^/^Cuuti^cuxd f&ofê consiani eenfooa üikurwvzrujudvalia VRIJDAG 14 FEBRUARI 1936 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN DE LANDS-VERDEDIGING. 27ste Jaargang No. 8343 DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetifing: Voor Leiden 19 cent per weekJ 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver- krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentijjn 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: f 0.50 Dit nummer bestaat uit vier bladen. V Het Anti-militairisme Anti-militairist. Dit is een van die ■woorden, welke geheel verschillende be grippen dekken. Anti-militairist kan beteekenen, dat men afkeerig is van oorlog, afkeerig is van mi litair geweld, waar geweld vermeden kan worden, waar militair geweld niet wordt opgedrongen om de rechten en vrijheden van het land, van het volk te beschermen en te verdedigen. In dezen zin is ieder Christen anti-militairist. Anti-militairist kan ook beteekenen, dat men aan den militairen stand in het volk geen overdreven waarde toekent; dat men de militaire uitrustingen van een volk, van personeelen- en van materieel en aard, niet wil aanvaarden als doel, doch „slechts" als middel, voorzoover noodig, om, zooals ge zegd, de nationale rechten en vrijheden te beschermen en te verdedigen. In dezen zin zijn wij allen ook anti-militairist. Met anti-militairist kan men ook bedoe len, dat men een land nationaal wil ont wapenen; dat men het land, onbeschermd door militaire macht, bloot stelt voor een werkelijk mogelijke overrompeling, onder drukking door een vijand van de nationale vrijheden en rechten. In dezen zin zijn wij geen anti-militairist. In dezen zin waren anti-militairist de communisten, de sociaal-democraten in ons land en ook neigden naar dat standpunt de vrijzinnig-democraten. In de houding der vrijzinnig-democraten en o o k der sociaal-democraten is den laat- sten tijd echter een merkwaardige omme keer gekomen. Zij zijn gaan inzien, dat de democratie zich heel slecht verstaat met hun opvatting, om het volk geen ver dediging te geven voor zijn vrijheden en rechten! Dat is duidelijk. Maar telkens blijkt ook weer, dat zy niet durven trekken de consequenties uit hun gewijzigd standpunt. De consequenties, welke een onnaden kende massa kiezers niet in het gevlei ko men. In wezen is de nationale (eenzijdige) ont wapening echter door de S.D.A.P. in het parlement losgelaten, is de landsverdedi ging door haar aanvaard. TWEEDE KAMER. Minister Colijn over den gevaarlijken politieken toestand. HET WEEHFONDS De Tweede Kamer heeft gisteren de be handeling van het wetsontwerp tot instel ling van een Weerfonds voortgezet. De heer A m e 1 i n k (A.R.) merkt op, dat de houding der Sociaal-Democraten altijd een paar jaren achter is. Vroeger dreig den zij met onwettige acties en dappere ongehoorzaamheid. Nu niet meer. Vroeger vonden zij het eindcijfer der defensiebe- grooting te hoog. Thans gaf de heer Al- barda te kennen, dat zijn fractie met dat cijfer wel wilde meegaan, als het maar niet hooger werd. Vroeger zei de heer Albar- da, dat de bewapening onzes lands het oorlogsgevaar vergrootte. Nu betoogde hij, dat nationale ontwapening dat gevaar be vorderen zou. Spr. is dankbaar voor die bekeering. Maar de sociaal-democraten komen altijd achteraan, gedwongen door gewijzigde omstandigheden of door de pu blieke opinie. De heer Sneevliet (Rev. Soc.) ver klaarde zich het was niet anders te ver wachten tegen het ontwerp. De heer L i n g b e e k (H.G.) zegt, dat hier vroeger wel een tooverdrank i~ ge schonken, welke gelooven deed in een mi- lennium, dat menschen ons zouden bren gen. De heer Marchant was daar sterk in. Spr. zelf is die tooverdrank wel eens naar het hoofd gestegen. De heer De Visser (C.P.): Dat heb ik wel eens gedacht (Gelach). De heer Lingbeek (H.G.) zegt, dat het gebeurde met Abessynië aanschouwelijk onderwijs is. Maandenlang