HET CONFLICT IN OOST-AFRIKA
MINISTERCRISIS IN FRANKRIJK
DONDERDAG 23 JANUARI 1936
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
De Volkenbondsraad bespreekt het probleem
COMMISSIE BENOEMD VOOR HET PETROLEUM-EMBARGO
Laval legt het bijltje erbij neer
LANGDURIGE CRISIS VERWACHT.
DE COMMISSIE VAN ACHTTIEN.
De commissie van achttien van de sanc
tieconferentie heeft gistermiddag haar pre
sidium gemachtigd een deskundigencom
missie te benoemen voor de bestudeering
van de voorwaarden en de uitvoering van
een eventueel petroleumembargo. Op
voorstel van den Roemeenschen minister
van Buitenlandsche Zaken, Titoelescoe,
werd daarbij vastgesteld, dat de reeds op
6 November gevallen politieke beslissing
door dit technische onderzoek niet wordt
geraakt. De commissie van deskundigen
zal reeds de volgende week bijeenkomen.
Een termijn voor de uitwerking en bespre
king van het rapport is niet gesteld. Vol
gens opvatting van de toonaangevende de
legaties is de politieke toestand in de
kwestie van het petroleumembargo door
het besluit op geenerlei wijze veranderd.
HET RAPPORT VAN EDEN.
Over de onderhandelingen met Frankrijk,
Zuid-Slavië, Griekenland en Turkije.
De Engelsche minister van buitenland
sche zaken, Eden, heeft in een schrijven
aan den voorzitter der sanctie-conferentie
mededeeling gedaan van het resultaat der
gedachtenwisseling van de Engelsche re
geering met Frankrijk, Zuid-Slavië, Grie
kenland en Turkije.
In Volkenbondskringen is er op gewe
zen, dat wederzijdsche steun van de sta
ten, die aan de sancties deelnemen tegen
over een militaire actie van den staat, die
inbreuk pleeg op het handvest, weliswaar
een principe van algemeene beteekenis is,
maar voor toepassing de sociale samen
werking noodig maakt van die leden van
den-Volkenbond die met het oog op hun
militaire omstandigheden of hun aardrijks
kundige ligging het directst betrokken
zijn. In het onderhavige geval ging het
er dan ook om vast te stellen of de staten,
welker assistentie in het bijzonder noodig
was, bereid zouden zijn concrete hulp te
bieden en zoo ja welk het nauwkeurig
karakter zou zijn van deze assistentie. De
Britsche regeering heeft dienovereenkom
stig getracht vast te stellen of in geval
van bijzondere maatregelen van militai
ren aard door Italië tegen Groot-Brittan-
nië de Fransche, Grieksche, Turksche en
Zuid-Slavische regeeringen bereid en in
staat zouden zijn zoonoodig" mede te wer
ken bij het bieden van weerstand tegen
dergelijke maatregelen. De Britsche re
geering heeft besloten in de eerste plaats
vragen te stellen aan de Fransche regee
ring met betrekking tot art. 16 paragraaf
3 teneinde uit te maken of de Fransche
regeering dit artikel beschouwt als basis
voor de genoemde verplichtingen.
De Britsche mededeeling haalt de ant
woorden aan, die de Fransche regeering
op de vragen van Engeland van 14 en 18
October gegeven heeft en verklaart, dat
dienovereenkomstig tusschen de beide re
geeringen overeenstemming tot stand is
gebracht. Het is echter gewenscht een
verdere aangelegenheid op te helderen, n.l
het doel en de bijzonderheden van de ge
noemde besprekingen en van de natuur
lijkerwijze daaruit voortgevloeide be
sprekingen tusschen de staven van marine,
leger en luchtmacht der beide landen.
In dit opzicht zegt het Engelsche memo
randum: Het feit, dat deze besprekingen
tusschen de Fransche en Britsche staven
hebben plaats gevonden, heeft in zekere
kringen geleid tot de bewering, dat de be
sprekingen niet alleen betrekking hebben
gehad op den toestand in de Middelland-
sche Zee, zooals die uit de toepassing van
artikel 16 van het Volkenbondshandvest
blijkt, maar ook op de Noord-Oostelijke
grens van Frankrijk.
De regeering van Groot-Brittannië
wenscht gebruik te maken van deze gele
genheid om te verklaren, dat iedere des
betreffende bewering onwaar is. De be
sprekingen tusschen de beide staven, die
plaatsgevonden hebben, hebben zich vol
strekt beperkt tot een gemeenschappelijke
actie ingeval uit de toepassing van sanc
ties in het huidige conflict vijandigheden
mochten ontstaan, in de Middellandsche
Zee. Zij hebben nooit betrekking gehad
op eenigerlei ander geval.
