BRIEVEN OVER ONS
GELOOF
Een overdekte zweminrichting
op het Schuttersveld te Leiden 1
VRIJDAG 17 JANUARI 1936
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
Over het derde kenteeken der
ware Kerk van Christus: Zij moet
katholiek d.i. algemeen zijn.
Waarin de „katholiciteit" bestaat.
Bij de niet-Roomsche Christe
lijke kerkgenootschappen is dit
kenteeken niet te vinden.
Over de twee kenteekenen der
ware Kerk van Christus, welke onze Ca
techismus het eerst noemt: de Eenheid,
en de Heiligheid, heb ik je, Paul, nu
uitvoerig geschreven. Het derde kenteeken:
de Katholiciteit is dus nu aan de
beurt.
Wat beteekent het woord „k a t h o-
1 i e k"? Dat is afkomstig van een Grieksch
woord „katholikos" en beduidt: alge
meen, voor iedereen.
Dat Jezus Christus gewild heeft, dat
Zijn Vereeniging, Zijn Kerk, „algemeen"
zou zijn, is al héél duidelijk! Verschillen
de teksten uit de H. Schrift laten op dit
punt geen twijfel; ik noem je er bijv. een,
welke wij in ander verband al zoo dikwijls
met je hebben bekeken n.l. die, waaruit
blijkt dat Christus Zijn apostelen tot „alle
volken" zond, een zending, die zou du
ren tot „het einde der werel d".
(Mt. 28, 19, 20).
Christus heeft dus Zijn Kerk niet ge
sticht voor sommige uitverkorenen, niet
alléén voor de menschen, die tijdens Zijn
leven op aarde leefden, niet voor een be
paalde maatschappelijke klasse van men
schen, niet voor een bepaald ras of volk,
maar voor alle menschen van alle tijden
en plaatsen, armen en rijken, ontwikkel
den en onontwikkelden, zonder onder
scheid.
Christus moet dus aan Zijn Kerk de
geschiktheid hebben gegeven om
al die rangen en klassen, al
die volken en rassen van
alle t ij den te omvatten.
Dat is eigenlijk de „katholiciteit" van
Christus' ware Kerk: dat Zij in Haar leer
en geboden van nature geschikt is
voor alle menschen, dat Zij aldus gees
telijk algemeen is.
En als voor ieder waarneembaar g e-
v o 1 g van die geschiktheid, heeft de
Kerk zich in den loop der eeuwen ook
inderdaad over de geheele
wereld en onder alle rasse',
rangen en standen der menschen verspreid,
zoodat een ieder kan zien, dat
Haar leer werkelijk het kenmerk der
„algemeenheid" bezit.
Misschien Paul, zal het je nog niet hee-
lemaal duidelijk zijn wat ik bedoel? Kijk
eens hier: men denkt soms dat het eigen
lijke van dat kenteeken: de „katholici
teit" of algemeenheid, uitsluitend in dat
„alom-verspreid zijn" zit! Dat is onjuist,
want dan kan iedere andersdenkende je
natuurlijk tegenwerpen: „en in de eerste
eeuwen dan? Toén was de Kerk die zich
Christus' Kerk noemde toch nog niet
over de geheele wereld verspreid; toén had
Christus' Kerk dat kenteeken dan zeker
nog niet?!" En ook zou zoo iemand je kun
nen zeggen: ,,'t is best mogelijk dat er ook
thans nog enorme landstreken zijn, waar
in nooit een Christelijke geloofsverkondi
ger is doorgedrongen, 't is dus heelemaal
niet zeker, dat Christus' Kerk „overal ver
spreid" is en dus het „kenteeken der katho
liciteit", zooals U beweert, draagt!"
Neen, dit kenteeken in zijn geheel
beschouwd, bestaat op de eerste plaats,
zooals is schreef, in de geschiktheid
van Christus' Kerk om alle menschen te
omvatten.
En die geschiktheid heeft het
mogelijk gemaakt, dat die Kerk vanaf de
eerste jaren van Haar bestaat met succes
kon trachten zich onder alle' menschen uit
te breiden en zich ook over de geheele we
reld uitgebreid heeft.
