DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
Vreeselijke brand te Amsterdam
eischt acht dooden
27ste Jaargang
ZATERDAG 8 FEBRUARI 1936
No. 8338
S)e£cki6clie(BoiiftciwX
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per weekJ 2.50 per kwartaal
By onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent,, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE If II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
V De politiek van minister Colijn
Minister Colijn heeft gisteren in de Eerste
Kamer een rede gehouden, dde weer mani
festeerde zijn overtuiging, dat Nederland
dezen moeilijken tijd zal moeten door
worstelen, voortgaande op den door de re
geering gevolgden weg.
Wij hebben respect voo rde kracht, de
beslistheid, die er ligt in deze overtuiging.
Maar wij missen hierbij en dit is een
heel pijnlijk gemis! iedere aanwijzing
van de manier waarop wij ten-slotte
in een beteren oeconomischen toestand zul
len worden gebracht, wij missen hierbij de
concrete aanwijzing van ook maar het klein
ste lichtpunt, wij missen hierbij alle
perspectief.
Minister Colijn eischt van ons wel wat
erg veel „gelooven op gezag"!
De „Nieuwe Rott. Crt." merkt in haar
„Kameroverzicht" op:
Alles saamgenomen is volgens minis
ter Colijn de toestand in Nederland niet
ongunstiger dan elders. Het is mogelijk
en stellig heeft de premier gelijk, als
hij als afschrikwekkend voorbeeld de
Vereenigde Staten noemt, waar de re
latieve werkloosheid ten minste dubbel
zoo groot is als hief, ofschoon men daar
het paardenmiddel der devaluatie heeft
toegepast.
De heilige afkeer der regeering van
devaluatie is gelukkig volkomen be
stand gebleken tegen den stormloop
der Steen berghe's op den jongsten ka
tholieken landdag en tegen De Bruijn's
flauwe echo in de Eerste Kamer.
Wy hebben respect voor de kracht, de
van het, de oeconomische politiek-Colyn be
vriende, liberale orgaan in „Het is mo-
g e 1 y k". Het is mogelijk, dat de toestand
in Nederland niet ongunstiger is dan
elders.
Dat de „Nieuwe Rott. Crt." de afkeer der
regeering van devaluatie noemt een „hei
lige" afkeer, is wel typeerend voor de ver
eering, die het Rotterdamsche blad heeft
voor de monetaire politiek van den heer Co
lijn! welke vereering ook weer blijkt uit
andere uitlatingen in het hierboven gege
ven citaat. Op de kwestie van de devalua
tie hopen we spoedig wait uitvoeriger
terug te komen.
Minister Colijn over het
parlementaire stelsel
Aan het slot van zijn gisteren gehouden
redevoering heeft minister Coly*- het par
lementaire stelsel besproken.
's Ministers laatste punt was een bespre
king van het stelsel. Hij wees wederom op
de verbrokkelende werking van het even
redig kiesrecht, zooals het bij ons is uit
gewerkt. Deze verbrokkeling zal na de
verkiezingen van 1937 de samenwerking
tusschen regeering en Staten-Generaal nog
moeilijker maken. Men heeft op dit ge
vaar van voortgaande versplintering voor
het voeren van een krachtig bewind te wei
nig gelet.
Wat de heer De Marchant et d'Ansem-
bourg echter in de plaats van het parle
mentaire stelsel wil stellen is véél slechter.
Men tast een levend cultuurvolk in zijn
diepste waarde aan, wanneer men het van
boven af kneden wil tot een eenheid van
denken en voelen. En dat moet toch het
ideaal zijn van het nationaal-socialisme.
Reeds Socrates moest de gifbeker drin
ken, omdat hij anders dacht dan de rest
van Athene. Ook in het Romeinsche rijk
werden diegenen verketterd, die niet
wenschten mede te doen aan de aanbidding
der keizers.
