DINSDAG 24 DECEMBER 1935
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
KERKNIEUWS
MGR. J. P. HUIB$RS EN „KATHOLIEK
HOORN".
De nienwe Bisschop onder het gehoor
van Mr. Marchant.
Gisteravond heeft Mgr. J. P. Huibers de
vergadering bijgewoond van den Katho
lieken Kring te Hoorn, in welke verga
dering Mr. H. P. Marchant sprak over zijn
bekeeringsgescbieden is.
Het was de laatste avond, waarop Mgr.
Huibers in het openbare katholieke leven
van Hoorn verscheen.
Toen mgr. Huibers gekleed in het paarse
bisschopsgewaad met het bestuur van den
Katholieken Kring binnenschreed, brach
ten de aanwezigen, die de groote zaal van
het Parkhotel geheel vulden, mgr. staan
de een luide ovatie, die niet eindigde, al
vorens de voorzitter van den Katholieken
Kring, notaris S. J. C. Luyckx, het spreek
gestoelte had bestegen, om de vergadering
met den christelijken groet te openen. No
taris Luyckx verwelkomde allereerst mgr.
Huibers en dankte hem nogeens voor de
groote zorg, welke hij als moderator jaren
lang aan den Katholieken Kring gegeven
heeft. Steeds, zoo zeide spr., zullen wij de
wijze lessen, die wij van U Mgr. kregen, in
toepassing brengen.
Nadat notaris Luyckx dan mr. Marchant
bij het publiek had ingeleid, kreeg deze het
woord. Mr. Marchant beschouwde het als
een groote verrassing, dezen avond te
Hoorn te mogen spreken in tegenwoordig
heid van Haarlems nieuwen bisschop. Toen
hy zich destijds bereid verklaarde in Hoorn
te komen spreken, had hij alles, behalve
dit,kunnen vermoeden. Uw betreurde voor
ganger, aldus mr. Marchant, heb ik betrek
kelijk goed gekend. Hij was het, die mij
het H. Vormsel toediende en hij was mij
lief. Ik bewonderde de fijne wijze, waarop
hij zijn moeilijk ambt uitoefende. Ik bid
God dat Hij U Mgr. moge leiden bij uw
zware taak.
Den geheelen avond heeft mr. Marchant
zijn gehoor geboeid met zijn levendige en,
geestige voordracht van de argumenten,
welke lyj te berde wilde brengen en de
bisschop zelf luisterde met veel aandacht,
waarbij Mgr herhaaldelijk blijk van zijn
instemming gaf.
Na afloop van mr. Marchant's lezing, die
met veel applaus werd ontvangen, gaf de
voorzitter het woord aan den* moderator
van den Katholieken Kring, den nieuw-
benoemden Bisschop van Haarlem.
Mgr. Huibers zeidi wel namens de ge-
heele vergadering te spreken, wanneer hij
mr. Marchant voor zijn lezing heel harte
lijk dankte.
Uw woord, aldus Mgr., is een apologie
en voor ons is het een vreugde en een
troost. Het is dikwijls zoo moeilijk voor
de katholieken, zich zelf te waardeeren.
Zoo vaak nog wordt er van alle kanten op
de katholieken laag neergezien en het doet
ons goed, al weten we, dat we reden te over
hebben, om God ie danken, deze zelfbe
wuste woorden te hooren van een man
met groote gaven, die in zijn leidende po
sitie, welke hij vroeger innam, ook altijd
zoo goed het zwaard wist te hanteeren. Dat
we het geluk hebben, dat deze man tot ons
is gekomen, om voor ons te getuigen, het is
iets, waarvoor wij den goeden God dank
baar mogen zijn. Als wij een man van zoo
scherpzinnig verstand zien komen, een
man, die door zuivere redeneering langs den
weg, dien St. Thomas is voorgegaan, kwam
tot de waarheid, dan mogen we dankbaar
zijn, dat Onze Lieve Heer hem dit volle
licht heeft gegeven. En wanneer wij dan
vragen, hoe het komt, dat het licht, door
hem gevonden, velen verborgen blijft, dan
moeten we zeggen, dat het Gods genade
is, maar ook dat hij die genade aanvaard
heeft. En hij heeft haar aanvaard door zich
ontvankelijk te stellen voor de lessen, die
hij trok uit het boekje, waarover hij van
avond sprak, en dat alle katholieken meer
moesten lezen: Thomas a Kempis' navol
ging van Christus.
