HET BOMBARDEMENT VAN DE ZWEEDSCHE AMBULANCE BUITENLAND NED. OOST-INDIE DONDERDAG 2 JANUARI 1936 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 Groote verbittering in Zweden DE EERSTE BERICHTEN OVERDREVEN? Dinsdagavond meldden wij" in het kort. dat de Italianen de Zweedsche Roode Kruis ambulance bij Dolo in Abessynië hadden gebombardeerd. Aanvankelijk werd gemeld, dat door de zen bomaanval niet minder dan negen Zwe den en 23 Abessiniërs, die de ambulance hun diensten hadden aangeboden, zouden zijn gedood, terwijl de leider der ambu lance dr. Hylander ernstig rou zijn ge kwetst. Deze berichten, die zooals begrij pelijk in Zweden groote verslagenheid en verontwaardiging teweeg hadden gebracht, zijn echter nog niet definitief bevestigd. Een telegTam van den Zweedschen con sul te Addis Abeba heeft zelfs de hoop in de harten der Zweden weer eenigermate doen herleven. De consul seinde namelijk, naar Reuter verneemt, nog steeds geen be vestiging te hebben gekregen der tot he den ontvangen berichten. Hij meende ech ter op grond van bij den Abessnisohen minister van Binnenlandsche Zaken inge wonnen inlichtingen te magen aannemen, dat de noodlottige ramp niet doen omvang heeft aangenomen als aanvankelijk werd gevreesd. Ook de vertegenwoordiger van het inter nationale Roode Kruis heeft, volgens Reu ter, naar Genève geseind, dat de eerste berichten, die omtrent het bombardement te Addis Abeba zijn binnengekomen, waar schijnlijk overdreven zullen blijken te zijn. EEN ITALIAANSCHE VERKLARING. Van officieele Italiaansche zijde wordt omtrent het bombardement van de Zweed sche ambulance de volgende verklaring ge geven. „De bombardementen, die aan het Soma li front hebben plaats gehad, worden volko men gerechtvaardigd door het met zeker heid bewezen feit. dat twee bij Dagaboer neergeschote: Italiaansche vliegers zijn vermoord en hun afgehouwen hoofden in triomf naar Harrar z'ju gebracht. De Italiaansche vliegtuigen hadden van zelfsprekend de tenten van het Zweedsche Roode Kruis of van het Roode Kruis van andere landen niet tot doelwit, ofschoon het thans bekend is, dat de Abessijnsche aanvoerders bij 't verschijnen der Italiaan sche vliegtuigen daar een schuilplaats zoe ken. De berichten over het aantal dooden lui den nog zeer vaag. De nieuwe speculatie, die men met deze gebeurtenis wil op touw zetten, mist eiken grond tegenover de Abessijnsche krijgsgebruiken aan het So mali- en het Eritreafront, die aan den Vol kenbond reeds gestaafd met documenten zijn bekend gemaakt. WAARUIT DE MISSIE BESTOND. De Zweedsche Roode Kruis-missie naar Abessinië, die op 1 November te Marseille is scheep gegaan, waar zij over land uit Gotenburg was aangekomen, bestond uit vier geneesheeren, een predikant en vyf verpleegsters. Zij hadden speciaal toege ruste auto's bij zich en een groote hoeveel heid sanitaire artikelen. DE ITALIAANSCHE REGEERING IS AANSPRAKELIJK. Naar aanleiding van het gebeurde met het Zweedsche Roode Kruis in Abessinië rijst natuurlijk de vraag, of een dergelijk optreden geheel ongestraft moet en kan blijven. Gelukkig staat ment tegenover zulk een vergrijp als het bombardement van een Roode Kruis-ambulance of colonne niet ge heel machteloos, schrijft het „Hbld." Het z.g. Land-Roode Kruisverdrag (tractaat tot verzachting van het lot van gewonde mili tairen te velde) oorspronkelijk in 1864 te Genève tot stand gekomen en laatstelijk herzien