Gevechten in Abessinië laaien op MAANDAG 23 DECEMBER 1935 DE LEIDSCHE COURANi VIERDE BLAD - PAG. 11 DE KRONKELWEGEN DER STEUN VERLEENING Eenlge circulaires toegelicht Een drietal circulaires van het Departe ment van Sociale Zaken, welke de laat ste weken zijn verschenen, vragen de dacht. Ze betreffen: a. indeeling van landarbeiders in werk- loozenkassen, die eigen grond bezitten; b. verstrekking van brandstoffentoeslag; c. een bijslag op de uitkeeringen uit werkloozenkassen, en Wij achten een bespreking dezer steun maatregelen van belang, vooral voor de werkloozen, die uiteraard niet op de hoogte kunnen zijn met alle maatregelen, welke geregeld verschijnen over de uit voering der steunregeling. Hoeveel eigen grond mogen werklooze landarbeiders betelen? Bij circ. van 27 Mei 1935 deelt de Rijks dienst der Werkloosheidsverzekering den gemeenten mede, dat in de reglementen voor de werkloozenkassen der landarbei ders bepalingen voorkomen, welke hierop neerkomen: le. geen lid der werkloozenkas kunnen zijn zij, die een belangrijk deel des jaars voor eigen rekening werken; 2e. geen uitkeering mag worden ver strekt aan leden, die een zoodanige op pervlakte grond in eigendom of pacht be werken, dat zij dientengevolge niet bij anderen arbeid zouden kunnen verrichten. De vraag rijst nu wanneer deze gevallen zich in de practyk zullen of kunnen voor doen. De rijksdienst heeft in overleg met de besturen van bedoelde werkloozenkassen normen vastgesteld, die tot leidraad zou den kunnen dienen bij de beoordeeling van de vraag^of iemand lid van een werk loozenkas van een landarbeidersbond kan zijn en uit die kas uitkeering kan genie- en. Dit overleg heeft tot resultaat gehad, dat een schema is vastgesteld, waaruit af geleid kan worden of iemand tot lid van de kas kan worden toegelaten. Bij dit schema, dat aangeeft hoeveel H.A. men mag bewerken om lid van een kas te kunnen blijven, wordt rekening gehouden met de grootte van het gezin, terwijl het ruimte openlaat voor de beoor deeling van de vraag, of in bijzondere ge vallen, bij grooter landgebruik toetreding tot het lidmaatschap van een kas mag plaats hebben. Uit het schema zien wij, dat voor elke gemetene een bepaalde hoeveelheid grond als maximum is gesteld voor bewerking door een kastrekker. De minimum oppervlakte (voor een ge zin zonder kinderen) mag vermeerderd worden voor de inwonende kinderen bo ven 14 jaren, die in het bedrijf van hun vader meewerken. Onderstaand geeft aan hoe groot deze minimum oppervlakte is, daarnaast de vermeerdering voor de in het bedrijf mede werkende kinderen en het laatste cijfer de maximum oppervlakte, welke in de ge noemde gemeente mag worden bebouwd. Alkemade, oppervlakte: 3/7 H.A.; op pervlakte voor inwonende kinderen van 14 jaar en ouder, mits regelmatig in het bedrijf van den vader werkzaam: 1/7 H.A., maximum oppervlakte per gezin 1 H.A. Alphen a. d. Rijn, resp. 3/4, 2/7 en 2. Bos koop resp. 3/7, 1/7 en 1. Hazerswoude resp. 3/4, 2/7 en 2. Katwijk resp. 3/7, 1/7 en 1. Koudekerk resp. 3/4, 2/7 en 2. Lei den resp. 3/7, 1/7 en 1. Leiderdorp resp. 3/4, 2/7 en 2. Leimuiden resp. 3/4, 2/7 en 2 Noordwijk resp. 3/7, 1/7 en 1. Noordwij- kerhout resp. 3/7, 1/7 en 1. Oegstgeest resp. 3/7, 1/7 en 1. Rijnzaterwoude resp. 3/4, 2/7 en 2. Voorschoten resp. 3/7, 1/7 en 1, Wou- brugge 3/4, 2/7 en 2 H.A. Indien de grond voor bloemen, bloem bollen, boomkweekerij of groen ten cultuur voor de markt geheel of gedeeltelijk in gebruik is, wordt de oppervlakte resp. 3/7, 1/7 tot