DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
NU OOK RAS IMROE VERSLAGEN LOOPT DE AANPASSINGS
POLITIEK VAST?
27 ste Jaargang
WOENSDAG 4 MAARi uwo
No. ÖJD»
^eCeidacfi&Soii/fcatit
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt.Sij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week J 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 1 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bjj
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 r
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: 0.50
Dit nummer bestaat uit
drie bladen.
De salarissen voor de
r^igieusen
Loon naar behoeften. Nu in de Twee
de Kamer aan de orde is een motie, waar
in de wenschelij kheid wordt uitgesproken,
dat in gemeenschap levende onderwijzers
(ressen) bedoeld zijn de religieusen!
minder loon zullen ontvangen, zal ons
worden toegevoegd: is dit nu geen toepas
sing van uw beginsel: loon naar be
hoeften.
Om groot misverstand te voorkomen,
moeten wij er op wijzen, dat door ons, dat
in katholieke kringen nooit is gepropa
geerd het beginsel loon naar behoeften!.
Wel: loon naar arbeidspresta-
t i e, waarbij dan ook rekening wordt ge
houden met de behoeften. Arbeidsprestatie
staat dus voorop. Voor hen, die gelijken ar
beid presteeren, is het loon dus hetzelfde,
met dien verstande, dat er enkele,
minder en óók meer belangrijke, nuancee
ringen zijn naar gelang van hun,.behoeften.
Nu is het een feit, dat in gemeenschap
levende personen dat religieusen niet
minder „behoeften" hebben, dan andere
ongehuwde personen, maar dat zij wel
minder „behoeften" bevredigen, of,
anders en beter gezegd, dat zij vrijwillig
afstand hebben gedaan van vele behoeften
of verlangens, die zij zouden mogen heb
ben en welker bevrediging zij, met recht
en reden, zouden mogen eischen.
Maar is dat nu een reden, mag dat nu
een reden zijn, om het loon dezer perso
nen, om het loon van kloosterlingen te
verlagen, lager te doen zijn (naar sommi-
ger wensch zelfs zeer veel lager), dan dat
van andere ongehuwden, die een zelfden
arbeid presteeren.
Als nu 'na in Leiden vijf en twintig amb
tenaren met elkaar zouden afspreken, om
niet meer naar schouwburg of bioscoop te
gaan, geen enkel pleizierreisje meer te ma
ken, nooit een cent buitenshuis te verte
ren, geen alcohol te gebruiken en niet
meer te rooken, kleeding te dragen van de
eenvoudigste stof, enz., en het daardoor
vrijkomende geld te geven aan de diaconie
der Hervormde Kerk, teneinde de armen
te kunnen ondersteunen zou men dan
mogen zeggen: die menschen hebben min
der behoeften (inderdaad is dit zoo in den
hierboven uiteengezetten zin), dus laten
wij hun maar minder salaris geven. Ieder
een voelt in dit voorbeeld het on
billijke, het onrechtvaardige. Maar: bij de
religieusen wil men nu precies zoo
gaan redeneeren!
De ,Tijd" herinnert aan wat zich reeds
eerder in de Tweede Kamer heeft afge
speeld inzake de salarissen van klooster
lingen.
„Acht jaar geleden in Maart '28
werd den heer Lingbeek de „eer" aange
daan van een uitvoerige behandeling der
motie, die hij te dezer zake had ingediend
met de strekking natuurlijk om den
kloosterlingen zoo goed mogelijk te kor
ten. Zevenhonderd gulden hadden deze
menschen noodig om van te leven, ver
klaarde de godzalig» van Urk en als ze
dat van den Staat kregen mochten ze blij
zijn! Het waren toen de liberalen, die by
monde van den heer Boon verklaarden:
goed, wij zullen nu nog éénmaal de kwes
tie in den breede dóórspreken, maar dan
ook voor het laatst dan moeten de ul-
tra-rechtsche dominees maar voorgoed be
grijpen, dat zij in de Kamer geen meer
derheid voor zulke ondernemingen vinden!
Hardleersch als deze dominees nu een
maal zijn, hebben ze dit naief vertrouwen
natuurlijk beschaamd. Bij haast geen en
kele begrooting bleef de zaak van de lucht.
Maar inplaats van nu de consequentie te
trekken uit hun houding van toen en „la
mort sans phrase" over dit kleinzielig ge
doe uit te spreken, komen thans.... de li
beralen zelf, zoowaar de heer Boon op
nieuw met de kwestie aandragen, en wel
zóó, dat de Kamer er zich wéér breedvoe
rig over moet uitspreken: in den vorm van
een motie".