in 1929, bepaalt onder meer, dat de mobiele sanitaire formaties bestemd om het leger te volgen, en de vaste hos pitalen, moeten worden geëerbiedigd en beschermd en voorts ook nog, dat het per soneel der ambulance van het Roode Kruis moet worden beschermd en ontzien. Door het werpen van bommen op eenig onderdeel van het Roode Kruis is dus ver dragsverplichting geschonden. Hiervoor is Italië aansprakelijk. Want artikel 3 van het Land-Onzijdigheidsverdrag van 1907 (een der conventies ter Haagsche vredes conferentie tot stand gekomen) zegt, dat de oorlogvoerende partij, die de bepalin gen van het bij dit verdrag behoorende reglement, waarin onder meer aan de oor logvoerenden naleving van de regels der Roode Kruis-conventie is voorgeschreven, schendt, als daartoe aanleiding bestaat tot schadevergoeding gehouden is. Bovendien stelt dit zelfde artikel 3 uit drukkelijk vast, dat de aldus optredende oorlogvoerende partij aansprakelijk is voor alle handelingen begaan door personen, die deel uitmaken van haar legermacht. Ita lië zal dus in het onderhavige geval de verantwoordelijkheid moeten dragen voor wat de bombardeerende vliegers even tueel misdreven hebben. Mogelijk zal het verzachtende omstandigheden trachten te pleiten. Het moet echter al heel vreemd loopen, wil het den dans in deze kunnen ontsprin gen. Een beroep op een vergissing der bom menwerpers zal. b.v. naar alle waarschijn lijkheid niets baten. Want tot het risico van het wreede oorlogsspel behoort nu een maal ook en dit terecht dat de staat, wiens militairen per abuis de Roode Kruis- regels schenden, voor die vergising moet boeten, en zich geenszins aan de aanspra kelijkheid voor de daden (eventueel vol kenrechtelijke misdrijven) zijner met ver gissingen te 'werk gegaan zijnde militairen kan onttrekken. Zoo gemakkelijk komt men daar niet van af. (Zie verdere berichten in het 1ste blad). ITALIAANSCHE TROEPEN CONCENTRATIE OP DEN DODEKANESOS De „Daily Telegraph" meldt, dat een geheime koerier uit den Dodekanesos, die er in geslaagd is, aan de Italiaansche bewa king te ontsnappen en Griekenland te be reiken, heeft medegedeeld, dat de Italianen daar troepen hebben geconcentreerd ter sterkte van ongeveer het geheele Britsche garnizoen in Egypte. Op Rhodos en Leros alleen moeten zich meer dan 50.000 man schappen bevinden, een aantal, dat groo- ter is dan de totale normale bevolking van die eilanden. Op het eiland Rhodos bevin den zich voorts tachtig stukken geschut. De bewoners van den Dodekanesos heb ben een groote bedrijvigheid waargenomen bij de Turksche troepen aan de kust van Anatolië tegenover den Dodekanesos. In November bestonden de Italiaansche marie-strijdkrachten in den Dodekanesos uit 2 slagschepen, 12 torpedoboot jagers en 8 onderzeeërs. Thans omvatten zij 4 slag schepen, 17 torpedoboot jagers en 12 onder zeeërs. Naar raming zijn ongeveer 900 pi loten in de verschillende deelen van den Dodekanesos ondergebracht voor de 250 Savoia-, Fiat- en Caproni-vliegtuigen, wel ke op deze eilanden gereed staan, groo- tendeels in de nieuwe half-ondergrond- sche hangars. In den loop der vorige week zijn 300 ton prikkeldraad op Leros aan gevoerd. De Italianen hebben drie stations voor draadloo:ze telegrafie opgericht, terwijl, behalve op Rhodos, ook in de bergen van Patmos en Leros artillerie staat opgesteld. De ingangen van de havens worden be schermd door mijnenvelden. De