STADS V NIEUWS VRIJDAG 6 MAART 1936 DE LEIDSCHE COURAN. EERSTE BUD - PAG. 2 HOE WORDT HET WEER 7 WEINIG VERANDERING. DE BILT SEINT: Zwakke tot matige Zuid-Westelijke tot Zuidelijke of Zuid-Oostelijke wind, neve lig tot zwaarbewolkt, aanvankelijk weinig of geen neerslag, wellicht later iets zachter. Hoogste barometerst.: 770.3 te Ingö en La Coruna. Laagste barometerst.: 747.6 te Lerwick. De kern van de depressie welke tus- schen IJsland en de Britsche Eilanden is gelegen verplaatste zich naar Schotland. Over Groot-Brittannië en Ierland bleef het bewolkte en eenigszins regenachtige weer nog aanhouden; over Schotland werd het iets zachter, terwijl de temperatuur er elders iets daalde. Een secundaire strekt zich nog steeds Zuid-Oostwaarts van de kern uit en heeft thans over Oostenrijk een afzonderlijk kerntje gevormd. Het weer in deze secundaire, welke ons land, België, Noord-Frankrijk, Denemarken, Duitschland, Tsjecho-Slowakije en Polen beslaat, is somber. Uitgestrekte nevenge- bieden komen voor; sinds gisteren is er de temperatuur een weinig gedaald. Het hoogedrukgebied over Scandinavië ver sterkte zich nog in zijn kern, over het al gemeen werd er de vorst echter minder streng. Het hoogedrukgebied over Spanje versterkte zich in zijn kern eveneens, doch verlpor aan zijn Noordzijde aan beteeke- nis. Daar verschijnt namelijk thans een depressie met flinke barometerdalingen. Waarschijnlijk zal deze den wind ten on zent doen la-impen, overigens is nog niet veel verandering te wachten. LUCHTTEMPERATUUR. 6.6 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS e. a Van Vrijdagnamiddag 6.17 uur tot Zaterdagmorgen 6.06 uur. HOOG WATER. Te Katwijk aan Zee: op Zaterdag 7 Maart voorm. 2.37 en nam. 2.52 uur. jarigen landbouwer A. S. te Teteringen. Deze bleek een der financiers van het com plot te zijn en tegen hem is proces-verbaal opgemaakt. De tweede financier bleek te zijn de 26- jarige J. G. uit Ghaan. Bij het complot is ook betrokken de man, die de vorige week Vrijdag op den Ouden Dijk was aangehou den, de 26-jarige K. G. Hij had in het com plot de functie van reiziger, verkooper van de margarine. C., „het blonde gevaar", had het gevaar lijkste werk. Hij zorgde ervoor, dat de door de financiers in België gekochte margarine over de grens kwam. De 420 doozen marga rine waren naar %ter is gebleken bij Ulicoten over de grens gebracht. Men heeft met de partij daarna per auto een rit door Brabant en Gelderland gemaakt en is via Z altbommel en Vianen naar Gouda geko men. Dit alles, omdat smokkelaars de con trole bij ponten of veerdiensten steeds ver mijden. Bij dezen rit heeft ook de 26-jarige L. R. in den wagen gezeten, die bestuurd werd door C. In Gouda kreeg men pech en R. is daarna naar Rotterdam gegaan om zijn wagen te halen. Toen hij hiermede op weg was naar Gouda, werd hij op den Ouden Dijk, als gezegd, aangehouden. Daar hy geen papieren bij zich had, werd de wagen in beslag genomen. Hiervan heeft hij mededeeling gedaan aan zijn kameraden in Gouda, die daarop hun wagen hebben gerepareerd en verder reden naar Rotterdam via Hillegersberg, waar zij bij een poging tot controleering van de papieren, hard zijn doorgereden, wat tengevolge had dat de motorbrigade te Rot terdam op den wagen attent werd gemaakt. C. is thans in het Huis van Bewaring op gesloten. Behalve wegens het smokkelen is ook proces-verbaal tegen hem opgemaakt we gens het doorrijden te Hillegersberg. De