Zijn leger eveneens vernietigd
Het beroep der Dertien op deoorlogvoerenden
De laatste pijler der
Abessijnsche militaire
macht.
DE ITALIAANSCHE OVERWINNING.
Havas seint d.d. gisteren van het Tigre-
front:
Het leger van Ras Imroe, het laatste
Abessijnsche leger aan het noordelijk front,
is thans ook geheel vernietigd.
De It&liaansche overwinning is thans
absoluut en definitief.
Zelfs de laatste pijler van de Abessijn
sche militaire macht aan het Noordelijk
front aldus voegt Stefani hieraan toe
is hiermede ingestort. De vier uitdagende
legers van ras Moeloegeta, ras Kassa, ras
Seyoem en ras Imroe zijn thans herleid
tot troepen vluchtelingen, die trachten zich
in veiligheid te stellen in de bergen en de
dalen en die achtervolgd worden door de
Italiaansche vliegtuigen.
Terwijl de slag in het gebied van Abbi
Addi nog gaande was, vielen het tweede
en vierde Italiaansche legercorps in het
gebied van Sjire, ten Westen van Aksoem
aan. Terwijl het tweede legercorps opruk
te in de richting van Coitza, ten Oosten
van Afaga, den tegenstand van den vijand
brekend, rukte het vierde legercorps op in
de richting van Addi Abo, zonder tegen
stand te ontmoeten.
Gisteren werd het leger van ras Imroe
in het Noorden bedreigd door het vierde
Italiaansche legercorps en aangezien het
in den strijd tegen het tweede legercorps
van 29 Febr. tot 2 Maart aanzienlijke ver
liezen had geleden, vluchtte het nu naar
de Takaze, achtervolgd door artillerievuur
en vliegtuigen.
Bommen op de vluchtelingen.
Een eskader Italiaansche vliegtuigen
heeft op 30 K.M. ten Zuiden van het
Asjangi-meer met succes Abessijnsche troe
pen gebombardeerd en onder machinege
weervuur genomen.
Tijdens de zuiveringswerkzaamheden in
Tembien heeft men ook de persoonlijke
bagage gevonden van ras Kassa, Hierbij
bevond zich o.m. een koffer met duizend
thalers.
Gevangenèn bevestigen, dat Ras Seyoem
er niet geslaagd is te vluchten en zich nog
in het Tembiengebied verborgen houdt.
Op de hoogvlakte van Tembien hebben
het derde Italiaansche en het inboorlingen-
legercorps na de overwinning op ras Kassa
de zuiveringsactie voortgezet. Verschillen
de stellingen, zooals de Monte Andino en
Enda Mariam zijn bezet.
HET BEROEP DER COMMISSIE
VAN DERTIEN.
Onder voorzitterschap van den gedele
geerde van Spanje Lolez Olivan is gister
middag de raadscommissie van dertien bij
eengekomen om, zooals Flandin gisteren in
de commissie van achttien had voorgesteld,
te overwegen of het mogelijk zou zijn, een
nieuw beroep tot de oorlogvoerenden te
richten tot beëindiging van den strijd.
De commissie besloot eenstemmig, het
volgende telegram tot de regeeringen van
Italië en Abessinië te richten:
„De raadscommissie van dertien, hande
lende krachtens de opdracht, die de Vol
kenbondsraad haar bij resolutie van 19
December 1935 heeft toevertrouwd, richt
een dringend beroep tot de twee oorlog
voerenden om onmiddellijk onderhandelin
gen binnen het kader van den Volkenbond
en in den geest van het Volkenbondsver
drag te openen, ten einde tot een spoedig
ophouden van de vijandelijkheden en tot
een definitief herstel van den vrede te ko
men. De raadscommissie van dertien zal
op 10 Maart bijeenkomen om kennis te ne
men van het antwoord der twee regeerin
gen".
Dit telegram is reeds gisteravond naar
Rome en Addis Abeba verzonden.
Onmiddellijk na afloop der bijeenkomst
der raadscommissie van dertien maakte de
Vasconcellos als voorzitter van de commis
sie van achttien bekend, dat deze commis
sie hedenochtend weer zou bijeen komen.
Het is de bedoeling, dat deze commissie
dan twee ondercommissies benoemt, die,
in afwachting van de uitkomst der verzoe
ningspoging der raadscommissie van der
tien, alle noodige voorbereidingen zal tref
fen opdat de petroleumsanctie zeer spoedig
zonder verdere technische instructies in
werking kan treden en de bestaande sanc
ties, overeenkomstig de voorstellen der
commissie-Westman, kunnen worden ver
scherpt, voor het geval de verzoeningspo
ging van de raadscommissie van dertien
zou blijken vergeefs te zijn geweest.
