De nieuwe Fokker-jager op Schiphol. Tweetal foto's van een model van een „Pou-du-Ciel", waarmede in de windtunnel bij den Rijksstudiedienst voor de luchtvaart te Amsterdam proeven zijn genomen De leden der Oxford-roeiploeg na de dage- lijksche training te Putney bezig met het bin nenbrengen van hun boot De rechtstreeksche luchtpostdienst tusschen Engeland, Scandinavië en Finland is deze week geopend. De eerste luchtpost voor deze route wordt in de postzak gedeponeerd op het vliegveld te Heston Mr. J. Limburg, die door de Noorsche regeering en den Zwitserschen Bonds raad benoemd is tot lid van de Noorsch- Zwitsersche arbitrage- en verzoenings commissie Op Schiphol arriveerde Woensdag de nieuwste Fokker-creatie, het jacht vliegtuig D. 21, dat een snelheid van 400 K.M. per uur kan halen De siarf voor de eerste étappe van den grooten Franschen wielerwedstrijd Parijs-Nice. Het vertrek der renners Het gemak dient den mensch. Zoo dacht ook de verhuizer erover, die inplaats van te hijschen zichzelf als tegenlast langs het touw naar beneden liet zakken FEUILLETON. DE GOUDEN BRUG j Roman van Hanno P less en. (Nadruk verboden). 22) Tot een dergelijk stoutmoedig voorne men weet de goede, oude tante zich ech ter slechts dan op te werken, als eenige honderden kilometers haar van het eigen zinnige nichtje scheiden en Szartossy is dan ook zoo vrij om deze aankondiging in stilte met een korreltje zout te nemen. Op kamer 130 van het Grand Hotel Grun- wald in Munchen zit Johanna voor den toi letspiegel en koelt haar koortsachtig gloeiende slapen met eau de cologne. Er wordt geklopt. De kellner serveert het ontbijt. De warme thee doet Johanna goed. Nadat ze haastig achtereen eenige kopjes heeft gedronken, begint zij de ka mer op en neer te loopen. In gedachten verzonken blijft zij staan voor een tafeltje, waarop de telefoon en de daarbij behoorende gids een plaatsje hebben gevonden. Onbewust slechts door een onverklaarbaar instinct gedreven, bla dert zij in het boek. Haar blik glijdt over de groote, vet gedrukte letters in den bo venhoek der verschillenre pagina's: R. S. T. U V Het omslaan der bladzijden geschiedt plotseling minder nonchalant. De wijze, waarop zij de verschillende kolommen af zoekt, getuigt nu van een bewust hande len Volken.... Volrath.... Voma Werke A.GVonberg Johanna's blik blijft geboeid op dezen, geenszins alledaagschen naam gericht. Met kloppend hart leest ze: „Vonberg S. Nymphenburg. Nibelungen- strasse 4. De villa in NymphenburgZou hij misschien toch.Maar was dat dan mo gelijk....? Koortsachtig werken Johanna's gedach ten. Wensahen, hoopvolle verwachtingen en vrees strijden om den voorrang. Haar polsen hameren en met de hand op het hart gedrukt, laat zij zich in een stoel glijden. Het duurt eenige minuten voor zij in staat is de nummerschijf voor te draaien en vijf nummers te kiezen, welke het telefoon nummer van S. Vonberg in Nymphenburg vormen. De, zelfs in de telefoon duidelijk te on derscheiden huisknecht geeft antwoord. En plotseling voelt Johanna een weldoende rust over zich komen. „Is meneer Vonberg thuis?" „Wien mag ik zeggen?" Een plotselinge ingeving laat Johanna antwoorden: „Opera-intendance. „Een oogenblik alstublieft", klinkt het on derdanig. Na een korte pauze hoort Johanna het vragende „Hallo?" van een mannenstem. En dan volgen vraag en antwoord elkaar snel op, waarbij Johanna tot het laatst laatst haar kalmte weet te bewaren. „Met meneer Voniberg persoonlijk. „Ja.... Wat wenscht u?" „Met meneer Sylvester Vonberg, niet waar?" „Sylvester?NeeSebastiaan". „Sebastiaan?" „Natuurlijk, Sebastiaan. S-eb—a-s- t-i-a-a-n. Sebastiaan Vonberg, rentenier, voormalig bierbrouwer, z even en vijftig jaar oud, Roomsch Katholiek, ongetrouwd". „Ik versta u niet precies". „Niet? Ik geloof, dat ik het anders dui delijk genoeg gezegd heb, geachte mejuf frouw van de Opera-intendance". „Ik moet den musicus Sylvester Von berg spreken". „Dien zult u dan ergens anders moe ten zoeken!" „Maar hij heeft toch Nymphenburg, Ni- belungenstraat 4 als zijn adres opgegeven. „Zoo'n gemeene bedrieger!" „Wat