Heeft dan het feit, dat er een Kerk is,
dig het grootst aantal leden
telt, over geheel de wereld
verspreid, maar vereenigd in
eenheid van geloof en een
heid van bestuur heeft dat feit
dan voor onze „kenteeken"-beschouwing
geen zeer bijzondere waarde?
Ja, zeer zeker! Waarom? Omdat een zoe
kende, die dat wonderbare feit constateert
bij een Kerk, die zich de ware Kerk van
Christus noemt, gerust kan besluiten: dan
moet die Kerk ook van nature geschikt
zijn, om alle menschen te omvatten, m.a.w.
dan moet die Kerk ook het kenteeken der
geestelijke algemeenheid hebben, hetwelk
Christus, blijkens de H. Schrift, voor Zijn
Kerk gewild heeft.
Voor een zoekende is zulk een algemeene
verbreidheid de duidelijkste aanwijzing,
waar Christus' wil omtrent het „gaan en
onderwijzen van alle volken" waarlijk
wordt uitgevoerd!
Wanneer zoo'n zoekende een Kerk ont
moet, die zich „nationaal" noemt, of zon
der zich officieel zoo te noemen, practisch
haar leden vooral onder één bepaalde na
tie, één bepaald volk telt en werft, dan kan
hij zeker weten, dat daar Christus' ware
Kerk niet te vinden is. Deze toch is in den
ruimsten zin des woords: internationaal:
voor alle volken van alle tijden!
Nu gaan wij eens bezien of het door
Christus voor Zijn Kerk gewilde kentee
ken: de katholiciteit of algemeenheid by
de Protestanten is te vinden.
Als je een lijstje bekijkt, waarop de
ledentallen der verschillende Kerkgenoot
schappen staan aangegeven, dan zul je
daarop vermeldt zien: Protestanten
c.a. 230 millioen. Op 't eerste gezicht hier
van zou een zoekende misschien kunnen
vermoeden, dat de Protestanten toch wel
eens het kenteeken der „algemeenheid"
konden hebben! Toch is dit bij nadere be
schouwing in 't geheel niet zoo. En dit niet
enkel, omdat het aantal Roomsch-Katholie-
ken dit getal met ongeveer honderdmil-
lioen overtreft, hetgeen zeker toch ook al
wijst op een grootere „algemeenheid". Er
zijn belangrijker dingen. En wel vooreerst
het feit, dat het Protestantisme pas uit de
16e eeuw dagteekent. Het kan dus onmo
gelijk vanaf het begin Christus' bevel,
alle volken te gaan prediken hebben op
gevolgd: waar er in de eerste 15 eeuwen
geen Protestantisme was, kan men moeilijk
volhouden, dat het vanaf het begin ge
schikt was alle menschen te omvatten, of
dat het getracht heeft volgens Christus'
bevel aanstonds na Zijn hemelvaart alle
volken te gaan onderwijzen!!
Maar wat nog gewichtiger is: men
kan het Protestantisme toch
onmogelijk als één geheel,
als één Kerk beschouwen met
één en dezelfde geloofs- en zedenleer over
al waar het doordrong. „Het Protestantis
me" is immers niet meer dan een verzamel
naam. van tallooze Kerkgenootschappen
en secten; er is onder de Protestanten geen
eenheid van leer, geen eenheid -van be
stuur. Men kan desnoods volhouden, dat er
overal ter wereld „Protestanten" zijn, maar
onmogelijk, dat overal een en dezelfde
„Protestantsche Kerk" is! Wat de H. Augus-
tinus reeds in de 5e eeuw zeide over de af-
gedwaalden van toen, geldt thans nog met
dezelfde kracht ten aanzien van het Pro
testantisme: „Wel is de ketterij overal, ge
lijk de Katholieke Kerk overal is, maar
deze is overal één en dezelfde, gene in
tegendeel overal verschillend en met zich
zelf in tegenspraak". En geen enkel Pro-
testantsch Kerkgenootschap of geen en
kele secte kan wat het aantal hunner aan
hangers betreft ook maar in de verte wor
den vergeleken met het aantal Katholie
ken en dan zijn ze nog binnen bepaalde,
door landsgrenzen of politieke invloeds
sferen omsloten.
De Protestantsche Kerkge
nootschappen van Noorwegen, Zwe
den, Denemarken en Schotland zijn natio
nale staatskerken en noemen zich ook zoo;
hetgeen dus zeggen wil, dat de grenzen
dier landen ook hun grenzen zijn. De Ang-
licaansche Kerk verbreidde zich alléén
daar, waar de Engelsche hun politieken
invloed konden doen gelden.
