HET BOMBARDEMENT VAN DE
ZWEEDSCHE AMBULANCE
BUITENLAND
NED. OOST-INDIE
DONDERDAG 2 JANUARI 1936
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
Groote verbittering in Zweden
DE EERSTE BERICHTEN OVERDREVEN?
Dinsdagavond meldden wij" in het kort.
dat de Italianen de Zweedsche Roode Kruis
ambulance bij Dolo in Abessynië hadden
gebombardeerd.
Aanvankelijk werd gemeld, dat door de
zen bomaanval niet minder dan negen Zwe
den en 23 Abessiniërs, die de ambulance
hun diensten hadden aangeboden, zouden
zijn gedood, terwijl de leider der ambu
lance dr. Hylander ernstig rou zijn ge
kwetst. Deze berichten, die zooals begrij
pelijk in Zweden groote verslagenheid en
verontwaardiging teweeg hadden gebracht,
zijn echter nog niet definitief bevestigd.
Een telegTam van den Zweedschen con
sul te Addis Abeba heeft zelfs de hoop in
de harten der Zweden weer eenigermate
doen herleven. De consul seinde namelijk,
naar Reuter verneemt, nog steeds geen be
vestiging te hebben gekregen der tot he
den ontvangen berichten. Hij meende ech
ter op grond van bij den Abessnisohen
minister van Binnenlandsche Zaken inge
wonnen inlichtingen te magen aannemen,
dat de noodlottige ramp niet doen omvang
heeft aangenomen als aanvankelijk werd
gevreesd.
Ook de vertegenwoordiger van het inter
nationale Roode Kruis heeft, volgens Reu
ter, naar Genève geseind, dat de eerste
berichten, die omtrent het bombardement
te Addis Abeba zijn binnengekomen, waar
schijnlijk overdreven zullen blijken te zijn.
EEN ITALIAANSCHE VERKLARING.
Van officieele Italiaansche zijde wordt
omtrent het bombardement van de Zweed
sche ambulance de volgende verklaring ge
geven.
„De bombardementen, die aan het Soma
li front hebben plaats gehad, worden volko
men gerechtvaardigd door het met zeker
heid bewezen feit. dat twee bij Dagaboer
neergeschote: Italiaansche vliegers zijn
vermoord en hun afgehouwen hoofden in
triomf naar Harrar z'ju gebracht.
De Italiaansche vliegtuigen hadden van
zelfsprekend de tenten van het Zweedsche
Roode Kruis of van het Roode Kruis van
andere landen niet tot doelwit, ofschoon
het thans bekend is, dat de Abessijnsche
aanvoerders bij 't verschijnen der Italiaan
sche vliegtuigen daar een schuilplaats zoe
ken.
De berichten over het aantal dooden lui
den nog zeer vaag. De nieuwe speculatie,
die men met deze gebeurtenis wil op touw
zetten, mist eiken grond tegenover de
Abessijnsche krijgsgebruiken aan het So
mali- en het Eritreafront, die aan den Vol
kenbond reeds gestaafd met documenten
zijn bekend gemaakt.
WAARUIT DE MISSIE BESTOND.
De Zweedsche Roode Kruis-missie naar
Abessinië, die op 1 November te Marseille
is scheep gegaan, waar zij over land uit
Gotenburg was aangekomen, bestond uit
vier geneesheeren, een predikant en vyf
verpleegsters. Zij hadden speciaal toege
ruste auto's bij zich en een groote hoeveel
heid sanitaire artikelen.
DE ITALIAANSCHE REGEERING IS
AANSPRAKELIJK.
Naar aanleiding van het gebeurde met
het Zweedsche Roode Kruis in Abessinië
rijst natuurlijk de vraag, of een dergelijk
optreden geheel ongestraft moet en kan
blijven.