man is in de grensstreek zeer gevreesd. Hij staat er bekend als onverschrokken en stoort zich niet aan het schieten van ma rechaussee, terwijl hij als buitengewoon goed chauffeur hindernissen die op de weg worden gelegd, meestal meesterlijk weet te passeeren. Met zijn aanhouding heeft men dus wel een zeer goede vangst gedaan. ACADEMIENIEUWS LEIDEN. Geslaagd: doctoraal examen Rechtsgeleerdheid de heer Th. J. H. van Geldrop, Roermond; candidaats examen Rechtsgeleerdheid de heer F. du Marchie Sarvaas, Den Haag; Artsexamen 1ste gedeelte W. van Woer- kom, Wassenaar, H. L. Plokker, Den Haag; Bevorderd: tot arts B. Allaart, Oegstgeest. KERKWIJDING Het groote feest voor de parochianen der St. Petrus-paroohie nadert met rasse schre den. Nog weinige dagen en de statige, nieuwe kerk aan de Kamerlingh Onnes- laan zal worden ingewijd. Reikhalzend is naar den afbouw der kerk uitgezien; aan een periode van veel ongemak zal een ein de komen; in de nieuwe kerk zal het pa- rocieele leven opnieuw een middelpunt vinden als het huisgezin rond het haard vuur. De inwijding van een nieuwe kerk ge schiedt met groote en langdurige plechtig heden. Het profane bouwwerk van steen, hout en ijzer wordt door de wijding ver heven tot het Huis van God de plaats, waar God zijn woontent heeft opgeslagen te midden van de menschen-menigte. Door een weelderig ceremonieel, door herhaalde zegening en bewierooking, wil de H. Kerk aan de geloovigen de hooge be stemming van het gebouw duidelijk ma ken en het profane bouwsel ontdoen van alles, wat onheiligs er aan kleven mocht. De plechtigheden beginnen op den voor avond en zijn te splitsen in vier deelen: 1. De inbezitneming van het kerkge bouw door den Bisschop; 2. de zuivering en heiliging der kerk; 3. de overbrenging van de relikwieën der martelaren en de zalving van het al taar; 4 de pontificale Hoogmis, als bekro ning van het werk. De geloovigen mogen de kerk nog niet ingaan, voordat het tweede deel, de wij ding, is geëindigd. De vigilie. Op den dag vóór de Kerkwijding legt de Bisschop de H.H. Relikwieën der Martela ren met een perkamenten oorkonde in een fraai kistje, hetwelk Hij met drie korrels wierook dichtsluit en verzegelt. Dit kistje met de Relikwieën wordt op den vooravond geplaatst in de Sacristie op een versierd tafeltje, waarbij des avonds door de Geestelijkheid de Metten en Lau den der Martelaren worden gezongen, en gedurende den geheelen nacht twee kaar sen blijven branden. In-bezit-neming van het kerkgebouw. In den vroegen morgen gaat de Bis schop naar 't kerkgebouw en doet 12 kaar sen ontsteken bij de 12 kruisen, die op de binnenmuren geschilderd, zijn aangebracht. Dan verlaat Hij de kerk, welke gesloten wordt en waarin alleen achterblijft een dia ken. De gesloten kerk verbeeldt het heiden dom; de 12 kruisen en kaarsen zijn de 12 Apostelen, die door het licht des Evange lies het heidendom verlichten moesten. De diaken stelt den duivel voor, die onder schijn van recht als een sterke zijn hof be waakt, maar door Christus overwonnen wordt. Bisschop en geestelijken begeven zich naar de plaats, waar de Relikwieën be waard worden. Onder het bidden der zeven Boetpsalmen bekleedt de Bisschop zich met de bisschop pelijke gewaden. Daarna gaan zij naar de gesloten kerkdeur, roepen den bijstand in van de H. Drieëenheid, alsook de voorspraak van alle Heiligen door het zingen van de groote Litanie. De Bisschop gaat met de geestelijke