HET HUIS IN DE STILTE De opvoering van de „Gysbreght van Aemstel FEUILLETON. Naar het Engelsch van ADELINE SERGEANT. x (Nadruk verboden). Nell's plan werd dus niet van de baan geschoven, en de beide zusters voelden zich echt opgelucht. „Nu, de zaak is", legde Nell uit, „dat ik op een advertentie schreef. Sohrik maar niet, moeder! Mr. Sydenham had me ge zegd, dat ik het doen moest, en hij vertel de me wat de beste kranten waren, en wat ik zoo al moet schrijven. Ik schreef op een dozijn advertenties, maar ik had heelemaal geen succes, totdat deze kwam, en als ik hem u even mag voorlezen, zult u zelf zien, dat het heel aantrekelijk is." Daarop haalde Nell uit een zakdoekje een tamelijk verfomfaaid krantenuitknipsel, waarvan ze de advertentie die- haar zóó had aangetrokken, voorlas: Gezelschapsjuffrouw Gevraagd een jongedame, niet ouder dan 25 jaar, als juffrouw van gezelschap bij een wees van 20, met een zwakke gezondheid. Landhuis vijf mijl van het station; rus tig, geregeld leven. Geen huishoudelijke bezigheden. Dames met muzikale en ar tistieke talenten genieten de voorkeur. Sollicitanten met foto en referenties on der letter X.Y.Z. Göwer Street, Western Central, London. „En heb je op die advertentie geschre ven, kindje?" vroeg haar moeder. „Inderdaad", antwoordde Nell trotsch. „en ik kreeg met de laatste post bericht." Ze haalde een brief te voorschijn en las deze hardop voor: „Mr. Lancaster heeft hierbij de eer u „de ontvangst te berichten van mejuffrouw „Davenant's brief, en haar mede te dee pen, dat zij één van de zes sollicitanten is, „die in aanmerking komen voor de betrek- „king, geannonceerd in „The Times" vai „gisteren. Het zou mr. Lancaster zeer aan genaam zijn, indien mejuffrouw Dave- „nant morgenochtend om 10 uur in Gower „Street 206 zou willen komen om een per- „soonlijk onderhoud met haar te hebben." „Nu moeder", informeerde Nell, het pa pier neerleggend, „wat denk u er van?" Toen veranderde, één oogenblik slechts, haar gezicht. Het kwam Angela voor, dat Neli's oog door iets in den brief werd ge troffen, dat zij voordien nog niet had op gemerkt, want zij scheen te schrikken en verbleekte merkbaar. n T Twee waarschuwingen. „Wat is er?" fluisterde Angela binnens monds. Nell maakte een waarschuwende bewe ging. Zij wilde dat haar moeder niet iets ongewoons aan haar zou merken; maar haar oogen keken nog een beetje verschrikt toen zij vervolgde: „Ziet u moeder. Het zou zoo heerlijk zijn, om weer eens buiten te wonen. Ik ben dol op bloemen, paarden en honden, en om dat het een landhuis is, ben ik er zeker van dat het werk mij bevallen zal. Ange la vindt het vreeselijk om vijf mijlen van een station af te zitten, maar ik heelemaal niet." „Je bent net als ik was, Nell", antwoord de mevrouw Davenant nadenkend, „maar natuurlijk, het is zooals je zegt, het klinkt mooi en als de menschen wellevend zijn, en je behandelen zooals het behoort...." „Maar wie kan dat zeggen?" vroeg An gela plotseling. „We weten niets van die menschen af, heelemaal niets, en als Nell daar naar toe gaat, moeten wij toch iets van hen te weten zien te komen." Nell fronste haar wenkbrauwen. „Stil nu Angela", fluisterde ze vlug. „Natuurlijk zullen wij referenties vragen. Ik gaf zelf twee namen op: Canon Claydon en Dokter Prescott. Ik dacht dat die twee wel vol doende zouden zijn, en ik heb m'n laatste foto gestuurd. Ik hoop, dat ze me die terug sturen." „O Nell! Dat vind ik niet aardig van je!" riep Angela. „Het was de eenige die we over hadden, en je krijgt haar misschien niet terug." Toen ze thee hadden gedronken en me vrouw Davenant zich veilig in haar leun stoel had genesteld, nam Angelea haar zus ter mee naar de kleine slaapkamer, die zij samen deelden. „Vertel me eens, wat er aan de hand was. Ik weet zeker, dat je iets- gezien hebt, dat je tevoren nog niet had opgemerkt." „Ja zeker!" gaf Nell toe. „Maar je had er niet de aandacht op moeten vestigen. Als moeder den brief had willen zien, zou het vreeselijk geweest zijn." „Waarom? Wat was het?" vroeg Angela nieuwsgierig. Nell vouwde het velletje papier open, en wees zwijgend naar enkele met