GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
DINSDAG 24 DECEMBER 1935
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
HET GYMNASIUM VERKO CHT* AAN HET RIJK. OMTRENT EEN
NIEUW GYMNASIUM NOG GEEN BESLUIT GENOMEN. DE
OMZETBELASTING ZAL VERHAALD WORDEN OP DE VER
BRUIKERS VAN GAS EN ELECTRICITEIT. EEN LANGDURIG
DEBAT OVER EEN NIEUW GASTARIEF. DE S. D. A. P. ALS RE-
GEERINGSPARTIJ. VERANDERDE HOUDINGEN EN ZURE
APPELS.
Benoeming hoofd openbare be
waarschool.
Na heropening der besloten vergadering
wordt het voorstel-V o s verworpen met 19
tegen 13 stemmen.
Vóór stemden: de S.D.A.P. (behalve de
twee wethouders) en de heer Vos.
Het voorstel-d e C 1 e r wordt eveneens
verworpen met 19 tegen 13 stemmen.
Benoemd wordt daarna mej. B. W. v.
Duyn met 27 van de 30 stemmen. 3 stem
men waren blanco uitgebracht.
Hamerpunten.
De nummers 9 tot en met 27 betreffen
goedkeuring van begrootingen en rekenin
gen. Zij worden zonder discussie of hoofde
lijke stemming goedgekeurd.
28o. Voorstel tot wijziging van het
raadsbesluit van 14 April 1930, in zake de
verhuring van het woonhuis Aalmarkt
No. 5.
Goedgekeurd.
29o. Voorstel tot wijziging van het
raadsbesluit van 15 Juli 1929, in zake de
verhuring van twee lokalen in het admi
nistratiegebouw van het Openbaar Slacht
huis aan den Staat der Nederlanden.
Goedgekeurd.
30o. Voorstel tot verhuring yan verschil
lende perceelen wei- en tee 11 and.
De heer Lombert (R.K.) dient hier
bij een voorstel in om eenige met name ge
noemde perceelen in het openbaar te ver
pachten, teneinde een hoogere pacht te ver
krijgen.
Wethouder Splinter (C.H.) meent,
dat er niet meer voor de gronden te ma
ken zal zijn.
De heer Schüller (S.D.A.P.) valt
den wethouder bij. Ook hij meent, dat er
geen hoogere pacht te bedingen zal zijn.
De heer v. E c k (S.D.A.P.) beaamt, dat-
de gemeente moet zorgen voor haar inkom
sten, maar dat mag niet zijn door zoo hoog
mogelijke pachten te bedingen.
De heer Bergers (R,K.) onderstreept
eenige door den heer Lombert gemaakte
opmerkingen.
De heer Lombert (R.K.) trekt zijn
voorstel in.
31 o. Voorstel tot wijziging van de veror
dening, regelende de heffing van een ge
meentelijk vergunningsrecht voor den ver
koop van sterken drank in het klein.
De heer Coster (R.K.) zal met het
oog op een a.s. wijzigng der Drankwet geen
amendement indienen, wat hij van plan
was.
Daarna z.h.st, goedgekeurd.
32o. Voorstel tot het verleenen van me
dewerking aan het bestuur van de Gerefor
meerde Schoolvereeniging. te Leiden, tot de
aanschaffing van leermiddelen ten behoeve
van zijn school voor u. 1. o. aan de Hoog-
landsche Kerkgracht 20a en tot vaststelling
van den desbetreffenden begrootingsstaat.
Goedgekeurd.
Nieuw gymnasium. - Nog geen
besluit genomen. Alleen het
oude gebouw aan het Rijk ver
kocht.
33o. Voorstel in zake den bouw van een
nieuw Gymnasium c.a. aan de Fruinlaan,
den verkoop van het bestaande Gymna
siumgebouw aan het Rijk en tot beschik
baarstelling van de voor den bouw van het
nieuwe Gymnasium benoodigde gelden, een
en ander met intrekking van de raadsbeslui
ten van 12 November 1934 betreffende de
verbouwing van het Gymnasium aan de
Doezastraat,
De voorzitter stelt namens B. en
W. voor de punten b. en c. aan te houden.
De andere punten worden z.h.st. aange
nomen.