een maximum van 1 H.A. Heeft in de gemeente Alkemade b.v. een landarbeider een oppervlakte grond tus- schen 3/7 H.A. en 1 H.A. (varieerend in verband met de grootte van zijn gezin) dan mag deze arbeider nog lid van een werkloozenkas zijn; is zijn totale opper vlakte grooter dan deze aangegeven maxi ma, dan moet hij niet toegelaten worden. Voor enkele dagen is wederom een cir culaire van de rijksdienst ontvangen. In verband met de omstandigheid, dat de pe riode, waarin leden van landarbeiders- vereenigingen voor uitkeering uit de werk loozenkas in aanmerking kunnen komen, is aangevangen, wordt medegedeeld, dat de hiervoren omschreven regeling in wer king treedt met 1 December 1935 voor nieuw toetredende leden en met 1 Decem ber 1937 voor alle leden. De brandstoffentoeslag b. Evenals vorige jaren is ook thans we derom aan de gemeenten de bevoegdheid gegeven, over het tijdvak 27 October 1935 t.m. 28 Maart 1936 aan de onderstaande en bij een werkverschaffing geplaatste werk loozen een brandstoffentoeslag uit te kee- ren van ten hoogste 1.per week. Even als voor de uitkeering van steun komen bij dezen toeslag alleen in aanmerking kostwinners en alleenwonende kostgangers. De toeslag kan gegeven worden aan de hierboven genoemde categoriën, doch mag vermeerderd met steunbedrag of werk- verschaffingsloon niet meer bedragen dan 95 pet. van het loon, dat de betrokkene in het vrije bedrijf zou kunnen verdienen, ten tijde dat hij voor den toeslag (steun) in aanmerking kwam. Bij werkverschaffing wordt het maxi mum uit te keeren bedrag berekend in verband met het aantal dagen, dat gear beid is. Wordt in eenige week door een arbeider 4 dagen gewerkt, dan bedraagt de kolenbon 4/6 x 1. Zou bij een bereke ning van het steunbedrag echter een groo- tere uitkeering voor brandstoffentoeslag plaats hebben, dan wordt* deze hoogere uitkeering verstrekt. Verstrekt de gemeente in natura (door dat zij b.v. zelf de beschikking heeft over brandstof) dan mag de verstrekking niet plaats vinden tot een bedrag van 1, doch moet met de behoefte van het gezin reke ning worden gehouden. De hiervoor besproken gevallen willen wij met een voorbeeld toelichten. Wij be palen ons tot een gemeente 8e klasse (ta rief 8 pi. /0.75 gezinsledentoeslag). geval a. Uitgetrokken werklooze met 3 gezinsleden (dus 5 personen). Het loon in het vrije bedrijf is bepaald op 15. De steun bedraagt 8 pl. 3 x 0.75 is 10.25, kolentoeslag 1, is totaal 11.25 (blijft be neden 95 pet. van 15). Zou het loon bepaald zijn op ƒ11.50 (95 pet. hiervan is ƒ10.92), dan zou niet ƒ11.25 mogen worden uitbetaald, doch slechts ƒ10.92, zoodat de brandstoffentoeslag be draagt ƒ0.67 (ƒ10.92 minus ƒ10.25). geval b. Werklooze werkt in werkver schaffing gedurende 48 uren tegen een uurloon van f 0.24; weekloon 11.52. De toeslag van 1 wordt verstrekt. Zouden er slechts 5 dagen gewerkt wor den tegen een loon van ƒ9.60, dan zou de berekening voor de kolenbon 5/6 x ƒ1 moeten bedragen. Nu wordt evenwel de steun eerst berekend; deze is in het on derhavige geval 10r25 pl. 1 kolentoe slag is 11.25, welk bedrag blijft beneden 95 pet. van het loon, dat in het vrije be drijf verdiend kan worden. In dit geval wordt niet 5/6 van 1 uitgekeerd, doch het volle bedrag. Vele varianten zijn hier mogelijk, welke in dit beperkte artikel niet besproken kunnen worden. (We wijzen slechts op ge deeltelijke werkloosheid, verdiensten, wel ke ten volle of gedeeltelijk moeten wor den ingehouden, dubbel-uitgetrokkenen en on georganiseerden