Gelukkig staat ment tegenover zulk een
vergrijp als het bombardement van een
Roode Kruis-ambulance of colonne niet ge
heel machteloos, schrijft het „Hbld." Het
z.g. Land-Roode Kruisverdrag (tractaat tot
verzachting van het lot van gewonde mili
tairen te velde) oorspronkelijk in 1864 te
Genève tot stand gekomen en laatstelijk
herzien in 1929, bepaalt onder meer, dat
de mobiele sanitaire formaties bestemd
om het leger te volgen, en de vaste hos
pitalen, moeten worden geëerbiedigd en
beschermd en voorts ook nog, dat het per
soneel der ambulance van het Roode Kruis
moet worden beschermd en ontzien.
Door het werpen van bommen op eenig
onderdeel van het Roode Kruis is dus ver
dragsverplichting geschonden. Hiervoor
is Italië aansprakelijk. Want artikel 3 van
het Land-Onzijdigheidsverdrag van 1907
(een der conventies ter Haagsche vredes
conferentie tot stand gekomen) zegt, dat
de oorlogvoerende partij, die de bepalin
gen van het bij dit verdrag behoorende
reglement, waarin onder meer aan de oor
logvoerenden naleving van de regels der
Roode Kruis-conventie is voorgeschreven,
schendt, als daartoe aanleiding bestaat tot
schadevergoeding gehouden is.
Bovendien stelt dit zelfde artikel 3 uit
drukkelijk vast, dat de aldus optredende
oorlogvoerende partij aansprakelijk is voor
alle handelingen begaan door personen,
die deel uitmaken van haar legermacht. Ita
lië zal dus in het onderhavige geval de
verantwoordelijkheid moeten dragen voor
wat de bombardeerende vliegers even
tueel misdreven hebben. Mogelijk zal het
verzachtende omstandigheden trachten te
pleiten.
Het moet echter al heel vreemd loopen,
wil het den dans in deze kunnen ontsprin
gen. Een beroep op een vergissing der bom
menwerpers zal. b.v. naar alle waarschijn
lijkheid niets baten. Want tot het risico van
het wreede oorlogsspel behoort nu een
maal ook en dit terecht dat de staat,
wiens militairen per abuis de Roode Kruis-
regels schenden, voor die vergising moet
boeten, en zich geenszins aan de aanspra
kelijkheid voor de daden (eventueel vol
kenrechtelijke misdrijven) zijner met ver
gissingen te 'werk gegaan zijnde militairen
kan onttrekken. Zoo gemakkelijk komt men
daar niet van af.
(Zie verdere berichten in het 1ste blad).
ITALIAANSCHE TROEPEN
CONCENTRATIE OP DEN
DODEKANESOS
De „Daily Telegraph" meldt, dat een
geheime koerier uit den Dodekanesos, die
er in geslaagd is, aan de Italiaansche bewa
king te ontsnappen en Griekenland te be
reiken, heeft medegedeeld, dat de Italianen
daar troepen hebben geconcentreerd ter
sterkte van ongeveer het geheele Britsche
garnizoen in Egypte. Op Rhodos en Leros
alleen moeten zich meer dan 50.000 man
schappen bevinden, een aantal, dat groo-
ter is dan de totale normale bevolking van
die eilanden. Op het eiland Rhodos bevin
den zich voorts tachtig stukken geschut.
De bewoners van den Dodekanesos heb
ben een groote bedrijvigheid waargenomen
bij de Turksche troepen aan de kust van
Anatolië tegenover den Dodekanesos.
In November bestonden de Italiaansche
marie-strijdkrachten in den Dodekanesos
uit 2 slagschepen, 12 torpedoboot jagers en
8 onderzeeërs. Thans omvatten zij 4 slag
schepen, 17 torpedoboot jagers en 12 onder
zeeërs. Naar raming zijn ongeveer 900 pi
loten in de verschillende deelen van den
Dodekanesos ondergebracht voor de 250
Savoia-, Fiat- en Caproni-vliegtuigen, wel
ke op deze eilanden gereed staan, groo-
tendeels in de nieuwe half-ondergrond-
sche hangars. In den loop der vorige week
zijn 300 ton prikkeldraad op Leros aan
gevoerd.
De Italianen hebben drie stations voor
draadloo:ze telegrafie opgericht, terwijl,
behalve op Rhodos, ook in de bergen van
Patmos en Leros artillerie staat opgesteld.
De ingangen van de havens worden be
schermd door mijnenvelden.