drie maal rond de kerk, de buitenmuren met wijwater besprenkelend, eerst van boven, dan van onder en daarna in het midden. Telkens wordt voor de hoofddeur stil ge houden en slaat de Bisschop met Zijn staf tegen den drempel, roepend om binnen ge laten te worden. Eerst na den derden om gang en na herhaald roepen door allen, wordt de deur door den diaken geopend. Eerst teekent de Bisschop met Zijn staf den drempel met het kruisteeken, opdat de booze geesten zullen vluchten; dan tre den Bisschop en geestelijken met blijde zangen binnen en knielen in het midden der kerk neer, om door den lofzang „Veni Creator" den H. Geest af te smeeken en door de Litanie van alle Heiligen hun aller voorspraak in te roepen. Onder het zingen strooit een der diena ren asch op den vloer in den vorm van een Andreaskruis: van den linkerhoek by de deur tot aan den rechterhoek vooraan en van den rechterhoek bij de deur tot aan den linkerhoek vooraan. Heeft de Bisschop de oratie van de Litanie gezonden, dan schrijft Hij met Zijn staf in de asch der lin- kerbalk het Grieksche en in de asch der rechterbalk het Latijnsche alphabet, ter wijl het koor den lofzang „Benedictus" zingt en achter ieder vers den antifoon: Hoe ontzagwekkend is deze plaats! Hier is waarlijk het huis van God en de poort des hemels! Door deze ceremonie wordt voorgesteld, dat Christus nu bezit genomen heeft van deze plaats door er Zijn zegel op te druk ken. De vorm toch van het kruis is de be ginletter van het Grieksche woord Chris tus, en de begin- en slotletter van het Grieksche alphabet drukken volgens Apoc. I, 8 uit, dat Hij is „het Begin en het Ein de". De monogram beteekent dus: „Chris tus, de eeuwige God". Zuivering en heiliging der kerk. Na driemaal Gods zegen te hebben afge smeekt, wijdit de Bisschop zout, water, asch en wijn en vermengt deze. Dit wijwater wordt gebruikt by de besprenkeling van kerk en altaar.. (Dit water wordt Gregoriaansch water genoemd, naar den H. Paus Gregorius, die het voor kerkwijdingen voorschreef; het water beteekent de menschheid van Chris tus, de wijn Zijne Godheid, het zout Zijn leer, de asch Zyn lijden). Na deze wyding gaat de Bisschop naar de kerkdeur en teekent deze van binnen met Zijn staf met twee kruisen, één om hoog en één omlaag, om alle aanvallen van de booze geesten te verdrijven. Terwijl een Psalm wordt gezongen, doopt de Bisschop zijn rechter duim in het water en maakt daarmede een kruis op het midden en op de vier hoeken van het altaar, en gaat daarna, zoo moge lijk, zevenmaal rond om het altaar, be- spreidt het met het gewijde water en zingt zevenmaal Asperges me met telkens drie verzen van de Miserere waarin David vol berouw bidt om vergiffenis Alhdan gaat de Bisschop driemaal de kerk rond om de binnenmuren te bespren kelen: omlaag, in het midden en omhoog; en daarna besproeit Hij den vloer, gaande van het altaar naar de hoofddeur en van den eenen muur naar den andere. En vervolgens staande in het midden van de kerk besproeit Hij den grond naar de vier windstreken. (Deze veelvuldige besproeiingen dienen tot zuivering en tot heiliging van altaar en kerk). Tot afsluiting van het tweede deel zingt de Bisschop een plechtig dankgebed, waar in God wordt geprezen om Zijn grootheid en goedertierenheid, en gesmeekt om de ge beden, daór gestort, te verhooren. Overbrenging der Relikwieën. Nu bereidt de Bisschop met het gewijde water het cement en zegent het. Het water