Gevechten in Abessinië laaien op
MAANDAG 23 DECEMBER 1935
DE LEIDSCHE COURANi
VIERDE BLAD - PAG. 11
DE KRONKELWEGEN
DER STEUN VERLEENING
Eenlge circulaires toegelicht
Een drietal circulaires van het Departe
ment van Sociale Zaken, welke de laat
ste weken zijn verschenen, vragen de
dacht.
Ze betreffen:
a. indeeling van landarbeiders in werk-
loozenkassen, die eigen grond bezitten;
b. verstrekking van brandstoffentoeslag;
c. een bijslag op de uitkeeringen uit
werkloozenkassen, en
Wij achten een bespreking dezer steun
maatregelen van belang, vooral voor de
werkloozen, die uiteraard niet op de
hoogte kunnen zijn met alle maatregelen,
welke geregeld verschijnen over de uit
voering der steunregeling.
Hoeveel eigen grond mogen
werklooze landarbeiders
betelen?
Bij circ. van 27 Mei 1935 deelt de Rijks
dienst der Werkloosheidsverzekering den
gemeenten mede, dat in de reglementen
voor de werkloozenkassen der landarbei
ders bepalingen voorkomen, welke hierop
neerkomen:
le. geen lid der werkloozenkas kunnen
zijn zij, die een belangrijk deel des jaars
voor eigen rekening werken;
2e. geen uitkeering mag worden ver
strekt aan leden, die een zoodanige op
pervlakte grond in eigendom of pacht be
werken, dat zij dientengevolge niet bij
anderen arbeid zouden kunnen verrichten.
De vraag rijst nu wanneer deze gevallen
zich in de practyk zullen of kunnen voor
doen.
De rijksdienst heeft in overleg met de
besturen van bedoelde werkloozenkassen
normen vastgesteld, die tot leidraad zou
den kunnen dienen bij de beoordeeling
van de vraag^of iemand lid van een werk
loozenkas van een landarbeidersbond kan
zijn en uit die kas uitkeering kan genie-
en. Dit overleg heeft tot resultaat gehad,
dat een schema is vastgesteld, waaruit af
geleid kan worden of iemand tot lid van
de kas kan worden toegelaten.
Bij dit schema, dat aangeeft hoeveel
H.A. men mag bewerken om lid van een
kas te kunnen blijven, wordt rekening
gehouden met de grootte van het gezin,
terwijl het ruimte openlaat voor de beoor
deeling van de vraag, of in bijzondere ge
vallen, bij grooter landgebruik toetreding
tot het lidmaatschap van een kas mag
plaats hebben.
Uit het schema zien wij, dat voor elke
gemetene een bepaalde hoeveelheid grond
als maximum is gesteld voor bewerking
door een kastrekker.
De minimum oppervlakte (voor een ge
zin zonder kinderen) mag vermeerderd
worden voor de inwonende kinderen bo
ven 14 jaren, die in het bedrijf van hun
vader meewerken.
Onderstaand geeft aan hoe groot deze
minimum oppervlakte is, daarnaast de
vermeerdering voor de in het bedrijf mede
werkende kinderen en het laatste cijfer
de maximum oppervlakte, welke in de ge
noemde gemeente mag worden bebouwd.
Alkemade, oppervlakte: 3/7 H.A.; op
pervlakte voor inwonende kinderen van
14 jaar en ouder, mits regelmatig in het
bedrijf van den vader werkzaam: 1/7 H.A.,
maximum oppervlakte per gezin 1 H.A.
Alphen a. d. Rijn, resp. 3/4, 2/7 en 2. Bos
koop resp. 3/7, 1/7 en 1. Hazerswoude
resp. 3/4, 2/7 en 2. Katwijk resp. 3/7, 1/7
en 1. Koudekerk resp. 3/4, 2/7 en 2. Lei
den resp. 3/7, 1/7 en 1. Leiderdorp resp.
3/4, 2/7 en 2. Leimuiden resp. 3/4, 2/7 en 2
Noordwijk resp. 3/7, 1/7 en 1. Noordwij-
kerhout resp. 3/7, 1/7 en 1. Oegstgeest resp.
3/7, 1/7 en 1. Rijnzaterwoude resp. 3/4, 2/7
en 2. Voorschoten resp. 3/7, 1/7 en 1, Wou-
brugge 3/4, 2/7 en 2 H.A.