Het Engelsche memorandum vermeldt,
vervolgens de in het begin van December
ingewonnen overeenkomstige informaties
van de Engelsche regeering bij Grieken
land, Turkije en Zuid-Slavië.
De antwoorden, die deze drie regeerin
gen in onderling overleg hebben gegeven,
lieten geen twijfel over hun bereidwillig
heid, alle verplichtingen, die voor hen uit
het handvest voortvloeien, trouw na te
komen.
HET 103DE ITALIA ANSCHE
LEGERBERICHT.
Neghelli bezet.
Maarschalk Badoglio seint:
„In den ochtend van 20 Januari hebben
escadrons van de Genua anshce dragon
ders en van het lanciercorps Augustus, na
door een schitterenden en verrassefciden
aanval het verzet van den tegenstander
verbroken te hebben, Neghelli, de hoofd
stad van de Galla-provincie Borana bezet.
Neghelli ligt op 380 km. van Dolo, de basis
waarvan onze troepen zijn uitgegaan.
„Ds overwinning aan de Ganale Doria,
door Graziani behaald, heeft aldus het
land van de Galla's Borana, die reeds de
Italiaansche souvereiniteit hadden aan
vaard in een conventie, die in Maart 1886
gesloten is in de stad Argasa Oscebo, door
Vittorio Bottego, bevrijd van de hatelijke
overheersching van Abessinië.
„De hoofden en edelen van de Galla's
uit Borana zijn zich dadelijk komen aan
melden om hun onderwerping aan te bie
den en hun voldoening uit te spreken voor
de bevrijding van hun land en zich aan te
bieden voor samenwerking bij de komen
de krijgsverrichtingen tegen de regeering
te Addis Abeba.
„Ook langs de Webi Gestro, waar onze
colonnes hun actie voortzetten, hebben de
hoofden en edelen van de Galla's uit
Aroessi zich bij onze militaire overheden
aangemeld om hun onderwerping aan te
bieden.
„Op onze basis blijven de gevangenen
toestroomen. De buit aan wapens en mu
nitie, die ook aanzienlijke hoeveelheden
dum dum-kogels bevat, is geweldig.
„Te Neghelli heeft onze cavalerie zich
meester gemaakt van alle magazijnen en
opslagplaatsen van de basis, waaruit Ras
Desta twee maanden geleden vertrokken
was onder de aankondiging, dat hij -het
Zuidelijk deel van Italiaansch Somallland
ging veroveren.
„Op het Eritreesche front Is een aanval
onzerzijds gaande in den sector van Tem-
bien.
„Onze luchtmacht op beide fronten heeft
zich uitgeput in het maken van bombar-
dements- en verkenningsvluchten en daar
toe veel bijgedragen tot het doeltreffend
maken van de overwinning."
Het belang van den val van NeghelH.
Het agentschap Stefani seint uit Moga
discio: Het innemen van Neghelli is te
meer van belang, daar deze plaats niet
alleen het centrum vormde van de inten
dancediensten van Ras Desta, maar tevens
het eindpunt was van de karavaanroute,
die eenige jaren geleden door de Engel-
schen was getraceerd in overeenstemming
met Addis Abeba ter verbinding van Ko-
nya met Boran. Langs dezen weg kregen
de Abessijnen hun ravitailleering uit
Kenya.
Uit Djiboeti meldt het agentschap nog:
De opstand in Goj jam breidt zich uit.
Volgens .berichten uit het binnenland van
Abessinïe zijn de troepen van Dedjas Ig-
gasoe door de rebellen verslagen en op
de vlucht gedreven. De krijgslieden en de
bevolking in Gojjam begroeten met
vriendschapsbetuigingen de Italiaansche
vliegtuigen, die boven het gebied vliegen.
Zelfs zou de revolutie zijn overgeslagen
naar de aangrenzende provincies.
Uit Aden meldt Stefani:
De Europeesche raadgevers van den
Keizer zijn naar Dessie vertrokken, waar
een oorlogsraad zal worden gehouden. De
desbetreffende berichten worden hier
druk besproken. Men gelooft, dat deze oor
logsraad ten doel zal hebben middelen te
zoeken om den Italiaansche opmarsch tot
staan te brengen en den opstand in het
binnenland te onderdrukken, welke alle
niet-Sjoa-gebieden dreigt aan te steken.
