LOOPT DE AANPASSINGS-
PQLITIEK VAST?
De nieuwe St. Petruskerk
Het grootsche werk is voleind 1
27 ste Jaargang
DONDERDAG 5 MAART 1936
No. 8360
Ste GeklóelieGoti/fca/nt
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagtJbij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
Dit nummer bestaat uit
vier bladen.
V De salarissen voor de
religieusen
Wij hebben gisteren een bezwaar ontwik
keld tegen het lager salarieeren van reli-
gieusen-onderwijzers( essen), omdat zij reli
gieus zijn.
In de Kamer-debatten is dat bezwaar ook
naar voren gebracht: het bezwaar n.L, dat
het den werkgever onverschillig moet la
ten, of iemand vrijwillig afstand heeft ge
daan van de bevrediging eeniger persoon
lijke „behoeften", om het daardoor vrij
gekomen geld voor andere doeleinden te
doen besteden.
Terecht is er in de Kamer-debatten
ook nog op gewezen, dat het twijfelach
tig is, of de religieusen inderdaad mindere
behoeften hebben zij hebben wel a n d e-
r e behoeften; maar: mindere? Ook het on
derhoud van een klooster, een kapel, enz.,
kostgeld!
Hoe 't ook zij, de C.-H. leidér de Geer,
die, begrijpelijk, graag -van de motie af
wilde zijn, en niet voor, doch óók liefst
niet zou hebben willen tegen stemmen,
heeft er op gevonden, om de zaak naar
het Georganiseerd Overleg te verwijzen,
waarin zou kunnen worden nagegaan of
andere en mindere behoeften van in com
muniteit levende personen (niet alleen
religieusen) een lagere salarieering billij
ken en wettigen.
't Schijnt ons niet waarschijnlijk, dat
het Georganiseerd Overleg in deze materie
zal willen treden. En zou dèn deze zaak
van de baan zijn?!
EEN MOTIE Z. H. S. AANGENOMEN
In de heden gehouden vergadering van
de Tweede Kamer is bij den aanvang de
gewijzigde motie van orde van den heer
Boon cs., de regeering uitnoodigend bij de
centrale commisie van georganiseerd over
leg aanhangig te maken de vraag: of er
aanleiding bestaat voor een bijzondere re
geling van de bezoldiging van ambtenaren
en onderwijzers, die in communiteit le
ven, zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
EEN WAARSCHUWING VAN MOTTA.
PARIJS, 5 Maart. „Le Journal" publi
ceert een bericht van den correspondent
van het blad te Genève, Michel Pobers,
waarin deze verklaart:
„Van absoluut betrouwbare zijde ver
nemen wij, dat de Zwitsersche minister van
buitenlandsche zaken Motta, gistermiddag
een zeer dringende demarche heeft ge
daan bij een aantal leden van de commis
sie van Achttien, om hun aandacht te ves
tigen op de ernstige gevolgen, welke de
toepassing van petroleum-sancties en het
verlaten van den Volkenbond door Italië
voor de Helvetische republiek kan hebben.
Motta wees op de positie van Zwitser
land, indien twee nabuurstaten den bond
zouden hebben verlaten, deze positie zou
zeer delicaat zijn.
Hij uitte de vrees, dat zonder Italië en
Duitschland de Volkenbond zou ontaar
den in een coalitie. Als gevolg daarvan
zou het deelnemen van Zwitserland aan
den Bond, als neutraal land, groote moei
lijkheden ondervinden en zou de volksbe
weging in Zwitserland tegen den Volken
bond een werkelijk gevaar kunnen wor
den."
DE NEGUS NEEMT DE VOORSTELLEN
VAN DE COMMISSIE VAN DERTIEN
AAN.
ADDIS ABEBA, 5 Maart. De Negus
heeft de oproep van de Commissie van
Dertien tot het openen van vredesonder
handelingen onvoorwaardelijk aangeno
men.
Het antwoord van den Negus is kort en
zal vanmiddag te Genève worden ontvan
gen.
De invloed van het buitenland.
ANGST VOOR EEN
MONETAIRE CHAOS
DE INVLOED VAN FRANKRIJK.