Indien de grond voor bloemen, bloem
bollen, boomkweekerij of groen ten cultuur
voor de markt geheel of gedeeltelijk in
gebruik is, wordt de oppervlakte resp. 3/7,
1/7 tot een maximum van 1 H.A.
Heeft in de gemeente Alkemade b.v. een
landarbeider een oppervlakte grond tus-
schen 3/7 H.A. en 1 H.A. (varieerend in
verband met de grootte van zijn gezin)
dan mag deze arbeider nog lid van een
werkloozenkas zijn; is zijn totale opper
vlakte grooter dan deze aangegeven maxi
ma, dan moet hij niet toegelaten worden.
Voor enkele dagen is wederom een cir
culaire van de rijksdienst ontvangen. In
verband met de omstandigheid, dat de pe
riode, waarin leden van landarbeiders-
vereenigingen voor uitkeering uit de werk
loozenkas in aanmerking kunnen komen,
is aangevangen, wordt medegedeeld, dat
de hiervoren omschreven regeling in wer
king treedt met 1 December 1935 voor
nieuw toetredende leden en met 1 Decem
ber 1937 voor alle leden.
De brandstoffentoeslag
b. Evenals vorige jaren is ook thans we
derom aan de gemeenten de bevoegdheid
gegeven, over het tijdvak 27 October 1935
t.m. 28 Maart 1936 aan de onderstaande en
bij een werkverschaffing geplaatste werk
loozen een brandstoffentoeslag uit te kee-
ren van ten hoogste 1.per week. Even
als voor de uitkeering van steun komen
bij dezen toeslag alleen in aanmerking
kostwinners en alleenwonende kostgangers.
De toeslag kan gegeven worden aan de
hierboven genoemde categoriën, doch mag
vermeerderd met steunbedrag of werk-
verschaffingsloon niet meer bedragen dan
95 pet. van het loon, dat de betrokkene in
het vrije bedrijf zou kunnen verdienen,
ten tijde dat hij voor den toeslag (steun)
in aanmerking kwam.
Bij werkverschaffing wordt het maxi
mum uit te keeren bedrag berekend in
verband met het aantal dagen, dat gear
beid is. Wordt in eenige week door een
arbeider 4 dagen gewerkt, dan bedraagt de
kolenbon 4/6 x 1. Zou bij een bereke
ning van het steunbedrag echter een groo-
tere uitkeering voor brandstoffentoeslag
plaats hebben, dan wordt* deze hoogere
uitkeering verstrekt.
Verstrekt de gemeente in natura (door
dat zij b.v. zelf de beschikking heeft over
brandstof) dan mag de verstrekking niet
plaats vinden tot een bedrag van 1, doch
moet met de behoefte van het gezin reke
ning worden gehouden.
De hiervoor besproken gevallen willen
wij met een voorbeeld toelichten. Wij be
palen ons tot een gemeente 8e klasse (ta
rief 8 pi. /0.75 gezinsledentoeslag).
geval a. Uitgetrokken werklooze met 3
gezinsleden (dus 5 personen). Het loon in
het vrije bedrijf is bepaald op 15. De
steun bedraagt 8 pl. 3 x 0.75 is 10.25,
kolentoeslag 1, is totaal 11.25 (blijft be
neden 95 pet. van 15).
Zou het loon bepaald zijn op ƒ11.50 (95
pet. hiervan is ƒ10.92), dan zou niet ƒ11.25
mogen worden uitbetaald, doch slechts
ƒ10.92, zoodat de brandstoffentoeslag be
draagt ƒ0.67 (ƒ10.92 minus ƒ10.25).
geval b. Werklooze werkt in werkver
schaffing gedurende 48 uren tegen een
uurloon van f 0.24; weekloon 11.52. De
toeslag van 1 wordt verstrekt.
Zouden er slechts 5 dagen gewerkt wor
den tegen een loon van ƒ9.60, dan zou de
berekening voor de kolenbon 5/6 x ƒ1
moeten bedragen. Nu wordt evenwel de
steun eerst berekend; deze is in het on
derhavige geval 10r25 pl. 1 kolentoe
slag is 11.25, welk bedrag blijft beneden
95 pet. van het loon, dat in het vrije be
drijf verdiend kan worden. In dit geval
wordt niet 5/6 van 1 uitgekeerd, doch het
volle bedrag.
