27ste Jaargang DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Inwijding der St. Petruskerk te Leiden. De eerste Kerk-consecratie van Mgr. Huibers. DINSDAG 10 MAART 1936 No. 8364 DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd huur en verhuur, koop en verkoop: f 0.50 Toespraak van den Bisschop Sacris solemniis junota sint gaudia.... Bij deze heilige plechtigheden kome de vreugde zich voegen want heden heeft de Heer intrek genomen in het huis, dat, door menschenhanden ontworpen en ge bouwd, door zalving en zegening van alle smetten gereinigd, waardig is bevonden Zijn woonplaats te heeten. Het nieuwe Godshuis aan de Kamerlingh Onneslaan werd heden traditie ge trouw onder schutse gesteld van Sint Petrus, den Prins der Apostelen, en een beter beschermheer had juist aan deze kerk niet kunnen worden gegeven. Deze kerk is een echte Petrus-kerk. Zij gelijkt een steenen beeld van den patroon-heilige. De uit ruwe, maar warm-roode „kloostermop pen" opgetrokken muren, zonder versie ring en opschik, symboliseeren den ruigen visscher, zijn vereelte handen, zijn door zonnebrand gerimpeld voorhoofd; de toren, die onvervaard ten hemel schiet, herinnert ons aan de onstuimigheid, waarmede Petrus zich aan den Meester heeft gegeven, en zich, om Hem een genoegen te doen, telkens in een nieuw avontuur begaf; de geweldige betonnen fundeering wijst op Petrus' hooge uitverkiezing als de steenrots, waarop de Kerk is gebouwd. En onder de goedhartige, forsche verschijning van den ouden onge- letterden visscher verborg zich een ziel, zoo edel en lichtend, dat Christus dezen man uitverkoos boven millioenen om Zijn Plaatsbekleeder te zijn, zooals ook de lich tende, wijdsche ruimte van St. Petrus' kerk thans op mystieke wijze Christus omkleedt. Als opvolger van de apostelen, in hechte band vereenigd met Sint Petrus' graf te Rome, heeft hedenmorgen de Bisschop van Haarlem, Zijne Hoogwaardige Exc. Mon seigneur Joannes Petrus Huibers deze nieuwe tempel aan God toegewijd en onder St. Pieter's beschermheerschap gesteld. Reeds vroeg in den morgen, terwijl de nieuwe dag ontwaakte in een zilveren, met gouden plekken doorstraalde nevel, namen de plechtigheden een aanvang. Langdurig en ingewikkeld zijn deze ceremoniën, alsof de Kerk wilde beklemtoonen, dat eigenlijk geen plaats ter wereld waardig is de hooge eer, die vandaag aan dat bouwwerk ten deel valt. Schoon en indrukwekkend zijn deze ceremoniën, omdat de Kerk met beide handen heeft gegrepen in de haar toever trouwde schat van Bijbel en Traditie, om aan deze heilige handelingen den grootsten luister bij te zetten. Vele parochianen hadden door het uit steken van de vlag aan hun vreugde uiting gegeven en tegen den tijd, dat met een Pon tificale Hoogmis de kroon op het werk zou worden gezet begaven zeer velen zich ter kerke, om op dezen gedenkwaardigen mor gen hun dankoffer te brengen. Z. H. Exc. werd bij de Pontificale H. Mis geassisteerd door den hoogeerw. heer A. H. M. J. Homulle, deken der stad, als presbyter assistens, door de zeereerw. heeren F. van Beukering, pastoor te Haarlem en pater drs. Balduinus de Goede O.F.M. als troon- diakens, door de zeereerw. heeren Th. van Outersterp, pastoor te Amstelveen en H. J. van der Ven, kapelaan te Amsterdam, (beiden oud-kapelaans der parochie) als diaken en subdiaken. De overige assisten- ties werden waargenomen door de eerw. heeren Rector L. Beune, de kapelaans B. Dorbeck, G. Mudde, H. Sehrama, A. Leen- ders en door