En de andere Protestantsche Kerkgenoot
schappen? Ook die zijn, als men het goed
beschouwt, beperkt tot bepaalde gebieden;
meestal ook de grenzen van een bepaald
land. Het kan wel zijn, dat sommige Kerk
genootschappen van het Protestantisme, i n
naam eensluidend, zich over de grenzen
van verschillende landen uitstrekken, maar
als men ze goed bekijkt, ziet men dat de
eenheid van leer en kerkorganisatie niet
verder gaat dan een bepaald landsgebied.
Zoo is het ook met de „Grieksche Kerk",
die zich van Rome heeft losgescheurd. Al
is het getal harer leden groot, sinds haar
afscheiding, heeft zij zich beperkt tot de
landen waarin zij toen reeds was geves
tigd, behalve dan dat zij Rusland voor haar
schisma wist te winnen. Maar de Russen
maakten zich tenslotte van de Grieksche
Kerk los en stichtten een nationale kerk
onder opperbestuur van den Czaar. Noch
de Grieksche, noch de Russische „ortho
doxe" kerken hebben zich gestoord aan het
bevel van Christus om het Evangelie „aan
alle volkeren" te prediken, om werkelijk
„algemeen" te worden.
Slechts de Roomsche Kerk is waarlijk
Katholiek of algemeen. Zij alleen heeft en
had bij het volk den naam „katholiek".
Er zijn secten geweest, die zich „katho
liek" wilden noemen (en soms probeer en
anderen dien naam nog wel eens te be
machtigen!) maar dat is nooit blijvend ge
lukt. Alleen de Kerk van Rome had van
de eerste eeuwen af dien naam en zal haar
blijven behouden, omdat zij alleen werke
lijk „katholiek" is.
Zij alleen immers bestaat van Christus'
tijd af, beperkte zich van den beginne af
niet tot één land of enkele landen, maar
heeft zich gaandeweg en, in het begin voor
al, wonderlijk snel over de geheele wereld
verspreid. De Kerk van Rome alleen beant
woordt tenvolle aan de bestemming die
Christus aan Zijn Kerk gaf!
Vroeger heb ik met je behandeld, Paul,
hoe Christus' Kerk ondanks het gebrek aan
menschelijke hulpmiddelen en ondanks den
tegenstand van menschelijker wij ze on
overwinbare moeilijkheden, zich over de
gansche wereld uitbreidde. Er is geen en
kel Christelijk kerkgenootschap, dat de
R. K. Kerk in ledental evenaart. Thans zijn
er circa 328.000.000 katholieken, 230.000.000
Protestanten (in tallooze secten gesplitst)
en 120.000 Grieksch-Schismatieken.
Slechts de Kerk van Rome heeft het ken
teeken der katholiciteit. Zij alleen heeft de
inwendige of geestelijke algemeenheid,
welke zulk 'n verspreiding op aarde ten ge
volge kan hebben, 'n verspreiding onder alle
rangen en standen, alle rassen en volken
van alle tijden. Zij alleen kan werkelijk
streven naar de vervulling van Christus'
wil: „dat alle menschen zalig worden en
tot de kennis der waarheid geraken".
(1 Tim. 2, 4) omdat Zij alléén er van na
ture voor geschikt is.
Correspondentie-adres: Mr. A. Diepen-
brock, Hageveld, Heemstede.
BOUWKOSTEN EN
EXPLOITATIE-CIJFERS.
Hoe de zweminrichting
eventueel worden zal.
Zooals wij reeds verleden week Vrijdag
konden mededeelen, heeft de Sportfond
sencommissie te Leiden afgezien van den
bouw van een Sportfondsenbad op het
terrein aan den Wassenaarschen weg, te
gen welk terrein bij nader onderzoek be
zwaren bleken te bestaan.
Op den dag dat wij dit bericht publi
ceerden, n.l. 10 Januari, heeft de Sport
fondsencommissie te Leiden B. en W. per
brief hiervan in kennis gesteld.
De vraag was echter, wat er nu zou ge
beuren?