Terzelfdertijd verluidt hier, dat de Euro
peesche raadslieden van den Negus op
het oogenblik van hun vertrek naar Des
sie hun pessimisme niet verheelden.
OPSTAND IN GODJAM BLIJFT ZICH
UITBREIDEN.
Regeeringstroepen zouden verslagen zijn.
Naar het Stefani-agen/tschap uit Djiboeti
meldt, breidt de opstand in de Abessynische
provincie Godjam zich nog altijd uit. Zelfs
zou hij intusschen ook naar de aangrenzen
de provincies zijn overgeslagen.
De onder bevel van dedjas Igassoe staan
de regeeringstroepen zijn, aldus Stefani.
door de rebellen verslagen en op de vlucht
gedreven. De Italiaansche vliegtuigen, die
boven Godjam kruisen, worden door de be
volking met vriendschapsbetuigingen be
groet.
RAS HAILOE NIET VERGIFTIGD.
In de provincie Godjam waren geruchten
opgedoken volgens welke de vroegere gou
verneur van deze provincie, ras Halloo, zou
zijn vergiftigd.. Ras Hailoe, die met den ont
troonden keizer Lidj Jassoe intiem bevriend
is geweest, was in 1932 met zijn zoon in de
nabijheid van Addis Abeba gevangen gezet.
Sinds jaren wist niemand waar de beide ge
vangenen zich bevonden. In verband nu met
de bovengenoemde geruchten heeft de Ne
gus journalisten verlof verleend een bezoek
te brengen aan Ras Hailoe. Deze is onder
gebracht in de vertrekken van den kroon
prins van Abessynië. Ras Hailoe verklaarde,
dat hij zich reeds drie jaren in deze afzon
dering bevond en als een vriend behandeld
werd. Men heeft hem al zijn waardig
heden gelaten en hem is veroorloofd den
keizerlijken tuin te benutten voor wande
lingen.
BUITENLAND
DUITSCHLAND.
Nieuw herderlijk schrijven
der Duitsche Bisschoppen
DE STRIJD TEGEN HET NIEUW
HEIDENDOM.
Op Zondag 26 Januari a.s. zal in alle Ka
tholieke Kerken van Duitschland een Her
derlijk Schrijven van het Duitsche Episco
paat van den kansel worden voorgelezen,
waarbij de Katholieken gewaarschuwd wor
den tegen het gevaar van het Moderne Hei
dendom. Tevens sporen de Bisschoppen de
Katholieken aan om den moed en het ver
trouwen niet te verliezen temidden van den
geweldigen storm die over Duitschland is
losgebarsten.
Het Christelijk Geloof is het allergrootste
en heiligste goed, zoowel voor iederen
mensch afzonderlijk, als voor de Christe
lijke volkeren, zeggen de bisschoppen. Met
name is het Duitsche volk, eerst nadat het
Christelijk Geloof het uit de duisternis van
het Heidendom verlost, en met de Christe
lijke kracht der genade uitgerust had, in de
rij der toonaangevende volkeren getreden,
en ons volk zal slechts zoolang op de ver
heven wegen der cultuur kunnen wandelen,
als de zon van het Christendom haar be
licht. De Duitsche bisschoppen hebben in
dezen modernen tijd, die niet alleen vol
gens veler inzicht een ommekeer moet be-
teekenen op politiek gebied, maar ook op
gebied van Godsdienst, telkens en telkens
weer, vooral na de bijeenkomsten in Fulda,
vermaand en gewaarschuwd en niets na
gelaten om het Duitsche volk voor een
Kulturkampf te sparen. Ondanks dat alles
schijnt de strijd niet te verflauwen, maar
met oplaaiende heftigheid te loeien rond
de zielen der Duitsche menschen. En onze
tegenstanders laten niets onbeproefd en on
benut om twijfel onder de menschen te
zaaien, de innige band van verknochtheid
der geloovigen aan hun Bisschoppen en den
H. Vader in Rome, losser te maken, door
dat zij het Christendom bestempelen als niet
in overeenstemming zijnde met den Duit-
schen volksaard en zoowel uit het heden als
uit het verleden alles bijeen brengen wat
geschikt zou kunnen zijn en aanleiding zou
kunnen geven om Kerk en Godsdienst in
een verkeerd daglicht te stellen, terwijl zij
de jeugd zelfs trachten te verleiden om het
Christelijk geloof vaarwel te zeggen. Be
halve bepaalde vormingscursussen en bij
eenkomsten zijn het vooral bepaalde boe
ken, tijdschriften en kranten, die zich in
dienst hebben gesteld van het moderne on
geloof, om weldra openlijk, datgene te be
strijden, wat voor ons onschatbaar kostbaar
en heilig is, terwijl men soms uit schuil
plaatsen en met schijnbare zakelijkheid het
Christelijk Geloof aanvalt en de Katholieke
blijheid des geloofs tracht te vernietigen.