Besloten is derhalve
1. inte trekken de op 12 Novem
ber 1934 genomen besluiten betreffende de
verbouwing van het Gymnasium aan de
Doezastraat, de huur van het gebouwen
complex van de voormalige Kweekschool
voor Zeevaart en de vaststelling, in ver
band hiermede, van een begrootingsstaat
groot 100.700.
2. te verklaren, dat het Gymnasiumge
bouw aan de Doezastraat niet meer voor
den openbaren dienst is bestemd;
3. het Gymnasiumgebouw tegen den prijs
van 92.000.— en onder de bovenvermel
de voorwaarden aan het Rijk te verkoopen;
4. de interpellatie van den heer Schül
ler als afgedaan te beschouwen.
Aangehouden is de beslissing om
trent den bouw van een nieuw Gymnasium
met clavigerwoning aan de Fruinlaan, vol
gens het overgelegde plan van 25/27 No
vember 1935: alsmede de ter beschikking
stelling van de daarvoor benoodigde gel
den.
34o. Voorstel inzake de verkrijging door
middel van onteigening van eenige percee
len grond ten behoeve van den bouw van
een inrichting tot zuivering van afgevoerd
rioolwater nabij de Slaag- of Stinksloot.
Goedgekeurd.
35o. Voorstel tot het aangaan van een
nieuwe overeenkomst met de gemeente Al
kemade, betreffende de levering van elec-
triciteit in die gemeente door de Stedelijke
Electriciteitsfabriek te Leiden.
Goedgekeurd.
Omzetbelasting gas en electri-
citeit.
36o. Voorstel in zake het verhaal van de
omzetbelasting op de verbruikers van gas
en electriciteit.
De heer G o s 1 i n g a (A.R.) meent, dat
dit voorstel eigenlijk vooruitloopt op de
begrooting. Want dit is een post, welke
mee moet helpen om de begrooting slui
tend te maken. Het is een belastingver
zwaring, welke misschien vermeden kan
worden. Wij kunnen dat alleen bekijken
bij de begrooting. Spr. stelt derhalve voor,
dit punt aan te houden tot de begrootings-
debatten.
De voorzitter zegt, dat het slui
tend maken van de begrooting niet het
eenige motief is tot het indienen van dit
voorstel. De bedoeling van deze belasting
is, dat zy betaald wordt door de verbrui
kers en dat gebeurt thans niet. Het is niet
absoluut zeker, dat de begrooting afgehan
deld kan worden in Januari.
De heer v. Eek (S.D.A.P.) vestigt er de
aandacht op, dat de omzetbelasting geen
gemeentelijke maar een rijksbelasting is.
Van den anderen kant hangt de financieele
toestand van de gemeente af van de winst
van de Lichtfabrieken. Nemen wij dit voor
stel niet aan of houden wij het op, dan be
staat er kans, dat de begrooting niet slui
tend kan worden gemaakt. Spr. ziet geen
andere manier om de begrooting sluitend
te krijgen.
De heer Coster (R.K.) steunt het
voorstel van B. en W.
De heer R o m ij n (V.B.) sluit zich ech
ter aan bij het voorstel van den heer Gos-
linga. Niemand is verplicht om de omzetbe
lasting af te wentelen op den verbruiker.
Een sluitende begrooting is gewenscht; een
reden te meer om deze zaak te behandelen
bij de begrooting. Wanneer wij thans dit
punten bespreken, zullen wij eigenlijk be-
grootingsdebatten moeten weren, want
deze zaak kan niet los van de begrooting
bekeken worden. Gevaar ziet spr. van dit
uitstel niet.