was over is, wordt aan den voet van het altaar uitgestort. (Deze uitstorting geschiedt in navolging van het Oud-Testamentisch gebruik, om het offerbloed, dat na de bestrijking der vier hoeken van het altaar over was, op den grond uit te gieten). De bisschop, voorafgegaan door het kruis en de geestelijken, begeeft zich naar de plaats, waar de Relikwieën worden be waard. Door gebed en zang worden de Hei lige Martelaren daar gehuldigd. Nu worden de Relikwieën geplaatst op een draagbaar; in plechtige processie wor den zij voorafgegaan door lichtdragers en voortdurend bewierookt door pries ters gedragen onder het zingen van vreug dezangen. Eerst wordt een rondgang gehouden bui ten om de kerk, terwijl voortdurend door allen wordt geroepen: Heer, ontferm U onzer! Daarna vermaant de Bisschop de geloo vigen steeds grooten eerbied te bewaren voor het kerkgebouw en trouw te zorgen voor het onderhoud van kerk en pries ters. Voordat men de kerk binnentrekt, wordt eerst de buitendeur gezalfd met Chrisma, opdat zij steeds moge zijn een ingang van heil en vrede. Nu worden de Relikwieën de kerk bin nen gedragen. Ook de geloovigen gaan nu binnen: zij willen gaarne de voetstappen der Heiligen volgen, om ook eens met hen in Christus te rusten. De Relikwieën worden bij het Altaar ge plaatst; de Bisschop heft de antifoon aan: Oudstijds werden de Altaren opgericht boven de graven der Martelaren. Geen waardiger plaats kon daarvoor worden uit gekozen. Toen het aantal kerken zich ver meerderde, moest men van deze gewoon te afwijken. De Kerk gaf toen haar voor schrift, dat in den Altaarsteen een klein graf voor de Relikwieën der Martelaren zou worden uitgehouwen. Zalving van het graf der Martelaren. De Bisschop zalft met Chrisma het graf op de vier hoeken en legt vervolgens de Relikwieën in het graf en zingt. Daarna bewierookt de Bisschop de Reli kwieën en wijdt den sluitsteen van het graf aan den onderkant en den bovenkant, bestrijkt den steen met het gewijde ce ment en sluit het graf. Wijding van het Altaar Nu bewierookt de Bisschop geheel het altaar en heft de Antiphoon aan: De Engel stond naast het altaar des tempels, een gouden wierookvat in de hand; en hem werden vele reukwerken gegeven; en de rook der reukwerken steeg op voor het aangezicht van God. Alleluja. Vervolgens wordt het altaar gereinigd, waarna het wederom door den Bisschop wordt bewierookt, terwijl Hij den Anti phoon aanheft. Daarna wordt het Altaar voortdurend door een priester bewierookt. Hierna vervolgt de Bisschop: Jacob richtte een steen op tot gedenkteeken, en goot daarover olie; hij deed een gélofte aan den God van Jacob. Deze Antifoon wordt gevolgd door Ps. 83. David drukt daarin het verlangen uit naar Gods heiligdom. Onder het zingen zalft de Bisschop tot driemaal toe met de H. Olie der doope- lingen de vijf kruisen, die op den Altaar steen zijn aangebracht. Onder het zingen van de antifoon: „Ge heiligd heeft de Heer Zijn woonplaats; want dit is het huis van God, waarin Zijn Naam zal worden aangeroepen, waarvan geschreven staat: En daar zal Mijn Naam zijn, zegt de Heer", stort de Bisschop de H. Olie der doopelingen en het Chrisma tegelijk op het Altaar uit, en zalft met reed is gemaakt door hemlsche zegening Na de zalving van het altaar worden de 12 kruisen op de binnenmuren der kerk gezalfd. Juist door het altaar ver krijgt het kerkgebouw zijn hooge waarde. (Christus, de Gezalfde (het Altaar), bezit