Mgr. Huibers riep dan allen.op. om fier
en dankbaar te zijn voor de waarheid, die
wij niet konden vinden zonder dat God
ons sterkte. Dankbaar moeten wij ook
vooral zijn, omdat wij Gods genade om niet
hebben gekregen. Terwijl zoovelen, die bui
ten Christus Kerk zijn opgevoed, en daar
onder ook mr. lyiarchant, zeer ernstige
moeilijkheden moeten ondervinden, om tot
het eene ware geloof te komen.
Daarna nam Mgr. Huibers met eenige
hartelijke woorden afscheid als moderator
van den Katholieken Kring.
Op tweeden Kerstdag zal Mgr. Huibers
in de pastorie te Hoorn aan particulieren
gelegenheid geven van hem afscheid te
nemen. Deze receptie zal een officieel ka
rakter dragen. Verwacht wordt, dat Mgr.
Vrijdag of Zaterdag Hoorn zal verlaten.
„Maasbode".
PASTOOR J. S. VAN BUCHEM.
Viering van zijn gouden priesterfeest.
In de parochie van St. Bonifacius te Rijs
wijk (Z.-H.) is het gouden priesterfeest ge
vierd van Pastoor J. S. van Buchem. Nadat
de parochianen j.l. Zaterdagavond hun be
minden herder in de met flood-light besche
nen kerk hadden ingehaald, droeg Pastoor
van Buchem des Zondags een plechtige
Hoogmis op, waarbij o.a. op het priester
koor tegenwoordig was Z. D. H. Mgr. M. P.
J. Möllimann.
Des middags te 3 uur werd een drukbe
zochte receptie gehouden, waarna de fees
telijke viering besloten werd met een plech
tig Danklof met Te Deum.
BINNENLAND
NIEUWJAARSREDE
VAN MINISTER COLIJN
De minister-president, dr. H. Colijn, zal,
naar wij vernemen, op 1 Januari des
avonds om negen uur voor de N.C.R.V. een
Nieuwjaarsrede houden.
„N. R. Crt."
MR. DUYS GEWEERD.
Uit gewestelijke vergadering der SJD.A.P.
te Alkmaar.
Zaterdag en Zondag vergaderde te Alk
maar het gewest Noord-Holland van de
S. D. A. P.
Onder de aanwezigen bevond zich ook
mr. Duys, hetgeen aanleiding gaf tot een
uitvoerige discussie. Ten slotte werd met
163 tegen 17 stemmen een resolutie aange
nomen, die als volgt luidt: „Het gewest
Noord-Holland-Noord spreekt als zijn mee
ning uit, dat, volgens de interpretatie der
statuten, aan een geroyeerd lid, hangende
zijn beroep tegen dit royement, geen toe
gang tot de vergadering kan worden ver
leend."
De heer Duys verliet vervolgens onder
protest de bijeenkomst.
In „Het Volk" lezen wij nog omtrent de
aanwezigheid van den heer Duys ter ver
gadering:
Het gewestelijk bestuur had den heer
Duys uitgenoodigd, voordat hij voor de
Kamerfractie had bedankt; het had beslo
ten om deze uitnoodiging gestand te doen.
Dit standpunt werd door den voorzitter, den
heer Swierstra, verdedigd^ twee der be
stuursleden verklaarden niet aanwezig ge
weest te zijn en het er niet mee eens te
zijn, een der andere bestuurleden verklaar
de, alleen toegestemd te hebben, omdat hij
meende, dat een geroyeerd lid tijdens het
beroep nog lid bleef. De voorzitter had mr.
Duys weten te bewegen beroep tegen zijn
royement aan te teekenen.
Terwijl de discussie voortging en steeds
meer afdeelingen zich tegen de aanwezig
heid van mr. Duys verklaarden, stond hij
plotseling, heftig interrumpeerend, op en
verliet de zaal. De afgevaardigden van
Groot-Schermer en Oude Niedorp en twee
van de afdeeling Hoorn, gingen met hem
mee.
HET NUT DER SOCIALE VERZEKERING
Op 3 December j.l. was het 16 jaar ge
leden dat de Invaliditeitswet in werking
trad.
Om een idee te geven van de resultaten
dezer verzekering, volgt hieronder een
overzicht van de 1 December van dit jaar
loopende renten.