Waar zou de overdekte zweminrichting
nu moeten komen? Wel was het ons be
kend, dat het meest hiervoor in aanmer
king kwam het Schuttersveld, maar ze
kerheid dienaangaande was er nog niet.
De Sportfondsencommissie te Leiden
heeft na het verlaten van het terrein aan
den Wassen aarschen weg intusschen echter
niet stil gezeten en nieuwe plannen ge
maakt. En zij is gekomen tot een ontwerp
.voor een overdekte Zweminrichting op
het Schuttersveld aan de zijde van de Ma-
redijk en de Schutterstraat. Deze plannen
zijn geheel gereed en thans aan B. en W.
van Leiden ter beoordeeling toegezonden.
Wij zijn thans in staat een uitvoerige
beschrijving van de overdekte zweminrich
ting, zooals deze worden zal, wanneer de
Raad deze plannen goedkeurt, te geven.
Zooals gezegd zou deze Zweminrichting
komen op het Schuttersveld met den in
gang aan de Maredijk, daar waar de dub
bele huizenrij ophoudt. Dit terrein is zeer
gunstig gelegen in het centrum der stad
en van alle zijden goed bereikbaar, vooral
als de doorbraak vanaf het Schuttersveld
naar den Stationsweg een feit zal zijn ge
worden. In hun begeleidend schrijven aan
B. en W. geeft de commissie uitvoerige
inlichtingen omtrent bouw en inrichting
met uitvoerige verwijzingen naar de be
staande Sportfondsenbaden in andere
plaatsen als Delft, Heerlen, Haarlem en
Schiedam.
Het Leidsche Sportfondsenbad is in
hoofdtrekken als volgt ontworpen.
Er zou volgens dit project komen een
overdekt en een onoverdekt gedeelte,
welke door het wegschuiven van een gla
zen wand met elkaar verbonden kunnen
worden, zoodat één groot open zwembad
zou worden verkregen, wat de inrichting
voor de zomer natuurlijk veel aantrekke
lijker maakt.
In het overdekte gedeelte is een bassin
ontworpen van 25 bij 12 M., bestaande uit
een diep en een ondiep gedeelte met daar
bij aansluitende kleedkamers en douches.
Voor eventueel te houden wedstrijden kan
het waterniveau worden verhoogd, zoodat
het geheele 25 M. lange bad dan tevens
diep genoeg is voor internationale water-
polowedstrijden.
Voorts sluiten hierbij aan aan do voor
zijde bestuurskamer, kassa en droogruim
te, aan de tegenovergestelde Zuidzijde het
terras, aansluitend op het open bad en
voorts een snelfilterinstallatie, welke met
het bassin een gesloten kringloop vormt,
waardoor de waterreiniging den geheelen
dag van 's morgens 7 tot 's avonds 11 uur
doorgaat en het water dus iedere 4 uur
volledig gereinigd wordt, zoodat gevaren
als voor de ziekte van Weyll uitgesloten
zijn.
Aan de Zuidzijde zijn geen kleedkamers
aangebracht wegens de wegschuifbare
glazen wanden, die des zomers open gaan,
zoodat de zwemzaal dan één geheel vormt
met het openluchtbassin.
Het openluchtbassin zal in dit ontwerp
een grootte hebben van 33 yt bij 13 Meter
met een diep en een ondiep gedeelte. Het
water van het buitenbassin wordt op de
zelfde wijze gereinigd als dat van het bin-
nenbassin, terwijl dit gedeelte omgeven
is door talrijke kleedkamers en bovendien
eigen douches heeft, zoodat degenen, die
's zomers van dit open zwembad gebruik
maken, niet eerst de lange reis naar de
douches en het binnenbad behoeven te
maken.
Een aanmerkelijk voordeel van dit pro
ject is, dat het door den wegschuifbaren
glazen binnenwand met weinig kosten in
den zomer een veel grooter zwemcapaci-
teit wordt verkregen.
De bassins zullen worden gemaakt van
beton, terwijl de perrons betegeld zullen
worden.
In dit project heeft de Leidsche Sport
fondsencommissie B. en W. tevens voor
gesteld naast de smalle zijde van het bas
sin een afzonderlijk binnenbassin te doen
aanbrengen als instructiebad, wat tevens
zal kunnen worden gebruikt voor school-
baden.