De geschiedenis leert evenwel, dat het
nooit blijvend mogelijk is gebleken het ge-
heele denken van een volk zoo te beïnvloe
den, dat de geestelijke gesteldheid van allen
gelijk gericht zou zijn. Er wordt slechts een
schijneenheid bereikt. En dat nog alleen
door toepassing of dreiging met uiterlijk
geweld. Daartoe zal ook het nationaal-so
cialisme in Nederland moeten komen.
De heer De Marchant et d'Ansembourg
stelde zijn doel weliswaar anders en hij
verwierp zelfs de totale staat. Maar zonder
deze totale staat zou hij zijn doel onmo
gelijk bereiken. Het is echter deze totale
staat, die het Nederlandsche volk in over-
groote meerderheid verfoeit en die het
nimmer aanvaarden zal! (Instemming). Op
zichzelf is dit een troostrijke gedachte.
(Gelach).
Dat Nederland een atheïstische staat zou
zijn, zooals dezelfde spreker betoogde, is
onjuist. Ik wordt stil bij zooveel gebrek
aan begrip! Van godsdienstig standpunt
bezien is het juist omgekeerd. Zelfs naar
het getuigenis van Mussolini is het fascis
me met alle belijdend chritsendom ver-
eenigbaar, omdat het de religie van de
staat predikt.
Usurpatie van het recht door de meer
derheid, waarover de heer De Marchant
zich beklaagde, verfoei ik ook. Maar nog
meer zou ik een usurpatie van het recht
verfoeien door e^n enkeling met de massa
van zijn slaafsche volgelingen. Maar
het verwijt is bovendien onjuist.
De groote waarde van het parlementaire
stelsel is juist, dat de minderheid volle ge
legenheid ontvangt om tegen rechtskren
king in het openbaar te getuigen, zoowel
tegenover de overheid als tegenover de
meerderheid. (Instemming). De heer Mar
chant is er het levend voorbeeld van!
(Vroolijkheid). Hij vertegenwoordigteen
kleine minderheid van het Nederlandsche
volk. Maar niemand denkt er aan hem te
beletten van zijn opvattingen te getuigen.
Als de verhoudingen omgekeerd waren, zou
mij echter het getuigen hoogst waarschijn
lijk wèl worden belet.
Positie van de Werkgevers
en dezen tijd
WAT KAN DE REGEERING DOEN TOT
STEUN IN DEN STRIJD?
Minister Gelissen heeft gisteren voor het
Verbond van Nederlandsche Werkgevers
een rede gehouden over de maatregelen
der regeering tot steun van de industrie
in deze moeilijke tijden. Hij heeft er daar
bij op gewezen dat hier en daar gunstige
voorteekenen zijn te constateeren en dat
de internationale tendens gaat in.de rich
ting: „opleving".
Spreker constateerde als een feit, dat
het autarkisch streven, dat thans de eco
nomische politiek van de meeste Europee-
sche landen kenmerkt, ondanks teekenen
van opleving, niet alleen die landen maar
ook ons land in een slechtere positie
brengt tegenover het industrialiseerende
Oosten. Een werkelijke, een blijvende „na
tionale" opleving kan slechts ontstaan, in
dien de autarkie internationaal ten grave
is gedragen. Wordt de economische strijd
in Europa verder gestreden op een wijze
zooals thans het geval is, dan kan deze
niet anders eindigen dan in een militairen
oorlog, waaruit Europa als geheel niet an
ders dan nog zieker dan thans te voor
schijn kan komen.
Voordat ik het ambt, dat ik nu mag be-
kleeden, aanvaardde, heb ik, aldus spr.,
bij herhaling een krachtig pleidooi gevoerd
voor den terugkeer naar een internationa
len vrijhandel, in het bijzonder tusschen
die landen waar het sociale niveau ten
naaste bij gelijk is. Dit pleidooi wil ik
thans, nu ik nog meer en anders dan vroe
ger handel, nijverheid en scheepvaart
moet bekijken, krachtig herhalen. Een een
zijdige Nederlandsche vrijhandel een
zijdige vrije 'invoer is hij wel eens ge
noemd is echter evenzeer af te wijzen,
als naar een veelzijdig vrij internationaal
kapitaal- en goederenverkeer verlangd
moet worden.