49629 Invaliditeitsrente 6.948.007.81
113502 Ouderdomsrenten 17.168.345.48
31701 Weduwenrenten 5.080.290.17
13813 Weezenrenten 2.006.008.35
Totaal 31.202.651,81
Dit zijn de bedragen, welke per jaar
over het geheele land worden uitgekeerd.
Alleen in het gebied van den Raad van
Arbeid Leiden, waren op 1 December j.l,
loopende:
1501 Invaliditeitsrenten 219.120.33
3495 Ouderdomsrenten 526.552.
984 Weduwenrenten 161.596.07
397 Weezenrenten 59.772.99
967.041.39
Bovendien werden tot op 1 December
'35 in totaal 55787 personen voor rekening
van het Invaliditeitsfonds behandeld of
verpleegd, waarvan alleen in het gebied
van den Raad van Arbeid te Leiden 1226
verzekerden.
Uit deze gegevens blijkt zeer zeker het
groote nut van de Sociale Verzekering.
HET SPOORWEGPERSONEEL
Dienstvoorvaarden tot 1937 verlengd
De minister van waterstaat heeft aan
den personeelraad der Nederlandsche
Spoorwegen de toezegging gedaan, dat de
geldigheidsduur van het reglement Dienst-
voorwaarden 1926 zal worden verlengd tot
1 Januari 1937,
STEUN AAN KAASPRODUCENTEN BIJ
TERUGLEVERING VAN ONDERMELK
Crisis-steunbeschikking 1935
(teruglevering ondermelk)
De minister van landbouw en visschery,
gelet op de artikelen 3, lid 1, onder a, en
lid 2, en 8 van de Landbouw-Crisiswet
1933, heeft besloten met ingang van 10
November 1935 en eindigende met ingang
van 29 December 1935:
steun te verleenen aan de bij de Stich
ting Nederlandsche Zuivelcentrale, geves
tigd te 's Gravenhage, georganiseerde en
toegelaten kaasproducenten tot een inge
volge hierna bepaalde bedrag per kg., op
de ondermelk, welke aan de kaasberei
ding is onttrokken en in evengenoemde
periode rechtstreeks aan veehoudersbedrij-
ven wordt teruggeleverd voor veevoeder
doeleinden.
Bij de berekening, wordt als basisperiode
genoemd het tijdvak ingaande 9 November
1934 tot en met 27 December 1934.
Het steunbedrag per k.g. is gelijk aan
de volledige kaaswaarde van ondermelk,
wekelijks vast te stellen door een nader
door de Centrale aan te wijzen commis
sie van deskundigen volgens een nader om
schreven formule.
De hoeveelheid ondermelk, waarover de
steun wordt verleend, dient aan den vee
houder in rekening gebracht te worden
tegen 0.50 cent per kg., niet uitzondering
ten aanzien van die veehouders, aan wie
de onder I genoemde producenten ingevol
ge bestaande gewoonte de ondermelk gra
tis terugleveren.
De steun zal worden uitgekeerd na af
loop van de vermelde periode, met dien
verstande, dat. indien degehe, die voor
steun in aanmerking komt, de uit deze be-
WAT ZAL DE WINTER TOCH DOEN?
Reeds gedurende een lange reeks van da
gen zijn de vooruitzichten ten opzichte van
de vorst heel onzeker. Den vijfden Decem
ber begon het in den nacht met lichte
vorst en sedert dien datum heeft het bijna
eiken nacht een beetje gevroren. Zulke
nachtelijke vorst zet, als zij slechts licht is,
geen ijs van beteekenis aan. Op slechts één
dag, den 14den, heeft het doorgevroren en
men kan dus nog niet zeggen, dat de vorst
van veel beteekenis is geweest.
De lange duur van deze periode van af
wisselend vorst en dooi doet terecht de
vraag rijzen: wat wil de winter eigen
lek?
Het is voorloopig nog heel moeilijk een
antwoord op die vraag te geven. Dat het
niet flink door wil vriezen beteekent nog
niet, dat ons een ijslooze winter wacht. In
den laatsten strengen winter van 1928-'29
vroor het in December nauwelijks sterker
en toch bracht Januari sterke en Februari
zeer strenge vorst. Daarentegen volgde op
de zeer koude December 1933 een vrij zach
te rest van den winter. Wanneer wij bo
vendien een statistiek van een groot aan
tal jaren nagaan zien wij, dat in de twee
de helft van December devorstkans veel
minder wordt om pas na 1 Januari weer
te stijgen. Zelden is er ijs tusschen Kerst
mis en Nieuwjaar. Reeds om deze reden (de
oorzaak van deze vermindering van het
aantal vorstdagen is niet bekend) zou te
verwachten zijn, dat de winter nog een
paar weken minstens zal kwakkelen. Daar
na kunnen we zien. Met deze weifelende
Decembervorst is dus de kans op een kou
den winter niet verkeken.