den eerw. heer Jos. Jansen. Bij het dragen der relikwieën verleenden assistentie de zeereerw. heeren Pater de Goede, Pastoor J. J. C. Groot uit Neder- horst-den Berg, rector H. Sondaal uit Oegst- geest en kapelaan A. Kramer, kapelaan te Den Haag. Als ceremoniarius fungeerde de secreta ris van den Bisschop, de zeereerw. heer H. W. Agterof. De plechtigheid werd bijgewoond door de Doorluchte en Hoogwaardige heeren mgr. H. J. M. Taskin, proost van het Ka thedraal Kapittel, mgr. Th. M. P. Bekkers, rector van Huize „Bijdorp" te Voorschoten en mgr. P. G. Groenen te 's-Grayenhage; door de hoogeerw. heeren Kanunnikken J. H. Niekel, directeur van het Philosophi- cum te Warmond M. W. A. Wijtenburg te Bloemendaal, L. A. A. M. Westerwoudt, pastoor te Noord wij kerho ut; door de Pas toors der stad en van het geheele dekenaat; door de zeereerw. hooggeleerde heeren J. P. Verhaar, Z. de Korte, A. Cleophas, L. J. H. Wolf en P. C. J. Stammeyer, allen profes soren te Warmond, door den hoogeerw. heer G. J. M. Maat, deken te Poeldijk en door zeer vele geestelijken, die hetzij als oud kapelaans, hetzij als vroegere stadgenooten, hetzij in andere kwaliteit in bijzondere be trekking tot de St. Petruskerk staan, o.a. de zeereerw. heeren C. J. A. Borsboom, emeritus pastoor van Hoogmade, P. Wijten burg, P. Juffermans, leeraar aan het Klein seminarie, C. Juffermans, leeraar aan het Sint Bonifacius-Missiehuis te Hoorn, J. van Veen, pastoor te Weesp, B. J. Hermans, pastoor te Oosterblokker, A. F. C. van Noort, pastoor te Heemstede, A. van Leipsig, pastoor te De Beemster, dr. Cae- cilianus Huigens O.F.M. directeur der Kerk- muziekschool te Utrecht, J. J. van Santé, pastoor te Onderdijk, G. van Leeuwen, pas toor te Hazerswoude, L. H. Wanna, pastoor te Obdam, J. C. Vijverberg, pastoor te Rot terdam, pater Ansfridus Hueber O.S.B., J. P. van Beukering, kapelaan te Kethel, W. F. Roozen, pastoor te Bovenkerk, J. de Jong, kapelaan te Wassenaar, C. J. A. Camp- fens, kapelaan te Grootebroek, Th. v. Nie- kerk, kapelaan te Buitenveldert, pater J. Menken M.S.F., pastoor L. Willenborg te Bloemendaal, rector R. Reynen van het St. Elisabethgesticht en vele anderen. In de kerk hadden plaats genomen wet houder J. Splinter en de gemeente-secreta ris, mr. Van Strijen (de Burgemeester en wethouder Tepe waren verhinderd), de leden van Armbestuur en Kerkbesturen en van de Kath. Raadsfractie, de Katholieke hoogleeraren der Rijks-Universiteit prof. dr. W. H. Keesom, prof. dr. J. A. J. Barge, prof. dr. E. A. D. E. Carp en prof. dr. C. C. Berg, de directeur van Gemeentewerken, ir. de Blauw, de adj.-directeur ir. Boogerd, de heer Joh. Jonker, chef van de afd. plant soenen, de heer G. C. Driessen, oud-direc teur van Gemeentewerken, de vroegere „buren" van den pastoor, de heer en me vrouw E. J. Kelder, de inspecteur bij het L.O., de heer Baak, deputaties van talrijke organisaties en vele anderen. DE PONTIFICALE HOOGMIS. De wisselende gezangen werden uitge voerd door de Schola Cantorum van het Theologicum te Warmond; de vaste gezan gen door het parochiale zangkoor. Uitge voerd werd de Mis ter eere van H. Mathil- dis, van Hubert Cuypers. Toen de wijdingsplechtigheden beëindigd waren, werd het Kruis verheven, de kaar sen ontstoken en het altaar met een weel de van bloemen omgeven. De zon doorbrak de wolken-sluier en overgoot het feestelijke altaar met lente licht en weldadige lente-warmte, gouden glansen tooverend op de paramenten van Bisschop en