DE KATHOLIEKE PERS MOET WEG BEZOEKT MODEL WONING VROOM en DREESMANN NA DE ITALIAANSCHE OVERWINNING DONDERDAG 5 MAART 1936 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 BUITENLAND DUITSCHLAND. WERKEN VAN PROF. DR. FRIEDRICH MUCKERMANN SJT. IN BESLAG GENOMEN. Naar K.W.P. verneemt zyn in heel Duitsehland alle werken van den ook in Nederland bekenden letterkundige en spre ker prof. dr. Friedrich Muckermann S.J. door de Duitsche Geheime Staatspolitie in beslag genomen. Duizenden exemplaren van Muckermann's werken, zooals „Goethe", „Vom Ratsel der Zeit", „Der Mönch tritt über die Schwelle" en „Heiliger Frühling", die nog bij de verschillende boekhandelaren voorradig waren, zijn geconfisceerd en zul len op den brandstapel aan de vernietiging worden prijsgegeven. SPANJE. PITA ROMERO NIET MEER BIJ HET VATIC AAN. De Spaansche president, Zamora, heeft een brief gezonden aan den Paus, waarin hij mededeelt, dat Leandro Pita Romero heeft opgehouden Spaansch ambassadeur bij het Vaticaan te zijn. ITALIË. VON NEURATH NIET NAAR ROME. Gisteren deed het bericht de ronde, dat de Duitsche minister van Buitenlandsche Zaken, Von Neurath, gisternacht op de doorreis naar Rome te Milaan zou zijn ge arriveerd. Een bericht, dat allerwege be langstelling wekte en dat ook in de Neder- landsche pers van het noodige commentaar werd voorzien. Wij hebben het bericht gis teren niet geplaatst, omdat de tegenspraak ons tijdig bereikte, doch nu er in andere bladen eenige ophef van gemaakt is, is het niet ondienstig erop te wijzen, dat dit be richt op een misverstand bleek te berus ten. Het bleek namelijk later, dat een al te voortvarend persbureau den minister had verwisseld met diens zoon, die reeds jaren de functie van legatieraad bekleed bij de Duitsche ambassade te Rome. Een vergissing, die in deze dagen van politieke activiteit, waar gezanten en mi nisters rusteloos heen en weer reizen tus- schen de voornaamste steden van Europa misschien begrijpelijk is, maar die de oor zaak was van heel wat gissingen, vooral in de redactie-bureaux. GRIEKENLAND. ZICH TOESPITSENDE SITUATIE. Moeilijkheden bij regeeringsvorming. Door het verzet van de Grieksche leger leiders tegen de vorming van een Venize- listische regeering met steun van de kleine partijen, heeft de politieke situatie zich nog meer toegespitst. De leider der Venizelis- ten heeft bij den koning tegen deze inter ventie van de militaire leiders geprotes teerd. De laatste pogingen, welke koning George in het werk heeft gesteld om een samen werking tot stand te brengen tusschen de Venizelisten en de volkspartij, schijnen evenmin succes te hebben opgeleverd. Men gelooft thans dat de koning, ingeval vóór Vrijdag geen overeenstemming tusschen de beide groote partijen zal zijn bereikt, op dracht zal geven een 'neutraal kabinet te- vormen, dat den steun van de Kamer zou hebben. RUSLAND. Stalin waarschuwt Japan EEN INTERVIEW MET DEN DICTATOR. Sovjet-Rusland op de bres voor Buiten Mongolië. Stalin heeft in een interview, dat hij heeft toegestaan aan Roy Howard, den pre sident van den raad van bestuur der Ame rican Nev/spapers Association Scripps Ho wards Newspapers verklaard: „Wij moeten de republiek Buiten-Mon- golië helpen, indien Japan het wagen mocht haar aan te vallen en zou probeeren haar onafhankelijkheid te vernietigen". Stalin voegde hieraan toe, dat de plaats vervanger van Litwinof den Japanschen ambassadeur te Moskou reeds hieromtrent op de hoogte heeft gesteld. Wij zullen de Mongoolsche Republiek op dezelfde wijze helpen als wij in 1921 hebben gedaan. Stalin antwoordde bevestigend op de vraag van Howard of een Japansche poging Oelam Bator, de hoofdstad van Buiten- Mongolië, te bezetten, een positief optreden der Sovjet-Unie noodzakelijk zou maken. Japan, aldus vervolgde Stalin, schijnt voort te gaan troepen te concentreeren bij de Mongoolsche grens, maar tot nu toe heeft men nog geen enkele nieuwe grensover schrijding geconstateerd. De verhouding tot Duitse hland en Polen. Sprekende over de situatie in Europa zegt