Italiaansche autoriteiten op Leros hebben de voelselvoorziening door Tur ken van de kust van Anatolië sinds begin December stopgezet, hoewel de Dodeka nesos voor een groot deel afhankelijk is van het vasteland wat betreft de voedsel voorziening. De Italianen schijnen te vree zen, idat de Turken die de voorraden op de eilanden aanvoeren, de militaire be drijvigheid zullen zien en rapporteeren. De Italianen die in Abessynië gewond werden worden midden in den nacht op twee verlaten eilanden ontscheept, opdat niemand het zal zien. De visschersbevol- king van deze twee eilanden is naar an dere plaatsen overgebracht, OPMARSCH DER ABESSYNISCHE TROEPEN Aan het Noordelijk front rukken de Abessynische troepen langzaam kilometer voor kilometer onder zwaar bombarde ment van de Italiaansche luchtmacht op, aldus wordt uit Addis Abeba gemeld. Reeds moet bijna het geheele Shire-ge- bied door hen bezet zijn. De Italianen hebben, naar verluidt, de helft van de provincie Tigré reeds weer aan de Abessijnen moeten afstaan. Volgens tot nu toe ontvangen berichten staan de Abessijnsche troepen op de linie van Adi Danoh, Zuid-Oostelijk van den Bedenah-rivier, zuidelijk aan de plaats Tacciamo, en bij Addiabbi en Makelle. De rechtervleugel bevindt zich op weg van Dessie in de richting van Agula. Deze vleugel dringt sterk op, terwijl het cen trum van het leger vrijwel stilstaat. Ook in het Dankalie-gebied rukken de Abessijnen op, op het oogenblik, evenwel nog zonder gevolg, aangezien de Italianen iederen strijd vermijden. Aan het Zuid-front heerscht opmerke lijke rust, alleen de Italiaansche vliegers zijn zeer ijverig. Zij zijn reeds doorgedron gen tot aan den Djibouti-spoorweg. De Negus zal dezer dagen naar het Noordelijk front vertrekken. Het 85ste Italiaansche legerbericht Het 85ste Italiaansche legerbericht luidt als volgt: „Aan het Eritreesche front heeft de luchtmacht vele verkenningsvluchten ge maakt. Aan het Zuidelijk front hebben Hoellein Haile en Rer Dalai, die zich aan ons hebben onderworpen, Danane in het dal der Baula, een zijrivier van de Web- be Sjebeli, bezet. Bij deze strijdkrachten hebben zich gis teren die van sultan Sjaveli Olol Dinle aangesloten, waarmede zij den trouw der strijdkrachten, die vroeger Abessijnsch waren en zich aan ons hebben onderwor pen, hebben bewezen". ÏÏUITSCHLAND. NIEUWJAARSBOODSCHAP VAN DEN FüHRER. Voor alle Duitsche zenders heeft rijks minister Goébbels de Nieuwjaarsboodschap van den Führer en Rijkskanselier voorge lezen. Hierin wordt o.m. gezegd, dat 1935 in het teeken van de verworven vrijheid naar buiten en de verdere doorzetting van de nationaal-socialistische idee en haar grondslagen naar binnen staat. Dat het ons, naast dezen geweldigen arbeid van het po litiek vernieuwen van Duitschland ook ge lukte, den economischen opbouw door te voeren en voort te zetten, kan ons allen met bijzondere trots vervullen. Het voor ons liggende jaar 1936 moet en zal opnieuw een jaar van nationaal-socia listische vastberadenheid en daadkracht zijn. Hoe meer echter de sterkte van het Rijk toeneemt, en haar zichtbare uitdruk king vindt in de weer ontstaande weer macht van ons volk, hoe meer wij vervuld zijn van de zwaarte der verplichting, welke ons de nieuwe wapenen oplegt. Met een blik in de vele verwarring en onrust in de overige wereld vatten wij pas zoowel den zegen van het duidelijke en sta bile regime in onzen