Zweedsch marine-bezoek
Het stoffelijk overschot van wijlen den commissaris der Koningin in Limburg, baron van Höveli tot
Westerflier, is Donderdag van Boschvoorde nabij Brussel naar Maastricht overgebracht De aankomst
der lijkauto voor de woning van den overledene
Prof. H. M. E. Campendonk, die In
vasten dienst benoemd is tot hoog-
leeraar aan de Rijksacademie van
Beeldende Kunsten te Amsterdam
De minister van Landbouw en Visscherij, mr. dr. L N. Deckers, bracht Donderdag een bezoek aan Goes,
waar hij de centrale hengstenkeuring die daar werd gehouden bijwoonde
Prins Bertil van Zweden woonde Donderdag te Amsterdam
de aankomst van den Zweedschen kruiser .Gotland", die
een bezoek aan de hoofdstad brengt, bij
Het nieuwe tankschip „Ramona", op
de werf van P. Smit Jr. te Rotterdam
gebouwd voor rekening van de Kon.
Shell, zal volgende week te water
worden gelaten. Het schip op de helling
Door de gladheid van den weg reed Donderdag
een vrachtauto van den Rotterdamschedijk te Schie
dam door een schutting
Het oude Panoramagebouw in de hoofdstad is thans bijna
geheel gesloopt. De overblijfselen doen sterk denken aar»
ruïnes uit de grijze oudheid
FEUILLETON.
HET HUIS IN DE STILTE
Naar het Engelsch van
ADELINE; SERGEANT.
Uih-kJ. i (Nadruk verboden).
39)
„Nu, Ik ga mijn koffers pakken", kon
digde de kamenier aan, „ik denk niet dat
de juffrouw me vanavond nog noodig
heeft."
„Als dat zoo is, zal zjj wel bellen, denk
Ik", gaf de huishoudster een beetje scherp
ten antwoord. „Ja, je kunt beter naar be
neden gaan. Ik ga nu kijken of zij nog wat
noodig heeft. Het heeft geen zin om bij
haar te blijven als ze rustig is."
Grayling ging naar beneden en juffrouw
Plowden begaf zich naar de andere kamer.
Nell slaakte een zucht van verlichting,
mi wist ze ten minste, dat Claire niet zie
ker was dan gewoonlijk, en dat zij straks
naar alle waarschijnlijkheid een kort ge
sprek met haar zou hebben. Het zou niet
moeilijk zijn in haar kamer te komen, het
zij door het kleedkamerraam, hetzij door
de gang over te loop .1 en gewoon binnen
te gaan. Het zou nu zeker de moeite waard
2iin om het te probeeren. Juffrouw Plow
den scneen niet van plan dien avond terug
te komen. En Grayling was bezig haar kof
fers te pakken, terwijl Lancaster zelf uit
was.
Nu Nell in staat was naar eigen belie
ven haar kamer te verlaten, voelde zij zich
In zekeren zin tegen de moeilijkheden op
gewassen.
Zij kroop een einde naar voren, en merk
te dat zij nu dicht bij het raam van Clai
re's kamer was. Zooals Nell verwacht had
stond het een einde open, want zelfs in
den winter hield Claire van volop frissche
lucht. Het gordijn was niet heelemaal ge
sloten, waardoor Nell door een smallen
spleet in de kamer kon zien. Zij zag een
groot ouderwetsche hemelledikant, waarin
Claire lag. Zij zag er erg bleek en zwak
uit. De huishoudster stond met een bord
soep in de hand bij het bed en toen Claire
dat leeg had, nam zij een flesch van een
tafeltje, en keek rond naar een medicyn-
glas.
„Vanavond niet", weerde Claire zwak
jes af.
„Het moet", zei juffrouw Plowden. „Me
neer Lancaster zegt, dat je geen avond mag
overslaan."
„Ik neem het niet in", antwoordde Clai
re,, ik kan best slapen zonder dat goedje.
Neen, vanavond neem ik het niet."
Juffrouw Plowden scheen i aarzelen.
„Nu," zei ze ten slotte, „mij is het ook
goed. Ik zou niet weten waarom u het moet
innemen, als u zelf niet wilt. Maar als me
neer Lancaster boos is, moet u hen zeg
gen, dat het mijn schuld nic' was".
„Ja, dat zal ik hem zeggen. De verant
woordelijkheid draag ik", verklaarde
Claire. „Ik zal l.era nog wat anders ver
tellen. Als hy juffrouw Davenant niet bij
mij terug laat komen, neem ik niets meer
van zijn medecijnen in, en ik zal hem ook
niet meer gehoorzar- n. Ik verlang naar
Nell, en zelfs al is ze weggestuurd, dan
vind ik het tóch niet aardig van haar om
weg te gaan zonder my goeden 7ag te zeg
gen."
Nell voelde het bloed naar haar wangen
stijgen. Dus zij hadden Claire wat wijsge
maakt! Wat zou ze straks op7 'Jken! Dat
Lancaster haar voorgelogen had, zou haar
sterken in haar be~' lit. 7:-;h met alle
macht tegen hem te verzetten.