De heer Wilmer (R.K.) kan het
standpunt van de heeren Goslinga en Ro
mijn begrijpen. Maar van den anderen kant
kunnen wij nu reeds weten, dat dit bedrag
voor de gemeente-kas absoluut noodig zal
zijn. Bovendien is deze belasting-verzwa
ring niet drukkend en geeft uitstel allerlei
bezwaren. Dat de heer v. Eek zich thans
verschuilt achter het Rijk, is wel zeer
eigenaardig. Dat heeft de heer v. Eek ons
dikwijls verweten op ©ogenblikken, dat wij
niet anders konden. Thans doet hij het zelf,
hoewel het niet noodig is. Dat de heer v.
Eek de winst van de Lichtfabrieken thans
verdedigt, is lijnrecht in strijd met hetgeen
hij bij vorige gelegenheden heeft gedebi
teerd. Maar de heer v. Eek heeft gelijk,
wanneer hij zegt, dat wij door de zure ap
pel moeten heenbijten; jammer, dat hij dit
vroeger nooit wilde.
De heer Bergers (R.K.) heeft zich
verbaasd over de heeren Goslinga en v. Eek
Welk een zwenkingen!
De heer H e s s i n g (S.D.A.P.) herin
nert eraan, dat de omzetbelasting tot nu toe
niet verhaald werd, om het debiet van de
Lichtfabrieken niet te benadeelen. Na de
tariefsverlaging is dat niet meer te vree
zen, zoodat er zi. geen reden meer is om
het systeem van de Omzetbelastingwet niet
toe te passen.
De heer v. W e 1 z e n (C.P.) steunt het
voorstel-Goslinga.
De vergadering wordt daarna verdaagd
tot 's avonds 8.15 uur.
AVONDZITTING.
De heer Goslinga (A.R.) meent, dat
de heer v. Eek wel zeer spoedig z'n draai
genomen heeft en wat al te vroeg bereid
is om door de zure appel heen te bijten.
Hij kan den heer v. Eek verzekeren, dat er
nog verschillende zure appels zullen vol
gen. Overigens houdt spr. vast aan zijn
standpunt, dat deze kwestie bij de begroo
ting thuis hoort.
De heer v. E c k (S.D.A.P.) is van mee
ning, dat het voorstel-Goslinga slechts den
schijn vóór heeft. Omtrent spr.'s gewijzigd
standpunt, merkt spr. op, dat dit een kwes
tie is van practisch beleid. Als de omstan
digheden veranderen, moet men ook an
ders handelen. Wanneer vroeger offers ge
vraagd werden en er bezuinigd moest wor
den, dan geschiedde dit zonder eenig pers
pectief. Thans willen wij een politiek van
opbouw voeren en daarvoor durven wij de
noodige offers vragen. Het doel moet de
middelen beheerschen.
De Iteer deReede (C.H.) vindt het
standpunt van den heer Goslinga buiten
gewoon formeel. Het staat toch vast, dat
het zeer moeilijk zal zijn de begrooting 1936
sluitend te krijgen, zoodat dit bedrag zeker
niet gemist kan worden. Trouwens, de
meeste beslissingen hebben invloed op de
begrooting; men kan deze toch niet alle
verschuiven tot bij de begrootingsdebatten!
Het is hier geen kwestie van belastingpoli-
tiek, maar van bedrijfspolitiek. Als de heer
Goslinga zelf achter de groene tafel had
gezeten, was dit voorstel niet achterwege
gebleven.
De heer R o m ij n (V.B.) wil zich niet
langer verzetten doch vraagt dit punt te
behandelen aan het eind van de agenda,
teneinde de kwestie der sportstichting van
daag te kunnen afhandelen.
Wethouder V e r w e ij (S.D.A.P.) zegt,
dat 't voorstel-Coslinga slechts uitstel van
executie zou beteekenen. Ook spr. ziet geen
anderen weg om het gat van f 33.000 te
stoppen, terwijl de verzwaring van de las
ten der burgerij van geen beteekenis is.