Hiertegenover staat echter, dat in den
laatsten tijd de algemeene weerstoestand
reeds een paar malen zich in een richting
ontwikkelde, die de kansen op een flinke
vorstperiode deden stijgen. Telkens maak
ten storingen een onderbreking zonder dat
het uitzicht ou koud weer geheel ver
dween. Het zit hierin, dat over N.O.- en
Noord-Europa de luchtdruk hooger wordt
en daardoor de kans op Oostenwind, een
levensvoorwaarde voor sterke vorst, groo-
ter wordt. Eigenlijk is het nog te vroeg in
den winter voor de verdere ontwikkeling
van dezen weerstoestand maar juist het
feit, 'dat hij reeds nu begint te ontwikkelen,
kan als een aanwijzing worden beschouwd,
dat de winter koud zal worden. De tem
peratuur is trouwens den laatsten tijd reeds
veel lager geworden, dus wat dat betreft
komen de uitkomsten overeen met de uit
zichten.
Men zal dus nog niet wanhopen aan een
ijswinter als men de vreugde van het ijs
vermaak hooger stelt dan de ellende van
een strengen winter.
Wij moeten eerst uit den tijd der kente
ring in de- weersgesteldheid raken, waar
in wij nog verkeeren. Daarna zal zich de
verdere ontwikkeling van den winter wel
duidelijker afteekenen.
schikking voor hem voortvloeiende ver
plichtingen niet of slechts gedeeltelijk is
nagekomen, door de Centrale zal worden
vastgesteld ,welk steunbedrag aan hem zal
worden uitgekeerd.
De gelden, benoodigd ter uitvoering van
deze beschikking, zullen ter beschikking
worden gesteld van de. Centrale, met dien
verstande, dat deze hiertoe haar saldo zal
kunnen aanwenden.
Deze beschikking kan worden aange-
haal onder den titel: Crisis-Steunbeschik-
king 1935 (teruglevering ondermelk).
(Voor nadere bijzonderheden zie men St.
Crt. van gisteravond no. 250).
Schema van berekening
Bij deze beschiking is gevoegd een sche
ma van berekening, waaraan het volgen
de ontleend wordt:
Bij de berekening van de hoeveelheid
ondermelk, welke voor bijslag in aanmer
king komt. wordt onderscheid gemaakt
tusschen:
a. de bedrijven of combinaties van be
drijven, die gewoon zijn alle ondermelk,
waarvan geen kaas of melkproducten wor
den gemaakt, gratis aan de veehouders
terug te leveren, en
b. de bedrijven of combinaties van be
drijven, die steeds alle ondermelk tegen
betaling hebben teruggeleverd.
Vorenbedoelde berekening wordt als
volgt uitgevoerd:
Groep a.
Voor iedere week van de beperkingspe
riode 10 November tot en met 28 Decem
ber 1935 wordt uitgerekend de verhou
ding tusschen de hoeveelheid ontvangen
melk, verminderd met consumptiemelk en
room in deze week en in de overeenkom
stige week in de basisperiode 1934. Het
aldus berekende cijfer zal verder het ver-
houudingsgetal worden genoemd.
De hoeveelheid 12-daagsche vetvrije
kaas (berekend met de normen 170 pet.,
16 pet., 23 pet. en 27 pet. voor resp. 20+,
30+, 40+ en volvette kaas), geprodu
ceerd in een bepaalde week van de basis
periode, wordt met het verhoudingsgetal'
vermenigvuldigd. Deze berekende mogelij
ke kaasproductie wordt verminderd met
de hoevelheid vetvrije 12-daagsche kaas,
geproduceerd in de overeenkomstige week
van 1935. Het verschil, indien positief, geeft
de kaasproductiebeperking.
Door vermenigvuldiging met 10n/8.s5 wordt
de overeenkomstige hoeveelheid ondermelk
in kg. berekend, welke dus behoudens de
hierna te noemen eventueel aan te bren
gen correctie voor toeslag in aanmerking
komt.