De Italiaansche autoriteiten op Leros
hebben de voelselvoorziening door Tur
ken van de kust van Anatolië sinds begin
December stopgezet, hoewel de Dodeka
nesos voor een groot deel afhankelijk is
van het vasteland wat betreft de voedsel
voorziening. De Italianen schijnen te vree
zen, idat de Turken die de voorraden op
de eilanden aanvoeren, de militaire be
drijvigheid zullen zien en rapporteeren.
De Italianen die in Abessynië gewond
werden worden midden in den nacht op
twee verlaten eilanden ontscheept, opdat
niemand het zal zien. De visschersbevol-
king van deze twee eilanden is naar an
dere plaatsen overgebracht,
OPMARSCH DER ABESSYNISCHE
TROEPEN
Aan het Noordelijk front rukken de
Abessynische troepen langzaam kilometer
voor kilometer onder zwaar bombarde
ment van de Italiaansche luchtmacht op,
aldus wordt uit Addis Abeba gemeld.
Reeds moet bijna het geheele Shire-ge-
bied door hen bezet zijn.
De Italianen hebben, naar verluidt, de
helft van de provincie Tigré reeds weer
aan de Abessijnen moeten afstaan.
Volgens tot nu toe ontvangen berichten
staan de Abessijnsche troepen op de linie
van Adi Danoh, Zuid-Oostelijk van den
Bedenah-rivier, zuidelijk aan de plaats
Tacciamo, en bij Addiabbi en Makelle.
De rechtervleugel bevindt zich op weg
van Dessie in de richting van Agula. Deze
vleugel dringt sterk op, terwijl het cen
trum van het leger vrijwel stilstaat.
Ook in het Dankalie-gebied rukken de
Abessijnen op, op het oogenblik, evenwel
nog zonder gevolg, aangezien de Italianen
iederen strijd vermijden.
Aan het Zuid-front heerscht opmerke
lijke rust, alleen de Italiaansche vliegers
zijn zeer ijverig. Zij zijn reeds doorgedron
gen tot aan den Djibouti-spoorweg.
De Negus zal dezer dagen naar het
Noordelijk front vertrekken.
Het 85ste Italiaansche legerbericht
Het 85ste Italiaansche legerbericht luidt
als volgt:
„Aan het Eritreesche front heeft de
luchtmacht vele verkenningsvluchten ge
maakt. Aan het Zuidelijk front hebben
Hoellein Haile en Rer Dalai, die zich aan
ons hebben onderworpen, Danane in het
dal der Baula, een zijrivier van de Web-
be Sjebeli, bezet.
Bij deze strijdkrachten hebben zich gis
teren die van sultan Sjaveli Olol Dinle
aangesloten, waarmede zij den trouw der
strijdkrachten, die vroeger Abessijnsch
waren en zich aan ons hebben onderwor
pen, hebben bewezen".
ÏÏUITSCHLAND.
NIEUWJAARSBOODSCHAP VAN DEN
FüHRER.
Voor alle Duitsche zenders heeft rijks
minister Goébbels de Nieuwjaarsboodschap
van den Führer en Rijkskanselier voorge
lezen. Hierin wordt o.m. gezegd, dat 1935
in het teeken van de verworven vrijheid
naar buiten en de verdere doorzetting van
de nationaal-socialistische idee en haar
grondslagen naar binnen staat. Dat het ons,
naast dezen geweldigen arbeid van het po
litiek vernieuwen van Duitschland ook ge
lukte, den economischen opbouw door te
voeren en voort te zetten, kan ons allen met
bijzondere trots vervullen.
Het voor ons liggende jaar 1936 moet en
zal opnieuw een jaar van nationaal-socia
listische vastberadenheid en daadkracht
zijn. Hoe meer echter de sterkte van het
Rijk toeneemt, en haar zichtbare uitdruk
king vindt in de weer ontstaande weer
macht van ons volk, hoe meer wij vervuld
zijn van de zwaarte der verplichting, welke
ons de nieuwe wapenen oplegt.
