GEMEENTERAAD VAN LEIDEN DINSDAG 24 DECEMBER 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 HET GYMNASIUM VERKO CHT* AAN HET RIJK. OMTRENT EEN NIEUW GYMNASIUM NOG GEEN BESLUIT GENOMEN. DE OMZETBELASTING ZAL VERHAALD WORDEN OP DE VER BRUIKERS VAN GAS EN ELECTRICITEIT. EEN LANGDURIG DEBAT OVER EEN NIEUW GASTARIEF. DE S. D. A. P. ALS RE- GEERINGSPARTIJ. VERANDERDE HOUDINGEN EN ZURE APPELS. Benoeming hoofd openbare be waarschool. Na heropening der besloten vergadering wordt het voorstel-V o s verworpen met 19 tegen 13 stemmen. Vóór stemden: de S.D.A.P. (behalve de twee wethouders) en de heer Vos. Het voorstel-d e C 1 e r wordt eveneens verworpen met 19 tegen 13 stemmen. Benoemd wordt daarna mej. B. W. v. Duyn met 27 van de 30 stemmen. 3 stem men waren blanco uitgebracht. Hamerpunten. De nummers 9 tot en met 27 betreffen goedkeuring van begrootingen en rekenin gen. Zij worden zonder discussie of hoofde lijke stemming goedgekeurd. 28o. Voorstel tot wijziging van het raadsbesluit van 14 April 1930, in zake de verhuring van het woonhuis Aalmarkt No. 5. Goedgekeurd. 29o. Voorstel tot wijziging van het raadsbesluit van 15 Juli 1929, in zake de verhuring van twee lokalen in het admi nistratiegebouw van het Openbaar Slacht huis aan den Staat der Nederlanden. Goedgekeurd. 30o. Voorstel tot verhuring yan verschil lende perceelen wei- en tee 11 and. De heer Lombert (R.K.) dient hier bij een voorstel in om eenige met name ge noemde perceelen in het openbaar te ver pachten, teneinde een hoogere pacht te ver krijgen. Wethouder Splinter (C.H.) meent, dat er niet meer voor de gronden te ma ken zal zijn. De heer Schüller (S.D.A.P.) valt den wethouder bij. Ook hij meent, dat er geen hoogere pacht te bedingen zal zijn. De heer v. E c k (S.D.A.P.) beaamt, dat- de gemeente moet zorgen voor haar inkom sten, maar dat mag niet zijn door zoo hoog mogelijke pachten te bedingen. De heer Bergers (R,K.) onderstreept eenige door den heer Lombert gemaakte opmerkingen. De heer Lombert (R.K.) trekt zijn voorstel in. 31 o. Voorstel tot wijziging van de veror dening, regelende de heffing van een ge meentelijk vergunningsrecht voor den ver koop van sterken drank in het klein. De heer Coster (R.K.) zal met het oog op een a.s. wijzigng der Drankwet geen amendement indienen, wat hij van plan was. Daarna z.h.st, goedgekeurd. 32o. Voorstel tot het verleenen van me dewerking aan het bestuur van de Gerefor meerde Schoolvereeniging. te Leiden, tot de aanschaffing van leermiddelen ten behoeve van zijn school voor u. 1. o. aan de Hoog- landsche Kerkgracht 20a en tot vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat. Goedgekeurd. Nieuw gymnasium. - Nog geen besluit genomen. Alleen het oude gebouw aan het Rijk ver kocht. 33o. Voorstel in zake den bouw van een nieuw Gymnasium c.a. aan de Fruinlaan, den verkoop van het bestaande Gymna siumgebouw aan het Rijk en tot beschik baarstelling van de voor den bouw van het nieuwe Gymnasium benoodigde gelden, een en ander met intrekking van de raadsbeslui ten van 12 November 1934 betreffende de verbouwing van het Gymnasium aan de Doezastraat, De voorzitter stelt namens B. en W. voor de punten b. en c. aan te houden. De andere punten worden z.h.st. aange nomen. Besloten is derhalve 1. inte trekken de op 12 Novem ber 1934 genomen besluiten betreffende de verbouwing van het Gymnasium aan de Doezastraat, de huur van het gebouwen complex van de voormalige Kweekschool voor Zeevaart en de vaststelling, in ver band hiermede, van een begrootingsstaat groot 100.700. 2. te verklaren, dat het Gymnasiumge bouw aan de Doezastraat niet meer voor den openbaren dienst is bestemd; 3. het Gymnasiumgebouw tegen den prijs van 92.000.