Eden en Flandin zullen waarschijnlijk
reeds heden na afloop van de vergadering
der commissie van achtien Genève verlaten
en dan de volgende ^Week weer terug ko
men voor de bijeenkomst van de raads
commissie van dertien en de eventueele
nieuwe by eenkomst van de commissie van
achttien, indien de verzoeningspoging van
de raadscommissie van dertien geen succes
zou hebben.
Italië is gereserveerd.
Reuter meldde gisteren uit Rome: Het
besluit der commissie van 13 om een be
roep te doen op Italië en Abessinië om
spoedig een einde te maken aan de vijan
delijkheden, wordt op het oogenblik te
Rome met voorbehoud ontvangen. Twee
elementen worden door de Italiaansche re
geering overwogen: de vorm en de inhoud
van dezen oproep. Reeds vóór de beslissing
van Genève bekend was, achtte de 'Gior-
nale d'Italia een voorstel in den vorm van
een ultimatum onaannemelijk. De gedach
te van het officieuse blad was dat een op
roep, waarin een dreigement school, niet
kon worden aanvaard door een Italië,
welks overwinningen dagelijks toenemen
en dat nog steeds Abessinië als den aan
valler beschouwt.
Maar de Italiaansche journalisten te Ge
nève hebben er alle op gewezen, dat Flan
din getracht heeft in de redactie van het
beroep op de oorlogvoerenden alles te ver
mijden, hetgeen aan dit document het uit
zicht zou kunnen geven van een ultima
tum.
Het schijnt dus, dat de te Genève geko
zen oplossing niet a priori door Italië be
hoeft verworpen te worden.
In bevoegde kringen werd gisteren ge
zegd, dat Italië, dat thans de overwinning
behaald heeft, zich gereed maakt, er ge
bruik van te maken. In koloniale kringen
zegt men, dat een stopzetting der vijande
lijkheden zonder positieve waarborgen
voor Italië door den Negus zou worden ge
bruikt om de zaken sleepende te houden en
de taak voor Italië moeilijker te maken,
indien het later, niet dan in het regensei
zoen, zijn opmarsch moest hervatten, die
thans volop aan den gang is. Italië is niet
tegen onderhandelingen, waarbij het be
vrediging vinden kan, maar het is weinig
waarschijnlijk, dat het zal toestemmen om
de wapens neer te leggen, zonder nauw
keurige en concrete beloften.
HET TELEGRAM VAN AVENOL.
Te Addis Abeba ontvangen.
ADDIS ABEBA, 4 Maart. (A. N. P.).
Vanmorgen is te Addis Abeba een telegram
ontvangen van den secretaris-generaal van
den Volkenbond Avenol, dat de Abessijn
sche regeering in kennis stelt van de reso
lutie van de Comimisie van Dertien. Abes-
synië wordt uitgenoodigd met het oog op
de op 13 Maart as. plaats vindende zitting
van den Volkenbond de vijandelijkheden
tegen Italië te staken. Bovendien wordt de
Abessijnsche regeering er van in kennis
gesteld, dat een uitnoodiging van denzelf
den inhoud aan Italië is gezonden. De Com
missie van Dertien verwacht, dat de vij
andelijkheden vóór 10 Maart zullen wor
den gestaakt om een wapenstilstand tot
stand te kunnen brengen. De troepen moe
ten in de stellingen blijven, die zij op het
oogenblik bezetten. Het telegram van Ave
nol is direct aan den keizer doorgezonden,
die zijn instructies direct aan den Abes-
sijnschen gezant te Parijs zal doen toeko
men.
Naar verluidt is het vry zeker, dat Abes-
synië het voorstel van de Commissie van
Dertien niet van de hand zal wijzen daar
de keizer, zooals hij zelf dikwijls heeft ver
klaard, iedere mogelijkheid om op aan
vaardbare voorwaarden vrede te sluiten,
bestudeert.
DE ITALIAANSCHE OVERWINNING IN
HET NOORDEN.
Een Abessijnsche lezing.
ADDIS ABEBA, 4 Maart. (A. N. P.).
De telegrafische en telefonische verbindin
gen tusschen de hoofdstad en het hoofd
kwartier aan het Noordelijk front die se
dert twee dagen verbroken waren, zijn in
Wat Minister Colijn zich voorstelde
DEFLATIE OF
DEVALUATIE.