Brandstoffentoeslag mag niet worden uit gekeerd, indien de werklooze geen onder steuning ontvangt uit de gemeentekas. Het gebeurt in de praktijk, dat bonden (wij meenen, dat dit het geval is bij den R.K. Land- en Tuinbouwarbeidersbond St. Deus Dedit) hun leden in de gelegenheid stellen in den zomer kolen in te slaan, waarvoor de afbetaling in wekelijksche termijnen kan plaats hebben. Deze werk loozen hebben weliswaar een kolenvoor- raad, doch behooren, ook tijdens hun steun- uitkeeringen wekelijks een bedrag te be talen. Het is ons bekend, dat er gemeenten zijn, die in deze gevallen geen kolentoe slag uitkeeren, hetgeen o.i. niet juist is. Deze menschen, die spaarzaam zijn en, volgens oud recept, des zomers zorgen voor „brand", behooren o.i. zij het een ge deeltelijke uitkeering te krijgen van den brandstoffentoeslag. Naar wij vernomen hebben is de Minister van Sociale Zaken echter niet bereid oestemming te geven om in deze gevallen de kolentoeslag in de steun- declaraties te doen opnemen. Indien wij ons op het standpunt stellen dat de brandstoffentoeslag in de eerste plaats bedoeld is om in natura te worden verstrekt, dan zouden wij iets kunnen voe len voor het standpunt van den Minister. Nemen wij aan, dat de verhoogde steunuitkeering (onder den naam „brandstoffentoeslag") een tegemoet koming is in de meerdere kosten, welke de werkloozen in den winter hebben, in verband met verlichting en verwarming, dan is uitkeering van een toeslag tot maximaal 1 zeer zeker op zijn plaats. En in dat licht willen wij de circulaire van den minister bezien. Zouden wij haar an ders commentarieeren, dan zouden wij af breuk doen aan het verzekeringsbesef, dat nog onder de arbeiders leeft en dat minister op andere plaatsen sterk steunt. De brandstoffentoeslag mag ook aan armlastigen worden uitgekeerd. In het bepalen van de grootte van het bedrag is de gemeente geheel vrij, omdat deze uit gaven geheel voor haar rekening blijven. Mag nu aan hen, die uit hun kas trek ken en die voor 'een gemeentelijke toeslag in aanmerking komen, een kolenbon ver strekt worden? c. De circulaire van den minister d.d. 12 December j.l. geeft hierop antwoord, deze circulaire wordt gezegd, dat aan werkloozen, die eenige uitkeering uit een werkloozenkas ontvangen, een toeslag op deze kasuitkeering kan worden verstrekt tot het bedrag dat anders aan steun plus brandstoffentoeslag zou worden uitgekeerd, indien hij geen kastrekker was. Als dus het steunbedrag hooger is dan de uit keering uit de bondskas, dan kan uit de gemeentekas een toeslag met kolenbon wprden verstrekt. Bij deze berekening moet onderscheid gemaakt worden tusschen uitgetrokkenen (zij, die nog geen 13 weken ondersteuning hebben ontvangen in 1935) en dubbel-uit getrokkenen, (zij die reeds langer dan 13 weken ondersteuning van gemeentewege genieten). Trekken zij uit de kas van den bond. terwijl zij nog geen dertien weken steun hebben ontvangen, dan wordt de kastoe- slag tot en met de dertiende week berekend naar het tarief van uit getrokken, daarna als dubbel-uitgetrok kenen. Ter verduidelijking een voorbeeld Een werklooze, in 1935 gedurende 10 we ken ondersteuning genoten hebbende, be gint uit de kas van den bond te trekken, doch verzoekt tevens een kastoeslag van gemeentewege. Gedurende 3 weken wordt zijn steun berekend naar het tarief van uitgetrokkene, den overigen tijd, dat hij uit de kas trekt, wordt het tarief van dub- bel-uitgetrokkene in aanmerking genomen. Iedereen kan nu voor voor zich zelf uit- Engeland