Velen meenden, dat de moeilijkheden,
waarop wij in ons vorig artikel wezen, n.L
de groote zorgen, welke de Nederlandse he
regeering heeft om de vlottende schulden
te prolongeeren en de groote uitgaven te
financieren, de regeering zouden kunnen
dwingen tot devaluatie over te gaan. Velen
is het hierbij een ernstige zorg, dat deze
gedwongen devaluatie zou geschieden op
een ongelegen moment n.l. nadat de goud
voorraad der Nederlandsche bank belang
rijk zou zijn teruggeloopen.
M.i. maakt men zich hieromtrent noode-
looze zorgen.
Indien de Nederlandsche regeering de
valuatie ongewenscht acht, kan zij m.i.
slechts gedwongen worden tot devaluatie
over te gaan in één geval ml. indien Frank
rijk de waarde der franc, welke toch reeds
vier vijfden harer oorspronkelijke goud-
waarde inboette, nogmaals ging verminde
ren. In dit geval zou slechts de gulden als
eenigste goud-valuta overblijven. De waar
de der dollar immers is, hoewel aan goud
gebonden, te onzeker, 'om tot de goudvalu
ta's gerekend te kunnen worden, althans
om als verrekeningsmunt op groote schaal
genomen te worden, terwijl de Zwitser
sche franc eveneens kwalijk meer tot de
gouddeviezen gerekend mag worden.
Om technische redenen, welker uiteen
zetting te ver zou voeren, en welke in po
pulaire artikelen als deze niet thuis hooren,
zou een handhaving der tegenwoordige
goudwaarde der gulden in bovengenoemd
geval tot de onmogelijkheden behooren.
Hoewel de handhaving der tegenwoordige
pariteit der franc in belangrijke mate af
hankelijk is van de Franse he binnenland
se he politiek en hiernaast Frankrijk met
dezelfde moeilijkheden, doch iin grootere
mate bij het financieren der vlottende
schuld als Nederland te kampen heeft, is het
bij de jongste regeeringscrisis te Parijs ge
bleken, dat de franc binnen hare goudpun-
ten bleef, hierwel de omvang der kapitaals-
vlucht een koers der franc beneden het
gouduitvoerpunt zou wettigen.
DE HULP VAN ENGELAND.
Duidelijk wordt hierdoor bewezen, dat
een daling slechts is voorkomen door sa
menwerking der goudlanden en interven
tie van buiten af. Het was meer speciaal
het Engelsche egalisatiefonds, hetwelk de
Fransche franc op de wereldbeurzen
waar dit noodig was hulp bood. Het zal
wederom het egalisatie-fonds zijn, welke de
gulden kan behoeden voor eene onge-
wensehte daling, indien dit noodig mocht
zijn. Het is het -egalisatiefonds, hetwelk de
koers van het pond sterling in de hand
houdt en groote schommelingen in het En
gelsche devies voorkomt, tot groot voordeel
van de Engelsche buitenlandsche handel.
Waar het woord philantropie in het woor
denboek der internationale geldhandel niet
voorkomt,, behoeft men in deze richting
de motieven, welke aanleiding zijn tot het
verleenen dezer steun, niet te zoeken.
De steun aan de laatst overgebleven goud-
valuta's wordt door het egalisatiefonds,
hetwelk in handen is der Bank of Enge
land, verleend om goud waarde-verminde
ring van franc en gulden te voorkomen, en
daardoor een monetaire chaos, welke het
gevolg zou zijn van het loslaten der gouden
standaard door Frankrijk en Nederland te
verhinderen. Deze algemeene devaluatie
zou alles wat Engeland bereikte door tijdig
te devalueeren te niet doen, slechts welbe
grepen eigenbelang is het motief der steun-
verleening, welke ook overigens niet gratis
wordt gegeven.
De herhaalde bezoeken van den presi
dent der Bank of Engeland aan New York
wijzen er op, dat naast de circulatiebanken
van Frankrijk en Nederland ook de Federal
Reserve banks in deze medewerken. Het
zijn dius ook niet in de laatste plaats de
belangen van het Briteche rijk, welke ge
baat zijn bij een handhaving der tegenwoor
dige goudwaarde der gulden. Het Neder
landsche rijk is immers nog steeds een der
belangrijkste producenten van vele produc
ten, als petroleum, suiker, rubber, koffie,
thee, tin, copra, tabak en cacao.