STABILISATIE BLEEF UIT
Een merkwaardig artikel
In „The Saturday Evening Post" van 1
Februari geeft de journalist Isaac F. Mar-
cosson een beschouwing over ons land ten
beste, welke beschouwing is geïllustreerd
met de traditioneele, in de States gaarne
geziene foto's van windmolens, zwartbonte
koeien en slooten, tulpenvelden, naast de
bekende foto van onze Koningin en Prin
ses Juliana op de fiets. Deze beschouwing
is voor een niet onbelangrijk deel gewijd
aan onze monetaire politiek, het geheele
artikel is ons sympathiek met uitzonde
ring dan van het gedeelte waar de demo
cratische Amerikaan spreekt van de firma
Wilhelmina en Colijn en de onjuistheden
in dit gedeelte. De schrijver schildert on
zen minister-president als: „this grim fa
ced Calvinist", die orthodox financieele
politiek als passie heeft en devaluationisten
in een categorie plaats met bolsjewieken.
Het is deze mentaliteit, welke aanleiding
was tot het besluit om Groot-Brittannië
niet te volgen bij het veranderen zijner
monetaire politiek, doch verder den moei
lijken weg der deflatie te bewandelen. Des
te gemakkelijker moet de regeering dit
besluit genomen hebben, omdat men meen
de, dat het vast stond, dat binnen niet al
te langen tijd alle landen tot een vaste
standaard zouden moeten terugkeeren, wel
ke bij het ontbreken van een anderen
waardemeter, het goud zou moeten zijn.
Deze algemeene stabilisatie of nieuw fixee-
ren der muntwaarde, zou aan Nederland
de gelegenheid geboden hebben eveneens
de goudwaarde der gulden te herzien in
verband met de koopkracht onzer munt in
andere landen. De bekende uitlating van
minister Oud: devaluatie als sluitstuk,
wijst in deze richting.
Het zou voor Nederland ontegenzegge
lijk zeer groote voordeelen hebben, indien
deze gedachtengang verwezenlijkt was.
Immers onze openbare, zoowel als persoon
lijke behoeften zouden in overeenstem
ming zijn gebracht met onze sterk gedaal
de inkomsten, terwijl in de andere landen
door vroegere devaluatie de versobering
eerder was opgehouden, zoodat de aanpas
sing niet zoo drastisch was geweest. Ne
derland zou in staat zijn met zijne produc
ten te concurreeren tegen welk land dan
ook.
De stabilisatie bleef uit
De verwachte internationale stabilisatie,
welke zeker komen moet, werd uitgesteld
en nog eens uitgesteld, terwijl ieder land
om Industrie en landbouw te beschermen
steeds meer moeilijkheden aan den export
van andere landen in den weg ging leggen
Hiernaast werden geheele groepen on-
den afgeloopen nacht hersteld. Desniette
min kamen de berichten over het begin
van den strijd bij Makale om den Amba
Alagi slechts spaarzaam binnen. Volgens
Abessijnsche berichten heeft slechts één
derde deel van de troepen van Ras Moe
loegeta aan den strijd deelgenomen. Deze
afdeeling moest de eerste groote stoot der
Italianen opvangen. De sterkte van den vij
and bedroeg 2 legercorpsen der koloniale
troepen. Onder den druk van de storm
loop moest Moeloegeta zich terugtrekken
onder gevechten, die beide partijen zware
verliezen brachten. Het gros van het leger
van Moeloegeta was in reserve gehouden
en heeft in het geheel niet aan de gevech
ten deelgenomen. Volgens deze berichten
zou het den Italianen niet geluikt zijn, het
leger van Ras Kassa in te sluiten. Slechts
zeer kleine voruitgeschoven Abessijnsche
posten zijn van de hoofdmacht afgesneden.
Zij zijn echter tot dusver nog niet gevan
gen genomen. Ontkend wordt, dat de Ita
lianen Tembien hebben veroverd.
ITALIAANSCHE PATROUILLE OVER
DE EGYPTISCHE GRENS.
CAIRO, 4 Maart. (A. N. P.). Geruch
ten volgens welke een Italiaansche pa
trouille aan de Lybische grens door Egyp
tische soldaten zou zijn gearresteerd,, wor
den door de bladen bevestigd. De patrouil
le heeft blijkbaar bij vergissing, aldus de
pers, de Egyptische grens overschreden en
is terstond gearresteerd.
zer bevolking, speciaal die welke werkten
met geleende gelden, hetzy in den vorm
van hypotheken op landerijen, hetzij met
credieten in hunne industrieën of winkels
en welke leensommen door de deflatie niet
werden aangetast, noodlijdend.