— en onder de bovenvermel de voorwaarden aan het Rijk te verkoopen; 4. de interpellatie van den heer Schül ler als afgedaan te beschouwen. Aangehouden is de beslissing om trent den bouw van een nieuw Gymnasium met clavigerwoning aan de Fruinlaan, vol gens het overgelegde plan van 25/27 No vember 1935: alsmede de ter beschikking stelling van de daarvoor benoodigde gel den. 34o. Voorstel inzake de verkrijging door middel van onteigening van eenige percee len grond ten behoeve van den bouw van een inrichting tot zuivering van afgevoerd rioolwater nabij de Slaag- of Stinksloot. Goedgekeurd. 35o. Voorstel tot het aangaan van een nieuwe overeenkomst met de gemeente Al kemade, betreffende de levering van elec- triciteit in die gemeente door de Stedelijke Electriciteitsfabriek te Leiden. Goedgekeurd. Omzetbelasting gas en electri- citeit. 36o. Voorstel in zake het verhaal van de omzetbelasting op de verbruikers van gas en electriciteit. De heer G o s 1 i n g a (A.R.) meent, dat dit voorstel eigenlijk vooruitloopt op de begrooting. Want dit is een post, welke mee moet helpen om de begrooting slui tend te maken. Het is een belastingver zwaring, welke misschien vermeden kan worden. Wij kunnen dat alleen bekijken bij de begrooting. Spr. stelt derhalve voor, dit punt aan te houden tot de begrootings- debatten. De voorzitter zegt, dat het slui tend maken van de begrooting niet het eenige motief is tot het indienen van dit voorstel. De bedoeling van deze belasting is, dat zy betaald wordt door de verbrui kers en dat gebeurt thans niet. Het is niet absoluut zeker, dat de begrooting afgehan deld kan worden in Januari. De heer v. Eek (S.D.A.P.) vestigt er de aandacht op, dat de omzetbelasting geen gemeentelijke maar een rijksbelasting is. Van den anderen kant hangt de financieele toestand van de gemeente af van de winst van de Lichtfabrieken. Nemen wij dit voor stel niet aan of houden wij het op, dan be staat er kans, dat de begrooting niet slui tend kan worden gemaakt. Spr. ziet geen andere manier om de begrooting sluitend te krijgen. De heer Coster (R.K.) steunt het voorstel van B. en W. De heer R o m ij n (V.B.) sluit zich ech ter aan bij het voorstel van den heer Gos- linga. Niemand is verplicht om de omzetbe lasting af te wentelen op den verbruiker. Een sluitende begrooting is gewenscht; een reden te meer om deze zaak te behandelen bij de begrooting. Wanneer wij thans dit punten bespreken, zullen wij eigenlijk be- grootingsdebatten moeten weren, want deze zaak kan niet los van de begrooting bekeken worden. Gevaar ziet spr. van dit uitstel niet. De heer Wilmer (R.K.) kan het standpunt van de heeren Goslinga en Ro mijn begrijpen. Maar van den anderen kant kunnen wij nu reeds weten, dat dit bedrag voor de gemeente-kas absoluut noodig zal zijn. Bovendien is deze belasting-verzwa ring niet drukkend en geeft uitstel allerlei bezwaren. Dat de heer v. Eek zich thans verschuilt achter het Rijk, is wel zeer eigenaardig. Dat heeft de heer v. Eek ons dikwijls verweten op ©ogenblikken, dat wij niet anders konden. Thans doet hij het zelf, hoewel het niet noodig is. Dat de heer v. Eek de winst van de Lichtfabrieken thans verdedigt, is lijnrecht in strijd met hetgeen hij bij vorige gelegenheden heeft gedebi teerd. Maar de heer v. Eek heeft gelijk, wanneer hij zegt, dat wij door de zure ap pel moeten heenbijten; jammer, dat hij dit vroeger nooit wilde. De heer Bergers (R.K.) heeft zich verbaasd over de heeren Goslinga en v. Eek Welk een zwenkingen! De heer H e s s i n g (S.D.A.P.) herin nert eraan, dat de omzetbelasting tot nu toe niet verhaald