Eindelijk ging juffrouw Plowden met
een korten nachtgroet heen; het was dui
delijk, dat zij het gesprek met Claire niet
wenschte voort te zetten.
De moeilijkheid vcor Nell was nu, om
haar aanwez:gheid kenbaar te maken zon
der dat Claire zou schriken. Het zou mis
schien het beste zijn doo- het raam van de
kleedkamer binnen te komen; als Claire
daar beweging hoorde, zou ze denken, dat
één van de bedienden nog bezig was. Dus
ging zij terug naar het venst. van de
kleedkamer, en schoof dit voorzichtig om
hoog. De vensterbank was laag, zoodat zij
heel gemakkelijk in de kam:r kon stap
pen. Zij .^eed dit, verschoof opzettelijk een
stoel en maakte wat beweging om Claire's
aandacht te trekken. Het was dus logisch
toen zij Claire vanuit de andere kamer
hoorde roepen:
„Ben jij daar, Grayling?"
„Ja juffrouw", antwoorde Nell zonder
aarzelen. Zy kon heel goed stemmen na
bootsen, en ze wist, dat zij Grayling's
scherp geluid goed imiteerde. Toen voegde
zij er met haar natuurlijke stem aan toe:
„Mag ik binnenkomen, Claire?"
„Ben jij het werkelijk, Nell? O, wat heer
lijk!" en Claire ging recht op zitten en
stak verheugd haar handen uit. Een oogen-
blik later stond Nell naast haar, zij streel
de teeder Claire's handen en vroeg haar
om toch vooral niet luid te spreken.
„Ik ben tegen Lancaster's orders in, ge
komen weet je, „zei ze, „en daarom mag
niemand weten, dat ik hier ben."
„En hy vertelde me, dat je weggegaan
was."
„Dat was een leugen", hernam Nell, ter
wijl zij op den rand van het bed ging zit
ten. Maar vertel mij eerst eens, of ze jou
ook gezegd hebben, waarom jij uit je eigen
kamers hierheen werd gebracht?"
„Neen, ze hebben geen reden opgege
ven."
„Ik kan mij maar niet begrijpen, waar
om zy dat gedaan hebben", ging Nell
voort. „Maar je weet toch wie er morgen
op bezoek komt?"
„Neen, ik weet niets! Bedoel je, dat er
een gast komt?"
„Hebben ze je dat dan niet verteld? Me
neer Hume komt een paar dagen logeeren,
zoodat hy met Lancaster je zaken kan re
gelen."
„Ik heb er geen woord over gehoord",
verklaarde Claire.
„Misschien waren ze bang, dat je je te
veel zou opwinden", meende Nell. „Maar
blijf kalm en rustig, Claire, en laat niet
merken, dat je mij gesproken hebt, dan zal
ik je vertellen, dat er met gebeurd is."
Óp fluisterenden toon vertelde zij haar
geschiedenis, en toen ze er mee klaar was,
slaakte Claire een diepen zucht.
„Al die dingen worden niet zonder re
den gedaan", zei ze. „Lancaster heeft een
of ander plan, een zeker doel, dat hij wil
bereiken."
„Claire", sprak Nell op ernstigen toon,
„zou het niet goed zijn vannacht de gele
genheid waar te nemen? Lancaster en Cy
ril zijn beiden van huis, en met mijn loo-
per kunnen we de zijdeur en de twee tuin
poorten openen. Wij hoev a niet ver door
het plantsoen te gaan, en wij kunnen den
hoofdweg volgen en zoo in het dorp komen.
Geloof je, dat je óterk genoeg bent om het
te probeeren? Stel je eens voor hoe heer
lijk het zou zijn, als we wei konden ko
men."
Maar zy voelde Claire's hand in de hare
trillen.
„Het gaat niet; ik ben bang dat ik het
niet kan. Ik voel mij te zwak en te ziek,
en bovendien zouden wij vart iemand ont
moeten. En dan nog dat eenzame bo^ch en
die donkere weg! Ik ben laf, Nell! Ik durf
niet!"
„Als je sterk genoeg was, -ou je het wel
doen," meende Nell, „want ik weet, dat je
geen lafaard bent. Maar ik wou, dat we
uit dit huis weg waren."
„J ij kunt gemakelijk genoeg wegkomen.
Ik vind, dat je moet gaan. Het doet er niet
toe, wat er met mij gebeurt. Ik zou me
veel rustiger voelen, Nell, als jij veilig weg
was."
„Je denkt toch niet, dat ik zonder jou
ga?" riep Nell. „Als het vanavond niet
kan, zullen we het een andere keer, als je
sterker bent, klaarspelen. Mijn sleutel geeft
me een zekere vrijheid zie je? Meneer Hu-
me en zijn vriend zullen bij de tuinpoort op
ons wachten."
„Dat hoop ik, Claire. Ik hoorde je tegen
juffrouw Plowden zeggen, dat je Lancas
ter's medicijnen niet meer wilde innemen.
Ik geloof, als je dat vol kunt houden, het
veel beter voor je :ou zij". Ik heb het
idee dat hij je met bedwelmende midde
len probeert te vergiftigen."
(Wordt vervolgd).