staat, als den zegen en het nut van den daardoor gewaarborg- den vrede. Zulk een bolwerk van de natio nale Europeesche discipline en cultuur te gen den bolsjewistischen vijand der menschheid te blijven, zal ook in het ko mende jaar ons ijverig streven zijn. Ons hoogste streven moet het ook in 1936 zijn, voor het weergevonden nationale leven van de vrijheid den uiterlijken vrede te bewaren, het tegenwoordige Duitsche Rijk, zijn weg en zijn toekomst zijn onver brekelijk verbonden met de nationaal-so cialistische partij. Ten slotte dankt Hitier zijn oude mede strijders, de functionarissen in de politieke organisaties, de Duitsche boeren en allen, die door hun pi edewerking het Duitschland van het Derde Rijk hooghouden. Nieuwjaarswcnsch van Hitier aan den Paus overgebracht. De Duitsche ambassadeur bij den Heili gen Stoel heeft op de Nieuwjaars-audiën tie bij den Paus de Nieuwjaarswenschen van Hitier en de Duitsche regeering over gebracht. Paus Pius XI heeft hiervoor aan den ambassadeur zijn dank betuigd en ver zocht den rijkskanselier en de Duitsche re geering zijn beste wenschen over te bren gen. „VEEL HEIL EN ZEGEN". De laatste dag van het jaar is zoowel voor vele Joodsche gezinnen in Duitsch land als voor de niet-Joodsche dienstmeis jes dier huishoudingen een onaangename dag. schrijft de „Tel.". Op grond van de zoogenaamde Neuren- bergsche Jodenwetten moeten zooals men weet de „arische" dienstboden met afloop van het jaar 1935 haar betrekking in Joodsche gezinnen verlaten, ten minste voor zoover zij den leeftijd van 35 jaar nog niet hebben bereikt. Bij het aannemen van nieuwe dienstboden in Joodsche gezin nen is de leeftijdgrens zelfs op 45 jaar ge steld. Reeds dadelijk na de afkondiging der wet hebben vele dienstmeisjes haar betrek king bij Joden opgezegd om bijtijds ergens anders onder te komen. Zij warert begrijpe lijkerwijs bevreesd, dat aan het eind van het jaar door de uitwerking der wet een stormachtig aanbod van vrouwelijke werk krachten zou ontstaan, een aanbod, dat in geen normale verhouding zou staan tot de overigens evenmin geringe vraag. De prac- tijk heeft echter geleerd, dat het aanbod reeds in de laatste drie maanden de vraag, vooral te Berlijn en in de overige groote steden van Duitschland verre overtrof. Was het voordien moeilijk een dienstbode te vin den en ontving men bij voorbeeld op een advertentie slechts enkele brieven, dege nen, die in October, November of Decem ber een dienstbode zochten, werden over stroomd met aanbiedingen. Van de zijde der overheid heeft men on middellijk plannen beraamd, om den bui tengewonen toestand, die door de nieuwe wetsbepaling ontstond en, naar gelang het jaar ten einde liep, hoe langer hoe kritieker werd te beheerschen. De Berlijnsche bladen publiceeren een lange reeks van kantoren en bijkantoren van het „Wohlfahrtsamt" en het Jugend- amt" (de officieele staatsinstellingen voor liefdadigheid), waar de uit Joodsche gezin nen komende dienstboden zich kunnen ver voegen, indien zij nog geen nieuwe betrek king hebben en hulp behoeven. Deze kantoren hebben in de eerste plaats tot taak, voor onderdak te zorgen en de meisjes, die zich aanmelden, voorloopig in tehuizen onder te brengen. Hieruit kan men dus afleiden, dat het re sultaat van de Neurenbergsche wet 'voor vele „arische" dienstmeisjes een uiterst ne telige situatie schept, wellicht zelfs een ca tastrofale toekomst