Vele varianten zijn hier mogelijk, welke
in dit beperkte artikel niet besproken
kunnen worden. (We wijzen slechts op ge
deeltelijke werkloosheid, verdiensten, wel
ke ten volle of gedeeltelijk moeten wor
den ingehouden, dubbel-uitgetrokkenen en
on georganiseerden
Brandstoffentoeslag mag niet worden uit
gekeerd, indien de werklooze geen onder
steuning ontvangt uit de gemeentekas.
Het gebeurt in de praktijk, dat bonden
(wij meenen, dat dit het geval is bij den
R.K. Land- en Tuinbouwarbeidersbond St.
Deus Dedit) hun leden in de gelegenheid
stellen in den zomer kolen in te slaan,
waarvoor de afbetaling in wekelijksche
termijnen kan plaats hebben. Deze werk
loozen hebben weliswaar een kolenvoor-
raad, doch behooren, ook tijdens hun steun-
uitkeeringen wekelijks een bedrag te be
talen. Het is ons bekend, dat er gemeenten
zijn, die in deze gevallen geen kolentoe
slag uitkeeren, hetgeen o.i. niet juist is.
Deze menschen, die spaarzaam zijn en,
volgens oud recept, des zomers zorgen
voor „brand", behooren o.i. zij het een ge
deeltelijke uitkeering te krijgen van den
brandstoffentoeslag. Naar wij vernomen
hebben is de Minister van Sociale Zaken
echter niet bereid oestemming te geven om
in deze gevallen de kolentoeslag in de steun-
declaraties te doen opnemen.
Indien wij ons op het standpunt stellen
dat de brandstoffentoeslag in de eerste
plaats bedoeld is om in natura te worden
verstrekt, dan zouden wij iets kunnen voe
len voor het standpunt van den Minister.
Nemen wij aan, dat de verhoogde
steunuitkeering (onder den naam
„brandstoffentoeslag") een tegemoet
koming is in de meerdere kosten, welke
de werkloozen in den winter hebben, in
verband met verlichting en verwarming,
dan is uitkeering van een toeslag tot
maximaal 1 zeer zeker op zijn plaats. En
in dat licht willen wij de circulaire van
den minister bezien. Zouden wij haar an
ders commentarieeren, dan zouden wij af
breuk doen aan het verzekeringsbesef, dat
nog onder de arbeiders leeft en dat
minister op andere plaatsen sterk steunt.
De brandstoffentoeslag mag ook aan
armlastigen worden uitgekeerd. In het
bepalen van de grootte van het bedrag is
de gemeente geheel vrij, omdat deze uit
gaven geheel voor haar rekening blijven.
Mag nu aan hen, die uit hun kas trek
ken en die voor 'een gemeentelijke toeslag
in aanmerking komen, een kolenbon ver
strekt worden?
c. De circulaire van den minister d.d. 12
December j.l. geeft hierop antwoord,
deze circulaire wordt gezegd, dat aan
werkloozen, die eenige uitkeering uit een
werkloozenkas ontvangen, een toeslag op
deze kasuitkeering kan worden verstrekt
tot het bedrag dat anders aan steun plus
brandstoffentoeslag zou worden uitgekeerd,
indien hij geen kastrekker was. Als dus
het steunbedrag hooger is dan de uit
keering uit de bondskas, dan kan uit de
gemeentekas een toeslag met kolenbon
wprden verstrekt.
Bij deze berekening moet onderscheid
gemaakt worden tusschen uitgetrokkenen
(zij, die nog geen 13 weken ondersteuning
hebben ontvangen in 1935) en dubbel-uit
getrokkenen, (zij die reeds langer dan
13 weken ondersteuning van gemeentewege
genieten).
Trekken zij uit de kas van den bond.
terwijl zij nog geen dertien weken steun
hebben ontvangen, dan wordt de kastoe-
slag tot en met de dertiende
week berekend naar het tarief van uit
getrokken, daarna als dubbel-uitgetrok
kenen.