werd, om het debiet van de Lichtfabrieken niet te benadeelen. Na de tariefsverlaging is dat niet meer te vree zen, zoodat er zi. geen reden meer is om het systeem van de Omzetbelastingwet niet toe te passen. De heer v. W e 1 z e n (C.P.) steunt het voorstel-Goslinga. De vergadering wordt daarna verdaagd tot 's avonds 8.15 uur. AVONDZITTING. De heer Goslinga (A.R.) meent, dat de heer v. Eek wel zeer spoedig z'n draai genomen heeft en wat al te vroeg bereid is om door de zure appel heen te bijten. Hij kan den heer v. Eek verzekeren, dat er nog verschillende zure appels zullen vol gen. Overigens houdt spr. vast aan zijn standpunt, dat deze kwestie bij de begroo ting thuis hoort. De heer v. E c k (S.D.A.P.) is van mee ning, dat het voorstel-Goslinga slechts den schijn vóór heeft. Omtrent spr.'s gewijzigd standpunt, merkt spr. op, dat dit een kwes tie is van practisch beleid. Als de omstan digheden veranderen, moet men ook an ders handelen. Wanneer vroeger offers ge vraagd werden en er bezuinigd moest wor den, dan geschiedde dit zonder eenig pers pectief. Thans willen wij een politiek van opbouw voeren en daarvoor durven wij de noodige offers vragen. Het doel moet de middelen beheerschen. De Iteer deReede (C.H.) vindt het standpunt van den heer Goslinga buiten gewoon formeel. Het staat toch vast, dat het zeer moeilijk zal zijn de begrooting 1936 sluitend te krijgen, zoodat dit bedrag zeker niet gemist kan worden. Trouwens, de meeste beslissingen hebben invloed op de begrooting; men kan deze toch niet alle verschuiven tot bij de begrootingsdebatten! Het is hier geen kwestie van belastingpoli- tiek, maar van bedrijfspolitiek. Als de heer Goslinga zelf achter de groene tafel had gezeten, was dit voorstel niet achterwege gebleven. De heer R o m ij n (V.B.) wil zich niet langer verzetten doch vraagt dit punt te behandelen aan het eind van de agenda, teneinde de kwestie der sportstichting van daag te kunnen afhandelen. Wethouder V e r w e ij (S.D.A.P.) zegt, dat 't voorstel-Coslinga slechts uitstel van executie zou beteekenen. Ook spr. ziet geen anderen weg om het gat van f 33.000 te stoppen, terwijl de verzwaring van de las ten der burgerij van geen beteekenis is. Laat de heer Goslinga zijn voorstel intrek ken. Het voorstel-G o s 1 i n g a wordt ver worpen met 22 tegen 8 stemmen. Vóór de heeren: Goslinga, Eikerbout, Ro- mijn, Beekenkamp, Lombert, Tobé, v. Wei zen en Schoneveld. Het voorstei-R o m ij n wordt eveneens verworpen met 28 tegen 2 stemmen. Vóór: de heeren Romijn en Tobé. Wij gaan door. De heer Schoneveld (A.R.) heeft dit bezwaar, dat de omzetbelasting alleen verhaald kan worden op de particuliere verbruikers. Overigens is de winst van de Lichtfabrieken nog groot genoeg, zoodat een som van 33.000 geen rol speelt. De heer H e s s i n g (S.D.A.P.) is van meening, dat de financieele positie van de gemeente verhaal van de omzetbelasting noodzakelijk maakt. De heer de R e e d e (C.H.) wijst op het gevaar van administratieve rompslomp, wanneer men de omzetbelasting verhaalt ook op de 'kleinste verbruikers. Overigens is spr. het in principe met het verhaal op de verbruikers eens. De heer Goslinga (A.R.) wijst erop, dat de raad xegen spr.'s advies tariefsver laging aanvaard heeft, thans moet de com pensatie daartegen volgen in den vorm van een verhaal der omzetbelasting. Spr. zal thans tegenstemmen. De heer R o m ij n (V.B.) meent, dat dit voorstel volkomen in strijd is met de prijs politiek van de Lichtfabrieken. Wij moeten juist naar beneden met de prijzen. Het eenig goede, dat er nog in dit voórstel schuilt, is, dat de omzetbelasting niet op de industrie verhaald zal