3)e tteidóohz ©ouAomt
Een overzicht van de stampvolle zaal tijdens de huldiging van Z. H,
Exc. Mgr. J. P. Huibers
Vol aandacht slaat de nieuwe Bisschop
van Haarlem, Z. H. Exc. Mgr. J. P.
Huibers het défilé der graalmeisjes gade
tijdens de grootsche huldiging welke
den kerkvorst Zondag in zijn Dekenaat
te Hoorn werd gebracht
Bij het gasbedrijf te Rheden worden
proeven genomen teneinde de zicht
baarheid der gashouders uit de lucht
te verminderen bij eventueele lucht
aanvallen
Winterpret in Volendam. De inwoners voelen
zich op de gladde baan best thuis
De nieuwe Bisschop van Haarlem, Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers, tijdens de
grootsehe huldiging welke hem Zondag door Katholiek Hoorn werd gebracht
De bekende acteur Jan Musch vierde Zondag te Laren zijn zestigsten verjaardag bij
welke gelegenheid wij bovenstaande opname van den populairen tooneelspeler en zijn
6v.maenoole niaa^ci»
FEUILLETON.
'ALS IEMAND
VERRE REIZEN DOET
Een avontuurlijk verhaal van drie
studenten,
door
ARNOLD BARTEL.
32)
(Nadruk verboden).
En voort gaat het weer in razende vaart
tot eindelijk de palmen langs de Promena
de des Anglais opduiken. De boulevard met
zijn vele luxueuze hotels is in dezen tijd
van het jaar vrijwel verlaten. Aan het
strand baden slechts enkele meisjes en jon
gens uit de stad. Het is drukkend warm;
in het westen pakken zich donkere wol
ken tezamen. Eenige arbeiders, die aan het
ouderwetsche, pronkerige casino reparatie-
werkzaamheden verrichten, hangen loom
tegen een steiger en staren bedenkelijk
naar de lucht. Er is een onweer in aan
tocht.
Op de Place Massané doet zich een nieu
we moeilijkheid voor. Hier splitst de weg
zich in drieën en al deze wegen leiden
naar de grens. Aan welke van de drie
heeft Popodotschi met zijn handlangers de
yoorkeur gegeven?
De verkeersagent, die hier geposteerd
is, kan zich niet herinneren een kleine, roo-
de auto te hebben gezien. Misschien is de
wagen in het geheel niet hier gepasseerd,
Wat nu? Jean Martin overlegt een oogen-
blik de situatie en zegt bij zich zelf: voor
iemand, die ontkomen wil, is boven op de
Grande Cornische de kans het gunstigst.
En derhalve rijden zij, terwijl de eene
bliksemstraal de andere opvolgt in de ver
te de donder rommelt en groote stofwol
ken elk uitzicht belemmeren, waardoor zij
gedwongen worden hun vaart te vermin
deren, dwars door de oude stad, langs de
kazerne de Rue des diables bleus op.
Boven op den heuvel vallen de eerste
dikke druppels. Diesel stopt en de drie an
deren helpen hem de kap van den wagen
op te zetten.
Eenige minuten later wordt de achter
volging voortgezet, ondanks 't onweer, dat
nu in alle hevigheid losbarst.
Van het schitterende panorama, dat hier
te genieten zou zijn, is thans niet veel te
bespeuren. De zee, voorzoover deze althans
onder de onheilspellende wolkenmassa te
zien is, heeft de kleur van inkt. De Zee-
Alpen zijn eveneens in wolken gehuld. Het
wordt steeds donkerder. In de dorpen bene
den langs de kust zijn hier en daar de ven
sters reeds verlicht. Ook Diesel schakelt
de koplampen van den wagen in. De mo
gelijkheid, dat zij de vluchtelingen zullen
inhalen, wordt steeds geringer. Het onweer
maakt den dag tot nacht. Het geratel van
den donder wordt in de bergen honderd
voudig weerkaatst. De regen klettert tegen
de voorruit en valt in stroomen op de, niet
geheel waterdichte kap. Felle bliksemstra
len hullen van tijd tot tijd het landschap
in een spookachtig licht.
Maar even zoo snel als het onweer is op-
regen wordt minder en langzamerhand
neemt de hemel weer zijn oorspronkelijke
kleur aan. De lucht is vochtig en bezwan
gerd door geuren.
Zij rijden voorbij La Turbie, vanwaar
de tandradbaan bergafwaarts naar Monte
Carlo leidt. Hier buigt de weg af naar Men
ton.
Plotseling roept Snavel:
Daar staan zeDaar....