Ter verduidelijking een voorbeeld
Een werklooze, in 1935 gedurende 10 we
ken ondersteuning genoten hebbende, be
gint uit de kas van den bond te trekken,
doch verzoekt tevens een kastoeslag van
gemeentewege. Gedurende 3 weken wordt
zijn steun berekend naar het tarief van
uitgetrokkene, den overigen tijd, dat hij
uit de kas trekt, wordt het tarief van dub-
bel-uitgetrokkene in aanmerking genomen.
Iedereen kan nu voor voor zich zelf uit-
Engeland vindt steun bij de
Middellandsche Zee-mogendheden
Hevige Italiaansche luchtbombardementen
ENGELANDS VRAAG AAN DE
MIDDELANDSCHE ZEE-STATEN.
Bemoedigende antwoorden.
De antwoorden, welke het Foreign Office
tot dusver heeft ontvangen op zijn verzoek,
aangaande de mate van steun, dien de Mid
dellandsche Zeemogendheden bereid zou
den zijn aan de Engelsche vloot te verlee-
nen, indien deze door de Italiaansche mocht
worden aangevallen, dragen naar Reuter
verneemt een bemoedigend karakter.
Er bestaat alle reden voor de veronder
stelling, dat de gedachtenwisseling zal wor
den voortgezet, met het doel, de doeltref
fendheid te vergrooten van de maatregelen,
welke beoogd zijn om onmiddellijk het
hoofd te kunnen bieden aan een aanval,
waarvan de Britsche vloot in de Middel
landsche Zee het slachtoffer zou kunnen
worden.
Het verzoek om inlichtingen is reeds, al
dus Reuter, op 8 December door de Brit-
sohe diplomatieke vertegenwoordigers ter
kennis van de betrokken regeeringen ge
bracht, t.w. Turkije, Griekenland, Joego
slavië en Spanje. Voorts is Roemenië op
de hoogte gehouden als mede-onderteeke
naar van het Balkenpact.
ROME ACHT PLAN-LA VAL NOG VAN
KRACHT.
Italië acht de Parijsche vredesvoorstellen
nog steeds van kracht. Dit was de kern
van de verklaring, aldus meldt de „Matin",
welke de Italiaansche gezant te Parijs tij
dens een onderhoud met den Franschen
premier, Laval, heeft agelegd. Uitgaande
van dit standpunt mag Italië volgens den
gezant het recht voor zich opeischen, dat
dit plan als basis voor verdere besprekin
gen wanneer die in de toekomst zullen
plaats vinden, wordt aanvaard.
Volgens de „Oeuvre" is het niet uitgeslo
ten, dat Laval den Italiaanschen ambassa
deur tijdens dit onderhoud heeft gewezen
op het feit, dat men in officieele Parijsche
kringen bijzonder ontevreden is over de
houding, welke Italië heeft aangenomen.
ITALIE'S GOUDOOGST.
Een artikel in de „Frankfurter Ztg." bevat
beschouwingen betreffende het mogelijke
effect van de Italiaansche goudinzameling.
De „Stampa" /vil uit die actie een half
milliard goud halen. In Genua, Turijn, Mi
laan, Rome en Napels werd tot nu toe 3300
K.G. bijeengebracht. In totaal rekent men
blijkbaar op 33.000 kilo.
Volgens de „Frankfurter Ztg." zou door
een inzameling van 10 millioen ringen, die
van 2 tot 5 gram fijn goud bevatten, en
voorts van wat er zooal aan goud in Italië
is te vinden, voor een bedrag van ten hoog
ste 1 yK milliard lire kunnen worden bijeen
gebracht. Die hoeveelheid is slechts van
belang, indien men haar vergelijkt met den
voorraad der Bank van Italië, die einde
October nog over 4 milliard beschikte, doch
thans naar schatting over niet meer dan
2*4 milliard goud beschikt.
Doch, overigens zou de goudinzameling
bij particulieren slechts toereikend zijn
voor hoogstens enkele maanden oorlog-voe
ren.
VAN HET OORLOGSFRONT.
De Abessijnsche overwümingsberichten.
Van Abessynische zijde worden nadere
bijzonderheden medegedeeld over het ver
loop van de reeds gemelde gevechten aan
het Noordelijk Front in het Sjire-gebied.