worden. Spr. be grijpt, waarom de S.D.A.P. deze zaak thans wil afhandelen, want bij de begrooting komt zij met allerlei welvaartsplannen en dan maakt het een vreemd idee, dat men de welvaart wil gaan verhoogen met ver zwaring van de belastingdruk. Spr. ziet het belang van een sluitende begrooting zeer wel in; daarom zal spr., wanneer hij tegen dit voorstel stemt, an dere bezuinigingswegen aanwijzen. In de sectievergadering heeft hij daarover reeds gesproken. Spr. denkt bijv. aan verlaging der steunbedragen. De heer Wilmer (R.K.) noemt het be toog van den heer Romijn inconsequent. Hij stelt het voor, alsof het verhaal een drukkende verzwaring zou zijn en toch heeft de heer Romijn niet gedacht aan de kleine luyden, toen het ging om verlaging der gasprijzen. Wanneer de heer Goslinga zich niet zou laten leiden door rancune, doch door het belang der gemeente, zou hij deze gelegenheid hebben aangegrepen om het gat in de schatkist, geslagen door de tariefsverlaging, eenigszins te stoppen. Spr. verklaart dat zijn fractie zich verzetten zal pen, met haar inzichten, maar nimmer op positie zal voeren, omdat zij nu eenmaal oppositie voeren wil. De heer Coster (R.K.) wijst erop, dat van de f 33.000 niét minder dan 1/3 wordt opgebracht door de buitengemeenten. De voorz. verdedigt nog eens het voor stel. Het college doet dit niet uit genoegen, maar omdat het noodzakelijk is. De ta riefsverlaging heeft niet de verwachte re sultaten opgeleverd. De tactiek van de Lichtfabrieken is niet gericht op verlich ting van de lasten der burgerij, maar moet gericht zijn op zooveel mogelijk redelijke winst. B. en W. bezinnen zich voortdurend op bezuiniging, liever dan op belasting verzwaring. De heer v. Eek (S.D.A.P.) verklaart tegenover den heer Romijn, dat, waar de S.D.A.P. al eenige verandering vertoont, er in dit opzicht geen verandering is, dat nimmer toegestemd zal worden in verla ging der steungelden. De heer Goslinga (A.R.): Wat jam mer, dat dit punt niet bij de begrooting behandeld kan worden. Dan hadden wij kunnen zien, of de schoone woorden van den heer v. Eek in daden kunnen worden omgezet. Spr. laat zich niet leiden door rancune, doch hij vreest voor nieuwe ga ten in de begrooting. De heer Romyn (V.B.) verdedigt zich tegen het verwijt van inconsequentie. Spr. was niet tegen tariefsverlaging, doch al leen wanneer de raad andere dekkings middelen aanwees; hetgeen niet gebeurd is. Spr. meent, dat de raad inconsequent is, wanneer hij dit voorstel aanneemt, na eerst tariefsverlaging te hebben afgedwon gen. De heer Schoneveld (A.R.) hand haaft zijn standpunt, dat deze heffing voor het bedrijf der Lichtfabrieken niet nood zakelijk is: Men wil geen verhooging der directe belastingen, doch verhoogt aller wegen de indirecte belastingen en dat is z.i. verkeerd. De heer Beekenkamp (A.R.) ver klaart zich vóór het voorstel met het oog op een sluitende begrooting. Wij moeten de financieele positie van de gemeente ge zond houden en spr. doet een beroep op den heer Goslinga om zijn oppositie op te geven. De heer de Re ede (C.H.) merkt op, dat men zich niet blind moet staren op den naam „indirecte belasting", want hier is sprake van een progressieve belasting, waarmee het bezwaar van den heer Scho neveld vervalt. Voorts wijst hij erop, dat de tariefsverlaging veel aanzienlijker ge weest is, dan deze kleine verhooging. De heer Hessin g (S.D.A.P.) herinnert er aan, dat de heer Goslinga (toenmaals wethouder) in 1933 voorstander was van een verhaal der omzetbelasting. Het voorstel van B. en W. wordt aange nomen met 26 tegen 4 stemmen. Tegen: de heeren Goslinga, Eikerbout, Romijn en 'Schoneveld. Een andere regeling van den gasprijs. 