. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 24 Maart 1936. 1976 AGENDA Donderdag, R.K. Bond van Spoor- en Tram wegpersoneel „St. Raphael", Bonds- gebouw, 8 uur. Donderdag, Ned. Reisvereenigimg voor Ka tholieken; jaarvergadering, Zitage- bouw te 8.15 uur. ('s Morgens te 7 uur H. Mis voor levende en over ledene leden in de St. Petruskerk). Vrijdag. Ledenvergadering „St. Christof- fel", Harmonie, 8.30 uur. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van Maandag 23 tot en met Zondag 29 Maart a.s. waarge nomen door de apotheken: J. C. Pelle, Kort Rapenburg 12, tel. 594 en J. E. M. ten Dijk, Haven 18, tel. 85 en C. van Zijp, Wilhelminapark 8, Oegstgeest tel. 274. LADELICHTER OP PAD. Bij de politie is door 'n tweetal winkeliers aangifte gedaan van insluiping door 'n on bekend persoon, die er zijn werk van maakt bij winkeliers onder een of ander praatje de lade te lichten. Zoo deed de heer C. M. aan de Bree- straat aangifte, dait hy uift zyn winkellade een geldkistje met honderd gulden heeft meegenomen, terwijl ten nadeele van den winkelier de V. op de Haarlemmerstraat zeventien gulden ui/t de winkellade werd meegenomen. De dader is een pLm. 32-jarige persoon, 1.80 M. lang, van breed postuur. Hij was gekleed met grijs gestippelde winterjas welke hy nu wel zal hebben uitgetrokken en met zwarten dophoed. Men zy gewaarschuwd. DE K XVHI. De zeer interessante film De K. XVIII in het bioscoop-theater „Trianon" (Bree- straat) blijft veel publiek trekken een bewijs, dat men belangstelling heeft voor wat belangstelling verdient! Bij iedere voorstelling toont het publiek zich hoogst voldaan. K. J. M. V. „St. Peter Kanis". Morgen, Woensdagavond, zal Drs. Jansen zyn tweede voordracht houden over So ciaal-Economische Vraagstukken voor den Middenstand. De heer Jansen vangt zijn voordracht aan om half negen in het Eigen-Huis Breestraat 157. De vraagstukken welke hij aanvoert zyn voor iedere Jongemiddenstander van prac- tisch nut en wy hopen, dat behalve alle leden, ook vele jonge middenstanders, niet- leden, eens willen komen luisteren. Door Z. H. Exc. Mgr. Meulemans, Bis schop van IJsland, zijn in het Missiehuis der Montfortanen te Meerssen geprofest als Broeder-Missionaris onze vroegere stad- genooten N. Verver als Broeder Benedictus en Th. de Haas als Broeder Borromeus. De werkloosheid en haar gevolgen. Op uitnoodiging van de Studentenver- eeniging voor sociale lezingen spreekt mr. H. Slingenberg, minister van Sociale Za ken, op Donderdag 26 Maart in het klein- auditorium van het universiteitsgebouw over: het samenstel van regeer in gsmaatre- gelen tot bestrijding van de werkloosheid en haar Handelsregister K. v. K. Wijzigingen: 6707. Chemaco. Lei den, Langebrug 4. Fabricatie en verkoop van vloerwas en -olie. De zaak is ver plaatst naar: Diemen (bij Amsterdam) Burg. Kievitzstr. 52. 4845. Naamlooze Venootschap Bonda's Veevoederhandel. Leiden, Oude Vest 23. Uittr. Comm.: T. van der Meer. N.Comm.: I. J. Struys, 's-Gravenhaga.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 2