beteekent. Dat anderzijds ook vele Joodsche huis houdingen in groote moeilijkheden zijn ge bracht, behoeft geen betoog. Talrijke Jood sche gezinnen zijn er reeds toe overgegaan, mannelijke werkkrachten te engageeren, doch blijkbaar is op het oogenblik ook het aanbod van huisknechten, huisbedienden en koks niet voldoende om de plotseling zoo sterk gestegen behoefte te dekken. Zoowel voor deze Joodsche families als voor de gedupeerde dienstboden zal daar om deze Oudejaarsavond een bittere bij smaak hebben. FRANKRIJK. DUITSCHE GEZANT OVERLEDEN. De Duitsche ambassadeur te Parijs, Ro land Koester, ies na een korte, doch ernstige ziekte Dinsdagmiddag te 2 uur in het Arne- rikaansche Ziekenhuis te Parijs overleden. Nadat hij eenige dagen had geleden aan een bronchitis, die gepaard ging met hooge koortsen, werd hij Maandag in het zieken huis opgenomen. De ziekte compliceerde zich tot een longontsteking, waaraan de am bassadeur is overleden. ENGELAND. LINDBERGH KOMT IN ENGELAND UITRUSTEN. Lindbergh heeft gisteren aan de Engel- sche pers verklaard, dat hij de welwillend heid, welke hem en zijn gezin is betoond, op hoogen prijs stelde. Hij verlangde sterk in Engeland kalm uit te rusten. Hij zeide, dat zijn bezoek op geen enkele wijze ver band hield met zaken. De immigratie-autoriteiten hebben Lind bergh verlof verleend zes maanden in En geland te verblijven. Het gezin van den vlieger gaat van Liverpool naar Cardiff. Verdere plannen staan nog niet vast. De Londensche bankier Gregory, een vriend van Lindbergh, voegde aan de ver klaringen van den kolonel toe, dat deze groote waardeering had voor de wijze, waarop hij was ontvangen, in het bijzonder voor de houding van de havenwerkers van Liverpool en de welwillendheid van de pers, waarvan de verslagen over zyn aan komst de hoffelijkheid van de Britsche pers toonden. Voor zoover mr. Gregory bekend was, was er geen sprake van, dat Lindbergh de Amerikaansohe nationaliteit zou vaarwel zeggen. Het gezin Lindbergh, dat goed van de reis genoten heeft, maakt het goed en heeft „oud en nieuw" kalm gevierd. AMERIKA. DE N. R. A. SLUIT HAAR DEUREN. Een experiment opgeheven. Dinsdagmiddag twaalf uur zijn de bu reaux van de N.R.A., de National Recovery Administration officieel gesloten en is deze instelling, een van president Roosevelt's grootste experimenten voorgoed opgehe ven. De N.R.A. vormde een, in de geschiedenis der Vereenigde Staten ongeëvenaarde po ging om de loonen te controleeren, toezicht te houden op het aantal werkuren en con currentie in haar minder gewenschte vor men te voorkomen. Op den dag, dat het Opperste Gerechts hof besliste, dat de N.R.A. in strijd was met de Amerikaansche grondwet, telde de orga nisatie 5000 employé's. In den laatsten tijd waren daarvan nog slechts duizend man over, waarvan er verscheiden worden on dergebracht bij het ministerie van Handel. Een moeilijkheid vormt nog de vraag, wat er moet geschieden met de 3.000.000 do cumenten, die zich van lieverlede hebben opgestapeld in de N.R.A.