vindt steun bij de Middellandsche Zee-mogendheden Hevige Italiaansche luchtbombardementen ENGELANDS VRAAG AAN DE MIDDELANDSCHE ZEE-STATEN. Bemoedigende antwoorden. De antwoorden, welke het Foreign Office tot dusver heeft ontvangen op zijn verzoek, aangaande de mate van steun, dien de Mid dellandsche Zeemogendheden bereid zou den zijn aan de Engelsche vloot te verlee- nen, indien deze door de Italiaansche mocht worden aangevallen, dragen naar Reuter verneemt een bemoedigend karakter. Er bestaat alle reden voor de veronder stelling, dat de gedachtenwisseling zal wor den voortgezet, met het doel, de doeltref fendheid te vergrooten van de maatregelen, welke beoogd zijn om onmiddellijk het hoofd te kunnen bieden aan een aanval, waarvan de Britsche vloot in de Middel landsche Zee het slachtoffer zou kunnen worden. Het verzoek om inlichtingen is reeds, al dus Reuter, op 8 December door de Brit- sohe diplomatieke vertegenwoordigers ter kennis van de betrokken regeeringen ge bracht, t.w. Turkije, Griekenland, Joego slavië en Spanje. Voorts is Roemenië op de hoogte gehouden als mede-onderteeke naar van het Balkenpact. ROME ACHT PLAN-LA VAL NOG VAN KRACHT. Italië acht de Parijsche vredesvoorstellen nog steeds van kracht. Dit was de kern van de verklaring, aldus meldt de „Matin", welke de Italiaansche gezant te Parijs tij dens een onderhoud met den Franschen premier, Laval, heeft agelegd. Uitgaande van dit standpunt mag Italië volgens den gezant het recht voor zich opeischen, dat dit plan als basis voor verdere besprekin gen wanneer die in de toekomst zullen plaats vinden, wordt aanvaard. Volgens de „Oeuvre" is het niet uitgeslo ten, dat Laval den Italiaanschen ambassa deur tijdens dit onderhoud heeft gewezen op het feit, dat men in officieele Parijsche kringen bijzonder ontevreden is over de houding, welke Italië heeft aangenomen. ITALIE'S GOUDOOGST. Een artikel in de „Frankfurter Ztg." bevat beschouwingen betreffende het mogelijke effect van de Italiaansche goudinzameling. De „Stampa" /vil uit die actie een half milliard goud halen. In Genua, Turijn, Mi laan, Rome en Napels werd tot nu toe 3300 K.G. bijeengebracht. In totaal rekent men blijkbaar op 33.000 kilo. Volgens de „Frankfurter Ztg." zou door een inzameling van 10 millioen ringen, die van 2 tot 5 gram fijn goud bevatten, en voorts van wat er zooal aan goud in Italië is te vinden, voor een bedrag van ten hoog ste 1 yK milliard lire kunnen worden bijeen gebracht. Die hoeveelheid is slechts van belang, indien men haar vergelijkt met den voorraad der Bank van Italië, die einde October nog over 4 milliard beschikte, doch thans naar schatting over niet meer dan 2*4 milliard goud beschikt. Doch, overigens zou de goudinzameling bij particulieren slechts toereikend zijn voor hoogstens enkele maanden oorlog-voe ren. VAN HET OORLOGSFRONT. De Abessijnsche overwümingsberichten. Van Abessynische zijde worden nadere bijzonderheden medegedeeld over het ver loop van de reeds gemelde gevechten aan het Noordelijk Front in het Sjire-gebied. Het betrof hier een slag, die op 15 en 16 December nabij Degas ja en Enbasilasi, on geveer 50 K.M. ten Westen van Aksoem, heeft plaats gehad. Volgens deze berichten hebben ook Italiaansche vliegers aan de gevechten deelgenomen, doch spoedig na het begin van het gevecht hadden de vlieg tuigen nog slechts waarde voor het doen van waarnemingen, aangezien het gevecht zich ontwikkelde tot een verbitterden strijd van man tegen man, zoodat het werpen van bommen