HET CONFLICT IN OOST-AFRIKA MINISTERCRISIS IN FRANKRIJK DONDERDAG 23 JANUARI 1936 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 De Volkenbondsraad bespreekt het probleem COMMISSIE BENOEMD VOOR HET PETROLEUM-EMBARGO Laval legt het bijltje erbij neer LANGDURIGE CRISIS VERWACHT. DE COMMISSIE VAN ACHTTIEN. De commissie van achttien van de sanc tieconferentie heeft gistermiddag haar pre sidium gemachtigd een deskundigencom missie te benoemen voor de bestudeering van de voorwaarden en de uitvoering van een eventueel petroleumembargo. Op voorstel van den Roemeenschen minister van Buitenlandsche Zaken, Titoelescoe, werd daarbij vastgesteld, dat de reeds op 6 November gevallen politieke beslissing door dit technische onderzoek niet wordt geraakt. De commissie van deskundigen zal reeds de volgende week bijeenkomen. Een termijn voor de uitwerking en bespre king van het rapport is niet gesteld. Vol gens opvatting van de toonaangevende de legaties is de politieke toestand in de kwestie van het petroleumembargo door het besluit op geenerlei wijze veranderd. HET RAPPORT VAN EDEN. Over de onderhandelingen met Frankrijk, Zuid-Slavië, Griekenland en Turkije. De Engelsche minister van buitenland sche zaken, Eden, heeft in een schrijven aan den voorzitter der sanctie-conferentie mededeeling gedaan van het resultaat der gedachtenwisseling van de Engelsche re geering met Frankrijk, Zuid-Slavië, Grie kenland en Turkije. In Volkenbondskringen is er op gewe zen, dat wederzijdsche steun van de sta ten, die aan de sancties deelnemen tegen over een militaire actie van den staat, die inbreuk pleeg op het handvest, weliswaar een principe van algemeene beteekenis is, maar voor toepassing de sociale samen werking noodig maakt van die leden van den-Volkenbond die met het oog op hun militaire omstandigheden of hun aardrijks kundige ligging het directst betrokken zijn. In het onderhavige geval ging het er dan ook om vast te stellen of de staten, welker assistentie in het bijzonder noodig was, bereid zouden zijn concrete hulp te bieden en zoo ja welk het nauwkeurig karakter zou zijn van deze assistentie. De Britsche regeering heeft dienovereenkom stig getracht vast te stellen of in geval van bijzondere maatregelen van militai ren aard door Italië tegen Groot-Brittan- nië de Fransche, Grieksche, Turksche en Zuid-Slavische regeeringen bereid en in staat zouden zijn zoonoodig" mede te wer ken bij het bieden van weerstand tegen dergelijke maatregelen. De Britsche re geering heeft besloten in de eerste plaats vragen te stellen aan de Fransche regee ring met betrekking tot art. 16 paragraaf 3 teneinde uit te maken of de Fransche regeering dit artikel beschouwt als basis voor de genoemde verplichtingen. De Britsche mededeeling haalt de ant woorden aan, die de Fransche regeering op de vragen van Engeland van 14 en 18 October gegeven heeft en verklaart, dat dienovereenkomstig tusschen de beide re geeringen overeenstemming tot stand is gebracht. Het is echter gewenscht een verdere aangelegenheid op te helderen, n.l het doel en de bijzonderheden van de ge noemde besprekingen en van de natuur lijkerwijze daaruit voortgevloeide be sprekingen tusschen de staven van marine, leger en luchtmacht der beide landen. In dit opzicht zegt het Engelsche memo randum: Het feit, dat deze besprekingen tusschen de Fransche en Britsche staven hebben plaats gevonden, heeft in zekere kringen geleid tot de bewering, dat de be sprekingen niet alleen betrekking hebben gehad op den toestand in de Middelland- sche Zee, zooals die uit de toepassing van artikel 16 van het Volkenbondshandvest blijkt, maar ook op de Noord-Oostelijke grens van Frankrijk. De regeering van Groot-Brittannië wenscht gebruik te maken van deze gele genheid om te verklaren, dat iedere des betreffende bewering