potlood ge schreven woorden op de achterzijde. Zij waren niet in hetzelfde schrift als de brief zelf, want dat was het handschrift van een ontwikkeld man. „Gevaar. Wees gewaarschuwd; kom niet!" Angela bekeek het nauwkeurig. Ze ver geleek de twee handschriften, vouwde den brief in z'n oorspronkelijke vouw en sprak ten slotte beslist: „Och, in elk geval kun je de waarschu wing ter harte nemen. Als ik jou was, ging ik morgen niet." „Morgen niet gaan?" herhaald^ Nell ver baasd. „Natuurlijk ga ik". „Zelfs als de boodschap voor jou be stemd is?" „Absoluut, omdat ik wil uitvinden, wie dit schreef. Waarschijnlijk is het niet eens voor mjj bestemd, want welk gevaar zou er kunnen zijn?" „Het komt mjj voor", merkte Angela peinzend op, „dat de woorden op het laat ste oogenblik geschreven zijn, misschien door een dienstbode of een bloedverwant, die meer van Mr. Lancaster's zaken afweet, dan deze vermoedt. Alles bij elkaar is de heele advertentie een beetje vreemd. Ik wou dat je er nooit op geschreven had." „Och, was een onzin", antwoordde Nell luchtigjes, „zelfs als de woorden voor mij bestemd zijn. kunnen ze hoogstens inhouden dat die Mr. Lancaster niet geregeld be taalt, een slecht humeur heeft, of iets der gelijks. Ik hoef de betrekking toch niet aan te nemen, als ik er geen zin ik heb", ver volgde Nell met een zelfbewust lachje, „maar honderd pond per jaar is waar schijnlijk meer dan ik ergens anders zal kunnen krijgen". „Nu, ik hoop. dat er geen kwaad van komt", besloot Angela, die meer onder den indruk van de waarschuwende woorden was dan Nell. Den volgenden morgen, klokslag tien, bevond ze zich voor een tamelijk smal huis dat aan het uiterste einde van Gower Street gelegen was. Nell zag een kaart voor het raam hangen, waarop stond: G<»- meubileerde kamers te huur en op de deur was een koperen naamplaat beves tigd, die vermeldde, dat een zekere mijn heer Stephen Coles Accountant op de bel etage van het huis zijn kantoren had. Zij ging de stoep op, belde aan, en wacht te tot de deur geopend werd. Een dame ging haar voor naar een groot, maar somber vertrek, waar zij zich in ge zelschap bevond van vier andere dames. Zij vermoedde onmiddellijk, dat dit ook can- didaten voor de betrekking waren. Twee van het groepje waren van bijna middel baren leeftijd. Eén was een jong meisje van ongeveer negentien, blond en tame lijk knap. De vierde candidaten leek ge schikter dan één van de anderen, en Nell voorzag, dat deze wel voor de betrekking gekozen zou worden. Het was een meisje van ongeveer twee of drie en twintig jaar, dat er keurig uitzag, met een schrander, be schaafd gezicht en een bril op. Ze had een boek bij zich en las ijverig, terwijl ze wachtte. Een voor een werden de sollicitan ten binnengeroepen, waarop ze in een an dere kamer verdwenen. (Wordt vervolgd). 3)e £cictocHe @oti/ïattt Een scene uit Vondel's .Gysbreght van Aemstel", waarvan op Nieuwjaars dag de traditioneele opvoering in den Stadsschouwburg te Amsterdam bij de Amsterdamsche Toonee.lvereeniging ging De Pauselijk Internuntius, Z. Exc Mgr P. Giobbe (links), bracht Woensdag een Nieuwjaarsbezoex aan den minister van Buitenlandsche Zaken, Z. Exc. jhr m-. A. C. D. de G aetf te den Haag Deze zeldzame goudvink-bastaard trek de algemeene aandacht op de kam pioenstentoonstelling van vogels, dezer dagen te Weenen gehouden De eerste oticieele overtocht dcor autoritei en en genoodigcen over de in aanbouw zijnde Waalbrug te Nij megen had Woensdag plaats, Het bouwwerk begint thans de voltooiing te naderen Kolonel Lindbergh is Dinsdag met het s.s. „American Importer" te Liverpool aangekomen, De beroemde vlieger verlaat met zijn echtgenoote en zoontje het schip Moeder en kinderen op weg naar droger plaatsen te Walton aan de Theems, waar de rivier een groote uit gestrektheid overstroomd heeft In navolging van Engeland en Italië agenten in de laatste dagen van het mobilisten verschillende geschenken; typisch ontvingen de Rotterdamsche verkee s- algeloopen jaar van passee ende auto- er was veel belangstelling voor dit gebruik

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5