-archieven te Washington en in andere steden van Ame rika. Vermoedelijk zullen zij, zoodra vol doende tijd verloopen is, stilletjes worden vernietigd. BUITENLANDSCHE BERICHTEN GRIEKSCH SCHIP IN ZWARTE ZEE VERGAAN. Aantal slachtoffers nog onbekend. Uit Odessa wordt gemeld, dat tijdens den hevigen storm in de Zwarte Zee het Grieksche schip „Masurusio Lagutatis" is vergaan. Het aantal slachtoffers is onbe kend. DRIE DOODEN BIJ EEN AUTO-ONGELUK. Te Oberschoeneweide is een auto na een botsing in brand gevlogen. De drie inzit tenden werden zoo ernstig gewond, dat het hun niet mogelijk was, den branden den wagen te verlaten, zoodat zij in de vlammen omkwamen. FRANSCH ZEEMAN VERDRONKEN. Bij het redden van de bemanning van den uit Cherbourg afkomstigen trawler „Satanile" door het Duitsche s.s. „Wester- land", werd een matroos van de „Sata nile" door een stortzee overboord gesla gen. Hij verdween op het oogenblik, dat hij zich vastklampte aan de tros, welke aan boord van het schip was geworpen. GROOTE KERSTBOOMBRAND. 6 dooden, 10 zwaargewonden. Bij een brand te Reykjavik, ontstaan door het vuur vatten van een enormen kerst boom, zyn 4 kinderen en 2 vrouwen in de vlammen omgekomen, terwijl 20 personen zware brandwonden opliepen. Toen de brand ontstond, bevonden zich 180 kinderen in de hal, waar de kerstboom stond opgesteld. De meesten hiervan kon den zich echter door de vensters in vei ligheid brengen. Het vuur greep met zulk een razende snelheid om zich heen, dat in minder dan een half uur de hal in een rookenden puinhoop was veranderd. 18 DAGEN ZONDER WATER OP EEN VLOT. Een Franschman, die met vier kamera den was ontsnapt uit de gevangenis van Poelau Condor, voor de kust van Indo China, heeft achttien dagen zonder water rondgezworven op een vlot, dat hij had samengesteld uit hout, dat hij voor deze gelegenheid had gestolen. Na 18 dagen werd hij opgepikt door het Britsche stoomschip Kudat, dat te Singa pore thuis behoort. Zijn vier makkers had den den ontzettenden tocht niet kunnen doorstaan. Door honger, dorst en uitput ting waren zij krankzinnig geworden.. Enkele dagen later waren zij overleden. Toen Long aan boord van de Kudat OUDEJAARS-REDE VAN DEN G. G. Kondigt een nieuwe dageraad zich aan? Aneta seint uit Batavia: De gouverneur-generaal van Ned. Oost- Indië heeft in het Oudejaars programma van de N. I. R. O. M. een rede uitgespro ken, waarin hij een overzicht gaf van het afgeloopen jaar. Het beeld, dat hij op hing, was niet opwekkend, maar "biet ho peloos, zooals spr. zeide. Een hopelooze toestand is onbestaanbaar voor hem, die gelooft dat hét lot van den individueelen mensch en van de volkeren in Gods hand ligt. De toestand is ook niet hopeloos, omdat reeds veel werd bereikt, de groote inspanning en de gebrachte of fers waren niet te vergeefsch. De samen leving bleef gehandhaafd. Spreker constateert dat het een enorme prestatie voor een samenleving is om bij een terugloop van het Landsbudget tot op de helft in enkele jaren, in stand te blij ven. Bovendien geschiedde meer dan dat. De bezuiniging op het leger, welks kosten terugvielen van 72 millioen tot 42 millioen, maakte het leger kleiner, doch deed het winnen aan agressieve kracht. Een soort gelijke winst maakte ook de samenleving. Door reorganisatie, versobering en scherpe selectie is haar grondslag hechter en de mogelijkheid van doeltreffender verweer eer toe dan afgenomen. Indië maakte in de afgeloopen moeilijke jaren bovenal een geestelijke winst. De mentaliteit onzer samenleving is za kelijker, nuchterder en eerlijker gewor den. Men ziet de dingen thans meer zooals zij in werkelijkheid zijn, toont meer nei ging om de onvermijdelijkheid der feiten te erkennen, waardoor ook de consequen ties gemakkelijker worden aanvaard. „Wat ons gevoelig treft, leed