Daartegenover kunnen wij niets anders
doen, aldus de bisschoppen, dan met alle
mogelijke nadruk waarschuwen tegen der
gelijke boeken, tijdschriften en kranten, en
deze lectuur aan onze Diocesanen verbie
den. Het is absoluut geen onwaardig voog
dijschap dat wij uitoefenen, maar slechts
een herhaling van de waarschuwingen die
ook onze Goddelijke Meester liet hooren
toen Hij sprak van wolven in schaapsklee-
ren en het is niets anders dan een toepas
sing van de grondbeginselen, die onze
nieuwe Staat zelf voor noodzakelijk houdt
tegenover de geschriften, die gevaarlijk zijn
voor Staat en volk. Wij handelen daarmee
geheel overeenkomstig het Wetboek van
onze H. Kerk (Canon 1399) dat uitdrukke
lijk het lezen, in eigendom bezitten en be
waren van boeken, tijdschriften en kran
ten verbiedt, die de dwaalleer of het
Schisma trachten te verspreiden, en de
grondslagen van den Godsdienst op eeniger
lei wijze trachten te ondermijnen, met voor
bedachte rade den Godsdienst en de goede
zeden aanvallen, een of andere Katholieke
leerstelling bestrijden of bespotten, den
Godsdienst smadelijk bejegenen, de Kerke
lijke tucht ondergraven en de Kerkelijke
Hiërarchie, den Priesterlijke en Klooster
lijke Stand aan de verachting prijsgeven.
Wanneer wij deze verbodsbepalingen der
Kerk thans weer opnieuw ter kennis en on
der de aandacht van de geloovigen brengen,
dan ligt het niet in onze bedoeling om eenig
kwaad te zeggen van den Staat of van de
Partij, wanneer het ook organen van den
Staat of de Partij betreft. Want wij weten
dat zoowel de Staat als de Partij zich aan
de verplichtingen houden van het Concor
daat, dat zij het zelf moeten afkeuren, wan
neer hun organen misbruikt worden om
aanvallen te plegen op de Kerk en het
Christelijk Geloof.
De bisschoppen verzoeken de geloovigen
echter met den meesten aandrang, in Ka
tholieke trouw en karaktervastheid deze
verboden stipt op te volgen, en het Kerke
lijk Gebod niet te overtreden, dooT het lezen
of bewaren van dergelijke tijdschriften of
bladen, of door deel te nemen aan gevaar
lijke bijeenkomsten of ontwikkelingscur
sussen.
BUITENLANDSCHE BERICHTE*
REDFERN NOG IN LEVEN?
Art Williams zou sporen van hem ontdekt
hebben in 't Zuid-Amerikaansche oerwoud.
De Amerikaansche vlieger Art Williams
zou sporen heben gevonden van den vlie
ger Paul Redfern, die in 1927 tijdens een
vlucht van Brunswick (Georgia) naar Rio
de Janeiro is verdwenen.
Na de vorige week uit het Zuid-Ameri
kaansche oerwoud, waar hij een onderzoek
had ingesteld, te zijn teruggekeerd, ver
klaarde Williams, dat hij bepaalde sporen
van Redfern had ontdekt.
Williams deelde verder mede, dat ziekte,
Gistermiddag te 16 uur 56 heeft het ka-
binet-Laval het besluit genomen af te tre
den.
Om drie uur des middags was de beslis
sende kabinetsraad gehouden. De beraad
slagingen duurden tot vier uur. Reeds bij
den aanvang der zitting maakten minister
Herriot, de minister van Handel, Bonnet,
de minister van Koopvaardij Bertrand en
de minister van Binnelandsche Zaken Pa-
ganon, bekend, dat zij zouden aftreden,
terwijl de beide uit den Senaat afkomstige
radicaal-soc. ministers Régnier, minister
van Financiën en Maupoile nu minister
voor Pensioenen zich vooreerst niet aanslo
ten bij deze stap. Er volgde een gedachten-
wisseling over- den algemeenen politieken
toestand, terwijl de definitieve beslissing
over het lot van het kabinet nog even werd
uitgesteld.