Laat de heer Goslinga zijn voorstel intrek
ken.
Het voorstel-G o s 1 i n g a wordt ver
worpen met 22 tegen 8 stemmen.
Vóór de heeren: Goslinga, Eikerbout, Ro-
mijn, Beekenkamp, Lombert, Tobé, v. Wei
zen en Schoneveld.
Het voorstei-R o m ij n wordt eveneens
verworpen met 28 tegen 2 stemmen. Vóór:
de heeren Romijn en Tobé.
Wij gaan door.
De heer Schoneveld (A.R.) heeft
dit bezwaar, dat de omzetbelasting alleen
verhaald kan worden op de particuliere
verbruikers. Overigens is de winst van de
Lichtfabrieken nog groot genoeg, zoodat
een som van 33.000 geen rol speelt.
De heer H e s s i n g (S.D.A.P.) is van
meening, dat de financieele positie van de
gemeente verhaal van de omzetbelasting
noodzakelijk maakt.
De heer de R e e d e (C.H.) wijst op het
gevaar van administratieve rompslomp,
wanneer men de omzetbelasting verhaalt
ook op de 'kleinste verbruikers. Overigens
is spr. het in principe met het verhaal op
de verbruikers eens.
De heer Goslinga (A.R.) wijst erop,
dat de raad xegen spr.'s advies tariefsver
laging aanvaard heeft, thans moet de com
pensatie daartegen volgen in den vorm van
een verhaal der omzetbelasting. Spr. zal
thans tegenstemmen.
De heer R o m ij n (V.B.) meent, dat dit
voorstel volkomen in strijd is met de prijs
politiek van de Lichtfabrieken. Wij moeten
juist naar beneden met de prijzen. Het
eenig goede, dat er nog in dit voórstel
schuilt, is, dat de omzetbelasting niet op
de industrie verhaald zal worden. Spr. be
grijpt, waarom de S.D.A.P. deze zaak thans
wil afhandelen, want bij de begrooting
komt zij met allerlei welvaartsplannen en
dan maakt het een vreemd idee, dat men
de welvaart wil gaan verhoogen met ver
zwaring van de belastingdruk.
Spr. ziet het belang van een sluitende
begrooting zeer wel in; daarom zal spr.,
wanneer hij tegen dit voorstel stemt, an
dere bezuinigingswegen aanwijzen. In de
sectievergadering heeft hij daarover reeds
gesproken. Spr. denkt bijv. aan verlaging
der steunbedragen.
De heer Wilmer (R.K.) noemt het be
toog van den heer Romijn inconsequent.
Hij stelt het voor, alsof het verhaal een
drukkende verzwaring zou zijn en toch
heeft de heer Romijn niet gedacht aan de
kleine luyden, toen het ging om verlaging
der gasprijzen. Wanneer de heer Goslinga
zich niet zou laten leiden door rancune,
doch door het belang der gemeente, zou hij
deze gelegenheid hebben aangegrepen om
het gat in de schatkist, geslagen door de
tariefsverlaging, eenigszins te stoppen. Spr.
verklaart dat zijn fractie zich verzetten zal
pen, met haar inzichten, maar nimmer op
positie zal voeren, omdat zij nu eenmaal
oppositie voeren wil.
De heer Coster (R.K.) wijst erop, dat
van de f 33.000 niét minder dan 1/3 wordt
opgebracht door de buitengemeenten.
De voorz. verdedigt nog eens het voor
stel. Het college doet dit niet uit genoegen,
maar omdat het noodzakelijk is. De ta
riefsverlaging heeft niet de verwachte re
sultaten opgeleverd. De tactiek van de
Lichtfabrieken is niet gericht op verlich
ting van de lasten der burgerij, maar moet
gericht zijn op zooveel mogelijk redelijke
winst. B. en W. bezinnen zich voortdurend
op bezuiniging, liever dan op belasting
verzwaring.