Het betrof hier een slag, die op 15 en 16
December nabij Degas ja en Enbasilasi, on
geveer 50 K.M. ten Westen van Aksoem,
heeft plaats gehad. Volgens deze berichten
hebben ook Italiaansche vliegers aan de
gevechten deelgenomen, doch spoedig na
het begin van het gevecht hadden de vlieg
tuigen nog slechts waarde voor het doen
van waarnemingen, aangezien het gevecht
zich ontwikkelde tot een verbitterden strijd
van man tegen man, zoodat het werpen van
bommen de Italiaansche troepen evenzeer
in gevaar zou hebben gebracht.
De Abessyniërs melden, dat het him ge
lukt is de Italiaansche stelling bij Degasja
te nemen, waarop zij een tweeden aanval
deden op de goed versterkte en door de
Italianen verbitterd verdedigde stellingen
te Enbasilasi.
Volgens Italiaansche berichten zouden bij
dit twee dagen durende gevecht ongeveer
150 man en 20 officieren der blanke troe
pen en meer dan 200 Askari's zijn gevallen.
De Abessyniërs melden, dat zij behalve
de reeds gemelde tien tanks en 28 machi
negeweren opnieuw zeventien tanks en 50
machinegeweren alsmede een groot aantal
gewone geweren en duizenden patronen
nen hebben buitgemaakt. Volgens een offi
cieel bericht zou het verliescijfer der Abes
synische troepen zeer veel lager zijn dan dat
der Italianen, wat voornamelijk veroor
zaakt werd door de omstandigheid, dat de
Abessyniërs bijna uitsluitend des nachts
aanvielen.
rekenen welk bedrag aan toeslag wordt
uitgekeerd.
Zou het steunbedrag liggen beneden het
bedrag, 'dat uit de bondskas wordt ont
vangen, doch, vermeerderd met den brand
stoffentoeslag, boven dit laatste uitgaan,
dan wordt het verschil uitgekeerd.
A. E. M. SCHAMINEE.
Voortdurende troepenverplaatsing naar het
Zuiden.
Uit Diredoua wordt gemeld:
De Abessynische troepen gaan voort met
de organisatie aan het Ogaden-front, waar
schijnlijk met het oog op a.s. belangrijke
operaties.
Voortdurend worden troepenverplaatsin
gen naar het zuiden opgemerkt. De weer
standslinie is met verscheidene duizenden
manschappen versterkt.
Dedjaz Makonen, een der voornaamste
legerchefs in het Zuiden deelde aan den
Havas-vertegenwoordiger mede, dat het
doel is eèn concentratie halfweg Diredaua
en het Ogaden-front.
„Ik ga, zoo zeide hij, binnenkort naar
Harrar en daarna naar Djidjiga om Ras
Nasiboe den opperbevelhebber te ontmoe
ten teneinde met dezen de definitieve po
sities der troepen te bespreken.
De ravitailleering is uitstekend georgani
seerd en voor verscheidene maanden vol
doende.
EEN GROOT OFFENSIEF DER
ITALIANEN.
In goed ingewijde kringen te Rome ge
looft men, dat Mussolini ten zeerste verbit
terd is door de wijze, waarop de Britsche
regeering de Parijsche vredesvoorstellen in
de steek heeft gelaten. De nieuwe troepen
transporten naar Oost-Afrika zouden de be
doeling hebben, in verband met den hul
digen diplomatieken toestand door een zeer
krachtig offensief zoowel in Somaliland als
aan het Noordelijk front nog voor het be
gin van de regenperiode een zoo groot mo
gelijk gebied te bezetten, mede in de hoop,
daardoor den Negus tot onderhandelingen
op de thans afgewezen basis te dwingen.
Hevige luchtbombardementen.
Tusschen Kworam en het Asjangimeer
hebben Italiaansche vliegtuigen een Abes-
synisch kamp gebombardeerd tengevolge
waarvan tal van tenten in vlammen opgin
gen.
Ongeveer 3000 Abessyniërs, die op de
vlucht sloegen, werden verscheidene malen
achter elkaar gebombardeerd.
Er zijn, zoo verklaart men, talrijke
slachtoffers te betreuren.
Een Abessynisoh communiqué meldt een
luchtbombardement van Wworam en an
dere dorpen in de omgeving van het Ashan-
gi-meer door 10 Italiaansche vliegtuigen ge
durende 2 uur. Verscheidene huizen zijn af
gebrand, maar men weet nig niet hoeveel
slachtoffers er zijn gevallen.