Met een blik in de vele verwarring en
onrust in de overige wereld vatten wij pas
zoowel den zegen van het duidelijke en sta
bile regime in onzen staat, als den zegen
en het nut van den daardoor gewaarborg-
den vrede. Zulk een bolwerk van de natio
nale Europeesche discipline en cultuur te
gen den bolsjewistischen vijand der
menschheid te blijven, zal ook in het ko
mende jaar ons ijverig streven zijn.
Ons hoogste streven moet het ook in
1936 zijn, voor het weergevonden nationale
leven van de vrijheid den uiterlijken vrede
te bewaren, het tegenwoordige Duitsche
Rijk, zijn weg en zijn toekomst zijn onver
brekelijk verbonden met de nationaal-so
cialistische partij.
Ten slotte dankt Hitier zijn oude mede
strijders, de functionarissen in de politieke
organisaties, de Duitsche boeren en allen,
die door hun pi edewerking het Duitschland
van het Derde Rijk hooghouden.
Nieuwjaarswcnsch van Hitier aan den
Paus overgebracht.
De Duitsche ambassadeur bij den Heili
gen Stoel heeft op de Nieuwjaars-audiën
tie bij den Paus de Nieuwjaarswenschen
van Hitier en de Duitsche regeering over
gebracht. Paus Pius XI heeft hiervoor aan
den ambassadeur zijn dank betuigd en ver
zocht den rijkskanselier en de Duitsche re
geering zijn beste wenschen over te bren
gen.
„VEEL HEIL EN ZEGEN".
De laatste dag van het jaar is zoowel
voor vele Joodsche gezinnen in Duitsch
land als voor de niet-Joodsche dienstmeis
jes dier huishoudingen een onaangename
dag. schrijft de „Tel.".
Op grond van de zoogenaamde Neuren-
bergsche Jodenwetten moeten zooals
men weet de „arische" dienstboden met
afloop van het jaar 1935 haar betrekking in
Joodsche gezinnen verlaten, ten minste
voor zoover zij den leeftijd van 35 jaar
nog niet hebben bereikt. Bij het aannemen
van nieuwe dienstboden in Joodsche gezin
nen is de leeftijdgrens zelfs op 45 jaar ge
steld.
Reeds dadelijk na de afkondiging der
wet hebben vele dienstmeisjes haar betrek
king bij Joden opgezegd om bijtijds ergens
anders onder te komen. Zij warert begrijpe
lijkerwijs bevreesd, dat aan het eind van
het jaar door de uitwerking der wet een
stormachtig aanbod van vrouwelijke werk
krachten zou ontstaan, een aanbod, dat in
geen normale verhouding zou staan tot de
overigens evenmin geringe vraag. De prac-
tijk heeft echter geleerd, dat het aanbod
reeds in de laatste drie maanden de vraag,
vooral te Berlijn en in de overige groote
steden van Duitschland verre overtrof. Was
het voordien moeilijk een dienstbode te vin
den en ontving men bij voorbeeld op een
advertentie slechts enkele brieven, dege
nen, die in October, November of Decem
ber een dienstbode zochten, werden over
stroomd met aanbiedingen.
Van de zijde der overheid heeft men on
middellijk plannen beraamd, om den bui
tengewonen toestand, die door de nieuwe
wetsbepaling ontstond en, naar gelang het
jaar ten einde liep, hoe langer hoe kritieker
werd te beheerschen.
De Berlijnsche bladen publiceeren een
lange reeks van kantoren en bijkantoren
van het „Wohlfahrtsamt" en het Jugend-
amt" (de officieele staatsinstellingen voor
liefdadigheid), waar de uit Joodsche gezin
nen komende dienstboden zich kunnen ver
voegen, indien zij nog geen nieuwe betrek
king hebben en hulp behoeven.
Deze kantoren hebben in de eerste plaats
tot taak, voor onderdak te zorgen en de
meisjes, die zich aanmelden, voorloopig in
tehuizen onder te brengen.
Hieruit kan men dus afleiden, dat het re
sultaat van de Neurenbergsche wet 'voor
vele „arische" dienstmeisjes een uiterst ne
telige situatie schept, wellicht zelfs een ca
tastrofale toekomst beteekent.