De heer v. Eek (S.D.A.P.) verklaart
tegenover den heer Romijn, dat, waar de
S.D.A.P. al eenige verandering vertoont,
er in dit opzicht geen verandering is, dat
nimmer toegestemd zal worden in verla
ging der steungelden.
De heer Goslinga (A.R.): Wat jam
mer, dat dit punt niet bij de begrooting
behandeld kan worden. Dan hadden wij
kunnen zien, of de schoone woorden van
den heer v. Eek in daden kunnen worden
omgezet. Spr. laat zich niet leiden door
rancune, doch hij vreest voor nieuwe ga
ten in de begrooting.
De heer Romyn (V.B.) verdedigt zich
tegen het verwijt van inconsequentie. Spr.
was niet tegen tariefsverlaging, doch al
leen wanneer de raad andere dekkings
middelen aanwees; hetgeen niet gebeurd
is. Spr. meent, dat de raad inconsequent
is, wanneer hij dit voorstel aanneemt, na
eerst tariefsverlaging te hebben afgedwon
gen.
De heer Schoneveld (A.R.) hand
haaft zijn standpunt, dat deze heffing voor
het bedrijf der Lichtfabrieken niet nood
zakelijk is: Men wil geen verhooging der
directe belastingen, doch verhoogt aller
wegen de indirecte belastingen en dat is
z.i. verkeerd.
De heer Beekenkamp (A.R.) ver
klaart zich vóór het voorstel met het oog
op een sluitende begrooting. Wij moeten
de financieele positie van de gemeente ge
zond houden en spr. doet een beroep op
den heer Goslinga om zijn oppositie op te
geven.
De heer de Re ede (C.H.) merkt op,
dat men zich niet blind moet staren op
den naam „indirecte belasting", want hier
is sprake van een progressieve belasting,
waarmee het bezwaar van den heer Scho
neveld vervalt. Voorts wijst hij erop, dat
de tariefsverlaging veel aanzienlijker ge
weest is, dan deze kleine verhooging.
De heer Hessin g (S.D.A.P.) herinnert
er aan, dat de heer Goslinga (toenmaals
wethouder) in 1933 voorstander was van
een verhaal der omzetbelasting.
Het voorstel van B. en W. wordt aange
nomen met 26 tegen 4 stemmen.
Tegen: de heeren Goslinga, Eikerbout,
Romijn en 'Schoneveld.
Een andere regeling van den gasprijs.
37o. Voorstel tot wijziging van de ver
ordening, betreffende de levering van gas
door de Stedelijke Fabrieken van Gas en
Electriciteit te Leiden.
De heer Tobé (R.K.) is geen voorstan
der van een vast recht. Het lijkt mooi,
maar men zal ten slotte tot de conclusie
komen, dat men precies hetzelfde betaalt
als onder het oude tarief. Spr. toont dit
met eenige voorbeelden aan. Speciaal is
deze regeling funest, wanneer iemand tus-
schentijds werkloos wordt. De Lichtfabrie
ken willen de winst opvoeren, maar hoe
kan men verwachten, dat het verbruik
hetzelfde zal zijn als in de jaren van de
hoogconjunctuur?
De heer Eikerbout (A.R.) begrijpt,
dat de Lichtfabrieken zoeken naar een
grootere afzet, om de concurrentie met de
petroleum het hoofd te bieden. Volgens de
gegeven voorbeelden is het alles voordeel
wat de klok slaat. Spr. is aan het rekenen
geslagen en komt tot de conclusie, dat de
genen, die weinig gebruiken er eenig voor
deel van hebben, maar dat degenen, die
veel gebruiken er geen voordeel van heb
ben. Wie bijv. 784 M3. verbruikt heeft een
strop van 3.20 vergeleken met het oude
tarief. Spr. dient een motie in, om een na
dere regeling te treffen, waardoor het mo
gelijk is, dat degenen, die meer dan
600 M3. gas per jaar verbruiken, daarvan
eenig voordeel zullen genieten.