Is de positie van den ondernemer zeer
dikwijls een moeilijke, zeer in het bijzon
der is zij dat in deze tijden.
Wat kan nu de regeering doen, om den
industrieel in den strijd voor het behoud
zijner onderneming of bij uitbreiding of
nieuw-oprichting van bedrijven te steu
nen? De regeering staat in deze op h£t
standpunt der aanpassing, d.w.z. der her
waardeering. Als ik nu let op hetgeen de
industrie, scheepvaart en handel in dit op
zicht hebben gedaan, dan kan niet anders
gezegd worden, dan dat zij. zich, voor wat
betreft hun eigen „vaste lasten", zeer goed
hebben aangepast.
Deze aanpassing is gepaard gegaan met
kapitaal-reducties, welke verliezen voor
de grootere bedrijven vooral door obliga
tie- en aandeelhouders, daarnaast ook door
andere crediteuren gedragen zijn. Voor de
kleinere en middenstandsindustrie zijn zij
meestal door den ondernemer zeiven ge
nomen.
De overheidslasten daarentegen zyn nog
niet voldoende verlaagd, evenmin als som
mige loonen in enkele beschutte bedrijven.
Deze loonsverlaging wordt ten deele ook
geremd door de nog niet plaats gehad heb
bende verlaging van woninghuren voor
arbeiderswoningen. Het buitengewoon in
gewikkelde van deze zijde van het vraag
stuk is oorzaak, dat men „hier" niet. zoo
vlug tot resultaten kan komen als bij de
actie, die het bedrijfsleven zelf tot verla
ging van eigen lasten voeren kan.
Waar het Nederlandsche bevolkingsre
ces, dat viermaal het Belgische bedraagt,
voor een groot gedeelte in de industrie zal
dienen te worden opgenomen, zal de re
geering met alle kracht en alle middelen,
waarover zij beschikt, er het hare toe bij
dragen om, voor zoover economisch ver
antwoord, bestaande bedrijven in stand
te houden resp. uit te breiden of oprich
ting van nieuwe industrieën te stimulee-
ren.
Nationaal kan de Regeering en de in
stellingen hiervoor zijn reeds gereed of
bijna gereed de industrie en vooral die
industrieën, die niet over een eigen inlich
tingendienst beschikken, helpen, langs
den weg eener goede economische en tech
nologische voorlichting. Zulks kan ge
schieden met de hulp der in het leven ge
roepen economisch-technologische institu
ten, maar ook voor vereenigingen van
werkgevers als de uwe.
Waar voor reorganisatie of nieuw-op
richting gelden noodig zijn, kan thans via
het Werkfonds en straks, naar ik hoop, via
de Nederlandsche Maatschappij voor In
dustrie-financiering een deel van de noo-
dige middelen verstrekt worden.
Met behulp van een Vestigingswet hoopt
de Regeering den ondernemer te behoeden
voor het verspillen van nationaal vermo
gen, in den vorm van industriekapitaal.
Daarnaast zal uit het vrije bedrijfsleven
gegroeide zin voor ordening kunnen wor
den bekrachtigd, waardoor ook weer de
positie van den ondernemer en den werk
nemer versterkt wordt.
Naast deze blijvende hulp wordt aan de
industrie, naar ik aanneem, tijdelijk hulp
geboden door contingenteering, toepassing
der tariefmachtigingswet, clearingverdra-
gen en exportcredietgaranties.
Nationaal herstel in een internationaal
milieu vraagt echter herstel van gezonde
internationale verhoudingen; er zal dus bij
voortduring naar meer internationale sa
menwerking gestreefd moeten worden, sa
menwerking, die er op gericht is om bila
terale verdragen te verruimen of zoa mo
gelijk op den duur tot-tolunies te komen.