onwaar is. De be sprekingen tusschen de beide staven, die plaatsgevonden hebben, hebben zich vol strekt beperkt tot een gemeenschappelijke actie ingeval uit de toepassing van sanc ties in het huidige conflict vijandigheden mochten ontstaan, in de Middellandsche Zee. Zij hebben nooit betrekking gehad op eenigerlei ander geval. Het Engelsche memorandum vermeldt, vervolgens de in het begin van December ingewonnen overeenkomstige informaties van de Engelsche regeering bij Grieken land, Turkije en Zuid-Slavië. De antwoorden, die deze drie regeerin gen in onderling overleg hebben gegeven, lieten geen twijfel over hun bereidwillig heid, alle verplichtingen, die voor hen uit het handvest voortvloeien, trouw na te komen. HET 103DE ITALIA ANSCHE LEGERBERICHT. Neghelli bezet. Maarschalk Badoglio seint: „In den ochtend van 20 Januari hebben escadrons van de Genua anshce dragon ders en van het lanciercorps Augustus, na door een schitterenden en verrassefciden aanval het verzet van den tegenstander verbroken te hebben, Neghelli, de hoofd stad van de Galla-provincie Borana bezet. Neghelli ligt op 380 km. van Dolo, de basis waarvan onze troepen zijn uitgegaan. „Ds overwinning aan de Ganale Doria, door Graziani behaald, heeft aldus het land van de Galla's Borana, die reeds de Italiaansche souvereiniteit hadden aan vaard in een conventie, die in Maart 1886 gesloten is in de stad Argasa Oscebo, door Vittorio Bottego, bevrijd van de hatelijke overheersching van Abessinië. „De hoofden en edelen van de Galla's uit Borana zijn zich dadelijk komen aan melden om hun onderwerping aan te bie den en hun voldoening uit te spreken voor de bevrijding van hun land en zich aan te bieden voor samenwerking bij de komen de krijgsverrichtingen tegen de regeering te Addis Abeba. „Ook langs de Webi Gestro, waar onze colonnes hun actie voortzetten, hebben de hoofden en edelen van de Galla's uit Aroessi zich bij onze militaire overheden aangemeld om hun onderwerping aan te bieden. „Op onze basis blijven de gevangenen toestroomen. De buit aan wapens en mu nitie, die ook aanzienlijke hoeveelheden dum dum-kogels bevat, is geweldig. „Te Neghelli heeft onze cavalerie zich meester gemaakt van alle magazijnen en opslagplaatsen van de basis, waaruit Ras Desta twee maanden geleden vertrokken was onder de aankondiging, dat hij -het Zuidelijk deel van Italiaansch Somallland ging veroveren. „Op het Eritreesche front Is een aanval onzerzijds gaande in den sector van Tem- bien. „Onze luchtmacht op beide fronten heeft zich uitgeput in het maken van bombar- dements- en verkenningsvluchten en daar toe veel bijgedragen tot het doeltreffend maken van de overwinning." Het belang van den val van NeghelH. Het agentschap Stefani seint uit Moga discio: Het innemen van Neghelli is te meer van belang, daar deze plaats niet alleen het centrum vormde van de inten dancediensten van Ras Desta, maar tevens het eindpunt was van de karavaanroute, die eenige jaren geleden door de Engel- schen was getraceerd in overeenstemming met Addis Abeba ter verbinding van Ko- nya met Boran. Langs dezen weg kregen de Abessijnen hun ravitailleering uit Kenya. Uit Djiboeti meldt het agentschap nog: De opstand in Goj jam breidt zich uit. Volgens .berichten uit het binnenland van Abessinïe zijn de troepen van Dedjas Ig- gasoe door de rebellen verslagen en op de vlucht gedreven. De krijgslieden en de bevolking in Gojjam begroeten met vriendschapsbetuigingen de Italiaansche vliegtuigen, die boven het gebied vliegen. Zelfs zou de revolutie zijn overgeslagen naar de aangrenzende provincies. Uit Aden meldt Stefani: De Europeesche raadgevers van den Keizer zijn naar Dessie vertrokken, waar een oorlogsraad zal worden gehouden. De desbetreffende berichten worden hier druk besproken. Men gelooft, dat deze oor