Een devaluatie der Nederlandsche munt
zou beteekenen dat b.v. 30 procent der we
reldproductie aan rubber zou kunnen wor
den aangeboden tegen een prijs welke on
geveer evenveel onder de wereldmarktprijs
zou kunnen liggen als de gulden in goud
waarde verminderde.
Zoo zou 18% der wereldproductie aan
thee en tin, 8% der totale productie aan sui
ker en koffie, 3 1/2% der totale productie
aan petroleum aangeboden kunnen worden
op de wereldmarkten tegen prijzen welke
de thans moeizaam door Engeland bereikte
stabiliteit der producten prijzen ernstig zou
kunnen verstoren.
Waar het naast zorgen van binnenland-
schen aard in belangrijke mate zorgen be
treffende de prijs der koloniale producten
en daaruit voortvloeiende toenemende on
rust in de koloniën, waren welke Engeland
destijds deden besluiten het moeilijke pad
der deflatie te verlaten, kan men zich in
denken hoe Engeland zich met hand en
tand tegen een devaluatie der gulden en
daaruit mogelijker wijze voortvloeiende
daling der koloniale productenprijzen ver
zet.
Met gerustheid kan men dan ook aanne
men dat speciaal Engeland alles zou wil
len doen om dit gevaar hetwelk als een
Damocles zwaard boven de productenbeur
zen en daardoor boven de economische toe
komst der Engelsche koloniën blijft zweven,
weg te nemen door een internationale sta
bilisatie.
Zoo als wij in ons tweede artikel schre
ven, schijnt een dergelijke stabilisatie thans
verder af dan ooit. Immers de internatio
nale toestand is dermate gespannen, dat
nagenoeg ieder land zich genoodzaakt ziet
leger en vloot op belangrijke wijze uit te
breiden of op groote schaal verdedigings
werken aan te leggen, welke groote bedra
gen vereischen en een vastleggen der mun
ten op een bepaalde goudwaarde opnieuw
in gevaar kunnen brengen. Daarnaast
voeren Duitschland en Italië een politiek
welke onvoorwaardelijk moet leiden tot een
volkomen fiinantieele ineenstorting
Internationaal, technisch finantieei zijn
de vooruitzichten op de verlossende inter
nationale stabilisatie dus bepaald ongun
stig te noemen.
Internationaal, mede tengevolge van of
althans gunstig beïnvloed door vergrooting
der legers en vloten, is het aspect der goe
derenmarkten thans beter dan sinds vele
jaren. De groote voorraden zijn verdwenen
en onder normale politieke omstandigheden
zou niets, na een internationale stabilisatie
der valuta's een opleving in den weg staan.
Van hoe korten duur deze opleving overl
ook zóu zijn. S.
Leiden een kunstwerk rijker.
De klokken der nieuwe St. Petruskerk
hebben hun bronzen mond voorbijgepraat
en reeds gisteren met glorieus gebeier
verkondigd, dat het groote en grootsche
werk zijn voltooiing nadert. Het was
slechts een „slip of the tongue". Een repe
titie voor de uitvoering. Na eenige oogen-
blikken van feestelijk galmen sliepen de
klokken weer in, om, over eenige dagen,
wanneer zalvende bisschopshanden dit
bouwwerk zullen hebben toegewijd aan
den Allerhoogste, hun loflied uit te dreu
nen over stad en land.
Dit nieuwe geluid in deze nieuwe lente
klonk als een dankbaar en hooggestemd
Te Deum in de ooren der parochianen, die
den dag verbeiden, waarop zij weer him
eigen bedehuis zullen bezitten.en hun
eigen plaats!
Voor sommige parochianen, die aan de
oude kerk door zoovele innige banden,
banden van vreugde en droefheid, waren
gehecht, klinkt het misschien wat wreed,
maar nu de nieuwe St. Petrus-kerk vol
tooid is, mogen we dankbaar zijn, dat de
oude is afgebrand.