Dessië opnieuw gebombardeerd.
Dessie en de omliggende dorpen zouden
opnieuw een hevig bombardement te ver
duren hebben gehad. Bijzonderheden ont
breken nog, maar men gelooft, dat, ofschoon
er belangrijke schade werd aangericht, er
geen slachtoffers te betreuren zijn.
DUITSCHLAXD.
LIJDELIJK VERZET VAN
DUITSCHE BOEREN
Tegen-maatregelen der regeering
Talrijke boeren in Duitschland plegen lij
delijk verzet tegen de voorschriften van
de regeering en weigeren hun melk af te
leveren aan de zuivelbedrijven, die belast
zijn met de fabrikatie van boter en kaas.
De Pruisische minister-president Goering
heeft de geheime staatspolitie opgedragen,
krachtig op te treden tegen allen, die zich
niet onderwerpen aan de maatregelen, die
op het oogenblik noodig zijn en aan de or
ders der autoriteiten.
Een officieel communiqué meldt, dat een
boer is gearresteerd wegens „lijdelijk ver
zet". Deze arrestatie, aldus het communi
que, moet den weerspannigen boeren tot
waarschuwing dienen.
HITLER STICHT EEN SOLDATENBOND
Reserve voor het nieuwe leger
In overleg met Hitier heeft de rijksminis
ter van Oorlog den opperbevelhebber op
gedragen, een „soldatenbond" van het
nieuwe leger te vormen. In dezen bond
moeten alle sedert 1 Januari 1921 uit het
leger getreden soldaten worden vereenigd;
allen, die in de toekomst het leger verla
ten, kunnen vrijwillig toetreden. Duitsch
land heeft reeds een marine-bond en een
reserve voor het luchtwapen; daarnaast
komt nu een soortgelijke organisatie voor
het leger.
Door den „soldatenbond" zullen de be
langen der reservisten van het nieuwe le
ger worden behartigd; de Kyffhauserbund
en de overige soldatenbonden zullen
van de oude weermacht blijven vertegen
woordigen.
Bondsleider wordt de oud-generaal baron
Seutter von Loetzen. Het doel van den
bond is „den ontslagen soldaten de taak
voor te houden, die Hitler in den herfst
aan de actieve weermacht heeft gesteld:
opvoeding tot betrouwbare volksgenooten,
die in de ure van nood en gevaar trouw
blijven aan de natie en desnoods dapper
de vrijheid van hun volk zullen verdedi
gen". Bovendien wil de bond zijn leden in
levend contact houden met de actieve troe
pen en den jongen soldaten trots op de
groote tradities van het leger inplanten. De
bond is'een onpolitieke vereeniging, maar
staat op den bodem der nat.socialistische
wereldbeschouwing: de leden kunnen bo
vendien lid zijn van de party, de S.A. etc.
De leden van den bond worden gegroe
peerd in „kameraadschappen", welke in
Januari zullen worden gevormd. Dan wor
den ook de leiders aangewezen. De bonds
leden krijgen allen insignes, ten einde te
doen uitkomen, dat zij bij de nieuwe weer
macht behooren.
DE KATHOLIEKE
JEUGDORGANISATIES
Het paspoort van Mgr. Wolker afgenomen
De Centrale der Katholieke Jeugd-Ver -
eennigingen in Duitschland te Keulen is
thans reeds meer dan vier weken gesloten.
De huiszoeking is nog steeds niet beëin
digd: ieder stuk papier wordt nagekeken
en onderzocht of men niets kan vinden
waaruit zou kunnen blijken dat de K.J.V.
een staatsvijandelijke actie ondernomen
had. De Algemeene Directeur van het Ka
tholiek Jeugdwerk Mgr. Ludwig Wolker,
die meermalen in Rome rapport uitbracht
aan den H. Vader over den heldhaftigen
stijd der Katholieke Duitsche Jeugd mag
niet meer naar het buitenland reizen en
in verband daarmee is het paspoort van
Mgr. Wolker afgenomen.
ENGELAND.
Eden Minister van
Buitenl. Zaken
OPVOLGER VAN SIR SAMUEL HOARE
De jongste staatsman met zooveel invloed
Zondag in de namiddag is officieel me-
gedeeld, dat als opvolger van Sir Samuel
Hoare tot Britsch minister van Buitenland-
sche Zaken is benoemd de tegenwoordige
Volkenbondsminister Anthony Eden.