Ook door het stimuleeren van het voe
ren van een meer doelbewuste buiten-
landsche kapitaalbeleggingspolitiek door
Nederlandsche ondernemingen kan onze
nijverheid geholpen worden. Het spreekt
wel vanzelf, dat, voor zoover mogelijk, Ne-
derlandsch kapitaal allereerst dienstbaar
gemaakt dient te worden aan eigen nijver
heid en werkbehoud of werkverruiming in
eigen land, maar Nederland heeft lange
jaren en met succes, ondanks alle daar
aan verbonden risico's, de rol van credi-
teurstaat gespeeld.
Er zijn hier en daar gunstige voortee
kenen. De internationale tendens gaat in
de richting „opleving". Zelfs wat dé han
delsbelemmeringen betreft, is om te spre
ken in de taal van hem, wiens eeuwfeest
wij dit jaar vieren, in den „lof der zot
heid" naar alle waarschijnlijkheid het
hoogste lied gezongen. Amerika gaat hier
goed vooraan. Moge Nederland van dit
herstel ook zijn deel krijgen!
Na afloop van de ledenvergadering werd
een drukbezochte receptie gehouden.
Een groot aantal bloemstukken sierde
de receptiezaal. Vertegenwoordigers van
tallooze organisaties en firma's kwamen
het bestuur gelukwenschen. Opgemerkt
werden de heeren W. Graad v. Roggen na
mens de Kon. Ned. Middenstandsbond,
Arriëns en Steenis namens de Ned. Ree-
dersvereeniging, Buning namens de Cen
trale Onderlinge, oud-minister dr. J. Post-
huma en Jh. mr. van Holthe tot Echten,
namens Centraal Beheer, ir. Damme, di
recteur-generaal der P.T.T., die met ir.
Wouter Cool tevens het Kon. Instituut van
Ingenieurs vertegenwoordigde, prof. Met
horst en mr. Van Dam van Isselt namens
het Centraal Bureau voor de Statistiek,
dr. Hirschfeld, directeur-generaal van
Handel en Nijverheid, de heeren Guljé en
Kortenhorst namens de R. K. Werkgevers
vereniging, ir. J. A. Ringers en ir. J. L.
Huysinga, namens de Ver. van Delftsche
Ingenieurs, dr. ir. Hacke, directeur-gene
raal van den Arbeid, de heer Ch. Weiter,
voorzitter van den Ondernemersraad voor
N. I., prof. Josephus Jitta en vele anderen.
ORDER VAN BIJNA TWEE MILLIOEN.
Verbetering van spoorwegwerken rond
Amsterdam.
Door de Ned. Spoorwegen te Utrecht is
het maken van een gedeelte verhoogde
baan van den spoorweg van Amsterdam
naar Utrecht, een verbreeding van dien
hoofdspoorweg ten behoeve van een te ma
ken wachtspoor, een spoorwegdam voor de
Ringbaan om Amsterdam tusschen den
hoofdspoorweg bij Duivendrecht en de Mui-
dervaart bij Diemen, een spoorwegdam ten
Zuiden van de Ringbaan tot verbinding van
deze met den hoofdspoorweg en eenige bij
komende werken, gegund aan de N.V. Am-
steriamsche Ballastmaatschappij te Am
sterdam, voor een bedrag van 1.736.750.
Vijf kinderen en drie volwassenen omgekomen
Zeven personen uit twee families slachtoffers
Bovendien nog vier zwaar gewonden
Men meldt ons uit Amsterdam:
Een vreeselijke brand heeft in den af-
geloopen nacht gewoed in perceel Oude-
zijds Achterburgwal 9 en perceel Zeedijk
88, waarbij niet minder dan 8 dooden en
4 zwaar gewonden zijn te betreuren.