Dit is te verklaren, omdat de hoofdsom
men der geleende gelden gelijk bleven en
slechts sommige renten daalden, terwijl
de opbrengst der met deze kapitalen ver
kregen producten daalden of soms zelfs,
speciaal landbouwproducten, in het geheel
niet te verkoopen zijn.
Dit had weer tot gevolg, dat al deze
gedupeerde personen werden uitgescha
keld als koopers van verschillende indus
trie-producten, waardoor de werkloosheid
voortdurend steeg en nog steeds stijgen
de is.
De regeering, welke oorspronkelijk
meende aan het Crisis-comité voldoende
bescherming te hebben voor de door de
deflatie-maatregelen getroffenen, zag in,
dat bij uitblijving van steun, gansche be
volkingsgroepen tot pauperisme zouden
vervallen en daardoor tot vertwijfeling,
zag zich genoodzaakt naast het Crisis-
comité en werkloozenzorg andere omvang
rijke steunmaatregelen te nemen (land
bouwsteun, steun aan middenstand, enz.
enz.). Het zijn deze steunmaatregelen,
welke in flagranten strijd zyn met de de-
flatie-politiek, vandaar dat oud-minister
Steenberghe in zijn rede kon zeggen: „De
heer Trip (president der Nederlandsche
Bank) zou de deflatie ret meest orthodox
willen toepassen, n.l. zoo weinig mogelijk
staatsingrijpen en zoo weinig mogelijk
steun".
Dit is volkomen logisch: wil een defla-
tie-politiek aan haar doel beantwoorden,
dan beperke men steun tot liefdadigheid.
Hoe het er dan speciaal met onzen land
en tuinbouw uit zou zien, laat zich ge
makkelijk denken:
Het zijn deze steunmaatregelen, welke
het voortzetten der deflatie-politiek zooal
niet onmogelijk maken, dan toch belang
rijk belemmeren. Hierdoor is een verdere
daling van de kosten van levensonderhoud
en productie uitgesloten. Waar Nederland
niettegenstaande versobering tot het uiter
ste nog steeds het duurte-eiland in Europa
is, omdat andere landen de aanpassings
periode lieten volgen door een waardever
mindering der munt, is export onzer pro
ducten tegen voor ons loonende prijzen
althans nagenoeg uitgesloten, terwijl de ar
tikelen, welke nog worden uitgevoerd, te
gen verliesgevende prijzen aan het bui
tenland worden geleverd. Deze verliezen
tracht men dan weer te niet te doen door
de prijzen der zelfde goederen voor bin-
nenlandsch gebruik met het verlies op de
exportprijzen te verhoogen.
Geldbezitters terughoudend
Dat by dit alles de bezitters onrustig
worden en er niet veel voor voelen hun
liquide middelen aan den Staat ter be
schikking te stellen, ter financiering der
vele steunmaatregelen, behaeft wel geen
betoog.
In de laatste maanden van 1935 kon men
herhaaldelijk constateeren dat geldgevers
weinig animo toonden om den Staat door
inschrijving op schatkistbilletten aan kas
geld te helpen. Met kunst- en vliegwerk
gelukte het den Staat om zich de noodige
middelen te verschaffen. Middelen, welke
zeker niet passen in het door den schrij
ver in de „Saturday Evening Post" ge
noemde „orthodoxe financieele politiek".
Ook gelukte het de regeering niet de
groote vlottende schuld (ƒ700 millioen) te
consolideeren; pogingen om althans een
gedeelte bij den belegger onder te brengen
(pl.m. 100 millioen) mislukten. Duidelijk
spreekt hieruit een gemis aan vertrouwen
in het slagen der regeeringspolitiek.
Dat onder deze omstandigheden de lust
om de industrialisatie-pogingen der regee
ring te steunen niet groot is laat zich be
grijpen, immers met een nog dagelijks in
koopkracht stijgende gulden is iedere in
dustrie gedoemd haar voortbrengselen
met verlies aan den man te brengen.
Naast een nog steeds toenemende werk
loosheid thans ongeveer één half millioen,
tegen één kwart millioen in het eind van
1931, steeg ook het aantal faillissementen
op onrustbarende wijze, terwijl men daar
bij nog diene te bedenken, dat het aantal
insolvente debiteuren, dat in normale tij
den zeker failliet zou gaan, doch onder de
tegenwoordige omstandigheden buiten
faillissement blijft, omdat er toch niets uit
komt, ontstellend groot is.
De zwarte lijsten der verschillende werk-
geversvakvereenigingen spreken duidelij
ke, doch sombere taal. s.