37o. Voorstel tot wijziging van de ver ordening, betreffende de levering van gas door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden. De heer Tobé (R.K.) is geen voorstan der van een vast recht. Het lijkt mooi, maar men zal ten slotte tot de conclusie komen, dat men precies hetzelfde betaalt als onder het oude tarief. Spr. toont dit met eenige voorbeelden aan. Speciaal is deze regeling funest, wanneer iemand tus- schentijds werkloos wordt. De Lichtfabrie ken willen de winst opvoeren, maar hoe kan men verwachten, dat het verbruik hetzelfde zal zijn als in de jaren van de hoogconjunctuur? De heer Eikerbout (A.R.) begrijpt, dat de Lichtfabrieken zoeken naar een grootere afzet, om de concurrentie met de petroleum het hoofd te bieden. Volgens de gegeven voorbeelden is het alles voordeel wat de klok slaat. Spr. is aan het rekenen geslagen en komt tot de conclusie, dat de genen, die weinig gebruiken er eenig voor deel van hebben, maar dat degenen, die veel gebruiken er geen voordeel van heb ben. Wie bijv. 784 M3. verbruikt heeft een strop van 3.20 vergeleken met het oude tarief. Spr. dient een motie in, om een na dere regeling te treffen, waardoor het mo gelijk is, dat degenen, die meer dan 600 M3. gas per jaar verbruiken, daarvan eenig voordeel zullen genieten. De heer Schoneveld (A.R.) vraagt, welke groep van afnemers verantwoorde lijk is voor het verminderde gasverbruik. Het vast-recht-systeem is natuurlijk van beteekenis voor de gasfabriek, maar is het ook voordeelig voor den verbruiker? Spr. gaat dat in becijferingen na, doch hij blijkt niet juist gerekend te hebben. De heer v. Eek (S.D.A.P.) kan het be grijpen, dat de gasfabriek het gasverbruik stimuleeren wil. Wanneer een stelsel daar toe wordt bedacht, waarbij niemand meer betaalt dan tot nu toe, dan is daarvoor veel te zeggen. Of deze proef zal slagen, weet spr. niet. Spr. heeft één voorwaarde, n.l. dat niemand in een ongunstiger positie komt te verkeeren. Dat schijnt echter wel het geval te zijn. Men moet minstens een gulden per maand gaan gebruiken, anders wordt men afgesneden, dat is z.i. niet rechtvaardig. Men moet ook de kleine gebruikers aan zich binden en ze niet afsnijden, want dan gaan ze geheel over naar de petroleum. De heer Coster (R.K.) wil de proef wel nemen, en vindt de bezwaren zoo erg niet. De voorz. wijst erop, dat het voorstel een proef is om aan de concurrentie het hoofd te bieden. Verschillende voorbeelden zijn aangehaald om aan te toonen, dat de proef niet slagen zal. Spr. verdedigt ech ter het inzicht van de directie der Licht fabrieken. In 1934 en 1935 is een achter uitgang van 1 Yt millioen M3. gas te boe ken; welke verbruikers daaraan debet zijn, weet spr. niet. Het is inderdaad een on juiste toestand, dat de gemeente leunt op de winst van de Lichtfabrieken; 't is ook niet gewenscht voor de Lichtfabrieken zelf. Maar 't is nu eenmaal zoo. De Lichtfabrie ken moesten ook niet doen aan sociale zorg, daarvoor behooren andere organen te zijn. Thans zijn er slechte klanten, die verlies opleveren en die toch verzorgd moeten worden. Door het inzakken van het debiet komt men in een vicieuze cirkel. Hoe grooter het debiet des te voordeeliger kan het apparaat werken en des te lager kunnen de tarieven zijn. Het nieuwe tarief begint te gelijken op een wat economischer regeling; hoewel nog niet ideaal. Spr: ver gelijkt het vast-recht met het telefoon abonnement, dat ook een aandeel is in de kosten van het apparaat. De bedoeling van het vast-recht is stimuleering van het ver bruik. Zij die minder dan 240 M3. per jaar verbruiken, heeft men bij deze regeling