Zoowel voor de geestelijkheid als voor
de geloovigen is het kerklooze tijdperk een
onaangename periode geweest, doch al de
narigheden en ongemakken worden verge
ten bij het aanschouwen van de nieuwe
kerk, die de trots is van de geheele stad.
Katholiek en niet-Katholiek zijn eenstem
mig in hun oordeel, dat met dit Godshuis
de stad een imposant kunstwerk rijker is
geworden, dat door alle tijden zal gepre
zen worden om zijn kloeke vormgeving en
edele proporties.
Het is niet gemakkelijk te ontleden
waarom deze kerk op den voorbijganger
zulk een rustigen en tegelijk forschen en
tennhemel-strevenden indruk maakt Mis
schien is het geheim van deze aantrek
kingskracht wel daarin gelegen, dat
den architecten geen ander doel voor oogen
heetf gestaan dan een kerk te bouwen, een
Godshuis, waarbij de jiooge en bijna he-
melsche functie de vormgeving bepaalde.
In een voorbeschouwing, een half jaar
geleden aan deze nieuwbouw gewijd, heb
ben wij er reeds op gewezen hoe de archi
tecten Kropholler en ir. Hugo van Oerle,
voortbouwend op de christelijke traditie,
trachten te komen to* een „eigentijdsche
realisatie van eeuwige beginselen".
Deze kerk is geen modieus experiment, even
min 'n archaïseerende proefneming. Den
architecten heeft geen ander ideaal voor
den geest te staan dan het bouwen van een
waardig Gods- en bedehuis, aangepast aan
de moderne behoeften, rekening houdend
met de bijzondere omstandigheden en
daarin zijn zij voortreffelijk geslaagd.
Het is een rustig, masief bouwwerk, zon
der pretentieuese lijnbuigingen, zonder op
vallende versiering ja, afgezien van het
ietwat frivole angelus-torentje, zonder
èènige versiering.
Robust en fier rijst de toren als een
trouwe wachter voor de kerk op. Ook de
toren is niets meer dan zij in feite is:
een klokkendxager, een enorme steenen
zuil met galmgaten om het klokgelui op
de vleugels van de lucht uit te dragen.
Door de zware eiken toegangsdeuren,
die in vergelijking met de toren nietig lij
ken, treden wij het kerkgebouw binnen en
daarbij wachten den bezoeker vele en
aangename verrassingen.
Het Inwendige van de kerk is veel rui
mer en wijdscher dan men uitwendig zou
vermoeden, en van nobele proporties. Het
moeilijke vraagstuk, hoe voor 1400 men-
schen zitplaatsen te verschaffen, is prach
tig opgelost, Weliswaar wordt door de
vier geweldige, uit witte Noorsche gra
niet gehakte pilaren, hier en daar het uit
zicht op het hoogaltaar ontnomen daar
tegenover staat, dat door de gedurfde
zwaai van de bogen de aandacht sterker
op de Offerplaats wordt getrokken, terwijl
bovendien het gewijde karakter van het
gebouw meer tot zijn recht komt.
De tweede blijde verrassing is deze, dat
het grondplan en het is met opzet ge
schied zeer veel overeenkomst vertoont
met de afgebrande St. Petruskerk. De her
innering aan de oude kerk dringt zich op
sommige gezichtspunten b.v. op het
zangkoor onweerstaanbaar aan den be
zoeker op.
De ruimte- en lichtwerking is al bijzon
der gelukkig. De tempel is geheel bekleed
met wit-grijze kalkzandsteen. Wanneer
men zich zulk een witte kerk voorteelt,
denkt men aan iets kils en nuchters
maar de werkelijkheid is anders. Zelfs op
een grauwen, somberen morgen als deze,
was de ruimte licht en zonnig.
Het priesterkoor is niet groot, maar on
miskenbaar het middelpunt van deze wijd-
sche ruimte. De verlichting van de apsis
is bijzonder mooi.
Het altaar, uit Grieksch marmer ge
hakt („scyros-clair") is een eenvoudig
tombe-altaar, bekroond door een verguld
tabernakel. In het marmer aan de voor
zijde is een rijzende zon uitgebeiteld.