logsraad ten doel zal hebben middelen te zoeken om den Italiaansche opmarsch tot staan te brengen en den opstand in het binnenland te onderdrukken, welke alle niet-Sjoa-gebieden dreigt aan te steken. Terzelfdertijd verluidt hier, dat de Euro peesche raadslieden van den Negus op het oogenblik van hun vertrek naar Des sie hun pessimisme niet verheelden. OPSTAND IN GODJAM BLIJFT ZICH UITBREIDEN. Regeeringstroepen zouden verslagen zijn. Naar het Stefani-agen/tschap uit Djiboeti meldt, breidt de opstand in de Abessynische provincie Godjam zich nog altijd uit. Zelfs zou hij intusschen ook naar de aangrenzen de provincies zijn overgeslagen. De onder bevel van dedjas Igassoe staan de regeeringstroepen zijn, aldus Stefani. door de rebellen verslagen en op de vlucht gedreven. De Italiaansche vliegtuigen, die boven Godjam kruisen, worden door de be volking met vriendschapsbetuigingen be groet. RAS HAILOE NIET VERGIFTIGD. In de provincie Godjam waren geruchten opgedoken volgens welke de vroegere gou verneur van deze provincie, ras Halloo, zou zijn vergiftigd.. Ras Hailoe, die met den ont troonden keizer Lidj Jassoe intiem bevriend is geweest, was in 1932 met zijn zoon in de nabijheid van Addis Abeba gevangen gezet. Sinds jaren wist niemand waar de beide ge vangenen zich bevonden. In verband nu met de bovengenoemde geruchten heeft de Ne gus journalisten verlof verleend een bezoek te brengen aan Ras Hailoe. Deze is onder gebracht in de vertrekken van den kroon prins van Abessynië. Ras Hailoe verklaarde, dat hij zich reeds drie jaren in deze afzon dering bevond en als een vriend behandeld werd. Men heeft hem al zijn waardig heden gelaten en hem is veroorloofd den keizerlijken tuin te benutten voor wande lingen. BUITENLAND DUITSCHLAND. Nieuw herderlijk schrijven der Duitsche Bisschoppen DE STRIJD TEGEN HET NIEUW HEIDENDOM. Op Zondag 26 Januari a.s. zal in alle Ka tholieke Kerken van Duitschland een Her derlijk Schrijven van het Duitsche Episco paat van den kansel worden voorgelezen, waarbij de Katholieken gewaarschuwd wor den tegen het gevaar van het Moderne Hei dendom. Tevens sporen de Bisschoppen de Katholieken aan om den moed en het ver trouwen niet te verliezen temidden van den geweldigen storm die over Duitschland is losgebarsten. Het Christelijk Geloof is het allergrootste en heiligste goed, zoowel voor iederen mensch afzonderlijk, als voor de Christe lijke volkeren, zeggen de bisschoppen. Met name is het Duitsche volk, eerst nadat het Christelijk Geloof het uit de duisternis van het Heidendom verlost, en met de Christe lijke kracht der genade uitgerust had, in de rij der toonaangevende volkeren getreden, en ons volk zal slechts zoolang op de ver heven wegen der cultuur kunnen wandelen, als de zon van het Christendom haar be licht. De Duitsche bisschoppen hebben in dezen modernen tijd, die niet alleen vol gens veler inzicht een ommekeer moet be- teekenen op politiek gebied, maar ook op gebied van Godsdienst, telkens en telkens weer, vooral na de bijeenkomsten in Fulda, vermaand en gewaarschuwd en niets na gelaten om het Duitsche volk voor een Kulturkampf te sparen. Ondanks dat alles schijnt de strijd niet te verflauwen, maar met oplaaiende heftigheid te loeien rond de zielen der Duitsche menschen. En onze tegenstanders laten niets onbeproefd en on benut om twijfel onder de menschen te zaaien, de innige band van verknochtheid der geloovigen aan hun Bisschoppen en den H. Vader in Rome, losser te maken, door dat zij het Christendom bestempelen als niet in overeenstemming zijnde met den Duit- schen volksaard en zoowel uit het heden als uit het verleden alles bijeen brengen wat geschikt zou kunnen zijn en aanleiding zou kunnen geven om Kerk en Godsdienst in een verkeerd daglicht te stellen, terwijl zij de jeugd zelfs trachten te