Om na te gaan, of alle aan de kaasma
kerij onttrokken ondermelk aan de vee
houders is afgeleverd, worden nagegaan
de hoeveelheden ondermelk, die in de
verschillende weken van de basisperiode
eventueel tot melkproducten zijn verwerkt
of aan kaas- of melkproductenfabrieken
zijn afgeleverd.
Met melkproducten worden voor de toe
passing dezer regeling gelijkgesteld alle
andere producten, voor welker bereiding
ondermelk heeft gediend.
Deze hoeveelheden forden vermenigvul
digd met de resp. verhoudingsgetallen, op
geteld en de som afgetrokken van de hoe
veelheid tot melkproducten verwerkte of
aan kaas- of melkproductenfabrieken afge
leverde ondermelk in de beperkingsperiode
1935. Is het verschil positief, dan wordt
deze hoeveelheid vermenigvuldigd met den
toeslag per k.g. over de geheele periode
en het op deze wijze verkregen geldsbedrag
in mindering gebracht op het totale bedrag
van den bijslag, verkregen door optellen
van de toeslagbedragen per week.
Groep B. De hoeveelheid ondermelk,
welke in ieder der weken van de basis-
periode naar de boerderij teruggeleverd
werd, wordt vermenigvuldigd met het op
die week betrekking hebbende verhou
dingsgetal en deze hoeveelheid wordt af
getrokken van de hoeveelheid ondermelk,
welke in de overeenkomstige week van de
beperkingsperiode teruggeleverd is. Is
deze hoeveelheid uitsluitend aan de kaas
makerij onttrokken, dan komt ze voor bij
slag in aanmerking.
Om dit laatste te beoordeelen, wordt na
gegaan:
I. of de hoeveelheid karnemelk, in 1935
naar de boerderij teruggeleverd, al dan
niet gelijk is aan de hoeveelheid, in de
overeenkomstige week van 1934 terugge
leverd, vermenigvuldigd met het verhou
dingsgetal. Is in 1935 minder teruggele-
yerd, dan wordt het verschil in mindering
gebracht op de in betrekkelijke week voor
toeslag in aanmerking komende hoeveel
heid ondermelk
II. of de hoeveelheid ondermelk, die op
melkproducten is verwerkt in de geheele
beperkingsperiode 1935, al dan niet gelijk
is aan de hoeveelheden, in ieder der we
ken van basisperiode op melkproducten
verwerkt, vermenigvuldigd met het op
ieder dier weken betrekking hebbende
verhoudingsgetal, en vervolgens samenge
steld.
Is in de beperkingsperiode 1935 minder
ondermelk op melkproducten verwerkt dan
dit totaal aangeeft, dan wordt deze hoe
veelheid, in k.g. uitgedrukt, vermenigvul
digd met den gemiddelden toeslag per kg.
over de geheele beperkingsperiode en het
aldus verkregen bedrag in mindering ge
bracht op het bedrag, verkregen door de
wekelijksche toeslagbedragen op te tellen.
Met verwerken op melkproducten wordt
gelijkgesteld de verwerking tot elk ander
product, voor de bereiding waarvan onder
melk heeft gediend, alsmede aflevering
aan melkproductenfabrieken.
GOEDERENVERKEER MET
DUITSCHLAND
Nieuwe overeenkomst Maandag te Berlijn
onderteekend
Men bericht uit Berlijn aan de „Tijd":
In het Rijksministerie van Buitenland-
sche Zaken te Berlijn is Maandag een ver
drag onderteekend tot regeling van het
DuitschNederlandsche goederenverkeer
in 1936.
Voor den afzet van landbouwproducten
uit Nederland, in het bijzonder van boter,
eieren en kaas, is een regeling getroffen,
die een vermeerderden afzet van genoemde
producten in vergelijking met het vorige
jaar mogelijk maakt.
De overeenkomsten inzake de bij den
invoer in Nederland gecontingenteerde
goederen maken het Duitschland mogelijk,
zyn waren in ongeveer gelijke hoeveelheid
ln Nederland af te zetten.
De Regeeringsdienst bericht nog:
Maandag 23 December 1935, heeft aan
het Auswertige Amt te Berlijn de onder-
teekening plaats gevonden van een ver
drag nopens de regeling van het Neder-
landschDuitsche goederenverkeer voor
het jaar 1936.