Naar verluidt zal in zijn plaats geen
nieuwe minister voor Volkenbondsaange
legenheden worden benoemd.
De nieuwe Britsche minister van Bui-
tenlandsche Zaken, Captain Robert Antho
ny Eden, werd in 1897 geboren en is dus
pas 38 jaar oud. Ongetwijfeld is hij een
der jongste, misschien wel dè jongste
staatsman, die op het oogenblik in de in
ternationale politiek een rol speelt. Edens
rol als minister van buitenlandsche zaken
van het machtige Britsche Rijk zal zelfs
zeer belangrijk zijn.
Ondanks zijn jeugdigen leeftijd heeft
Eden ook voor hij minister in een Britsch
kabinet werd, reeds belangrijk werk als
vertegenwoordiger van Groot-Brittannië
verricht, zoowel in de bijeenkomsten van
de verschillende instanties van den Vol
kenbond te Genève als bij besprekingen
met buitenlandsche regeeringen te Londen
of m de vreemde hoofdsteden.
Eden bezocht, zooals de meeste Engelsche
jongelui van goeden huize, Eton en ver
volgens het Christ Church-college aan de
Universiteit van Oxford. Hij sloot zich aan
bij de Conservatieve Partij en werd in
1923 voor Warwick en Leamington in het
Lagerhuis gekozen. Reeds toen interesseer
de hij zich voor de buitenlandsche aange
legenheden, en in 1926, toen Sir Austen
Chamberlain minister van buitenlandsche
zaken was, werd hij benoemd tot parle
mentair particulier secretaris van den mi
nister, welke functie hij waarnam tot 1929.
Bij de vorming der Nationale Regeering
in 1931 kreeg hij de functie van onder-
staatssecrearis van buitenlandsche zaken.
In 1934 werd hij Lord Privy Seal zonder
zetel in het kabinet en speciaal bestemd
voor Volkenbonds-aangelegenheden, terwijl
hij daarna, bij het aftreden van Sir John
Simon, minister voor Volkenbondsaange
legenheden werd.
In al deze functies van de laatste jaren
deed hij echter practisch hetzelfde werk,
vertegenwoordigde hij Engeland te Genè
ve, voerde hij besprekingen over de bui
tenlandsche politiek te Parijs en in andere
hoofdsteden en behoorde hij tot de voor
naamste adviseurs van den minister van
buitenlandsche zaken. Men herinnert zich
nog zijn kortstondig verblijf in Nederland,
waar hij op Schiphol, komende uit Parijs
en op weg naar Praag en Moskou, den mi
nister van buitenlandsche zaken Sir John
Simon ontmoette, die toen de geruchtma
kende besprekingen te Berlijn met Hitier
had, die indirect een der mede-oorzaken
van zijn aftreden waren.
Reeds toen, na het ontslag van Sir John
Simon, verwachtten velen, dat Eden als
zijn opvolger zou worden benoemd. Het
scheen, dat men hem echter in de verant
woordelijke kringen der regeering nog te
jong achtte om hem een dergelijke verant
woordelijke ost te laten bekleeden, hoe
wel volgens sommige ingewijden Eden een
zeer veel scherper inzicht had in de juiste
lijn der Britsche buitenlandsche politiek
dan zijn voorganger. Slechts weinige maan
den later, eveneens door een tactische en
politieke fout van een minister van bui-
tenla.vdsthe zaken, die zich daardoor ge
noopt ziet, zijn ontslag te nemen, wordt
Eden toch op deze belangrijke post geroe
pen.
De nieuwe, jeugdige minister, die een
ijverig aanhanger van den Volkenbond is,
gen'tt als mensch, mede vanwege zijn
charmant en tot in details* verzorgd uiter
lijk, waar men in Engeland zoo gevoelig
voor is, de reputatie van een „perfect
gentleman".
Sir Samuel Hoare voor drie maanden
naar Zwitserland
Sir Samuel Hoare zal waarschijnlijk
reeds heden uit Engeland vertrekken om
een verlof van drie maanden, dat zyn ge
neesheer en hem tot herstel van zyn ge
zondheid hebben voorgeschreven, in Zwit
serland door te brengen.