De heer Schoneveld (A.R.) vraagt,
welke groep van afnemers verantwoorde
lijk is voor het verminderde gasverbruik.
Het vast-recht-systeem is natuurlijk van
beteekenis voor de gasfabriek, maar is het
ook voordeelig voor den verbruiker? Spr.
gaat dat in becijferingen na, doch hij blijkt
niet juist gerekend te hebben.
De heer v. Eek (S.D.A.P.) kan het be
grijpen, dat de gasfabriek het gasverbruik
stimuleeren wil. Wanneer een stelsel daar
toe wordt bedacht, waarbij niemand meer
betaalt dan tot nu toe, dan is daarvoor veel
te zeggen. Of deze proef zal slagen, weet
spr. niet. Spr. heeft één voorwaarde, n.l.
dat niemand in een ongunstiger positie
komt te verkeeren. Dat schijnt echter wel
het geval te zijn.
Men moet minstens een gulden per
maand gaan gebruiken, anders wordt men
afgesneden, dat is z.i. niet rechtvaardig.
Men moet ook de kleine gebruikers aan
zich binden en ze niet afsnijden, want dan
gaan ze geheel over naar de petroleum.
De heer Coster (R.K.) wil de proef
wel nemen, en vindt de bezwaren zoo erg
niet.
De voorz. wijst erop, dat het voorstel
een proef is om aan de concurrentie het
hoofd te bieden. Verschillende voorbeelden
zijn aangehaald om aan te toonen, dat de
proef niet slagen zal. Spr. verdedigt ech
ter het inzicht van de directie der Licht
fabrieken. In 1934 en 1935 is een achter
uitgang van 1 Yt millioen M3. gas te boe
ken; welke verbruikers daaraan debet zijn,
weet spr. niet. Het is inderdaad een on
juiste toestand, dat de gemeente leunt op
de winst van de Lichtfabrieken; 't is ook
niet gewenscht voor de Lichtfabrieken zelf.
Maar 't is nu eenmaal zoo. De Lichtfabrie
ken moesten ook niet doen aan sociale
zorg, daarvoor behooren andere organen
te zijn. Thans zijn er slechte klanten, die
verlies opleveren en die toch verzorgd
moeten worden. Door het inzakken van het
debiet komt men in een vicieuze cirkel.
Hoe grooter het debiet des te voordeeliger
kan het apparaat werken en des te lager
kunnen de tarieven zijn. Het nieuwe tarief
begint te gelijken op een wat economischer
regeling; hoewel nog niet ideaal. Spr: ver
gelijkt het vast-recht met het telefoon
abonnement, dat ook een aandeel is in de
kosten van het apparaat. De bedoeling van
het vast-recht is stimuleering van het ver
bruik. Zij die minder dan 240 M3. per jaar
verbruiken, heeft men bij deze regeling
uitgesloten, omdat ze een verliespost op
leveren. Het minimum-verbruik van ƒ1.
per maand ziet er erg uit, doch is een prik
kel om andere verwarmingsmethoden te
laten varen. Die kleine verbruikers zijn
lang niet altijd menschen met kleine beur
zen en het is niet verantwoord om kost
bare buizen te leggen naar hen, die slechts
een paar M3. gebruiken. In Woerden heeft
men dezelfde proef genomen en daar is het
gasverbruik toegenomen met 30 pet. Een
ernstig bezwaar is, dat de verbruikers van
700 en 800 M3. meer zullen moeten beta
len, doch zij kTijgen het teveel betaalde
vergoed. De proef dient juist om onbillijk
heden in de practijk te toetsen en ze in
het vervolg te vermijden. De politiek van
de Lichtfabrieken is immers om alle ver-
bruikers ter wille te zijn, dat is de eenig
juiste tactiek. Wat de vergoeding voor de
leidingen betreft, dat geldt alleen voor die
leidingen, welke in bruikleen zijn afge
staan. De heer Tobé heeft becijferd, dat er
eenigen slechter van worden. Dat is niet
het geval; niemand wordt er slechter van.