Diesel remt zoo sterk, dat zij allen voor
over vallen en de wagen met een schok
stil staat. Aller oogen volgen de richting,
welke Snavels vinger aanwijst. En waarlijk
daar staat bij een benzinepomp de kleine,
roode wagen, dien zij achtervolgen. En
kalm een sigaar rookend, staat daar naast
meneer Gotlieb Pirzel uit Chemnitz.
Jean Martin is het eerst uit de auto,
maar als hij ziet, dat de man naast den
wagen niemand anders, dan Gotlieb Perzil
blijkt te zijn, is hij ernstig teleurgesteld.
Diesel meent weliswaar nog steeds, dat ook
deze in het complot betrokken is en hij her
innert aan den „tricotgraaf in harden
schaal", maar Jean Martin heeft reeds in
Marseille van de politie te Chemnitz langs
telegrafischen weg inlichtingen ontvangen
en hij weet dus, dat Pirzel werkelijk nie
mand anders is dan waarvoor hij zich uit
geeft.
Door bemiddeling van Snavel, die als
tolk optreedt, vraagt hij hem desondanks
hoe hij met den wagen van meneer Sporcke
hier gekomen is.
Pirzel is oprecht verbaasd en kijkt van
den een naar den ander. Wat willen die
menschen eigenlijk van hem? En hij deelt
dat Snorcke ziin
wagen aan meneer Popodotschi heeft afge
staan om een tochtje in de omgeving te
kunnen maken. Popoditschi was ook in het
bezit van het sleuteltje voor het contact
en hij heeft hem, Pirzel, die in Chemnitz
een dergelijk wagentje in zijn garage
heeft staan, vriendelijk verzocht als chauf
feur te willen optreden.
Maar dan roepen zij plotseling alle vier
tegelijk:
Waar is Popodotschi?
Gotlieb Pirzel begint de zaak hoe lan
ger hoe raadselachtiger te vinden.
Meneer Popodotschi is, toen wij plot
seling door het onweer werden overval
len, terwille van mevrouw Manescu, met
deze in La Turbie uitgestapt en met de
tandradbaan naar Monte Carlo gegaan.
Daar zullen wij elkaar over een half uur
voor de speelzalen ontmoeten.
Als Snavel deze mededeeling voor Jean
Martin vertaald heeft, merkt deze slechts
spottend op:
Oh, le pauvre monsieur Pirseel. Hij
zal daar zeker tevergeefs op hen wach
ten
Op dit oogenblik beleeft meneer Pirzel
opnieuw een verrassing. Als hij aanstalten
maakt de ingenomen benzine te betalen,
blijkt zijn portefeuille verdwenen te zijn...
Gejaagd zoekt hij alle zakken na, kijkt op
den vloer en tusschen de bekleeding van
den wagen, maar alles tevergeefs. Zyn
portefeuille is wegEn hij weet toch
zeker, dat hij haar onderweg nog gehad
heeft.
Lou Volkers, die hem mèt mevrouw Ma
nescu, vanaf Marseille steeds in het oog
heeft flobondan wernt hem een medelij-
.aclen blik toe.
U kunt dat zoeken wel staken, me
neer Pirzel, zegt hij. Uw portefeuille zal
wel denzelfden weg zijn gegaan als de ju-
weelen van meneer van Berquem. Ik ver
moed echter, dat u er wel wat goedkoo-
per bent afgekomen.
En als Gotlieb Pirzel hem vragend-wan
trouwend aanstaart, verteld hij hem de
geschiedenis van de gestolen juweelen in
Juan-les-Pins.
Nu vallen den „tricotgraaf' plotseling de
schellen van de oogen. Wat hij anders ze
ker nooit aan iemand zou hebben verteld,
moet hem nu van het hart. Hij heeft er
niet alleen zijn portefeuille hij ingescho
ten. Reeds aan boord van de „Ukami"
heeft madame Manescu een belangrijk be
drag van hem geleend, omdat, naar zij
beweerde, het telegrafisch door haar opge
vraagde geld, in .Southampton niet was
aangekomen. Door een tot dus onopgr -1-
derde samenloop van omstandigheden Tg
het geld ook niet in Marseille, zooals zij
verwacht had en derhalve had hij zich ge
noodzaakt gezien naar zijn bankier in,
Chemnitz te telegrafeeren. Tot op den hui-
öigen dag had hij bovendien alles voor
haar betaald, omdat zij toch niet geheel
zonder geld op zak kon loopen. Naar
adem snakkend noemt hij een bedrag, het
welk zoo hoog is, dat anderen daaruit ge
voeglijk meenen te'mogen concludeeren,
dat hij niet alleen mevrouw Manescu heeft
vrijgehouden, maar, zonder het te weten,
de geheele coup van dit duistere trio gefi
nancierd.
(Wordt vervolgd).