Dat anderzijds ook vele Joodsche huis
houdingen in groote moeilijkheden zijn ge
bracht, behoeft geen betoog. Talrijke Jood
sche gezinnen zijn er reeds toe overgegaan,
mannelijke werkkrachten te engageeren,
doch blijkbaar is op het oogenblik ook het
aanbod van huisknechten, huisbedienden
en koks niet voldoende om de plotseling
zoo sterk gestegen behoefte te dekken.
Zoowel voor deze Joodsche families als
voor de gedupeerde dienstboden zal daar
om deze Oudejaarsavond een bittere bij
smaak hebben.
FRANKRIJK.
DUITSCHE GEZANT OVERLEDEN.
De Duitsche ambassadeur te Parijs, Ro
land Koester, ies na een korte, doch ernstige
ziekte Dinsdagmiddag te 2 uur in het Arne-
rikaansche Ziekenhuis te Parijs overleden.
Nadat hij eenige dagen had geleden aan
een bronchitis, die gepaard ging met hooge
koortsen, werd hij Maandag in het zieken
huis opgenomen. De ziekte compliceerde
zich tot een longontsteking, waaraan de am
bassadeur is overleden.
ENGELAND.
LINDBERGH KOMT IN ENGELAND
UITRUSTEN.
Lindbergh heeft gisteren aan de Engel-
sche pers verklaard, dat hij de welwillend
heid, welke hem en zijn gezin is betoond,
op hoogen prijs stelde. Hij verlangde sterk
in Engeland kalm uit te rusten. Hij zeide,
dat zijn bezoek op geen enkele wijze ver
band hield met zaken.
De immigratie-autoriteiten hebben Lind
bergh verlof verleend zes maanden in En
geland te verblijven. Het gezin van den
vlieger gaat van Liverpool naar Cardiff.
Verdere plannen staan nog niet vast.
De Londensche bankier Gregory, een
vriend van Lindbergh, voegde aan de ver
klaringen van den kolonel toe, dat deze
groote waardeering had voor de wijze,
waarop hij was ontvangen, in het bijzonder
voor de houding van de havenwerkers van
Liverpool en de welwillendheid van de
pers, waarvan de verslagen over zyn aan
komst de hoffelijkheid van de Britsche pers
toonden. Voor zoover mr. Gregory bekend
was, was er geen sprake van, dat Lindbergh
de Amerikaansohe nationaliteit zou vaarwel
zeggen.
Het gezin Lindbergh, dat goed van de
reis genoten heeft, maakt het goed en heeft
„oud en nieuw" kalm gevierd.
AMERIKA.
DE N. R. A. SLUIT HAAR DEUREN.
Een experiment opgeheven.
Dinsdagmiddag twaalf uur zijn de bu
reaux van de N.R.A., de National Recovery
Administration officieel gesloten en is deze
instelling, een van president Roosevelt's
grootste experimenten voorgoed opgehe
ven.
De N.R.A. vormde een, in de geschiedenis
der Vereenigde Staten ongeëvenaarde po
ging om de loonen te controleeren, toezicht
te houden op het aantal werkuren en con
currentie in haar minder gewenschte vor
men te voorkomen.
Op den dag, dat het Opperste Gerechts
hof besliste, dat de N.R.A. in strijd was met
de Amerikaansche grondwet, telde de orga
nisatie 5000 employé's. In den laatsten tijd
waren daarvan nog slechts duizend man
over, waarvan er verscheiden worden on
dergebracht bij het ministerie van Handel.
Een moeilijkheid vormt nog de vraag,
wat er moet geschieden met de 3.000.000 do
cumenten, die zich van lieverlede hebben
opgestapeld in de N.R.A.-archieven te
Washington en in andere steden van Ame
rika. Vermoedelijk zullen zij, zoodra vol
doende tijd verloopen is, stilletjes worden
vernietigd.
BUITENLANDSCHE BERICHTEN
GRIEKSCH SCHIP IN ZWARTE ZEE
VERGAAN.
Aantal slachtoffers nog onbekend.
Uit Odessa wordt gemeld, dat tijdens
den hevigen storm in de Zwarte Zee het
Grieksche schip „Masurusio Lagutatis" is
vergaan. Het aantal slachtoffers is onbe
kend.