Voor wat den afzet van landbouwproduc
ten uit Nederland naar Duitschland be
treft, is in het bijzonder ten aanzien van
boter, eieren en kaas in dit bedrag een
regeling vastgelegd, die voor het jaar 1936
een vermeerderden afzet van de genoemde
producten, in vergelijking met het jaar
1935, mogelijk maakt.
De in het bedoelde verdrag getroffen
regeling ten aanzien van den invoer van
Duitsche artikelen, die in Nederland ge-
contingenteerd zijn, komt daarop neer, dat
ten aanzien van den invoer in Nederland
uit Duitschland van die artikelen geduren
de het jaar 1933 een aanpassing aan de
verhouding op de Nederlandsche markt is
nagestreefd, waardoor verschillende be
drijfstakken verderen steun zullen ge
nieten.
Prof. Dr. F. J. A. Huart. f
Gisteravond is te Amsterdam op 39-ja
rigen leeftijd, na geruimen tijd ziek te zijn
geweest, overleden Professor Dr. F. J. A.
Huart, hoogleeraar in het staats- en admi
nistratief recht aan de Gemeente Univer
siteit van Amsterdam.
Prof. Huart werd op 16 April 1896 te
Delft geboren. Hij bezocht het gymnasium
te 's-Gravenhage en werd in 1915 inge
schreven als student aan de Rijksuniversi
teit te Leiden, waar hij eerst klassieke let
teren en daarna rechtswetenschap stu
deerde. In 1918 deed hij cum laude het can-
didaatsexamen in de klassieke letteren. In
de periode, die hierop volgde, was Huart
als tijdelijk leeraar in de oude talen aan
het Gymnasium te Delft verbonden. In
1925 promoveerde hij, wederom cum laude,
tot doctor in de rechtswetenschappen op
een proefschrift, getiteld „Grondwetsher
ziening 1917 en 1922".
In 1924 werd dr. Huart benoemd tot
hoofdcommies bij de Provinciale Griffie
van Friesland. Hij maakte promotie en
werd in 1927 referendaris-plaatsvervan
gend griffier der Provinciale Staten van
Friesland.
In 1930 volgde zijn benoeming tot hoog
leeraar aan de Gemeente Universiteit van
Amsterdam in het Nederlandsch staats- en
LAND- EN TUINBOUW
WENKEN VOOR IEDERE MAAND.
2de helft December.
Een proef boomgaard. Een zeer belang
rijke proef is genomen in een boomgaard
te Amby (L.) door leerlingen van de Fruit-
teeltschool te Maastricht. In een deel, on
geveer een halve H.A., van den boomgaard,
welke reeds een halve eeuw oud is, wilde
men demonstreer en, dat de oogst van een
kleinen, wèlverzorgden boomgaard grooter
kan zijn dan die van een welke onvoldoen
de wordt verzorgd.
Behalve een volledige ziektebestrijding
door vang- en lijmbanden en verschillende
bespuitingen, werd een vrij ruime bemes
ting toegepast, omdat gebleken was, dat de
bemesting in de meeste onzer boomgaar
den te wenschen overlaat. Gegeven werd
per Hectare:400 K.G. kalizout 40 pet., 1000
K.G. slakkenmeel en 600 K.G. Ammon-
salpeter. 't Is mogelijk, dat deze hoeveel
heden nog moeten worden opgevoerd: in
een fruitaanplanting te Grathem werd na
melijk de laatste jaren, met zeer gunstig
gevolg, een stikstof bemesting gegeven van
900 K.G. ammonsalpeter. De oogsten wa
ren daar zoo groot, dat gedimd moest wor
den. Voor zulk een rijke stikstifbemesting
behoeft men niet te vreezen, indien tevens
een ruime minerale bemesting, dus van
kali, fosforzuur en kalk, wordt aange
wend.
Voorts is het tijdstip van toediening van
groot belang: een vroegtijdige uitstrooiing
is in grasboomgaarden zeer gewenscht. Ge
schiedt dit te laa.t, dan profiteert in droge
zomers alleen het gras er van. Niet enkel
kali en fosforzuur moeten vroeg in den
winter worden aangewend en daarna de
stikstof in Maart-April wanneer de kalk-
ammonsalpeter wordt gegeven in Januari-
Februari dan zal de werking er van bedui
dend grooter zijn dan bij een latere uit
strooiing. Er kan wat meer uitspoelen, dat
is waar, maar dit wordt ruimschoots door
de grootere werking vergoed. Vermelding
verdient nog: de andere wijze van snoeiing,
welke werd toegepast: vooral de kroon in
het jonge hout werd gedund waarodor een
betere belichting en betere kwaliteit van
het fruit werd verkregen en ook de schot-
groei weer werd opgewekt.