Het voorstel-Elkerbout ligt geheel in de
bedoeling, doch de proef moet eerst ge
toetst worden aan de practijk.
De heer v. Eek (S.D.A.P.) is het niet
eens met den voorz. dat een gemeente-in
stelling als de gasfabriek geen sociale taak
zou hebben. Spr. beroept zich daarvoor op
de historie. Wat de kleine verbruikers be
treft, deze moet men niet afstooten, want
als ze allemaal weggaan, zou dat een be
langrijk verlies geven. Bovendien is het
principieel verkeerd, dat alleen de meer
gegoeden gas mogen gebruiken en de an
dere verwezen worden naar de petroleum.
De S.D.A.P. is bereid een proef te nemen,
maar in dit systeem past niet, dat de kleine
gebruikers erop achteruit zullen gaan. Dat
past ook niet in de sociale taak van de
gasfabriek.
De heer Eikerbout (A.R.) vraagt,
hoe de heer v. Eek de kleine gebruikers
wil opvoeren. Die heel kleine verbruikers
zijn dikwijls zij, die het best kunnen be
talen. Van veel grooter belang acht spr.
de verbruikers van meer dan 600 M3. Met
een betere regeling moet men niet wach
ten tot 1937.
De heer DeReede (C.-H.) zegt, dat be
doeling is, een basis te vinden voor de vas
te lasten der fabriek, die te zwaar druk
ken. Is het niet mogelijk een statistiek te
maken van de gebruikers beneden ƒ1, om
den heer v. Eek gerust te stellen? De ge
meente behoeft geen subsidie te geven aan
menschen die het dubbel en dwars betalen
kunnen, zooals, naar hij meent, in hoofd
zaak deze klein-gebruikers zijn. Daarom
is de voorgestelde basis gerust te aanvaar
den. Waar zi. deze kwestie heden niet klaar
komt, is die statistiek z.i. tijdig op te stel
len.
Ruwe Huid PlIRfll
Ruwe Handen Doos 30
Buice Lippen J Bij Apoth. en Drogist
De heer M anders (R.-K.) zal met ge
rustheid meegaan. Toch wijst hij op eeni
ge leemten.
De heer v. Eek (S. D. A. P.) stelt voor
de kwestie aan te houden om zich over en
weer nog eens te kunnen beramen. Dit
voorstel wordt aangenomen met 1617
stemmen.
AANVULLINGSAGENDA.
a. Praeadvies op het verzoek van W. F.
de Gunst om ontslag uit zijn betrekking
van onderwijzer bij het vervolgonderwijs
voor meisjes.
Conform besloten.
b. Voorstel tot het Instellen van een
rechtsvordering tegen C. Herrewijn, te
Aarlanderveen, strekkende tot vergoeding
aan de gemeente van de schade, haar
toegebracht door aanrijding van een lan
taarnpaal.
W erkloozen-kerstga ve.
c. Voorstel tot het verleenen van een
Kerstgave aan daarvoor in aanmerking
komende werkloozen.
De heer Tobé (R.-K.) vraagt, waar vo
rig jaar 35 pet. is uitgekeerd en nu 25 pet.
wordt voorgesteld, of dit ligt aan den soc.-
dem. wethouder.
Wethouder v. Stralen (S. D. A. P.):
Neen, aan den vrijz.-dem. minister. De re
geering wenscht niet meer dan 25 pet. toe
te staan en daarby heeft men zich neer te
leggen.
De heer Tobé (R.-K.) vraagt of door
den wethouder dan wel voldoende drang is
uitgeoefend in Den Haag? En moeten wij
ons daarbij altyd maar zonder meer neer
leggen? (Gelach).
De heer Goslinga (A.-R.) vindt 't ook
vreemd, dat de heer v. Stralen nu eenvou
dig aanvaardt, waartegen hij vroeger te
velde trok.