Howard, dat Sovjet-Rusland schijnt te meenen, dat Duitschland en Polen agressie ve bedoelingen jegens haar hebben en een militaire samenwerking voorbereiden, wel ke de verwezenlijking dezer plannen zou kunnen begunstigen. Nieuwe kneveling in Duitschland Pauselijk protest te Berlijn DE KERKBLADEN WERDEN TE VEEL GELEZEN. De president der Rijksperskamer Amann heeft een nieuwe verordening uitgevaar digd, waarin o.a. bepaald wordt: Diocesane bladen die door een Bisdom worden uitgegeven, mogen slechts in het desbetreffende Bisdom verspreid worden en mogen uitsluitend dienen om Officieele Kerkelijke Berichten en Mededeelingen te publiceeren, verder mogen zij bevatten be richten uit het kerkelijk leven, godsdiens tige artikelen ter herinnering aan gebeur tenissen uit de geschiedenis der Kerk en van het Bisdom. Het opnemen van advertenties is alleen geoorloofd, wanneer zij betrekking heb ben op het godsdienstig leven en kerkelijke gebruiken, alsook betreffende voorwerpen, waaruit duidelijk blijkt, dat ze aan de lezers aangeboden worden, omdat deze ledematen van de Katholieken godsdienst zijn. Voortaan mogen dus slechts advertenties worden opgenomen waarin rozenkransen, wy waters vaten, kerkboeken en doodkisten worden aangeprezen! Verboden zijn iedere andere soort van advertenties, betreffende kostscholen, levensmiddelen, huwelijken, Sanatoria enz. Het is duidelijk <iat dit een zware slag beteèkent voor de Kerkelijke Weekbladen. Deze bepalingen zijn uitsluitend getrof fen, omdat de Nationaal-Socialistische bla den met leede oogen het hooge oplagecijfer en de uitgebreide advertentierubriek der Kerkelijke Weekbladen gadeslaan; deze maatregel kan slechts als „Profitgier"-con- currentie-nyd gebrandmerkt worden. Artikel 2, 3 en 4 bevatten gelijkluidende bepalingen voor Parochiebladen, Dek anale bladen en Blaadjes van Confessioneele or ganisaties (Voortplanting des Geloofs enz.) Ook de Zondagsbladen, zooals Katholiek Duitschland er zoovele telde o.a. „Der Ka- tholik" uit Mainz, „Die Christliche Fami lie" enz., worden zwaar getroffen. Ontspanningsverhalen met een zedelijke strekking, kruiswoordenraadsels, rebussen, boekbesprekingen, ten bate van het goede boek, anecdoten, waarschuwende artikelen, tegen slechte, geloofs- en zedeleer onder mijnende geschriften, zooals van Rosen berg, Arthur Dinther, Hauer, enz., dat alles is voortaan verboden. En waarom?. Na de gelijkschakeling van de pers zijn de bladen onleesbaar geworden van verveling: het lezen van de uniforme Nazi-bladen is ongenietbaar. Daar de Katholieken geen eigen dagbla den meer bezitten (Amann verbood immers reeds eerder een pers voor een speciale confessioneels volksgroep) hebben de ge- loovigen hun lectuur gezocht in de Kerke lijke Weekbladen en Zondagskranten, wier aantal abonné's geweldig toenam en wier advertentiekolommen voortdurend werden uitgebreid. Ook dit was voor de Nationaal-Socialisti sche Uitgeversmaatschappijen een doorn in het oog. Vandaar de Ukase van Amann. De Duitsche Katholieken zijn thans ge heel weerloos en machteloos. Intusschen gaan de moderne heidenen on gehinderd voort met een geweldige propa ganda te maken voor him verderfelijke, godlooze beginselen, en bij him streven mo gen zy zich beschermd rekenen door de of ficieele regeeringsautoriteiten, die, toen zij het bewind in handen namen en aan de macht kwamen beloofden, dat hun heele systeem steunde op de basis van het posi tieve Christendom! MGR. ORSENIGO PROTESTEERT. Op instructie van den Paus heeft de pau selijke nuntius te Berlijn, mgr. Orsenigo, naar de „Daily Telegraph" verneemt, een protest tot het ministerie van Buitenland sche Zaken gericht naar aanleiding van de jongste maatregelen, welke de nationaal- socialistische autoriteiten tegen de katho lieke bladen hebben genomen. Hij heeft er daarbij pp gewezen, dat deze periodieken nadrukkelijk door het concordaat zijn be schermd. De nuntius zou tevens verklaard hebben, dat, indien de huidige anti-katho lieke campagne wordt voortgezet, de Paus genoodzaakt zal zijn te overwegen, de