brengt of schade doet, wordt niet meer bij voorbaat al aan de regeering geweten. Er is een gezindheid tot samenwerking ontstaan, een inzicht, dat alleen daardoor het hoofd kan worden geboden aan de ongunst der tijden en ook een wil om aan te pakken en vol te hou den. De waarde hiervan kan moeilijk worden overschat." Spreker vervolgde: „Volhardt in deze uwe houding en ga voort op den eenmaal ingeslagen weg, dan is het niet meer de vraag of wij tegen de crisis op kunnen, maar kan de crisis niet tegen ons op." Spreker wijst tenslotte op teekenen van opleving, die wat Indië betreft bestaan uit de suiker, die weer gaat planten, het ver hoogde quotum voor rubber, de hoogere opbrengst van de coprah, de prijshouden de stemming voor thee, de goede markt voor tin en de toekomst voor de tabak in Amerika. „Hebben wij hier te doen met de aan kondiging van een nieuwen dageraad?" Spreker meent dat wij in ieder geval dankbaar moeten zijn voor de schemering, die hoop geeft. GROOTE BRAND IN ZUID-SUMATRA. Zes en vijftig huizen in de asch gelegd. Aneta seint uit Palembang: Te Batoe- radja zijn Maandagmiddag 56 huizen afge brand. De schade wordt geraamd op 40.000. werd genomen, kon hij geen woord, althans geen verstandig woord uitbrengen. Men maakte ten slotte uit zijn uitlatingen op, dat hij het dialect van Fransch Cambodsja sprak. Hij werd toen ter beschikking ge steld van het Fransch consulaat te Singa pore. Hier bleek, dat hij een der ontsnapte gedetineerden van Poelau Condor was. Zoodra de noodige formaliteiten zullen zijn vervuld, zal de man naar de gevangenis worden teruggebracht. De hoop van de vluchtelingen was ge weest met den stroom te worden meege voerd .tot de kust van Malakka. een af stand van ongeveer 150 mijlen. Zij hadden geen leeftocht bij zich, behalve dan enkele boterhammen, welke zij van hun laatste maaltijden hadden overgehouden. Het getij was evenwel niet gunstig en ook de ge- improviseerde voortbewegings-installatie voldeed niet. Zeer spoedig hadden zij te lijden van de verzengende hitte. Zij leden ontzettenden dorst, terwijl zij door ge brek aan voedsel ten slotte werden bloot gesteld aan ontberingen, welk slechts een van de vijf ontsnapten, en dat nog maar nét. kon doorstaan. Verscheidene schepen, welke op betrekkelijk geringen afstand van het vlot passeerden, hebben de wan hopige pogingen der ontsnapten de aan dacht te trekken, niet opgemerkt. Ten slotte werd de eenig overgebleven door een toeval door de Kudat opgemerkt. STORM AAN DE BRETONSCHE KUST. Een zeer hevige storm heeft aan de kust van Finisterre en Morbihan gewoed. Te Berg Meil Finisterre heeft de zee een gat ter lengte van 250 meter in den dijk ge slagen. Een Nederlandsche sleepboot moest hulp verleenen aan twee visschersschepen, die uit de haven van Douarnenez waren ver trokken. De zee heeft tot nu toe de lijken van de zeven mannen, die in den Kerstnacht bij het vergaan van de „Avenir du Marin" zijn verdronken, niet teruggegeven. BALDADIGE AANSLAG OP D-TREIN. Gistermiddag werd op den D-trein Salz- burg-Agram tusschen St. Johann en Schwarzbach in Oostenrijk, met een ge weer geschoten. De kogel trof den kok van de restauratiewagen, die voor een raampje stond, doodelijk in het hart. Het gelukte de gendarmerie zeer spoedig de daders, twee jongens van 15 jaar, aan te houden. W<Uis cUe meuuïe HONIG'S KALFSSOEP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 6