de Italiaansche troepen evenzeer in gevaar zou hebben gebracht. De Abessyniërs melden, dat het him ge lukt is de Italiaansche stelling bij Degasja te nemen, waarop zij een tweeden aanval deden op de goed versterkte en door de Italianen verbitterd verdedigde stellingen te Enbasilasi. Volgens Italiaansche berichten zouden bij dit twee dagen durende gevecht ongeveer 150 man en 20 officieren der blanke troe pen en meer dan 200 Askari's zijn gevallen. De Abessyniërs melden, dat zij behalve de reeds gemelde tien tanks en 28 machi negeweren opnieuw zeventien tanks en 50 machinegeweren alsmede een groot aantal gewone geweren en duizenden patronen nen hebben buitgemaakt. Volgens een offi cieel bericht zou het verliescijfer der Abes synische troepen zeer veel lager zijn dan dat der Italianen, wat voornamelijk veroor zaakt werd door de omstandigheid, dat de Abessyniërs bijna uitsluitend des nachts aanvielen. rekenen welk bedrag aan toeslag wordt uitgekeerd. Zou het steunbedrag liggen beneden het bedrag, 'dat uit de bondskas wordt ont vangen, doch, vermeerderd met den brand stoffentoeslag, boven dit laatste uitgaan, dan wordt het verschil uitgekeerd. A. E. M. SCHAMINEE. Voortdurende troepenverplaatsing naar het Zuiden. Uit Diredoua wordt gemeld: De Abessynische troepen gaan voort met de organisatie aan het Ogaden-front, waar schijnlijk met het oog op a.s. belangrijke operaties. Voortdurend worden troepenverplaatsin gen naar het zuiden opgemerkt. De weer standslinie is met verscheidene duizenden manschappen versterkt. Dedjaz Makonen, een der voornaamste legerchefs in het Zuiden deelde aan den Havas-vertegenwoordiger mede, dat het doel is eèn concentratie halfweg Diredaua en het Ogaden-front. „Ik ga, zoo zeide hij, binnenkort naar Harrar en daarna naar Djidjiga om Ras Nasiboe den opperbevelhebber te ontmoe ten teneinde met dezen de definitieve po sities der troepen te bespreken. De ravitailleering is uitstekend georgani seerd en voor verscheidene maanden vol doende. EEN GROOT OFFENSIEF DER ITALIANEN. In goed ingewijde kringen te Rome ge looft men, dat Mussolini ten zeerste verbit terd is door de wijze, waarop de Britsche regeering de Parijsche vredesvoorstellen in de steek heeft gelaten. De nieuwe troepen transporten naar Oost-Afrika zouden de be doeling hebben, in verband met den hul digen diplomatieken toestand door een zeer krachtig offensief zoowel in Somaliland als aan het Noordelijk front nog voor het be gin van de regenperiode een zoo groot mo gelijk gebied te bezetten, mede in de hoop, daardoor den Negus tot onderhandelingen op de thans afgewezen basis te dwingen. Hevige luchtbombardementen. Tusschen Kworam en het Asjangimeer hebben Italiaansche vliegtuigen een Abes- synisch kamp gebombardeerd tengevolge waarvan tal van tenten in vlammen opgin gen. Ongeveer 3000 Abessyniërs, die op de vlucht sloegen, werden verscheidene malen achter elkaar gebombardeerd. Er zijn, zoo verklaart men, talrijke slachtoffers te betreuren. Een Abessynisoh communiqué meldt een luchtbombardement van Wworam en an dere dorpen in de omgeving van het Ashan- gi-meer door 10 Italiaansche vliegtuigen ge durende 2 uur. Verscheidene huizen zijn af gebrand, maar men weet nig niet hoeveel slachtoffers er zijn gevallen. Dessië opnieuw gebombardeerd. Dessie en de omliggende dorpen zouden opnieuw een hevig bombardement te ver duren hebben gehad. Bijzonderheden ont breken nog, maar men gelooft, dat, ofschoon er belangrijke schade werd aangericht, er geen slachtoffers