DRIE DOODEN BIJ EEN
AUTO-ONGELUK.
Te Oberschoeneweide is een auto na een
botsing in brand gevlogen. De drie inzit
tenden werden zoo ernstig gewond, dat
het hun niet mogelijk was, den branden
den wagen te verlaten, zoodat zij in de
vlammen omkwamen.
FRANSCH ZEEMAN VERDRONKEN.
Bij het redden van de bemanning van
den uit Cherbourg afkomstigen trawler
„Satanile" door het Duitsche s.s. „Wester-
land", werd een matroos van de „Sata
nile" door een stortzee overboord gesla
gen. Hij verdween op het oogenblik, dat
hij zich vastklampte aan de tros, welke
aan boord van het schip was geworpen.
GROOTE KERSTBOOMBRAND.
6 dooden, 10 zwaargewonden.
Bij een brand te Reykjavik, ontstaan door
het vuur vatten van een enormen kerst
boom, zyn 4 kinderen en 2 vrouwen in de
vlammen omgekomen, terwijl 20 personen
zware brandwonden opliepen.
Toen de brand ontstond, bevonden zich
180 kinderen in de hal, waar de kerstboom
stond opgesteld. De meesten hiervan kon
den zich echter door de vensters in vei
ligheid brengen. Het vuur greep met zulk
een razende snelheid om zich heen, dat
in minder dan een half uur de hal in een
rookenden puinhoop was veranderd.
18 DAGEN ZONDER WATER OP
EEN VLOT.
Een Franschman, die met vier kamera
den was ontsnapt uit de gevangenis van
Poelau Condor, voor de kust van Indo
China, heeft achttien dagen zonder water
rondgezworven op een vlot, dat hij had
samengesteld uit hout, dat hij voor deze
gelegenheid had gestolen.
Na 18 dagen werd hij opgepikt door het
Britsche stoomschip Kudat, dat te Singa
pore thuis behoort. Zijn vier makkers had
den den ontzettenden tocht niet kunnen
doorstaan. Door honger, dorst en uitput
ting waren zij krankzinnig geworden..
Enkele dagen later waren zij overleden.
Toen Long aan boord van de Kudat
OUDEJAARS-REDE VAN DEN G. G.
Kondigt een nieuwe dageraad zich aan?
Aneta seint uit Batavia:
De gouverneur-generaal van Ned. Oost-
Indië heeft in het Oudejaars programma
van de N. I. R. O. M. een rede uitgespro
ken, waarin hij een overzicht gaf van het
afgeloopen jaar. Het beeld, dat hij op
hing, was niet opwekkend, maar "biet ho
peloos, zooals spr. zeide.
Een hopelooze toestand is onbestaanbaar
voor hem, die gelooft dat hét lot van den
individueelen mensch en van de volkeren
in Gods hand ligt. De toestand is ook niet
hopeloos, omdat reeds veel werd bereikt,
de groote inspanning en de gebrachte of
fers waren niet te vergeefsch. De samen
leving bleef gehandhaafd.
Spreker constateert dat het een enorme
prestatie voor een samenleving is om bij
een terugloop van het Landsbudget tot op
de helft in enkele jaren, in stand te blij
ven. Bovendien geschiedde meer dan dat.
De bezuiniging op het leger, welks kosten
terugvielen van 72 millioen tot 42 millioen,
maakte het leger kleiner, doch deed het
winnen aan agressieve kracht. Een soort
gelijke winst maakte ook de samenleving.
Door reorganisatie, versobering en scherpe
selectie is haar grondslag hechter en de
mogelijkheid van doeltreffender verweer
eer toe dan afgenomen. Indië maakte in
de afgeloopen moeilijke jaren bovenal een
geestelijke winst.