priesters, die de Pontificale Hoogmis opdroegen rond het in gulden schemer oprijzende tabernakel. Het orgel begon te spelen, wierookwol ken stegen ophet groote oogenblik naderde, dat aan dit bouwkunstig maaksel van klei en leem de Levensgeest zou wor den ingeblazen. De Consecratie van een jong-gewijde priester wekt een bijzondere ontroering; de eerste Consecratie in een jong-gewijde kerk eveneens. Het blijde oogenblik, dat het groot Geheim voltrokken was, werd met klokgelui aan de bevolking medege deeld. Ten besluite van de Hoogmis zegende de Bisschop de in dichte drommen saam- gestroomde menigte, waarna de Presbyter Assistens mededeeling deed van de wij ding van kerk en altaar. In het altaar wa HET INTERIEUR DER ST. PETRUS-KERK. Ter zijde ziet men een der wijdings-kruisen, welke met groen omkranst waren DE INWIJDING DER ST. PETRUSKERK. De Bisschop volgt de relikwieën der martelaren, welke op een baar rond de kerk worden gedragen. De dragers der relikwieën waren in afwijking van de gewoonte bekleed met roode kazuifels. Foto's Slegtenhorst ren de relikwieën gesloten van de heilige martelaren Petrus, Fortunatus en Placi- dus. Het feest van Kerkwijding werd overgebracht op den Maandag na den eer sten Zondag in de maand Juli. TOESPRAAK VAN DEN BISSCHOP. Na het Laatste Evangelie heeft Mgr. een toespraak gehouden. Het is een groot en heerlijk werk, dat wij heden aldus Z. H. Exc. door Gods goedheid hebben mogen verrichten. Deze plek op aarde is vandaag door God in bezit genomen, aan God toegewijd, toegeheiligd door vele ge- bede^ zegeningen en reinigingen. De boo ze geest met al zijn verschrikkelijken in vloed is verdreven. Deze plaats is thans een heilige plaats, een plaats, die Hemel en Aarde verbindt. God zij dank zijn er vele plaatsen, waar God op aarde wonen wil, waar Hij luis tert naar onze gebeden, waar Hij onze of fers Zelf mede-opdraagt aan den Hemel- schen Vader. Deze plaats is als de ladder van Jacob, waar onze gebeden door en gelen ten hemel worden gedragen en de zegenrijke gaven van Gods goedheid ne derdalen. Op deze plaats ziet God uit den Hemel met liefde neer. Wanneer God neerziet op deze wereld vol onteering en haat tegen God, dan moet Zijn blik zich wel afwen den. Maar Gods blik wordt niet afge wend, omdat er op deze wereld plaatsen zijn, waar de Zoon Gods woont, de eenige Middelaar tusschen Hem en de menschen; Die zich vereenzelvigd heeft met de men schen. Christus is het, die door God wordt gehoord en verhoord. Om Zijnentwil daalt Gods zegen op de aarde neer. Mgr. beschouwde het als een voorrecht voor de eerste keer deze plechtigheid te hebben mogen verrichten in deze schoone en mooie stad Leiden, waarmede hij door afstamming is verbonden en waarvan hij het geluk heeft gehad mede-burger te mo gen zijn. Ik weet, aldus Mgr., hoe er door U is ge leden en hoe uw hart van droefheid was vervuld door het ontbreken van een Gods huis. Ik weet vanouds, dat het volk van Leiden gehecht is aan zijn kerken en te gen geen offers opziet om zijn kerken schoon te versieren. Wat een beproeving is over de parochia nen van Sint Petrus gekomen, toen de kerk die zij jaar na jaar schooner hadden gemaakt, in weinig tijds een prooi der vlammen werd een troostelooze jam mer. Jammer, om al die verloren luister, •maar jammer het meest, omdat het Huis des Vaders him ontnomen was. Met groote opopffering en bereidwillig heid hebt gij u in de moeilijkheden ge schikt en met groot verlangen gewacht en uitgezien