nun tiatuur te Berlijn in te trekken. Polen heeft evenwel geprotesteerd en zou niet toestaan, dat buitenlandsche troepen van zijn grondgebied zouden gebruik ma ken als basis van operaties tegen een derde mogendheid. Hoe ziet Sovjet-Rusland dan een aanval van Duitschland?, vroeg Howard. Stalin antwoordde: De geschiedenis be wijst, dat, wanneer een of andere staat van plan is een oorlog te beginnen met een an deren staat, waarmede hij geen gemeen schappelijke grens heeft, de aanvallende staat grenzen gaat zoeken, van waar hij den staat, welke hij wil aanvallen, zou kun nen bereiken. De aanvallende staat vindt zulke grenzen, zij het met gebruikmaking van geweld, zoo als in 1914, toen Duitschland België over weldigde om Frankrijk te bereiken, of in 1918, toen het de grens van Letland „leen de" om te trachten naar Leningrad te ko men. Ik weet niet, aldus vervolgde Stalin, wel ke grenzen Duitschland voor zijn doel zou uitkiezen, maar ik denk wel, dat deze grenzen „ter leen" zullen kunnen worden gevonden. De mogelijkheid van een nieuwen oorlog. In antwoord op een verdere vraag, zeide Stalin, dat het onmogelijk is te voorspellen of een oorlog onafwendbaar is, daar een oorlog onverwachts zal uitbarsten. Men verklaart thans geen oorlog meer, maar begint eenvoudig een oorlog. Daaren tegen geloof ik, dat de positie der vrienden van den vrede sterker wordt. De vrienden van den vrede worden gesteund door de kracht der openbare meening, door den wil der groote massa der naties. Geen enkele natie ter wereld wenscht den oorlog. De haarden voor een eventueelen oorlog. Ten slotte gaf Stalin als zijn meening te kennen, dat er twee haarden van gevaar bestaan. Eén in het Verre Oosten, in de Japansche zone, en één in Europa in de zone van Duitschland. Het is moeilijk te zeggen, in welke van deze beide een oorlog het meest bedreigt. In vergelijking met deze beide gevaren, is de oorlog in Abessynië slechts een epi sode. AMERIKA. ONRUST TE NEW YORK. Tengevolge van staking der lift-jongens. Er is thans te New York een staking van liftjongens aan den gang, welke ernstige ongeregeldheden ten gevolge heeft. Er von Ionze compleet gemeubileerde en gestoffeerde op de 4e etage (lift) toegang vrij. leiden den gewelddaden plaats tegen de niet bij een vakvereeniging aangesloten liftjongens, die de met scheermesjes en hamers gewa pende stakers voor hun zaak trachten te winnen. In de Para Avenue schijnen tal van hui zen in staat van beleg te zijn. Vergeefs trachten de werkwilligen deze huizen te verlaten. De politie doet al het mogelijke om de stakers, die de huizen belegeren, terug te dringen. Talrijke brievenbussen in de zakenwijk zijn door kwaadwilligen met water gevuld. BUITENLANDSCHE BERICHTEN EEN LEVEN ZONDER SLAAP De Tibetaansche monnik Rim-Po-Tsje, die aan het hoofd van een klooster in Ti bet staat, is na een pelgrimstocht door Noord-Indië te Calcutta aaingekomen. Deze man beroemt zich er op, dat hij nooit slaapt. Sinds mijn jeugd aldus zegt hij heb ik mij dag en nacht ge wijd aan studie en meditatie en ik heb nooit behoefte aan slaap. De 71-jarige monnik staat overigens op het standpunt, dat het altijd waken niets bijzonders is. Vele andere monniken en priesters in Tibet hebben volgens hem hetzelfde kunnen bereiken. Heeft Badoglio nieuwe plannen RAS KASSA'S LEGER GEKRAAKT. „Dit is geen oorlog meer, doch een jacht." Havas meldt uit het hoofdkwartier der Italiaansche troepen in Ethiopië: „Ik wacht tot een nieuwe vijand ver schijnt", antwoordde maarschalk Badoglio op een vraag betreffende zijn nieuwe plannen, door de journalisten gesteld, wien hij in zijn hoofdkwartier een onder houd toestond. Maarschalk Badoglio zeide zich te ver heugen over de thans bereikte militaire positie, welke hij een schitterend dementi achtte op alle leugens en onjuiste voor stellingen, vanuit Addis Abeba verkondigd. Wanneer inderdaad een leger tegen een leger strijdt, dan zijn het de Ethiopiërs die verslagen worden. Indien de oorlogsberichten door den Negus worden geredigeerd, kan niet anders worden