Wethouder v. Stralen (S. D. A. P.)
zegt, dat de heer Tobé zich vroeger altyd
rustig neerlegde bij Den Haag. Nu ver
wacht hij blijkbaar plotseling een omme
keer, nu er een soc.-dem. wethouder is!
Spr. heeft verzocht een schrijven van B.
en W. aan den minister te richten voor
meer, doch het college heeft hem daarvan
afgebracht, daar de regeling immers geldt
voor het gansohe land.
De heer Romijn (V. B.): Eindelyk
heeft hij het dan begrepen!
Wethouder v. St ralen (S. D. A. P.)
zegt, dat toch nog gevraagd is, doch zonder
succes.
Scherp protesteert spr. tegen hetgeen
de heer Goslinga zeide, dat hij nu anders
zou handelen achter de groene tafel dan
vroeger er voor. Vorig jaar nog heeft hij
zich verzet tegen een voorstel van commu
nistische fcijde 50 pet. te geven, daar dit het
wekken was van valsche hoop, toch niet te
vervullen.
Het blijkt niet mogelijk, het percentage
op te voeren en tot zijn spijt moet hij zich
daarbij neerleggen.
Conform wordt daarop besloten.
d. Voorstel tot het verleenen van een
subsidie aan de Commissie inzake Huis
houdelijke Voorlichting.
De heer Eikerbout (A.-R.) zal zich
niet verzetten doch het verzoek bevreemdt
hem toch; het is voor hem waarschijnlijk,
dat deze subsidie spoedig zal kunnen ver
dwijnen, daar er reeds een landelijke ver-
eeniging voor 't platteland op dit terrein
bestaat, die ook door 't rijk gesubsidieerd
wordt, waarbij zou zijn aan te klopppen of
bij een commissie te Den Haag op dit ge
bied.
De heer R o m ij n (V. B.) staat zeer sym
pathiek tegenover het werk der commis
sie, doch het is zi. onjuist daarvoor subsi
die te verleenen. Hoevele subsidies voor
even nuttig werk zijn niet geschrapt? Sub
sidie van de commissie uit Den Haag is al
verkregen. Reeds een jaar heeft de com
missie al gewerkt op eigen kracht en zij
zal dit z.i. verder ook kunnen, zoo men zich
moeite geeft.
De heer Manders (R.-K.) meent, dat
de sympathie ook wel mag blijken uit een
kleine tegemoetkoming, gelet op het groote
nut.
Ook mevr. B r a g g a a r (S. D. A. P.)
verdedigt deze subsidie.
Wethouder v. Stralen (S. D. A. P.)
oordeelt deze 200 zeer nuttig besteed. De
landelijke commissie draagt reeds bij. Trots
alle moeite, heeft de commissie de noodige
gelden niet kunnen verkrijgen, nu de aan
vraag voor deelneming aan den cursus zoo
bijzonder groot is geworden, hetgeen op
zich zelf ieder tot verheugenis geeft. Daar
om is deze subsidie z.i. volkomen gerecht
vaardigd.
Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen.
De heer Romijn vraagt aanteekening te
gen te zijn.
De overige punten (straatbelasting, sport
stichting en ambtenaren-reglement voor
onderwijzers), worden aangehouden.
RONDVRAAG.
De heer Lombert (R.-K.) meent, dat
te weinig zorg wordt besteed aan de gladde
straten en bruggen.
De heer Bergers (R.-K.) vraagt on
derdak voor den toezichthouder bij het par
keerterrein aan de Steenstraat, by slecht
weer.
De heer Kuipers (S. D. A. P.) wijst op
de vele storingen in de radio in het Kooi-
kwartier.
Aandacht wordt toegezegd.
De Voorzitter wenscht ten slotte al
le leden met familie een goed einde van
dit jaar en een goed begin van 1936 met
pleizierige Kerstdagen.
Daarna 12.10 uur sluiting.