devolheid van genade en zond de genade des H. Geestes het eerst aan de Apostelen (12 kruisen), die het geheim des kruises moesten verkondigen). De Bisschop heft den antifoon aan: „Al uw muren zijn van edelsteenen; en de to rens van Jeruzalem zullen worden opge bouwd van diamant". Deze antifoon wordt gevolgd door Ps. 147, waarin lof gegeven wordt aan den machtigen God van Israël. Bij het altaar teruggekeerd heft de Bis schop de antifoon aan: „Mozes bouwde een altaar voor God, den Heer, waarop hij brandoffers opdroeg, en offerdieren slachtend, bereidde hy voor God, den Heer, een avondoffer tot aange- namen geur, in het bijzijn der kinderen Israëls". Hierna wijdt de Bisschop wierookkor- rels. Op elk der vijf kruisen, in den Altaar steen uitgebeiteld, worden vyf wierook- korrels gelegd, en op ieder kruis van wierookkorrels een kruis van waschlicht- jes gezet, welke door den Bisschop wor den ontstoken. (De verbranding van den wierook her innert aan Jezus, die Zijn lijden en dood aan den Hemelschen Vader als offer aan bood, en op het Altaar dagelijks Zijn offer op onbloedige wijze hernieuwt). Vervolgens worden de voegen tusschen altaarsteen en voet gezalfd. De inwijdingsplechtigheid wordt beslo ten met het volgende gebed: Almachtige, eeuwige God, wij bidden U ootmoedig door Uwen eeniggeboren Zoon, onzen Heer, Jezus Christus, dat Gij dit 'Altaar, hetwelk tot een heilig gebruik ge reed is gemaakt, door hemelsche zegening t heiligt; en dat Gij, gelijk Gij de op dracht van den Hoogenpriester Melchise- dech met een wondervol welbehagen hebt aangenomen, zoo ook de offergaven, die op dit nieuwe altaar gebracht worden, altoos genadig wilt aanvaarden; opdat het volk, hetwelk in dit heilig bedehuis zal ko men, door die offers geheiligd en behou den, de eeuwige zaligheid hunner zielen moge verwerven. Door denzelfden Chris tus onzen Heer. Amen. H. Misoffer Nu het kerkgebouw tot offerplaats ge wijd is, wordt het altaar gereinigd en, als bekroning van het werk, het Misoffer door den Bisschop plechtig opgedragen. De Misgebeden worden genomen uit de Mis van Kerkwijding. DE VERKEERSKWESTIE: LEVENDAAL OF HOOGEWOERD. Sinds voor enkele maanden het Leven daal van een stinkende stadsgracht tot een ware boulevard omgebouwd is, heeft Lei den een verbetering van beteekenis verkre gen. De ongezonde atmosfeer van het stil staande grachtwater was reeds jaren als een ziek lidmaat in een stadsgedeelte, dat zich bevond te midden van de nieuwe en de oude stad. Dit is thans veranderd. De smalle hobbelige grachtstraten zyn verdwe nen, waarmee echter weer een karakte ristieke stadsgracht met zijn forsche hoo rnen en de pittoreske trapjesbrug was ver dwenen. Nochthans is dit verlies aan stads- schoon niet betreurd. Integendeel. Men heeft jaren lang geen moeiten gespaard om het Levendaal te doen dempen en zoo de weid en zijd beroemde ontsiering weg te nemen. Doch alvorens het zoover was moest de demping een dubbel doel be oogen, men wilde een zwaard smeden, dat aan twee kanten sneed. De Hoogewoerd beantwoordde sinds lang niet meer aan de eischen die men aan een modern snelverkeer mocht stellen. De zeer nauwe inrij, bovendien nog bemoeilijkt door het dubbelspoor van de stadstram, welke bij het enkelspoor het groote nadeel brengt van een ten deele links verkeer, vormde een zware belemmering voor het steeds drukker wordend autoverkeer. Men hoopte nu door demping van het Leven daal een