verleiden om het Christelijk geloof vaarwel te zeggen. Be halve bepaalde vormingscursussen en bij eenkomsten zijn het vooral bepaalde boe ken, tijdschriften en kranten, die zich in dienst hebben gesteld van het moderne on geloof, om weldra openlijk, datgene te be strijden, wat voor ons onschatbaar kostbaar en heilig is, terwijl men soms uit schuil plaatsen en met schijnbare zakelijkheid het Christelijk Geloof aanvalt en de Katholieke blijheid des geloofs tracht te vernietigen. Daartegenover kunnen wij niets anders doen, aldus de bisschoppen, dan met alle mogelijke nadruk waarschuwen tegen der gelijke boeken, tijdschriften en kranten, en deze lectuur aan onze Diocesanen verbie den. Het is absoluut geen onwaardig voog dijschap dat wij uitoefenen, maar slechts een herhaling van de waarschuwingen die ook onze Goddelijke Meester liet hooren toen Hij sprak van wolven in schaapsklee- ren en het is niets anders dan een toepas sing van de grondbeginselen, die onze nieuwe Staat zelf voor noodzakelijk houdt tegenover de geschriften, die gevaarlijk zijn voor Staat en volk. Wij handelen daarmee geheel overeenkomstig het Wetboek van onze H. Kerk (Canon 1399) dat uitdrukke lijk het lezen, in eigendom bezitten en be waren van boeken, tijdschriften en kran ten verbiedt, die de dwaalleer of het Schisma trachten te verspreiden, en de grondslagen van den Godsdienst op eeniger lei wijze trachten te ondermijnen, met voor bedachte rade den Godsdienst en de goede zeden aanvallen, een of andere Katholieke leerstelling bestrijden of bespotten, den Godsdienst smadelijk bejegenen, de Kerke lijke tucht ondergraven en de Kerkelijke Hiërarchie, den Priesterlijke en Klooster lijke Stand aan de verachting prijsgeven. Wanneer wij deze verbodsbepalingen der Kerk thans weer opnieuw ter kennis en on der de aandacht van de geloovigen brengen, dan ligt het niet in onze bedoeling om eenig kwaad te zeggen van den Staat of van de Partij, wanneer het ook organen van den Staat of de Partij betreft. Want wij weten dat zoowel de Staat als de Partij zich aan de verplichtingen houden van het Concor daat, dat zij het zelf moeten afkeuren, wan neer hun organen misbruikt worden om aanvallen te plegen op de Kerk en het Christelijk Geloof. De bisschoppen verzoeken de geloovigen echter met den meesten aandrang, in Ka tholieke trouw en karaktervastheid deze verboden stipt op te volgen, en het Kerke lijk Gebod niet te overtreden, dooT het lezen of bewaren van dergelijke tijdschriften of bladen, of door deel te nemen aan gevaar lijke bijeenkomsten of ontwikkelingscur sussen. BUITENLANDSCHE BERICHTE* REDFERN NOG IN LEVEN? Art Williams zou sporen van hem ontdekt hebben in 't Zuid-Amerikaansche oerwoud. De Amerikaansche vlieger Art Williams zou sporen heben gevonden van den vlie ger Paul Redfern, die in 1927 tijdens een vlucht van Brunswick (Georgia) naar Rio de Janeiro is verdwenen. Na de vorige week uit het Zuid-Ameri kaansche oerwoud, waar hij een onderzoek had ingesteld, te zijn teruggekeerd, ver klaarde Williams, dat hij bepaalde sporen van Redfern had ontdekt. Williams deelde verder mede, dat ziekte, Gistermiddag te 16 uur 56 heeft het ka- binet-Laval het besluit genomen af te tre den. Om drie uur des middags was de beslis sende kabinetsraad gehouden. De beraad slagingen duurden tot vier uur. Reeds bij den aanvang der zitting maakten minister Herriot, de minister van Handel, Bonnet, de minister van Koopvaardij Bertrand en de minister van Binnelandsche Zaken Pa- ganon, bekend, dat zij zouden aftreden, terwijl de beide uit den Senaat afkomstige radicaal-soc. ministers Régnier, minister van Financiën en Maupoile nu minister voor Pensioenen zich vooreerst niet aanslo ten bij deze stap. Er volgde een gedachten- wisseling over- den algemeenen politieken toestand, terwijl de