Indien dit instructiebad direct in den
algeheelen bouw is inbegrepen, bedragen
de bouwkosten weinig meer, reden waar
door de commissie, ook al ligt het niet in de
bedoeling dit bad direct in gebruik te
stellen, toch verzoekt dit bad in den bouw
te betrekken. Men wil n.l. eerst de belang
stelling van het publiek na de ingebruik
neming der zweminrichting afwachten en
de ervaring heeft bewezen, dat deze in de
eerste maanden nooit zoo groot is als la
ter, maar dat de propaganda in die eerste
maanden zoo snel werkt, dat zulk een in
structiebad spoedig van groot belang is.
Bij inrichting van zulk een instructie
bad, met een waterinhoud van 105 M3.
worden wel de exploitatiekosten grooter,
nog een reden waarom men eerst de re
sultaten der zweminrichting wil afwach
ten.
De volledicje plannen zijn
bij B. en W. ingediend.
Wat de financieele uitkomsten betreft
wijst de commissie er op dat een bassin
van 25 bij 12 M. zooals het binnenbad is,
gelegenheid geeft tot een groot aantal ba
den. Als men weet dat in kleinere inrich
tingen zooals aan den Heiligeweg te Am
sterdam 200.000 baden per jaar worden ge
bruikt en in de Tuindersstraat te Rotter
dam in 1934 250.000 baden, dan mag het
financiéele resultaat van het Leidsche
Sportfondsenbad met vertrouwen worden
tegemoet gezien.
Om door een verdere vergelijking een
indruk der mogelijke resultaten te kunnen
krijgen, verwijst de commissie in haar
schrijven aan B. en W. naar Haarlem,
waar in het eerste exploitatiejaar 1935
3 netto-winst op het aandeelenkapitaal
werd gemaakt.
Leiden verkeert daarbij in veel gunsti
ger omstandigheden, daar het in den win
tel het aangewezen bad zal zijn, ook in
dezen zomer in Leiden weinig zwemgele-
genheid bestaat en bovendien tal van dor
pen uit de omgeving van deze gelegen
heid gebruik zullen maken. Leiden profi
teert bovendien van de ervaring van an
deren en kan met een lager bedrag een
beter geoutilleerde inrichting verkrijgen.
Voorts wijst de commissie nog op de mo
gelijkheid van goedkoope schoolboden tij
dens de schooluren en goedkoope baden
voor werkloozen op de stille uren, zooals
in Schiedam geschiedt en waarvan aldaar
zeer druk gebruik wordt gemaakt. Waar
Schiedam een stad is van slechts 50.000
inwoners, een inrichting bezit kleiner dan
welke voor Leiden is ontworpen, en niet
liggend in het centrum der stad, bovendien
in de nabijheid van Rotterdam, waar meer
dere overdekte inrichtingen zijn en daar
toch de exploitatie sluitend is, mag in Lei
den zeker nog veel grooter belangstel
ling en dus zeker ook rendabiliteit wor
den verwacht.
Het comité maakt voorts nog een ver
gelijking met het bad in Haarlem-Zuid,
dat eveneens een succes is en dat zeker
onder minder gunstige omstandigheden
werkt dan in Leiden het geval zal zijn.
De kosten.
Tenslotte verzoekt de commissie aan B.
en W. voor het project, dat geheel be
drijfsklaar 175.000 zal kosten de garantie
voor een bedrag van 150.000, tegen een
rente van 4 en het terrein aan het
Schuttersveld in erfpacht tegen een nader
te bepalen canon.
Er wordt daarbij op gewezen, dat alleen
het overdekte gedeelte reeds 150.000 zou
kosten en dat dus de meerdere kosten het
bijbouwen van een open zweminrichting
volkomen rechtvaardigen, daar een later
te bouwen onoverdekt gedeelte bovendien
veel meer dan 25.000 zou kosten.
De financiering stelt de commissie zich
aldus voor, dat door de spaarders te Lei
den ongeveer 20.000 a 25.000 wordt bij
eengebracht en dat voor de ontbrekende
150.000 de gemeente garant is voor ren
te en aflossing.
Voorts is aan B. en W. een exploitatie-
begrooting toegezonden met uitvoerige
vergelijkingen met de uitkomsten der ba
den te Schiedam en Haarlem.