De mentaliteit onzer samenleving is za
kelijker, nuchterder en eerlijker gewor
den. Men ziet de dingen thans meer zooals
zij in werkelijkheid zijn, toont meer nei
ging om de onvermijdelijkheid der feiten
te erkennen, waardoor ook de consequen
ties gemakkelijker worden aanvaard. „Wat
ons gevoelig treft, leed brengt of schade
doet, wordt niet meer bij voorbaat al aan
de regeering geweten. Er is een gezindheid
tot samenwerking ontstaan, een inzicht,
dat alleen daardoor het hoofd kan worden
geboden aan de ongunst der tijden en ook
een wil om aan te pakken en vol te hou
den. De waarde hiervan kan moeilijk
worden overschat."
Spreker vervolgde: „Volhardt in deze
uwe houding en ga voort op den eenmaal
ingeslagen weg, dan is het niet meer de
vraag of wij tegen de crisis op kunnen,
maar kan de crisis niet tegen ons op."
Spreker wijst tenslotte op teekenen van
opleving, die wat Indië betreft bestaan uit
de suiker, die weer gaat planten, het ver
hoogde quotum voor rubber, de hoogere
opbrengst van de coprah, de prijshouden
de stemming voor thee, de goede markt
voor tin en de toekomst voor de tabak in
Amerika.
„Hebben wij hier te doen met de aan
kondiging van een nieuwen dageraad?"
Spreker meent dat wij in ieder geval
dankbaar moeten zijn voor de schemering,
die hoop geeft.
GROOTE BRAND IN ZUID-SUMATRA.
Zes en vijftig huizen in de asch gelegd.
Aneta seint uit Palembang: Te Batoe-
radja zijn Maandagmiddag 56 huizen afge
brand. De schade wordt geraamd op
40.000.
werd genomen, kon hij geen woord, althans
geen verstandig woord uitbrengen. Men
maakte ten slotte uit zijn uitlatingen op,
dat hij het dialect van Fransch Cambodsja
sprak. Hij werd toen ter beschikking ge
steld van het Fransch consulaat te Singa
pore. Hier bleek, dat hij een der ontsnapte
gedetineerden van Poelau Condor was.
Zoodra de noodige formaliteiten zullen zijn
vervuld, zal de man naar de gevangenis
worden teruggebracht.
De hoop van de vluchtelingen was ge
weest met den stroom te worden meege
voerd .tot de kust van Malakka. een af
stand van ongeveer 150 mijlen. Zij hadden
geen leeftocht bij zich, behalve dan enkele
boterhammen, welke zij van hun laatste
maaltijden hadden overgehouden. Het getij
was evenwel niet gunstig en ook de ge-
improviseerde voortbewegings-installatie
voldeed niet. Zeer spoedig hadden zij te
lijden van de verzengende hitte. Zij leden
ontzettenden dorst, terwijl zij door ge
brek aan voedsel ten slotte werden bloot
gesteld aan ontberingen, welk slechts een
van de vijf ontsnapten, en dat nog maar
nét. kon doorstaan. Verscheidene schepen,
welke op betrekkelijk geringen afstand
van het vlot passeerden, hebben de wan
hopige pogingen der ontsnapten de aan
dacht te trekken, niet opgemerkt. Ten
slotte werd de eenig overgebleven door een
toeval door de Kudat opgemerkt.
STORM AAN DE BRETONSCHE KUST.
Een zeer hevige storm heeft aan de kust
van Finisterre en Morbihan gewoed. Te
Berg Meil Finisterre heeft de zee een gat
ter lengte van 250 meter in den dijk ge
slagen.
Een Nederlandsche sleepboot moest hulp
verleenen aan twee visschersschepen, die
uit de haven van Douarnenez waren ver
trokken.
De zee heeft tot nu toe de lijken van
de zeven mannen, die in den Kerstnacht
bij het vergaan van de „Avenir du Marin"
zijn verdronken, niet teruggegeven.
BALDADIGE AANSLAG OP D-TREIN.
Gistermiddag werd op den D-trein Salz-
burg-Agram tusschen St. Johann en
Schwarzbach in Oostenrijk, met een ge
weer geschoten. De kogel trof den kok
van de restauratiewagen, die voor een
raampje stond, doodelijk in het hart. Het
gelukte de gendarmerie zeer spoedig de
daders, twee jongens van 15 jaar, aan te
houden.
W<Uis cUe meuuïe HONIG'S KALFSSOEP