zegt u?" „Ik geloof, dat het maar eens uit moet zijn met die grappen. Als hij dat nog een maal waagt, word ik grof!" „Ik geloof, dat u dat al bent, meneer. En bovendien aan het verkeerde adres". „U moet me maar niet kwalijk nemen, juffrouw Opera-intendance. Bij zooiets moet een mensch wel zijn zelfbeheersching verliezen. „Ik begrijp weliswaar niet, hoe u zich over een naamsverwiseling zoo kuns opwin den, meneer Sebastiaan Vonberg, maar ik ben desondanks bereid het u niet al te kwalijk te nemen, als u mij bij het opzoe ken van het goede adres van uw naamge noot behulpzaam wilt zijn". „Houdt u alstublieft op met dat „naam genoot"! Daar heb ik nu langzamerhand genoeg van.Maar als u het weten wilt: die meneer de musicus, die toevallig den zelfden naam heeft als een eerbare bier brouwer, heeft mij wel de eer willen aan doen een tijdlang mijn gastvrijheid te ge nieten...." „Hij heeft dus bij u gewoond?" „Ja, maar ruim een half jaar geleden heb ik hem er uit geg.is hij weg ge gaan." „Weet u misschien waarheen?" „Neenen ik ben er ook heelemaal niet nieuwsgierig naar". „Dank u!" „Tot uw dienst!" Johanna legt de hoorn op de haak en haalt diep adem. Dan zet zij haar hoed op en trekt haar mantel aan.... Het slaat elf uur, als zij voor het hotel een taxi neemt. „Kirchplatzstraat 16", geeft zy als doel van den rit op. De chauffeur herhaalt het vragend. Johanna knikt. „Ja, dat is Munchen Au". Zij herinnert zich het adres zeer nauw keurig. „Dat klopt, ja...." zegt de chauffeur, maar terwijl hij wegrijdt, vraagt hij zich verbaasd af, wat deze elegante dame uit het Grand Hotel Grunwald in dit deel van de stad heeft te zoeken. De Au, in het Zuid-Oosten van Munchen gelegen is de wijk van den kleinen, zoo niet van den kleinsten man. Smalle stra ten en steegjes met kleine, grauwe huizen en herbergen, welke uitzien op trooste- looze binnenplaatsen, grenzende aan den Auer Muhlbach, welks groenachtig, troebel water allerlei huisvuil en afval met zich voert. De panden, waarin de neringdoen den gevestigd zijn, toonen een treffende overeenkomst met de twee kamers en keu ken-woningen, welke den arbeidersgezin nen hier onderdak bieden: een paar arm zalige winkels in levensmiddelen, donker en duf, uitdragerijen en antiquairs, die de onder een dikke laag stof begraven eigen dommen van eens welgestelde ingezetenen hier aaii den man trachten te brengen en daartusschen door schoenmakerijen, duis tere kroegjes met gerafelde en verscho ten gordijnen voor de lage vensters, een volksbioscoop, in welker wormstekige uit stalkasten vergeelde foto's van oude sensatiefilms het publiek moeten lokken en boven de lage daken uit als een drei gende waarschuwing het hooge gebouw van het paleis van justitie aan het Maria- hilfplein. Johanna neemt dit veranderde beeld van een mooie, haar slechts van de lichtzij de bekende stad in zich op met een kalm te, die haar nu den geheelen dag niet meer verlaat. Zij leest de verschillende naam bordjes en waarschuwt den chauffeur nog juist op tijd voor nummer 16 van de Kirch platzstraat den hoek om te slaan en te stoppen. Hier stapt zij uit om zich naar de wo ning van Emma Koch te begeven. Zij han delt in een soort trance-toestand, als zij de schel in beweging brengt, welke naast de vervelooze deur met het kartonnen naambordje „Emma Koch Verstelnaai- ster" is aangebracht. Zij belt eenmaal, tweemaal, driemaal. Tevergeefs. Ten slotte opent ze de deur van de, te genover die van Emma Koch liggende wo ning. Een vrouw, de typische „buurvrouw" in dit milieu, steekt haar hoofd naar bui ten en gluurt nieuwsgitrig naar de elegan te, hier wel allerminst op haar plaats zijn de verschijning. En zonder op een vraag van Johanna te wachten, geeft zij onmid- delijk uit eigener beweging de noodige op heldering: „Juffrouw Kooh is boodschappen gaan doen. Ze is al een half uur geleden weg gegaan, zoodat ze, wel gauw terug zal zijn, maar als u niet kunt wachten, wil ik de boodschap wel aannemen „Dat is heel vriendelijk van u", ant woordt Johanna tegemoetkomend. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5