te betreuren zijn. DUITSCHLAXD. LIJDELIJK VERZET VAN DUITSCHE BOEREN Tegen-maatregelen der regeering Talrijke boeren in Duitschland plegen lij delijk verzet tegen de voorschriften van de regeering en weigeren hun melk af te leveren aan de zuivelbedrijven, die belast zijn met de fabrikatie van boter en kaas. De Pruisische minister-president Goering heeft de geheime staatspolitie opgedragen, krachtig op te treden tegen allen, die zich niet onderwerpen aan de maatregelen, die op het oogenblik noodig zijn en aan de or ders der autoriteiten. Een officieel communiqué meldt, dat een boer is gearresteerd wegens „lijdelijk ver zet". Deze arrestatie, aldus het communi que, moet den weerspannigen boeren tot waarschuwing dienen. HITLER STICHT EEN SOLDATENBOND Reserve voor het nieuwe leger In overleg met Hitier heeft de rijksminis ter van Oorlog den opperbevelhebber op gedragen, een „soldatenbond" van het nieuwe leger te vormen. In dezen bond moeten alle sedert 1 Januari 1921 uit het leger getreden soldaten worden vereenigd; allen, die in de toekomst het leger verla ten, kunnen vrijwillig toetreden. Duitsch land heeft reeds een marine-bond en een reserve voor het luchtwapen; daarnaast komt nu een soortgelijke organisatie voor het leger. Door den „soldatenbond" zullen de be langen der reservisten van het nieuwe le ger worden behartigd; de Kyffhauserbund en de overige soldatenbonden zullen van de oude weermacht blijven vertegen woordigen. Bondsleider wordt de oud-generaal baron Seutter von Loetzen. Het doel van den bond is „den ontslagen soldaten de taak voor te houden, die Hitler in den herfst aan de actieve weermacht heeft gesteld: opvoeding tot betrouwbare volksgenooten, die in de ure van nood en gevaar trouw blijven aan de natie en desnoods dapper de vrijheid van hun volk zullen verdedi gen". Bovendien wil de bond zijn leden in levend contact houden met de actieve troe pen en den jongen soldaten trots op de groote tradities van het leger inplanten. De bond is'een onpolitieke vereeniging, maar staat op den bodem der nat.socialistische wereldbeschouwing: de leden kunnen bo vendien lid zijn van de party, de S.A. etc. De leden van den bond worden gegroe peerd in „kameraadschappen", welke in Januari zullen worden gevormd. Dan wor den ook de leiders aangewezen. De bonds leden krijgen allen insignes, ten einde te doen uitkomen, dat zij bij de nieuwe weer macht behooren. DE KATHOLIEKE JEUGDORGANISATIES Het paspoort van Mgr. Wolker afgenomen De Centrale der Katholieke Jeugd-Ver - eennigingen in Duitschland te Keulen is thans reeds meer dan vier weken gesloten. De huiszoeking is nog steeds niet beëin digd: ieder stuk papier wordt nagekeken en onderzocht of men niets kan vinden waaruit zou kunnen blijken dat de K.J.V. een staatsvijandelijke actie ondernomen had. De Algemeene Directeur van het Ka tholiek Jeugdwerk Mgr. Ludwig Wolker, die meermalen in Rome rapport uitbracht aan den H. Vader over den heldhaftigen stijd der Katholieke Duitsche Jeugd mag niet meer naar het buitenland reizen en in verband daarmee is het paspoort van Mgr. Wolker afgenomen. ENGELAND. Eden Minister van Buitenl. Zaken OPVOLGER VAN SIR SAMUEL HOARE De jongste staatsman met zooveel invloed Zondag in de namiddag is officieel me- gedeeld, dat als opvolger van Sir Samuel Hoare tot Britsch minister van Buitenland- sche Zaken is benoemd de tegenwoordige Volkenbondsminister Anthony Eden. Naar verluidt zal in zijn plaats geen nieuwe minister voor Volkenbondsaange legenheden worden