moet een land alleen vechten, dat volgens den geheelen Volkenbond het recht aan zijn zijde heeft. De heer Duys (partijloos) zegt, nog niet veel wijzer te zijn geworden door de uiteenzetting van den heer Albarda. In 1933 heeft spr., toen hij nog in de partij was, al aan de orde gesteld, dat de S.D.A.P. op dit punt klaren wijn moest schenken. Spr. wil de sociaal-democraten niet hard val len. Hij wil hun alleen met een watje met sla-olie den slaap uit de oogen wrijven. Spr. zijn door de wereldgebeurtenissen de oogen opengegaan. Die van de S.D.A.P. zijn nog maar half open. Aan wat de sociaal democraten hebben gedaan, heeft spr. vroeger meegedaan, maar hij was volko men te goeder trouw. Met alle beschikbare middelen moeten wij onze neutraliteit verdedigen. Spr. prijst den heer Colijn, dat hij den moed heeft gevonden, om in dezen tijd dit wetsontwerp in te dienen. Hij zal er met liefde voor stemmen. De heer Z a n d t (St. Geref.) stemt met het onderwerp in. MINISTER COLIJN AAN HET WOORD. De Minister van defensie a.i., de heer C o 1 ij n, zegt, dat hij lange jaren in Ne derland over de tong is gegaan als de grootste militairist. Hij denkt aar 1911'13 maar ook aan het jaar van de vlootwet, niet ontworpen maar wel verdedigd door hem. De door het wetsontwerp beoogde maat regelen zijn tegen niemand in het bijzon der gericht en uitsluitend ingegeven door wat Nederland voor zijn behoefte noodig oordeelt. Onze verstandhouding tot al on ze naburen is goed. Wij verdenken geen enkelen nabuur er van opzettelijke aanran ding onzer souvereiniteitsrechten op het oog te hebben. De internationale spanningen worden door den bewapeningswedloop versterkt. Daar mee nemen de gevaren van een ontlading der politieke, spanningen toe. Wat betreft ai"t. 16 van het handvest van den Volkenbond, deze is men bij het Ita- liaansch-Abessijnsche conflict gaan toepas sen. Men mag er zich over verheugen, maar deze toepassing beantwoordt niet aan de verwachtingen, de eerste jaren van den Volkenbond gekoesterd. Zij hebben de vijandelijkheden niet kun nen voorkomen en tot dusver ook niet kun nen beëindigen. Bij een conflict in West-Europa zal de hulp wel sneller worden verleend. Maar men kan er geen oogenblik op rekenen, dat de hulp zoo snel verleend zou worden, dat een groote mogendheid niet in staat zou zijn, Nederland onder den voet te loopen. Verscherping der tegenstellingen in Euro pa heeft het gevaar voor het uitbreken van een oorlog vergroot. Versterkt Nederland zijn bewapening, dan moet dit worden ge zien in het algemeene kader van wat de laatste jaren is geschied en het moet niet worden gezien als gericht tegen een be paalden staat. Bij een conflict in West-Europa is er geen land met een zoo blootgestelde geo grafische ligging als Nederland. Als Ne derland lag op de plaats van IJsland, Noor wegen of Portugal, zou spreker waarschijn lijk meenen, dat er geen aanleiding was tot extra-ordinaire maatregelen. Er is reden, met eenig vertrouwen de toekomst tege moet te zien, als de weermacht een zooda nige beteekenis heeft, dat zij een ander land aanleiding geeft, van aantasting van de neutraliteit af te zien. Op meer dan één gebied, is de toestand onzer weermacht onbevredigend. Dit geldt voor het materieel, en, voor eci. deel, ook -;'-L p --Su-iecivraagstuk. De luchtafweer. Alleszins onbevredigend is de toestand met betrekking tot de vraag, hoe wij staan tegenover aanvallen uit de lucht. In hooge mate onbevredigend is de toestand op het gebied van het afweergeschut. Men stelle zich vóór, dat boven ons leger een zwerm van honderden vliegtuigen verschijnt, als het geen verdedigingsmiddel daartegen heeft. Hoe zal het zijn in plaatsen met vele magazijnen en knooppunten? Moet het luchtgevaar dan niet tot de geringste af metingen worden beperkt? De heer J o e k e s zag in de luchtmacht een niet zuiver defensief deel onzer defen sie en maakte er vut dien