In het holst van dezen rampzaligen nacht
brak brand uit in het oude drie verdie
pingen hooge perceel Oudezijds Achter
burgwal 9, waar op de eerste etage door
tot nog toe onopgehelderde oorzaak een
petroleumkachel is omgevallen.
Binnen zeer korten tijd brandde het ge-
heele huis als een fakkel.
Het vuur deelde zich binnen 10 min.
mede aan de 2e en 3e verdieping en zeer
korten tijd daarna sloegen de vlammen
uit alle negen vensters aan de voorzijde
en uit het dak.
Redding zou echter voor 8 personen niet
meer mogelijk zijn. Zij zouden op de 3e
en 4e etage, een vliering, een vreeselijken
dood sterven.
Drie volwassen personen en vier kinde
ren zijn temidden van de vlammen en de
zware bolderende rookwolken in doods
angst de trappen opgerend, niet wetend
waar in dit oude huis met trapjes en trap
pen een uitweg zou zijn te vinden.
Beneden loeiden de vlammen, de trap
was reeds onbegaanbaar en de bewoners
trachtten via de vliering het dak te be
reiken. Snel klommen de vlammen voort
en vluchtten de zeven menschen, hooger
en l^ooger, den dood tegemoet.
De vliering zou hun laatste toevlucht
zijn en daar zou het alles vernielende vuur
hen spoedig hebben bereikt.
Zij moeten daar op de 3e etage en op
de vliering een vreeselijken dood hebben
gevonden.
Tegen 4 uur, toen het blusschingswerk
zoover was gevorderd, dat de brandweer,
die met 12 stralen een zee van water op
het laaiende perceel wierp, het. huis kon
binnengaan, zou zij een vreeselijke ont
dekking doen.
Er liepen reeds geruchten, dat er nog
menschen in het perceel geweest zouden
zijn. Men had kreten gehoord en schim
men voor de ramen gezien, die in doods
angst gebaarden om hulp, menschen,
waarvan zelfs de naaste bewoners geen
inlichtingen konden geven en waarvan
niemand de namen nog wist.
Vreeselijk schouwspel.
Tegen 4 uur dan betrad de brandweer
het huis en daar op de beide bovenste ver
diepingen kwamen de brandwachts tot de
vreeselijke ontdekking, dat zich zes lyken
in het huis bevonden. Pas later is het ze
vende slachtoffer gevonden. Het waren de
lichamen van twee volwassenen en vier
kinderen.
Onherkenbaar, voor het overgroote deel
verbrande lichamen van menschen, die
door het vuur waren overvallen en die in
de bovenverdieping van het oude gracht-
huis hun doodstrijd hadden gestreden.
Het was een vreeselijk gezicht. In een
hoek van een kamer lagen op en over el
kaar de lichamen van drie menschen,
waar nog even te voren de vlammen uit
sloegen.
Maar hooger op de vliering, wachtte
een nog afschuwelijker schouwspel. Over
de verkoolde resten van balken hingen de
lichamen van nog drie personen.
Vlug verspreidde de vreeselijke mare
zich door de schare wachtenden, die in
ademlooze stilte het resultaat van het on
derzoek afwachtten.
De ontsteltenis in de buurt bij het ver
nemen van de vreeselijke bevestiging van
de geruchten, laat zich moeilijk beschrij
ven.
Vrouwen barstten in tranen uit, man
nen waren hun ontroering nauwelijks
meester. Een oogenblik heerschte een doffe
stilte onder het publiek, bestaande uit
honderden buurtgenooten, die twee uur
hadden gadegeslagen.
Doch behalve deze zes slachtoffers ont
dekte het personeel van den G. G. D. en
de brandweer ongeveer een half uur later
nog een zevende slachtoffer, eveneens on
herkenbaar verkoold.
DE NuOjjlOj.TiGE BRAND OP DE O. Z. ALniLrtJsuRUWAL TE
AMSTERDAM. HET VERBRANDE HUIS.