De resultaten dezer goede verzorging
waren alleszins bevredigend, zoo zelfs,
dat bezoekers in den gepasseerden zomer
den oogst van het proefpercecl, du*- van
de 54 Are, waarop 41 appelboomen staan,
evenhoog schatten als dien van het onbe
handelde gedeelte, dat ruim 3 Hectaren
groot is. De juiste hoeveelheid, inbegrepen
het door den storm afgewaaide fruit, was:
9560 K.G. Terwijl alle 41 boomen zwaar
geladen waren .iet le kwaliteit fruit, zag
men in de rest van den boomgaard slechts
hier en daar appels hangen, waarvan vele
nog door schurft waren aangetast.
Omtrent de rentabiliteit der gemaakte
kosten behoefde niet de minste twijfel te
bestaan.
VOOR DE KEUKEN. (Voeding en ge
zondheid). Onze huisvrouwen dienen ook
wat te weten van de samenstelling der
voedingsmiddelen, om daaruit een goede
keus te doen. Dit behoeft nu niet zoo angst
vallig te geschieden, maar toch met eenig
oordeel. Zij dienen eenzijdigheid te vermij
den; bij eenvoudige kost kan men toch de
noodige verscheidenheid in acht nemen,
zoodat men geen gevaar loopt, dat de voe
ding een tekort heeft aan één of meer be
paalde stoffen, die voor de gezondheid
en de instandhouding van ons lichaam
noodig zijn. Zoo bijvoorbeeld wat de vi
taminen betreft, waarover de laatste jaren
zooveel is geschreven. Men heeft alle ver
schillende soorten vitaminen edel-
stoffen, levensstoffen, aanvullingsstoffen)
gevonden. Hier volgt er iets over. Vit. A
komt veel voor in boter, eigeel, levertraan,
maar ook in groene, werkzame planten-
deelen: in spinazie, kool» sla, in roode wor
tels en tomaten. Zij bevordert den groei
en verhoogt de weerstandskracht. Ont
breekt deze vit. dan komt er groeistilstand,
vermagering, beenderverzwakking en oog
aandoening. Een tweede soort is vit. B.
Zij bevordert ook de groei en wekt de af
scheiding der verteringssappen op; bij ge-
brek aan deze vit. ontstaat eveneens groei
stilstand en vermagering. Zij komt in vol
doende hoeveelheid voor in alle natuur
lijke voedingsmiddelen, met meest in plant
aardige; in het graan alleen in de kiemen
en de buitenste vliezen, dus de zemelen.
Vit. C. voorkomt scheurbuik, zij ontbreekt
geheel in conserven, gedroogde groenten,
erwten, boonen en in lang gekookt voedsel.
Daarentegen komt zij veel voor in groene
plantendeelen en vruchten, en bijzonder in
citroenen, sinaasappels, frambozen, jonge
wortelen en tomaten. Er is ook een Vit.
D., bij gebrek hieraan ontstaat langzame
vermindering der spierkracht; zij waar
borgt de normale verzorging der spieren
met fosforverbindingen. Zij wordt aange
troffen in alle natuurlijke voedingsmidde
len, maar ontbreekt in 't binnenste van den
graankorrel en in conserven. Tenslotte
noemen we Vit. E., waardoor de normale
werkkracht der zenuwen wordt bevorderd.
Ook deze soort komt in alle natuurlijke
voedingsmiddelen voor, en ontbreekt in
conserven. Gebrek aan E. veroorzaakt ver
minderde zenuwkracht.
administratief recht.
Van de hand van prof. Huart zijn vele
wetenschappelijke publicaties verschenen.
Hiervan kunnen worden genoemd: „Taak
en methode bij de beoefening van het ad
ministratief recht" (Rede, 1930); Opstellen
van staats- en administratief-rechterlijken
aard. o.a. in ..Gemeentebestuur" (1926
1930), in de „Gids" (1927); „Staatsrechter
lijke opstellen, aangeboden aan professor
Mr. H. Krabbe (1927 dl. II); verder arti
kelen in „Rechtsgeleerd Magazijn" (1929.
1934) en „Jahrbuch des öffentlichcn
Rechts" (1930).