Officiersbeëediging te Naarden.
HET HUIS IN DE STILTE
Ste Zaidóchc Gou/fca/nt
Voor hel front der troepen had Zaterdag te Naarden de beëediging plaat,
van een aantal officieren bij hel Regiment Motor Arhllene. - De eed.-
aflegging bij het kanon
Christl Cranz behaalde den Olympischen titel en won de gouden medaille
in de combinatie afdalingsrennen en slalom voor dames op de Olympische
winterspelen te Garmisch Partenkirchen. De gelukkige kampioene
Een gevaarlijk moment voor het doel van D.F.C. tijdens den wedstrijd tegen
Feyenoord, welke te Dordrecht werd gespeeld, waarbij de Rotterdammers
met 5-0 in de meerderheid bleven
De Noorsche Laila Schou Nilsen, die beslag wist te leggen
op den derden prijs, de bronzen medaille, in de combinatie
afdalingsrennen en slalom voor dames op de Olympische
winterspelen te Garmisch Partenkirchen
De heer ba* v. d. Weyde, een der
slachtoffers van den noodlottigen brand
aan den O. Z Achterburgwal te Am
sterdam, welke acht menschenlevens
heeft geëischt
Liefhebbers vaq de ijssport, zoowel
klein als gioot, genoten naar hartelust
op de kunstbaan van de Haagsche
IJsclub welke Zondag voor het publiek
werd opengesteld
FEUILLETON.
Naar het Engelsch van
ADELINE SERGEANT.
(Nadruk verboden).
15)
Nell keek haar opmerkzaam aan. „Meent
U wat u daar zegt?"
„Waarom niet?" vroeg de huishoudster,
met een blik op Neli's bleeke wangen. „U
schijnt te denken", bitste zij, „dat wij haar
vermoord of weggevoerd hebben of zoo
iets. Dan bent u absoluut abuis. Ze ligt in
bed, in een kamer, niet ver van de uwe;
en ze mag niet lastig gevallen worden,
voordat meneer Lancaster thuis komt. Ik
zorg goed genoeg voor haar, en hoogst
waarschijnlijk zal meneer een verpleegster
voor haar meebrengen. Nu weet u hoe de
zaken staan."
Nell zweeg. Als juffrouw Plowden daar-
heid sprak, hoefde zij zich stellig niet zoo
ongerust te maken. Zij keek de oude
vrouw een oogenblik onderzoekend aan.
„U houdt me toch niet voor den mal,
juffrouw Plowden? U weet, dat ik heel
veel van Claire houd en wanneer ik bij
haar wil zijn, is het enkel omdat ik haar
graag zelf wil verplegen en haar gelukkig
maken."
„Ik weet dat u dol op haar bent", ant
woordde de huishoudster heesch, „en ik zou
niet graag willen dat het arme kind leed
berokkend wordt, zoo waar als ik hier sta.
Maar zy maakt het goed op het oogen
blik."
XXIX.
In afwachting.
Nell vond het vreemd, dat Lancaster niet
thuis was nu Claire zoo ziek was. Na ver
loop van tijd ontdekte zij, waar Claire's
kamer ongeveer gelegen moest zijn. Moat
House had een langwerpigen vorm, behal
ve aan den eenen kant, waar een kleine
vleugel was bijgebouwd, die aan de bin
nenplaats grensde de binnenplaats, die
gelegen was aan de eenige zijde van het
huis. waar geen water langs liep. Deze
vleugel bevatte op iedere verdieping twee
vertrekken, en die op de tweede verdie
ping waren blijkbaar voor Claire in ge
reedheid gebracht. Er was een bekleede
deur, die tot deze kamer toegang gaf. Nell
zag juffrouw Plowden de trappen op- en
afgaan met diengakken, heetwaterkruiken
en andere dingen, die er op wezen dat die
afgelegen kamers een bewoner herberg
den, maar zij mocht zelf niet achter die
groene deur komen, hoewel de huishoud
ster niet ontkende dat Claire zich daar be
vond.
„U kunt in ieder geval niet zeggen, dat
ik het u verteld heb", merkte de oude
vrouw op, tot Nell haar meedeelde tot wel
ke conclusie zy gekomen was. „Maar me
neer Lancaster heeft gezegd, dat zij zich
na de vermoeienis van het overbrengen
volkomen rustig moest houden en dat nie
mand behalve Grayling en ik naar haar
toe mochten gaan."
„Ik geloof niet, dat hij wat van plan was",
gaf mevrouw Plowden onverstoorbaar ten
antwoord. „Ik doe, wat my gezegd wordt."
En toen ging zij heen, zonder zich verder
iets van het meisje aan te trekken
Daar zy zag dat het geen nut had om ver
der aan te dringen, besloot Nell Lancas
ter's terugtocht af te wachten. Cyril was
thuis, maar het was nutteloos een beroep
op hem te doen en zij trachtte zich kalm
te houden en zich te troosten met de ge
dachte. dat het veranderen zou als Lan
caster terug was. Maar naarmate de dag
verstreek werd zij steeds zenuwachtiger. Zij
overdacht, of het mogelijk zou zijn onge
merkt buitenshuis te komen, en op de een
of andere manier contact met haar vrien
den te krijgen. De voordeur werd gewoon
lijk gesloten gehouden onder voorwendsel,
dat Moat House zoo afgezonderd lag, en
Jacob had den sleutel. Door de zijdeur kon
ze ook niet wegkomen, want de poort van
de binnenplaats, die naar de buitenwereld
leidde was meestal ook gesloten.