naar deze dag. Het is vandaag een vreugde-dag voor de parochianen, een vreugde-dag voor den pastoor, die met droefheid was vervuld omdat hij, de kudde, voor wiens welzijn hij da verantwoordelijkheid droeg, niet bereiken kon. Op dezen dag is de Petrus-kerk opnieuw verrezen en Mgr. verwachtte, dat het woord dat de Profeet Salomon sprak in vervulling zou gaan en in deze tempel vele schoone en heerlijke dingen zullen gebeuren. Het was de heel bijzondere wensch van Mgr. voor de parochianen van Sint Petrus, dat God de gebeden, hier gestort zal ver- hooren, en hun alle goeds zal worden ge geven. Mgr. wenschte de parochianen van St. Petrus toe, dat het geloofsleven niet alleen moge opbloeien- tot de hoogte waarop het gestaan heeft, maar dat zich moge ontwik kelen een steeds toenemende kern van ech te geloovigen, van Katholieken niet in naam, maar van Katholieken in merg en been, die, zooals hun Leidsche voorvaderen, het H. Geloof onvervalscht zullen bewaren. Ik ken, vervolgde Mgr., uw aanhankelijk heid jegens de priesters. Ik kan van de pa rochianen van St. Petrus, den eersten Paus, niet anders verwachten, of zij zullen zich met hernieuwde trouw en ijver scharen rond de priesters óók dan als hun eigen inzichten anders mochten zijn, dan de hun ne, óók op een gebied, waarop zij vrijer zijn en niet zien, welke gevaren dreigen voor Kerk en Maatschappij. De parochianen moeten de priesters vol gen, desnoods met opoffering van eigen ge dachte. Zoo is het ons door onze voorouders en door onze ouders geleerd. Wanneer de parochianen dezen raad ter harte nemen, dan zal zeker het geleden leed spoedig zijn vergeten; dan zal de parochie weer een eenheid vormen zooals speciaal in deze stad het geval is en de parochia nen in deze kerk zich thuis voelen, als een kind bij zijn Vader. Als gij zoo in deze kerk komt, besloot Mgr., wees dan verzekerd ervan, dat Gods zegen op dit huis zal rusten en op al uw gezinnen. Dat geve God. Na zich van de kerkelijke gewaden ta hebben ontdaan, verliet de Bisschop, in „cappa magna" onder het feestelijk gebeier van de klokken, het kerkgebouw, om zich te begeven naar het St. Lidwina-gesticht. Na de plechtigheden, die te ongeveer kwart voor één waren geëindigd, begaven de genoodigden zich.naar het St. Lidwina- huis aan den Zoeterw. Singel, waar zij door de leden van het Kerkbestuur werden ont vangen en koffie werd geserveerd. Toen daar de Pastoor der nieuwe kerk, de zeereerw. heer Th. Beukers, binnen kwam, werd hij met gejuich begroet. Toen de Pastoor de hartelijke gelukwenschen der aanwezigen had ontvangen, sprak hij een kort dankwoord. Hij dankte degenen, die bij de plechtigheden hadden geassisteerd, de architecten, aannemers, opzichters en allen, die aan den bouw hadden medege werkt, en wier arbeid Zijneerw. onder alle opzichten als voortreffelijk prees. Hij dankte de aanwezige belangstellen den, speciaal den loco-burgemeester, wet houder Splinter en den gemeentesecreta ris (de burgemeester was tot zijn spijt verhinderd). Hij dankte allen, die door hun gebed het werk hadden ondersteund. Hij dankte de Zusters van het St. Lidwina- huis en de Zusters van het St. Elisabeths- gesticht, die twee jaar gastvrijheid hadden verleend. Allen, die op eenigerlei wijze steun hadden verleend, wilde de pastoor hartelijk danken. God zegene de parochie van St. Petrus en haar nieuw bedehuis, en spare vele jaren lang den pastoor voor zijn parochie!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 1