hoofde bezwaar tegen. Wij schaffen geen bommenwerpers aan om daarmee vijandelijkheden tegen een ander land te openen. Maar heeft een vij and ons aangevallen, dan zullen wij hem, die deze misdaad heeft begaan, ook van deze zijde kennis doen maken met onze luchtmacht. De beste verdediging is de aanval. De eerste klap blijft nog altijd een daalder waard. Verdediging van de grenzen. Een bezetting van de grensgebieden is niet uitgesloten. Daartegen zullen kazemat ten worden gebouwd op alle plaatsen, waar zij noodig zijn en daarbij zal geen onder scheid worden gemaakt tusschen de land grenzen onzes lands. De kazematten moeten dienen om een bezetting zoo lang tegen te houden, dat de mobilisatie daarachter een redelijk verloop heeft. Het gaat niet aan, dat het mogelijk zou zijn, dat wij elk jaar 80 millioen besteden voor een defensie-ap paraat, dat wij, als het er op aan komt, niet eens in werking zouden kunnen stellen. Spreker stelt voorts o.a. noodzakelijkheid van versterking van het artilleristisch ver mogen in het licht en van vergrooting van den munitie-voorraad. De regeering is verantwoordelijk voor een behoorlijken financieelen toestand en ook voor een aan redel-ke, eischen beant woordende defensie. Men kan zeggen, dat bescherming der verworven waarden van ons land een primair belang is. Maar dit neemt niet weg, dat het geld er ook moet zijn. Dit tegen den heer Van Poll. Deze zeide, dat een andere oeconomische poli tiek ons meer geld zou opleveren. Geen oogenblik gelooft spr. dit. Spr. weerlegt de bezwaren, die gemaakt zijn tegen den vorm van het ontwerp. Het fonds is niets anders dan een boek houdkundige verrekening tusschen rijk en departement van defensie. Men is ten al len tijde vrij om over te gaan tot een an dere soort van boeking. Van het marinemateriaal zal 80 pet. in Nederland gemaakt kunnen worden. Ten opzichte van het landmachtmateriaal zal onderzocht worden, hoeveel er van in Ne derland gemaakt kan worden. Spr. zal den heer Westerman niet storen in zijn vreugde, voortvloeiende uit de mee ning, dat de regeering het wetsontwerp zou hebben ingediend onder invloed van Nationaal Herstel. Tanks zullen niet worden aangeschaft. De noodzaak van deze voorzieningen. Wat de regeering vraagt, is absoluut on vermijdelijk en in wezen volstrekt defen sief. Het Volkenbandsverdrag eischt een weermacht, vereenigbaar met de nationale veiligheid en met de uitvoering van Vol kenbondsverplichtingen. Het verdrag gaat er van uit, dat een staat een weermacht heeft. De heer Albarda aanvaardt de stelling, dat men zich tegen buitenlandsch geweld behoorlijk moet verzetten. Spr. beschouwt dit als een vooruitgang. De heer Albarda zei, dat het niet meer kosten mag. Deze eisch is ongemotiveerd. Nu hij A gezegd heeft, moet hij er ook toe komen, ook B te zeggen. Al is de uitspraak van den heer Albarda geen bindende partij-uitspraak, spr. heeft er een gunstiger meening over dan de heer Duys. De partij zal zich van de uitspraak van haar fractieleider moei lijk kunnen losmaken. De heer Joekes stemme niet tegen het wetsontwerp wegens zijn bezw.ar tegen den vorm van een fonds. Spr. betoogt de noodzakelijkheid eener moreele volkskracht, die achter de mate- rieele defensie moet staan, en verklaart, dat ook voortaan de Nederlandsche staat alles zal doen om de collectieve veiligheid te bevorderen. Als ons land met 8 millioen inwoners het moet opnemen tegen een land met 60 of 70 millioen inwoners, moet ons land het natuurlijk afleggen. Maar juist daarom is het noodzakelijk, dat wij mee werken aan de bevordering van de collec tieve veiligheid. Na re- en dupliek worden de beraadsla gingen gesloten. Dinsdag stemming. De stemming over de wetsontwerpen zal as. Dinsdag bij den aanvang der ver gadering plaats vinden. Om tien minuten over zeven wordt de vergadering verdaagd tot Dinsdagmiddag één uur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 1