verkeersverlichting te bewerken van de overbelaste Hoogewoerd. Inmiddels is de gracht veranderd in een breede aan alle eischen beantwoordende snel-vervoersweg, geflankeerd door ruime trottoirs. Hiervoor was een verandering noodzakelijk van een deel van het Plantsoen om een gunstige aansluiting op den Hooge Rijndijk en daarmee op den weg naar Utrecht te vér krijgen. Aan de publieke ergernis van het Leven daal kwam een einde, het is inderdaad een schitterende oplossing geworden, waardoor de verbinding met Stadstuinwijk en de enorme uitbreiding aan de Zeemanslaan niet weinig gebaat is. Aan ethische eischen van stadsschoon is ruim voldaan. Is nu ech ter ook het verkeersprobleem opgelost? Deze vraag werd reeds van verschillen de zijden met twijfel beantwoord. Immers, inplaats van een weg komen er nu twee, zoodat van een algeheele ontlasting van de Hoogewoerd niet gesproken kan worden. Hiernaast staat vast, dat de Hoogewoerd in de „verkeerslijn" ligt, en het Levendaal „om" is. Bovendien is de bocht Levendaal Korevaarstraat in de nieuwe verkeersweg voor het snelverkeer niet gunstig. We hebben een en ander van nabij in oogenschouw genomen en de cijfers ge rangschikt. De gegevens die hier volgen zyn opgenomen op vier opvolgende spits uren. Het bleek, dat ruim de helft, namelijk 53,5 pet. van het snelverkeer over het Le vendaal gaat en de resteerende 46,5 pet. over de Hoogewoerd. Het verkeer wordt alzoo oogenschijnlijk over beide wegen ge lijk verdeeld. Dit is echter oogenschijnlijk, want een nadere beschouwing stelt boven genoemde bezwaren in het gelijk! In totaal observeerden we 742 snelver- keersvoertuigen. Hiervan gingen er 315 in de richting van de Breestraat en 427 in de richting Hooge Rijndijk. Het hoogere „uit- voer"-cijfer kunnen we toeschrijven aan het transito-verkeer over Leiden in de richting Utrecht. Ontleden we bovengenoemde cijfers naar het verkeer over Hoogewoerd en Leven daal dan komen we tot de volgende getal len: Richting Breestraat 315, over Hoogewoerd AGENDA LEIDEN. Vrijdag. Geloof en Wetenschap, lezing „Hoe de Dempo gebouwd werd", den Burcht, 8 uur. De avond-, nacht- en Zondagdienst der apotheken wordt van Maandag t tot en met Zondag 8 Maart as. waarge nomen door de apothekers: P. du Croix, Rapenburg 9, tel. 807, E. B. de Metz, Ka merlingh Onneslaan 28, tel. 3553 en C. van Zijp, Wilhelminapark 8, Oegstgeest, tel. 274. 157 of 55,6 pet, over Levendaal 140 of 44, 4 pet. Richting Hooge Ryndijk 427, over Hooge woerd 171 of 40 pet., over Levendaal 256 of 60 pet. Hieruit blijkt dat voor het verkeer rich ting Breestraat een kleine voorkeur voor de Hoogewoerd bestaat, voortkomende uit het feit van gunstiger ligging, ruimer toe gang en vanwege het vermijden van de bocht Korevaarstraat-Levendaal, die voor verkeer uit deze richting zeer lastig ligt, door 'n volkomen ontbreken van uitzicht op het verkeer van de Breestraat. Voor een klein percentage mogen we deze voorkeur toeschryven aan de nog onbekende verbin ding over het Levendaal. We mogen du* veronderstellen, dat dit verschil mettertijd genivelleerd zal worden. Tot zoover komen de bezwaren geheel tot hun recht. Voor de richting Hooge Rijndijk springt de voorkeur voor het Levendaal sterk in het oog. Voor een groot deel is hier de A.N.W.B. debet aan door de plaatsing van duidelijke verkeersborden aan het split- singspunt: HoogewoerdKorevaarstraat en op de Korevaarstraat tegenover het Leven daal. Echter