Daarom liep zij naar den ommuurden
tuin, in de hoop een middel te vinden om
te kunnen ontsnappen. In het schuurtje
keek zij nog eens naar de plaats waar de
sleutel gehangen had. Het had geen zin er
naar te zoeken. Toen daalde zij het trapje
af en draaide den knop van de deur om.
Tot haar verrassing gaf deze dadelijk mee,
en na een flinken duw tegen de deur te
hebben gegeven, knarste ze open. Ze stap
te den tuin in, sloot de deur achter zich
en keek rond, één oogenblik schrok zij
hevig, want naast de deur, leunend tegen
den steenen muur, zag zij de gestalte van
een man, in wie zy tot haar groote vreug-
de Claude Meynell herkende.
„U?" riep zij onwillekeurig. „Waarom
bent u hier?"
„Ik wachtte op u", gaf Meynell raadsel
achtig ten antwoord.
„Maar ik begrijp het niet. Hoe komt
het dat die deur open is?"
„Ik heb haar opengemaakt; ik heb een
sleutel!"
„U hebt den sleutel die weggenomen
was?"
„Die niet", verklaarde hy. „Maar een
andere. Weet u niet, wat juffrouw West
hier deed, toen zy gisteren k am? Maar
neen, dat weet u natuurlijk niet. Zij was
een en al aandacht- voor Cyril Lancaster,
nietwaar?" vroeg hij glimlachend.
„Ja, dat was zoo", gaf Nell toe, „ik vroeg
me af waarom?"
„Zij was heel slim", zei Meynell. „Zij
vroeg hem om haar den tuin te laten zien,
en slaagde er in den sleutel weg te nemen.
Geoffrey heeft er een wasafdruk van ge
nomen, waarnaar deze sleutel gemaakt
is."
„En wat heeft ze met den origineelen
sleutel gedaan?"
„Die werd naar Cyril Lancaster terug
gezonden, met een beleefd briefje van juf
frouw West, waarin zij hem vertelde, dat
zij hem in haar mantelzak had gevonden."
„Maar vertel my eens, waarom bent u
hier? Wilde u den tuin inkomen?"
„Ik wilde u spreken", legde Claude uit,
„en ik verwachtte dat u, en misschien juf
frouw Valery, in den tuin zouden gaan
wandelen voor het donker werd. Ik wist,
dat ik u hooren zou en uw aandacht zou
kunnen trekken. Want ik begreep, dat het
geen zin had aan te bellen en naar u te
vragen."
„Neen, ze zouden u nooit binnen gela
ten hebben. Maar o. ik moet u eerst iets
vertellen! Ik geloof dat Lancaster het een
of andere nieuwe plan in zijn schild voert.
Ik weet niet wat 't is, maar hy heeft Claire
uit haar eigen kamers laten halen en haar.
voor zoover ik kon nagaan naar de kamers
op de tweede verdieping in den vleugel
overgebracht. Waar dat licht brandt, ziet
u wel?"
„Ja, ik zie het. Maar waarom bent u er
niet zeker van of zij daar is?"
„Omdat zy mij niet bij haar willen toe
laten", verklaarde Nell, met tranen in haar
oogen. „Ze hebben haar gisteravond, ter
wijl ik beneden was, overgebracht. O, ik
schrok zoo, toen ik haar kamers leeg vond".
„En welke reder, gaven zy op, toen ze
u niet bij haar wilden toelaten?"
„Juffrouw Plowden zei, dat Lancaster
't verboden had; niemand mocht by haar
voordat hij terug kwam. Ik dacht, dat hy
vanmorgen vroeg wel terug zou zijn. Maar
hij is er nog niet, en ze willen me niet bin
nenlaten."
„Dat is eigenaardig", gaf Claude toe.
„Maar het is heel goed mogelijk, dat de
huishoudster zijn bevelen een beetje al te
letterlijk opvolgt of dat hij onvoorzien op
onthoud heeft gehad. In ieder geval zal ik
Everard er mede op de hoogte stellen. Lan
caster was dien avond heel beleefd tegen
hem en ik geloof dat er sprake van is, dat
Everard op Moat House komt dineeren. Ik
meende begrepen te hebben, dat hy er
zelfs een paar dagen zou blyven."
„O, zeg hem, dat hij moet oppassen", riep
Nell ontsteld. „Vraag me niet waarom! Ik
weet niet, waarvoor ik angst heb. Het is
best mogelijk dat hij volkomen veilig zal
zijn en ik mijn verbeelding te veel den
vrijen loop laat. Maar ik kan de gedachte
niet van mij afzetten, dat Lancaster's be
doelingen zoo slecht zijn als het maar kan.
Hij heeft het op Claire's geld voorzien
daarin schuilt de oorzaak van alles", en
het meisje huiverde van vrees.
(Wordt vervolgd).