definitieve beslissing over het lot van het kabinet nog even werd uitgesteld. De ministers begaven zich toen naar het Elysés, waarin een vergadering, waar aan de president van de republiek ook deelnam de samenstelling werd bepaald van de Fransche delegatie, die zich naar Londen zal begeven om de begrafenis van Koning George bij te wonen. Dadelijk nadat dit geregeld was, nam Laval het woord, en na een korte bespre king diende hij ten slotte het ontslag van het kabinet in. President Lebruin heeft het ontslag van de regeering-Laval aan vaard. President Lebrun heeft den ministers verzocht de loopende zaken af te doen. Hij is te kwart over vijf reeds begonnen met zijn besprekingen over de vorming van een nieuw kabinet. Nadat Laval en Bouisson de opdracht tot formatie van een kabinet hadden gewei gerd, zou, naar men meent te kunnen ver zekeren, Lebrun heden Heriot aanbieden kabinetsformatur te worden. Verder regeeren was Laval onmogelijk. In een verklaring aan de pers heeft La- val medegedeeld, dat hij het aanbod van Lebrun, om een nieuwe regeering te vor men, heeft afgewezen. Hij -zeide verder niet ernaar te hebben gestreefd de regeeringsmacht in handen te krijgen. In Juni van het vorige jaar heeft hij de opdracht aanvaard als een plicht te genover de natie. „Ik weet", vervolgde Laval, „dat ik mijn zending heb vervuld. De franc, waarvan de verdediging aan mijn zorgen werd toe vertrouwd, heeft zijn waarde behouden. De begrooting, die met een vijfde is verlicht, is goedgekeurd. De maatregelen, welke op allerlei gebied zijn genomen, beginnen vrucht te dragen en er zijn teekenen, die wijzen op een toeneming van de bedrijvig heid in den handel en bij den landbouw. In den loop van de Kamerzitting is de ver deeldheid onder het Fransche volk vermin derd. Wij zien de dageraad van een natio nale verzoening aanbreken. In den loop van de laatste maanden zijn op het gebied der buitenlandsche politiek ernstige moeilijkheden gerezen. Deson danks is de vrede gehandhaafd, hebben ,wj onze verplichtingen tegenover den Volken bond nagekomen en zjjn onze vriend schapsbanden en overeenkomsten met an dere landen intact gebleven. De onafhan kelijkheid van onze buitenlandsche politiek is verzekerd en versterkt. Dat zijn de re sultaten van mijn politie. Frankrijk blijft meester van zijn lot. Langzamerhand en dan ook op alle pun ten heeft deze politiek de goedkeuring der Fransche Kamers verworven. Bij de verle den weekgehouden vertrouwensstemming ten aanzien -van het algemeen beleid der regeering, bleek de meerderheid van hen dié vóórstemden gegroeid te zijn." gebrek aan levensmidelen en terreinmoei- lljkheden hem hadden genoodzaakt, het zoe ken op te geven op het oogenblik, dat hij en zijn metgezellen tot dit resultaat waren gekomen. Hij voegde hier nog aan toe, dat hij zou terugkeeren naar het kamp te Wanatobo, waar zich de grenscommissie van Fransch- Britsch- en Nederlandsche Guyana be vindt, zoodra zijn vliegtuig weder in orde zal zijn. Zooals bekend, zoekt de Nederlandsche expeditie, die de grenzen tusschen Neder- landsch- en Britsch Guyana en Brazilië vast stelt, eveneens naar de plaats, waar Red fern is neergestort. James Ryan en Arthur Farrel, die zich onlangs aan boord van het Nederlandsche s.s. „Venezuela" van Cristobal naar Para maribo begaven, zullen van daaruit even eens een expeditie naar de binnenlanden beginnen, teneinde te trachten Redfern op te sporen. De opsporingspogingen van Art Williams werden gefinancierd door een zakenman te Georgetown, Edwin Sill, die vernomen had, dat „een blanke, die door de Indianen als een god wordt vereerd, onder de inheem- sche stammen diep in het binnenland van Zuid-Amerika leeft". Williams had een luchtexpeditie georga niseerd met Harry Wendt en een Indiaan- sche gids op de plaats waar de drie Guya