voor het grootste deel de on gelukkige nauwe inrij van de Hoogewoerd aan deze zijde. Hoewel het verkeer in één richting zoo veel gunstiger geworden is, mag toch niet tot éénrichtings-verkeer besloten worden: over de Hoogewoerd voor de richting Bree straat, over het Levendaal voor de rich ting Hooge Rijndijk. Eenerzijds zou hier door het verkeer over de Hoogewoerd geenszins verlicht worden, anderzijds biedt het Levendaal ruim voldoende gelegen heid voor verkeer uit beide richtingen. Voor het Levendaal moeten we nog een frappeerende bijzonderheid meedeelen, na melijk het groote verschil in richting. We zien dat 72 pet. van het vrachtvervoer hier over in de richting van den Hooge Rijndijk gaat, terwijl dit cijfer voor het personen vervoer 54 pet. bedraagt. Plaatsing van eenige verkeersaanduiding aan de splitsing PlantageLevendaal zal ook hier verbetering brengen. We mogen dus inderdaad van een verbe terde verkeersverbinding spreken, temeer daar bij meerdere bekendheid het Leven daal verre verkieslijk zal zijn boven de Hoogewoerd. DREIGENDE STAKING BIJ DE N.V. v.h. GEBRS. PEL. Van werknemerszijde wordt ons bericht: In een gisteren gehouden vergadering, van personeel der N.V. v.h. Gebr. Pel, sui kerwerkfabrikanten aan de Morschweg 5058 alhier, is besloten tegen de sedert 22 Februari 1936 toegepaste 5 pet. loons verlaging door middel van staking op te treden. De loonen zijn sedert 1932 van 15 tot 45 pet. verlaagd, zoodat zeer lage loonen zijn overgebleven. Het jongens- en meisjes- personeel geniet een belooning zoo laag, dat neit het minste uitzicht op bestaans mogelijkheid meer overblijft, terwijl vele volwassen, gehuwde personen van acht tot 16 gulden per week verlaging ondergingen, waarvan nu weer 5 pet. is afgenomen. Bovendien stelt de firma zich voor om in de eerste week van April a.s. opnieuw de loonen met 5 pet. te verlagen. Hiertegen meenen de vakvereenigingen van de arbeiders, de Algem. en Chr. bon den in het Bakkers-, Chocolade- en Sui- kerbewerkingsbedrijfte moeten opkomen. DE DREIGENDE STAKING BIJ VAN HOEKEN. De Rijksbemiddelaar prof. mr. Josephus Jitta heeft inlichtingen gevraagd aan de partijen die betrokken zijn bij een drei gende staking bij de firma Van Hoeken, houthandel alhier. ONGELUK MET DOODELIJKEN AFLOOP Dinsdag j.l. te 5.40 uur is de milicien bij-kok D. de B. uit Katwijk aan Zee op de binnenplaats van de Moschpoortka- zerne alhier gestruikeld en in een kuip heet water gevallen. Hij werd naar het hospitaal overgebracht, waar hij gisteren aan de gevolgen is overleden. Zilveren medaille 24-jarige dienst. Hedenmiddag omstreeks 12 uur heeft op de cour van de Doelenkazerne alhier de uitreiking plaats gehad van de zilveren medaille voor 24-jarigen dienst aan den fourier G. H. Broekema en den wachtmees ter W. M. van Well, beiden van het 6e Reg. Veld-Artillerie. Voor het front der troepen, die onder leiding stonden van kapitein Taconis, wer den de besluiten voorgelezen, waarna de majoor hoofdinstructeur Brasser beiden militairen de medaille op de borst spelde. Daarna sprak majoor Brasser hen in hartelijke woorden toe en hoewel hij moest erkennen door zijn nog korte ver blijf bij het regiment, weinig van de ju bilarissen te weten, had hij toch gehoord, dat zij immer de hen opgelegde taak in trouwe plichtsvervulling hadden verricht. De muziek van het 6e Regiment luisterde de plechtigheid op.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 2