Dit alles toont duidelijk aan, dat men
in Leiden op den goeden weg is. Het is nu
echter zaak, dat er in snel tempo wordt
doorgezet. Dat een behoorlijke zwemin
richting in Leiden hoog- en hoognoodig is,
niemand die eraan twijfelt. Nu hebben wij
een ontwerp, dat in alle opzichten in een
zeer groote behoefte voorziet, een behoef
te, welke uit hygiënisch oogpunt zelfs
luide om oplossing vraagt. Alle andere
Sportfondsenbaden, vooral die in het Wes
ten des lands, bewijzen, dat zelfs in veel
ongunstiger omstandigheden dan in Lei
den het geval zal zijn, een sluitende ex
ploitatie wordt verkregen, de benoodigde
gelden zijn verkrijgbaar, mits B. en W.
zich garant stellen voor rente en aflos
sing, men mag dus verwachten dat de gun
stige uitkomsten van andere steden de
Leidsche plannen gunstig zullen beïnvloe
den niet alleen, maar ook met succes tot
LUCHTVAART
DE VLIEGRAMP IN ARKANSAS.
Hoewel de autoriteiten onverwijld een
uitgebreid onderzoek hebben ingesteld naar
de oorzaak van de vliegramp te Goodwin,
waarbij zeventien menschen om het leven
zijn gekomen, heeft men die oorzaak nog
niet kunnen vaststellen. Het stoffelijk over
schot der slachtoffers is naar Memphis in
den staat Tennessee overgebracht ter iden
tificatie.
Bij de berging van de vreeselijk vermink
te lijken hebben federale ambtenaren ge
constateerd, dat verscheidene der dooden
van al hun geld en kostbaarheden waren
beroofd. De ambtenaren zagen nog net, dat
de vermoedelijke lijkenplunderaars in de
duisternis ontkwamen.
De autoriteiten gelooven niet, dat de oor
zaak van de ramp ooit zal worden opgehel
derd, daar het vliegtuig volkomen werd
vernield.
ELLSWORTH'S TOESTEL GEZIEN.
Door het vliegtuig der „Discovery".
Het Discovery-comité heeft een bericht
ontvangen afkomstig van het ontdekkings
schip „Discovery", waarin gezegd wordt,
dat het op 15 dezer in de Walvischbaai is
aangekomen.
Voorts wordt in het telegram medege
deeld, dat door de bemanning van het vlieg-
tuing „Klein Amerika" een man is waarge
nomen, alsmede het vermiste toestel van
Ellsworth.
Zooals men weet, is de „Discovery", die
een vliegtuig aan boord heeft, naar Ells
worth gaan zoeken.
IS DE VLIEGER REDFERN TOCH
IN LEVEN?
Opsporing wordt voortgezet.
Uit Paramaribo wordt gemeld: Alhoewel
de inboorlingen, die in aanraking komen
met de deelnemers aan de grens-expeditie
onder leiding van vice-admiraal Kayser,
terughoudend zijn in hun mededeelingen,
is bij de deelnemers aan die expeditie het
vermoeden verstrekt, dat Redfern nog in
leven is. Men vermoedt, dat de plaats waar
zijn vliegtuig is neergekomen aan te wij
zen zal zijn.
De opsporing naar den verdwenen vlieger
zal worden voortgezet in samenwerking
met de Braziliaansche Grenscommissie.
een spoedige uitvoering mogen brengen.
Ook de 25.000 door de spaarders bijeen
te brengen staan gunstig. Reeds zijn er
537 aandeelen geplaatst en het is te ver
wachten, dat bij afzienbare vervulling
dezer plannen, direct over meer bedragen
zal kunnen worden beschikt.
Het is dan ook te hopen, dat B. en W.
en de Raad zich met spoed over de bij
haar ingediende plannen zullen beraden
en haar goedkeuring eraan zullen geven.
Een zweminrichting is in Leiden brood- -
noodig en talloozen zien de spoedige bouw
ervan met oprecht verlangen tegemoet.
tLLLjcteAAjelcL
VOOtAo-mf QrtniluJiAin
öjs dim
Bij het zilveren klooster jubileum van den eerw. Broeder Theorosius, Overste der
Bisschoppelijke Nijverheidsschool te Voorhout, werd Donderdag door de
leerlingen een H. Hartmonument aangeboden. De zanghulde na de onthulling.