uitgesloten, omdat ze een verliespost op leveren. Het minimum-verbruik van ƒ1. per maand ziet er erg uit, doch is een prik kel om andere verwarmingsmethoden te laten varen. Die kleine verbruikers zijn lang niet altijd menschen met kleine beur zen en het is niet verantwoord om kost bare buizen te leggen naar hen, die slechts een paar M3. gebruiken. In Woerden heeft men dezelfde proef genomen en daar is het gasverbruik toegenomen met 30 pet. Een ernstig bezwaar is, dat de verbruikers van 700 en 800 M3. meer zullen moeten beta len, doch zij kTijgen het teveel betaalde vergoed. De proef dient juist om onbillijk heden in de practijk te toetsen en ze in het vervolg te vermijden. De politiek van de Lichtfabrieken is immers om alle ver- bruikers ter wille te zijn, dat is de eenig juiste tactiek. Wat de vergoeding voor de leidingen betreft, dat geldt alleen voor die leidingen, welke in bruikleen zijn afge staan. De heer Tobé heeft becijferd, dat er eenigen slechter van worden. Dat is niet het geval; niemand wordt er slechter van. Het voorstel-Elkerbout ligt geheel in de bedoeling, doch de proef moet eerst ge toetst worden aan de practijk. De heer v. Eek (S.D.A.P.) is het niet eens met den voorz. dat een gemeente-in stelling als de gasfabriek geen sociale taak zou hebben. Spr. beroept zich daarvoor op de historie. Wat de kleine verbruikers be treft, deze moet men niet afstooten, want als ze allemaal weggaan, zou dat een be langrijk verlies geven. Bovendien is het principieel verkeerd, dat alleen de meer gegoeden gas mogen gebruiken en de an dere verwezen worden naar de petroleum. De S.D.A.P. is bereid een proef te nemen, maar in dit systeem past niet, dat de kleine gebruikers erop achteruit zullen gaan. Dat past ook niet in de sociale taak van de gasfabriek. De heer Eikerbout (A.R.) vraagt, hoe de heer v. Eek de kleine gebruikers wil opvoeren. Die heel kleine verbruikers zijn dikwijls zij, die het best kunnen be talen. Van veel grooter belang acht spr. de verbruikers van meer dan 600 M3. Met een betere regeling moet men niet wach ten tot 1937. De heer DeReede (C.-H.) zegt, dat be doeling is, een basis te vinden voor de vas te lasten der fabriek, die te zwaar druk ken. Is het niet mogelijk een statistiek te maken van de gebruikers beneden ƒ1, om den heer v. Eek gerust te stellen? De ge meente behoeft geen subsidie te geven aan menschen die het dubbel en dwars betalen kunnen, zooals, naar hij meent, in hoofd zaak deze klein-gebruikers zijn. Daarom is de voorgestelde basis gerust te aanvaar den. Waar zi. deze kwestie heden niet klaar komt, is die statistiek z.i. tijdig op te stel len. Ruwe Huid PlIRfll Ruwe Handen Doos 30 Buice Lippen J Bij Apoth. en Drogist De heer M anders (R.-K.) zal met ge rustheid meegaan. Toch wijst hij op eeni ge leemten. De heer v. Eek (S. D. A. P.) stelt voor de kwestie aan te houden om zich over en weer nog eens te kunnen beramen. Dit voorstel wordt aangenomen met 1617 stemmen. AANVULLINGSAGENDA. a. Praeadvies op het verzoek van W. F. de Gunst om ontslag uit zijn betrekking van onderwijzer bij het vervolgonderwijs voor meisjes. Conform besloten. b. Voorstel tot het Instellen van een rechtsvordering tegen C. Herrewijn, te Aarlanderveen, strekkende tot vergoeding aan de gemeente van de schade, haar toegebracht door aanrijding van een lan taarnpaal. W erkloozen-kerstga ve. c. Voorstel tot het verleenen van een Kerstgave aan daarvoor in aanmerking komende werkloozen. De heer Tobé (R.-K.) vraagt, waar vo rig jaar 35 pet. is uitgekeerd en nu 25 pet. wordt voorgesteld, of dit ligt aan den soc.- dem. wethouder. Wethouder v. Stralen (S. D. A. P.): Neen, aan den vrijz.