De ministers begaven zich toen naar
het Elysés, waarin een vergadering, waar
aan de president van de republiek ook
deelnam de samenstelling werd bepaald
van de Fransche delegatie, die zich naar
Londen zal begeven om de begrafenis van
Koning George bij te wonen.
Dadelijk nadat dit geregeld was, nam
Laval het woord, en na een korte bespre
king diende hij ten slotte het ontslag van
het kabinet in. President Lebruin heeft
het ontslag van de regeering-Laval aan
vaard.
President Lebrun heeft den ministers
verzocht de loopende zaken af te doen. Hij
is te kwart over vijf reeds begonnen met
zijn besprekingen over de vorming van een
nieuw kabinet.
Nadat Laval en Bouisson de opdracht
tot formatie van een kabinet hadden gewei
gerd, zou, naar men meent te kunnen ver
zekeren, Lebrun heden Heriot aanbieden
kabinetsformatur te worden.
Verder regeeren was Laval onmogelijk.
In een verklaring aan de pers heeft La-
val medegedeeld, dat hij het aanbod van
Lebrun, om een nieuwe regeering te vor
men, heeft afgewezen.
Hij -zeide verder niet ernaar te hebben
gestreefd de regeeringsmacht in handen te
krijgen. In Juni van het vorige jaar heeft
hij de opdracht aanvaard als een plicht te
genover de natie.
„Ik weet", vervolgde Laval, „dat ik mijn
zending heb vervuld. De franc, waarvan
de verdediging aan mijn zorgen werd toe
vertrouwd, heeft zijn waarde behouden. De
begrooting, die met een vijfde is verlicht,
is goedgekeurd. De maatregelen, welke op
allerlei gebied zijn genomen, beginnen
vrucht te dragen en er zijn teekenen, die
wijzen op een toeneming van de bedrijvig
heid in den handel en bij den landbouw.
In den loop van de Kamerzitting is de ver
deeldheid onder het Fransche volk vermin
derd. Wij zien de dageraad van een natio
nale verzoening aanbreken.
In den loop van de laatste maanden zijn
op het gebied der buitenlandsche politiek
ernstige moeilijkheden gerezen. Deson
danks is de vrede gehandhaafd, hebben ,wj
onze verplichtingen tegenover den Volken
bond nagekomen en zjjn onze vriend
schapsbanden en overeenkomsten met an
dere landen intact gebleven. De onafhan
kelijkheid van onze buitenlandsche politiek
is verzekerd en versterkt. Dat zijn de re
sultaten van mijn politie.
Frankrijk blijft meester van zijn lot.
Langzamerhand en dan ook op alle pun
ten heeft deze politiek de goedkeuring der
Fransche Kamers verworven. Bij de verle
den weekgehouden vertrouwensstemming
ten aanzien -van het algemeen beleid der
regeering, bleek de meerderheid van hen
dié vóórstemden gegroeid te zijn."
gebrek aan levensmidelen en terreinmoei-
lljkheden hem hadden genoodzaakt, het zoe
ken op te geven op het oogenblik, dat hij
en zijn metgezellen tot dit resultaat waren
gekomen.
Hij voegde hier nog aan toe, dat hij zou
terugkeeren naar het kamp te Wanatobo,
waar zich de grenscommissie van Fransch-
Britsch- en Nederlandsche Guyana be
vindt, zoodra zijn vliegtuig weder in orde
zal zijn.
Zooals bekend, zoekt de Nederlandsche
expeditie, die de grenzen tusschen Neder-
landsch- en Britsch Guyana en Brazilië vast
stelt, eveneens naar de plaats, waar Red
fern is neergestort.
James Ryan en Arthur Farrel, die zich
onlangs aan boord van het Nederlandsche
s.s. „Venezuela" van Cristobal naar Para
maribo begaven, zullen van daaruit even
eens een expeditie naar de binnenlanden
beginnen, teneinde te trachten Redfern op
te sporen.
De opsporingspogingen van Art Williams
werden gefinancierd door een zakenman te
Georgetown, Edwin Sill, die vernomen had,
dat „een blanke, die door de Indianen als
een god wordt vereerd, onder de inheem-
sche stammen diep in het binnenland van
Zuid-Amerika leeft".