vastgesteld, dan dat deze niet in de goede conditie daartoe moet verkeeren, meende Badoglio, daar geen andere verkla ring voor deze soort eenzijdigheid en on juistheid te vinden. „Wat het leger van Ras Kassa betreft', zeide de maarschalk, „dit werd niet ver slagen, maar gewoon gekraakt en vermor zeld. De Abessiniërs trachtten in de groot ste paniek zich te redden, doch zij werden overal achtervolgd en gedood. Hier is geen sprake meer van een oorlog, dit is een jacht." Daarna besprak hij nog met de journa listen hoe de strijd in het Sj ire-gebied zich had ontwikkeld en de geweldige ne derlaag, welke het leger van ras Imroe was toegebracht. De verliezen der Abessiniërs worden geraamd op 35.000 dooden en gewonden; 1500 Abessiniërs zouden zijn gevangen ge nomen. De Italiaansche verliezen zouden iets meer dan 2000 dooden en gewonden be dragen. De oorlogsbuit moet geweldig groot zijn. Talrijke kanonnen, mitrailleurs, geweren en enorme hoeveelheden munitie der alles bij hun overhaaste vlucht achterlatende Abessinische legers, werden verzameld en naar de Italiaansche stellingen vervoerd. EEN OORDEEL OVER DE ABESSIJNSCHE VELDHEEREN. Wat den strategischen prestatie der Abes sinische aanvoerders betreft, verstrekt het Italiaansche hoofdkwartier ten slotte nog het volgende overzicht: Ras Imroe heeft zich van alle Abessi nische legerchefs verreweg het bekwaamst getoond. Zijn plan, het tweede Italiaansche legercorps te verslaan, alvorens het vier de te hulp zou kunnen komen, berustte op gezond strategisch inzicht. Ook gaf hij intijds bevel tot den terugtocht, zoodat zijn leger niet werd omsingeld. Dat deze terugtocht ten slotte ontaardde in een vlucht, was niet zijn schuld, doch een ge volg van de meedoogenlooze achtervol ging, vooral door de Italiaansche vliegtui gen. Ras Moeloegeta heeft zich bij de orga nisatie van den tegenstand op den Amba Aradam, eveneens een bekwaam veldheer getoond. Zijn groote fout was echter, dat hij geen oogenblik heeft gedacht aan de mogelijkheid van een nederlaag en er niet voor zorgde, zich een terugtochtsweg open te houden. Het onbekwaamst zijn Ras Kassa en Ras Seyoem gebleken. Beiden hebben hun dap per strijdende troepen slecht geleid, met het gevolg, dat zij door de Italianen wer den omsingeld. Vooral Ras Kassa heeft bewezen, niets anders te zijn dan een bar- baarsche aanvoerder, zonder eenig begrip van de moderne oorlogvoering. LEGERBERICHT 146. Het legerbericht 146 luidt: Maarschalk Badoglio telegrafeert: „De veldslag in Tembien was in volle ontwikkeling, toen bij het aanbreken van den dag op 29 Fe bruari het tweede en vierde legercorps in het Sjire-gebied de troepen aanvielen van Ras Imroe, het eenige vijandelijke leger corps, dat aan het Erythreesche front nog intact was gebleven. Zeer levendige ge vechten hadden plaats vanaf 29 Februari tot 2 Maart. De vijand, die in het Noorden werd ingesloten door het vierde legercorps en in het Oosten door het tweede, week na een verbitterden tegenstand, tijdens welken hij waarlijk uitzonderlijke verliezen leed, gisteren voor een alles omverwerpen de bestorming van het tweede legercorps. Groepen vluchtelingen begeven zich naar de doorwaadbare plaatsen van den Takaz- ze en werden onder machinegeweervuur genomen door de luchtstrijdkrachten. Met de overwinning in Sjire is de ineenstor ting van het geheele Abessijnsche Noorde lijke front volkomen. Van de vier leger corpsen der Abessijnen, die de Negus op dreigende wijze gemobiliseerd had in de eerzuchtige illusie de Italiaansche militaire kracht te kunnen slaan en den weg aan de beschaving te kunnen versperren, resten nog slechts armelijke overblijfselen, die op de vlucht zijn naar het Zuiden. HET BEROEP VAN GENEVE. Reuter meldde gisteren uit Rome: In afwachting van den ministerraad a.s. Zaterdag, welke stelling zal kunnen nemen inzake den oproep van de commissie van dertien, blijven officieele kringen zeer ge reserveerd en men merkt alleen op, dat de toespelingen van Eden op de verscher ping van de sancties in Italië geen goe den