na's bijeenkomen. EEN VIJFLING IS VOORDEELIG. Uit Callander (Ontario) wordt gemeld: Het is gebleken, dat de vijfling Dionne van enorm materieel voordeel is voor de geboortestreek. „Hoe zwaar mijn taak ook was", aldus ging Laval verder, „ik zou haar zijn blij ven vervullen, maar de nieuwe politieke situatie verhindert mij dit." Het behoud van een nauw verband tus schen de partijen waaruit de regeering was samengesteld, was een absolute voor waarde voor de mogelijkheid tot regeeren. Deze onmisbare samenwerking is thans niet meer mogelijk. Een der partijen is voorge gaan met aan haar vertegenwoordigers in het kabinet verdere samenwerking met mij te verbieden. Nu ik mij terug trek meen ik het recht te hebben om aan allen te vragen een voor beeld te zijn van de onder de tegenwoor dige omstandigheden noodzakelijke koel bloedigheid en eensgezindheid, zulks als tegenprestatie voor mijn eigen inspannin." Socialisten beslist anti-Laval. De socialistische Kamergroep heeft een motie aangenomen, waarin zij zegt, dat het socialistische programma toegepast zou kunnen worden door iedere regering, on verschillig of deze regeering geheel be staat uit radicaal-socialisten, uit aanhangers van het Volksfront of uit republikeienen. De eenige samenstelling waarmee het so cialistische programma in tegenspraak zou zijn, zou een combinatie van partijen zijn welke een wapenstilstand hadden gesloten, zooals onder de regeering Laval. Door zich niet te verzetten tegen een anderen vorm van regeering willen de so cialisten het verwijt vermijden, dat hun reeds zoo dikwijls is gedaan, als zouden zij een stroeve en onbuigzame overtuiging die nen, om de verwezenlijking van iedere mi- nisterieele combinatie onmogelijk te ma ken. Ten aanzien van een eventueele keuze van een premier hebben de deelnemers aan de Kamervergadering te kennen gegeven, dat zij zich niet zouden verzetten tegen het optreden van iemand uit het rechtsche cen trum als Paul Reynaud, wiens optreden heeft bijgedragen de positie van het kabi- net-Laval wankel te maken. Zij zouden zelfs veeleer geneigd zijn zich „bescheiden neutraal" te houden, wanneer Flandin een zuiver links georiënteerd republikeinsch kabinet zou vormen. De socialisten zijn na tuurlijk a fortiori geneigd de benoeming van een radicaal-socialist als Herriot, Da- ladier, Chautemps of Bonnet goed te keu ren. Wat betreft de vorming van een regee ring door het Volksfront, staken stommigen niet onder stoelen of banken, dat hun dit onder de tegenwoordige omstandigheden meer dan ooit een hersenschim geleek. Men heeft berekend, dat tusschen Juni en September van het'vorige jaar 380.000 personen een bezoek heben gebracht aan het Defoe-ziekenhuis, om een blik op de vijf zusters te kunnen werpen. Daar naar schatting elke bezoeker gemiddeld onge veer 2 yt dollar uitgaf, ontvingen hotel- en caféhouders en winkeliers 950.000 dollar. Bezoekers, die per auto kwamen, be steedden 400.000 dollar aan benzine, waar van een kwart in den vorm van benzine accijns in de kas van den staat Ontario vloeide. KERKNIEUWS OVERBRENGING VAN PATER DAMIAAN De plechtigheden van de officieele ont vangst van de roemrijke overblijfselen van Pater Damiaan zullen plaats hebben op Zondag 3 Mei a.s. Dienzelfden avond nog zal de praalkist naar Leuven in de St. Pie terskerk worden overgebracht. Op Maandag 4 Mei zal in dezelfde kerk 'n plechtige Requiem-mis worden gecele breerd, waarna de overblijfselen van den Held van Molokai processie-gewijze naar het praalgraf in de kerk van de Paters der H.H. Harten worden overgebracht. De fotografische reportage-dienst der plechtigheden is toevertrouwd aan het Agentschap „SADO" (Auderghemsche Steenweg 243, Brussel). Nadere bijzonderheden zullen bijtijds ge publiceerd worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 6