Williams had een luchtexpeditie georga
niseerd met Harry Wendt en een Indiaan-
sche gids op de plaats waar de drie Guya
na's bijeenkomen.
EEN VIJFLING IS VOORDEELIG.
Uit Callander (Ontario) wordt gemeld:
Het is gebleken, dat de vijfling Dionne
van enorm materieel voordeel is voor de
geboortestreek.
„Hoe zwaar mijn taak ook was", aldus
ging Laval verder, „ik zou haar zijn blij
ven vervullen, maar de nieuwe politieke
situatie verhindert mij dit."
Het behoud van een nauw verband tus
schen de partijen waaruit de regeering
was samengesteld, was een absolute voor
waarde voor de mogelijkheid tot regeeren.
Deze onmisbare samenwerking is thans niet
meer mogelijk. Een der partijen is voorge
gaan met aan haar vertegenwoordigers in
het kabinet verdere samenwerking met mij
te verbieden.
Nu ik mij terug trek meen ik het recht
te hebben om aan allen te vragen een voor
beeld te zijn van de onder de tegenwoor
dige omstandigheden noodzakelijke koel
bloedigheid en eensgezindheid, zulks als
tegenprestatie voor mijn eigen inspannin."
Socialisten beslist anti-Laval.
De socialistische Kamergroep heeft een
motie aangenomen, waarin zij zegt, dat het
socialistische programma toegepast zou
kunnen worden door iedere regering, on
verschillig of deze regeering geheel be
staat uit radicaal-socialisten, uit aanhangers
van het Volksfront of uit republikeienen.
De eenige samenstelling waarmee het so
cialistische programma in tegenspraak zou
zijn, zou een combinatie van partijen zijn
welke een wapenstilstand hadden gesloten,
zooals onder de regeering Laval.
Door zich niet te verzetten tegen een
anderen vorm van regeering willen de so
cialisten het verwijt vermijden, dat hun
reeds zoo dikwijls is gedaan, als zouden zij
een stroeve en onbuigzame overtuiging die
nen, om de verwezenlijking van iedere mi-
nisterieele combinatie onmogelijk te ma
ken.
Ten aanzien van een eventueele keuze
van een premier hebben de deelnemers aan
de Kamervergadering te kennen gegeven,
dat zij zich niet zouden verzetten tegen het
optreden van iemand uit het rechtsche cen
trum als Paul Reynaud, wiens optreden
heeft bijgedragen de positie van het kabi-
net-Laval wankel te maken. Zij zouden
zelfs veeleer geneigd zijn zich „bescheiden
neutraal" te houden, wanneer Flandin een
zuiver links georiënteerd republikeinsch
kabinet zou vormen. De socialisten zijn na
tuurlijk a fortiori geneigd de benoeming
van een radicaal-socialist als Herriot, Da-
ladier, Chautemps of Bonnet goed te keu
ren.
Wat betreft de vorming van een regee
ring door het Volksfront, staken stommigen
niet onder stoelen of banken, dat hun dit
onder de tegenwoordige omstandigheden
meer dan ooit een hersenschim geleek.
Men heeft berekend, dat tusschen Juni
en September van het'vorige jaar 380.000
personen een bezoek heben gebracht aan
het Defoe-ziekenhuis, om een blik op de
vijf zusters te kunnen werpen. Daar naar
schatting elke bezoeker gemiddeld onge
veer 2 yt dollar uitgaf, ontvingen hotel- en
caféhouders en winkeliers 950.000 dollar.
Bezoekers, die per auto kwamen, be
steedden 400.000 dollar aan benzine, waar
van een kwart in den vorm van benzine
accijns in de kas van den staat Ontario
vloeide.
KERKNIEUWS
OVERBRENGING VAN PATER DAMIAAN
De plechtigheden van de officieele ont
vangst van de roemrijke overblijfselen van
Pater Damiaan zullen plaats hebben op
Zondag 3 Mei a.s. Dienzelfden avond nog
zal de praalkist naar Leuven in de St. Pie
terskerk worden overgebracht.
Op Maandag 4 Mei zal in dezelfde kerk
'n plechtige Requiem-mis worden gecele
breerd, waarna de overblijfselen van den
Held van Molokai processie-gewijze naar
het praalgraf in de kerk van de Paters der
H.H. Harten worden overgebracht.
De fotografische reportage-dienst der
plechtigheden is toevertrouwd aan het
Agentschap „SADO" (Auderghemsche
Steenweg 243, Brussel).
Nadere bijzonderheden zullen bijtijds ge
publiceerd worden.