-dem. minister. De re geering wenscht niet meer dan 25 pet. toe te staan en daarby heeft men zich neer te leggen. De heer Tobé (R.-K.) vraagt of door den wethouder dan wel voldoende drang is uitgeoefend in Den Haag? En moeten wij ons daarbij altyd maar zonder meer neer leggen? (Gelach). De heer Goslinga (A.-R.) vindt 't ook vreemd, dat de heer v. Stralen nu eenvou dig aanvaardt, waartegen hij vroeger te velde trok. Wethouder v. Stralen (S. D. A. P.) zegt, dat de heer Tobé zich vroeger altyd rustig neerlegde bij Den Haag. Nu ver wacht hij blijkbaar plotseling een omme keer, nu er een soc.-dem. wethouder is! Spr. heeft verzocht een schrijven van B. en W. aan den minister te richten voor meer, doch het college heeft hem daarvan afgebracht, daar de regeling immers geldt voor het gansohe land. De heer Romijn (V. B.): Eindelyk heeft hij het dan begrepen! Wethouder v. St ralen (S. D. A. P.) zegt, dat toch nog gevraagd is, doch zonder succes. Scherp protesteert spr. tegen hetgeen de heer Goslinga zeide, dat hij nu anders zou handelen achter de groene tafel dan vroeger er voor. Vorig jaar nog heeft hij zich verzet tegen een voorstel van commu nistische fcijde 50 pet. te geven, daar dit het wekken was van valsche hoop, toch niet te vervullen. Het blijkt niet mogelijk, het percentage op te voeren en tot zijn spijt moet hij zich daarbij neerleggen. Conform wordt daarop besloten. d. Voorstel tot het verleenen van een subsidie aan de Commissie inzake Huis houdelijke Voorlichting. De heer Eikerbout (A.-R.) zal zich niet verzetten doch het verzoek bevreemdt hem toch; het is voor hem waarschijnlijk, dat deze subsidie spoedig zal kunnen ver dwijnen, daar er reeds een landelijke ver- eeniging voor 't platteland op dit terrein bestaat, die ook door 't rijk gesubsidieerd wordt, waarbij zou zijn aan te klopppen of bij een commissie te Den Haag op dit ge bied. De heer R o m ij n (V. B.) staat zeer sym pathiek tegenover het werk der commis sie, doch het is zi. onjuist daarvoor subsi die te verleenen. Hoevele subsidies voor even nuttig werk zijn niet geschrapt? Sub sidie van de commissie uit Den Haag is al verkregen. Reeds een jaar heeft de com missie al gewerkt op eigen kracht en zij zal dit z.i. verder ook kunnen, zoo men zich moeite geeft. De heer Manders (R.-K.) meent, dat de sympathie ook wel mag blijken uit een kleine tegemoetkoming, gelet op het groote nut. Ook mevr. B r a g g a a r (S. D. A. P.) verdedigt deze subsidie. Wethouder v. Stralen (S. D. A. P.) oordeelt deze 200 zeer nuttig besteed. De landelijke commissie draagt reeds bij. Trots alle moeite, heeft de commissie de noodige gelden niet kunnen verkrijgen, nu de aan vraag voor deelneming aan den cursus zoo bijzonder groot is geworden, hetgeen op zich zelf ieder tot verheugenis geeft. Daar om is deze subsidie z.i. volkomen gerecht vaardigd. Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen. De heer Romijn vraagt aanteekening te gen te zijn. De overige punten (straatbelasting, sport stichting en ambtenaren-reglement voor onderwijzers), worden aangehouden. RONDVRAAG. De heer Lombert (R.-K.) meent, dat te weinig zorg wordt besteed aan de gladde straten en bruggen. De heer Bergers (R.-K.) vraagt on derdak voor den toezichthouder bij het par keerterrein aan de Steenstraat, by slecht weer. De heer Kuipers (S. D. A. P.) wijst op de vele storingen in de radio in het Kooi- kwartier. Aandacht wordt toegezegd. De Voorzitter wenscht ten slotte al le leden met familie een goed einde van dit jaar en een goed begin van 1936 met pleizierige Kerstdagen. Daarna 12.10 uur sluiting.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 6