indruk hebben gemaakt: ter zelfder tyd verklaart men evenwel, dat de oproep van de commissie van dertien niet den indruk van een ultimatum maakt. Dit is van groot belang, want gisterochtend ver klaarde men te Rome, dat, indien de voor stellen van de commissie gebiedend waren gesteld, Italië deze onmiddellijk zou ver werpen. Alles wijst er dus op, dat de mi nisterraad Zaterdag den oproep niet zon der meer van de hand zal wijzen. WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN SD.A.P. EN VOLKSLIED. Wij lezen in de T ij d: „Zonderling is de houding van de sociaal democraten tegenover de nationale symbo len: de vlag en het volkslied. Tot voor kort moest men in roode kringen daar niets van hebben: men had een eigen vlag, de roode, en een eigen lied: de Internationale. Het rood-wit-blauw en het Wilhelmus werden bij iedere gelegenheid verguisd. Later, toen het getij keerde, werd 't den socialisten te lastig tegen den stroom op te roeien en waar het te pas kwam, trokken zij een na tionaal jasje aan. De N. S. B. speelde een merkwaardige rol bij deze evolutie der sociaal-democra ten. Aan den eenen kant verklaarden de zen, dat zij van de nationale symbolen eerst recht niets moesten hebben, nu de nazi's die voor on-Nederlandsche doeleinden mis bruikten en aan den anderen kant achtten zij het noodig tegen de N. S. B. in nationa lisme op te bieden. Wij hebben de snelle bekeering en het nationaal vertoon van de socialisten altijd met eenig wantrouwen bezien. Over een ontwikkeling der sociaal-democraten in op- bouwend-nationalen zin zouden wij ons slechts kunnen verheugen. Thans echter achten wij hun nationalisme nog slechts door opportunisme ingegeven en de op bouw, waarin zy thans met hun arbeids- plan de leiding willen nemen, lijkt ons te ondegelijk om er vertrouwen in te hebben Dat men bij de sociaal-democraten nog erg onwennig staat tegenover de door de omstandigheden opgedrongen geesteshou ding, blijkt uit het volgende. Op een verga dering voor „Eenheid door democratie", gisteren te Amsterdam gehouden, werd o.m. gesproken door een jong sociaal-de- j mocraat, den heer H. Brugmans, leider van het Instituut voor Arbeidersontwikkeling. Deze dreef het nationalisme zeer ver, ge lijk blijkt uit de volgende peroratie: „Straks, aldus spr., zullen we het „Wil helmus", het schoonste aller volksliede ren, dat spreekt van strijd tegen de ty- rannie, tezamen zingen. Welk een vreug de dit lied te mogen zingen, allen een drachtig ondanks onze verschillende op vattingen en zonder dat jongens met op geheven arm getuigen van hun sectari- sche afscheiding!" Maar het „Volk", dat uiteraard de rede van den partijgenoot het uitvoerigst af drukte, maakte met geen woord melding van deze lofrede op ons volkslied!" DE DEVALUATIE-KWESTIE. DeGelderlander schrijft: „Bij de behandeling van het devaluatie probleem is door de voorstanders bij herha ling op België gewezen. Vergelijkingen ten deze moeten met bij zondere voorzichtigheid en reserve bekeken worden. Een aanwijzing daarvoor vindt men in onderstaande uitlating van een der sprekers van den „Christen-Middenstandsbond" in Belgisch Limburg. In de rede, op die algemeene vergadering door den heer Storme, hoogleeraar te Gent, gehouden, merkte deze onder toejuichin gen op: De devaluatie heeft aan de middenstan ders en vooral de ouderen, in hun spaar centen zulk een slag toegebracht, dat de devaluatie van Maart 1935, de laatste is, die de Middenstand nog mag dulden (Toejui chingen). Voor een objectieve beoordeeling van de werking der devaluatie in België lijkt het ons niet ondienstig, deze uitspraak van een Belgischen hoogleeraar te doen kennen. Het citaat kan men vinden in het Bel gische blad „De Morgenpost", van 2 Maart j.l. LUCHTVAART DE NIEUWE ZEPPELIN VLIEGT PROEF Uit Friedrichshafen wordt gemeld: Het nieuwe luchtschip ,.L. Z. 129", dat den naam „Hindenburg" heeft ontvangen, is gistermiddag bij bewolkte lucht om 15 uur 19 opgestegen voor het maken van zijn eersten proeftocht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 6