Het Lieve Vrouwe-altaar geschenk van
de Mariacongregatie is vervaardigd uit
Itali&ansch marmer. Het St.-Joseph-altaar
geschenk van de heerencongregatie is
nog niet geplaatst, evenmin als de licht-
zuil naast het hoogaltaar.
Er wordt met man en macht gewerkt om
de kerk vóór Dinsdag gereed te krijgen.
Aan weerszijden van het hoogkoor be
vinden zich de ambonen marmeren voet
stuk met koperen balustrade ter voor
lezing van Epistel en Evangelie. In de
doopkapel in het oude vont in eere her
steld.
Aan de milddadigheid der parochianen
wordt „ruime armslag" gegeven. De nissen
en zijkapellen wachten op beelden, de kale
vloer op bedekking, het priesterkoor op
het groote kruisbeeld, dat het altaar over
schaduwt.
Het orgel levering van de firma Pels
uit Alkmaar wordt slechts ten deele op-
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Nieuwe maatregelen tegen de Katho
lieke weekbladen in Duitschland. De Pau
selijke nuntius te Berlijn protesteert na
mens het Vaticaan. (2de blad).
Volgens de Italianen is er geen oorlog
meer in Noord-Abessynië, doch slechts
een jacht op vluchtende Abessijnen. (2de
blad).
In een interview heeft Stalin Japan ge
waarschuwd tegen invalsplannen in Bui-
ten-Mongolië. (2de blad).
BINNENLAND.
De motie-Boon inzake de salarissen van
in gemeenschap levende onderwijzers
(essen) gewijzigd en zonder hoofdelijke
stemming aangenomen. (2de en 1ste blad).
gebouwd, maar reeds fragmentarisch is het
een fraai instrument.
Een kostbaar bezit vormt het klokken
spel, Boven in den toren vanuit de
galmgaten heeft men een heerlijk panora
ma over de stad hangen vier kolossale
klokken, welke electrisch bewogen worden.
Klokken en uurwerk werden geleverd door
de firma Hogen te Duivendrecht. Ook het
uurwerk is in gebruik gesteld (maar nog
niet op de wijzerplaten!). Langzaam tik
ken de minuten boven in de toren de
ernstige toren, die de bevolking vermaant,
dat de tijd verstrijkt.
„Pereunt et imputantur - „Zij vergaan
en worden u toegerekend."
In de nieuwe Sint Petrus-kerk is een
prachtig monument gesticht Aan de vrijwel
torenlooze stad werd een forsche toren
geschonken; aan de nieuwe woonwijken een
steenen en tevens een geestelijk middel
punt.
Aan de architecten, de heeren Krophol
ler en ir. Hugo van Oerle komt de hoogste
lof toe. De aannemers, de heeren Bik en
Breedeveld hebben technisch knap werk
geleverd.
Aan den herder der parochie, Pastoor
Beukers, onze gelukwenschen en onze er
kentelijkheid voor het schoone bedehuis,
dat volgens zijn intenties aan de parochia
nen van St. Petrus is geschonken.
VEERTIJARIG JUBILEUM
G. J. JONK.
Gisteren was het veertig jaar geleden,
dat de heer G. J. Jonk in dienst trad bij
de drukkerij der Fa. J. J. Groen en Zn.,
in de Pieterskerkkoorsteeg alhier.
De jubilaris werd gistermorgen door di
recteur, commissarissen en personeel ge-
lukgewenscht, onder aanbieding van ver
schillende stoffelijke blijken van belang
stelling.
Van de Ned. Maatschappij voor Nijver
heid en Handel ontving de heer Jonk de
gouden medaille met inscriptie en het
getuigschrift.
De burgemeester, mr. A. van de Sande
Bakhuijzen, kwam daarna persoonlijk den
jubilaris complimenteeran en <wees er
o. m. op, hoe groot de samenwerking was
tusschen den heer Jonk en de gemeente
secretarie.
Daarna deelde de burgemeester hem
mede, dat den jubilaris door H. M. de
Koningin de zilveren medaille der Orde
van Oranje-Nassau was toegekend, welke
onderscheiding de burgemeester hem ver
volgens op de borst spelde.