benoemd. De nieuwe Britsche minister van Bui- tenlandsche Zaken, Captain Robert Antho ny Eden, werd in 1897 geboren en is dus pas 38 jaar oud. Ongetwijfeld is hij een der jongste, misschien wel dè jongste staatsman, die op het oogenblik in de in ternationale politiek een rol speelt. Edens rol als minister van buitenlandsche zaken van het machtige Britsche Rijk zal zelfs zeer belangrijk zijn. Ondanks zijn jeugdigen leeftijd heeft Eden ook voor hij minister in een Britsch kabinet werd, reeds belangrijk werk als vertegenwoordiger van Groot-Brittannië verricht, zoowel in de bijeenkomsten van de verschillende instanties van den Vol kenbond te Genève als bij besprekingen met buitenlandsche regeeringen te Londen of m de vreemde hoofdsteden. Eden bezocht, zooals de meeste Engelsche jongelui van goeden huize, Eton en ver volgens het Christ Church-college aan de Universiteit van Oxford. Hij sloot zich aan bij de Conservatieve Partij en werd in 1923 voor Warwick en Leamington in het Lagerhuis gekozen. Reeds toen interesseer de hij zich voor de buitenlandsche aange legenheden, en in 1926, toen Sir Austen Chamberlain minister van buitenlandsche zaken was, werd hij benoemd tot parle mentair particulier secretaris van den mi nister, welke functie hij waarnam tot 1929. Bij de vorming der Nationale Regeering in 1931 kreeg hij de functie van onder- staatssecrearis van buitenlandsche zaken. In 1934 werd hij Lord Privy Seal zonder zetel in het kabinet en speciaal bestemd voor Volkenbonds-aangelegenheden, terwijl hij daarna, bij het aftreden van Sir John Simon, minister voor Volkenbondsaange legenheden werd. In al deze functies van de laatste jaren deed hij echter practisch hetzelfde werk, vertegenwoordigde hij Engeland te Genè ve, voerde hij besprekingen over de bui tenlandsche politiek te Parijs en in andere hoofdsteden en behoorde hij tot de voor naamste adviseurs van den minister van buitenlandsche zaken. Men herinnert zich nog zijn kortstondig verblijf in Nederland, waar hij op Schiphol, komende uit Parijs en op weg naar Praag en Moskou, den mi nister van buitenlandsche zaken Sir John Simon ontmoette, die toen de geruchtma kende besprekingen te Berlijn met Hitier had, die indirect een der mede-oorzaken van zijn aftreden waren. Reeds toen, na het ontslag van Sir John Simon, verwachtten velen, dat Eden als zijn opvolger zou worden benoemd. Het scheen, dat men hem echter in de verant woordelijke kringen der regeering nog te jong achtte om hem een dergelijke verant woordelijke ost te laten bekleeden, hoe wel volgens sommige ingewijden Eden een zeer veel scherper inzicht had in de juiste lijn der Britsche buitenlandsche politiek dan zijn voorganger. Slechts weinige maan den later, eveneens door een tactische en politieke fout van een minister van bui- tenla.vdsthe zaken, die zich daardoor ge noopt ziet, zijn ontslag te nemen, wordt Eden toch op deze belangrijke post geroe pen. De nieuwe, jeugdige minister, die een ijverig aanhanger van den Volkenbond is, gen'tt als mensch, mede vanwege zijn charmant en tot in details* verzorgd uiter lijk, waar men in Engeland zoo gevoelig voor is, de reputatie van een „perfect gentleman". Sir Samuel Hoare voor drie maanden naar Zwitserland Sir Samuel Hoare zal waarschijnlijk reeds heden uit Engeland vertrekken om een verlof van drie maanden, dat zyn ge neesheer en hem tot herstel van zyn ge zondheid hebben voorgeschreven, in Zwit serland door te brengen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 11