3)e £eicbcfie (Boti/fcomt
De te Parijs wonende ItaliaamcHe wouwen otterden ook deze week haar De zandzuiger .Blanka", welke de vorige week in de haven van Scheveningen De onvindbare. Generaal Nasibu, de bekende Abessijnsche
gouden ringen voor de nationale inzameling zonk en daarop gelicht is, wordt thans voor het grootste gedeelte gesloopt legerchef in zijn hoofdkwartier te Jijiga
De generale repetitie voor de Kerst-
uitvoering in intiemen kring
Een historische zitting van den Volkenbond.
De historische zitting van den Volkenbond te Genève, waarin de vredes
voorstellen van Hoare en Laval verworpen werden. Achter de tafel onder
scheidt men o.m. den Franschen premier en den Engelschen staatsman Eden
Sir Samuel Hoare 'm gezelschap van
zijn echtgenoote op weg naar het
Lagerhuis voor het uitspreken van zijn
rede over de vredesvoorstellen
FEUILLETON.
ALS IEMAND
VERRE REIZEN DOET
Een avontuurlijk verhaal van drie
studenten,
door
ARNOLD BARTEL.
(Nadruk verboden).
3D
Het wordt een uur en het wordt twee
uur. Eindelijk houden zij het niet langer
uit en besluiten voor het Casino verder te
wachten. Ze betalen en verlaten het ter
ras.
Buiten rondom een plantsoen met pijn
boom en, parkeeren honderden auto's. Uit
louter verveling kijken zy naar het merk
en de nummerborden van al die wagens.
De meesten zijn van Fransche nationaliteit,
doch er zijn er ook uit Engeland, Italië
en Amerika. Snavel zoekt ijverig naar een
landgenoot, maar hy vindt er geen en Vol
kers valt het op, dat er ook geen enkele
Duitsche wagen te zien is. Nauwelijks ech
ter heeft hij deze ontdekking onder woor
den gebracht of hij ziet het kleine wagen
tje van meneer Spörcke, den auto-fabri
kant voorbij flitsen. Boven het nummer
bord prijkt duidelijk de letter D. Op het
zelfde oogenblik schiet hem te binnen, dat
meneer Spörcke van plan was vandaag een
zeiltochtje te maken naar de Lerinsche
eilanden. Hij weet dat zoo goed, omdat gis
teren meneer Popodotschi in de hall van
het hotel voor eenige vroegere mede-pas
sagiers van de „Ukami" plaatsen heeft be
sproken.
Wel nu nog mooier! zegt hij ver
bluft. Wie rijdt daar nu met dien kinder
wagen van Spörcke? En als hij Snavel's
vragend gezicht ziet, deelt hy deze ter op
heldering mede, dat meneer Spörcke daar
ergens op de eilanden zit, zoodat hij on
mogelijk tegelijkertijd hier met zyn auto
voorbij kan rijden.
Dit laatste moet Snavel toegeven en ook
hy vindt het vreemd.
Ik geloof, dat er iets niet in den haak
is, zegt hij, na een korte pauze. En hoe
meer ik er over nadenk, des te merk
waardiger komt het mij voor, dat Diesel
het dure Casino heeft uitgezocht om ons te
ontmoeten, terwijl hij niet eens verschijnt.
Na kort beraad besluiten zij naar hotel
„Cote d'Azur" te gaan om Diesel te zoe
ken. Als zij daar aankomen, blijkt er een
soort paniek te heerschen. Een troepje gas
ten staat in druk gesprek gewikkeld en
heftig gesticuleerend bijeen, keliners en
andere leden van het personeel rennen heen
en weer en als zij door de draaideur de
halle betreden, vliegt Harry Dieesl, op den
voet gevolgd door Jean Martin, reeds op
hen af.
Verdraaid waar zitten jullie dan
toch? Hebben jullie mevrouw Manescu en
Slivkowitsch niet gezien?
Maar dat is de beide anderen toch te
veel. Wat vraag je me nou? zegt Vol
kers nijdig. Als jy ons naar het Casino laat
komen en ons daar bijna drie uur laat
wachten dan zien we niet veel meer dan
een ongeduldige kellner, die niet ten on
rechte meent, dat we niet zoo lang op één
consumptie kunnen zitten.
Diesel staat een oogeiblik sprakeloos
Wat zegt hij eindelijk. Ik zou jullie
verzocht hebben in het Casino te komen..
Maar man, hoe kom je daar bij?
Je hebt toch een jongen met die
boodschap naar ons toegestuurd?
Ach klets.
Jean Martin weet nu blijkbaar voldoen
de en begeeft zich naar den ouden portier
en een picolo, die eveneens bij de draai
deur staan. Ook hun wordt gevraagd, of
zij madame Manescu en den bloemenman
het hotel niet hebben zien verlaten. Maar
beiden moeten zich bepalen tot een ont
kennend antwoord en een nietszeggend
schouderophalen. Zij hebben zich bij het
ontstaan van de vechtpartij naar boven
begeven, zoodat de draaideur eenigen tyd
onbewaakt is geweest. Zij weten zelfs niet
eens, hoe die bloemenman eigenlijk bin
nengekomen is. Leveranciers mogen niet
door den hoofdingang naai- binnen. En nu
zijn zij beiden spoorloos verdwenen.
De hoteldetective is naar de kamer van
mevrouw Manescu gesneld, maar deze is
leeg en zelfs keurig opgeruimd. Ook het
aangrenzende vertrc- wordt nog aan een
nauwgezet onderzoek onderworpen, maar
de Roemeensche is en blijft weg.
Het poovere resultaat van zijn onder
zoek deelt hij Jean Martin mede. Deze
zegt slechts Alle bagage in beslag ne
men! De dieven kunnen alleen door de on
bewaakte draaideur naar buiten zijn geko
men. Daar staan auto's genoeg!
Diesel vertelt intusschen den beiden an
deren in 't kort, wat er gebeurd is. En als
zy hem daarop meedeel en, dat kort gele
den iemand de auto van meneer Spörcke
moet hebben gestolen, weet Diesel onmid
dellijk waar Wj aan toe is: Popodotschi
en zijn medeplichtigen zyn er natuurlijk
in die auto met den buit van door!
Snavel maakt Jean Martin deelgenoot
van hun vermoeden en in een minimum
van tijd wordt nu een aan het hotel toe-
behoorende wagen gerequireerd. Een
chauffeur is er op het oogenblik niet, maar
daar er geen minuut te verliezen is, blijft
er geen andere oplossing dan dat Diesel
achter het stuur plaats neemt. De lastige
rit van Loja naar Malaga met een vreem
de huurauto heeft hem moed gegeven. Zijn
twee kameraden verklaren zich onmiddel
lijk bereid mee te gaan. Jean Martin aar
zelt een oogenblik. Moet hy hier blijven,
de Fransche politóe van het gebeurde in
kennis stellen en sporen vervolgen, welke
in het hotel tezamen komen? Of zal hy
onmiddellijk de achtervolging beginnen en
trachten den gestolen auto in te halen
voor deze met zyn kostbaren inhoud de
grens heeft bereikt? Hij besluit tot het
laatste, het aan den hoteldetective overla
tend zich met de plaatselijke politie in
verbinding te stellen en een seconde later
zit hij bij de drie studenten in den wa
gen.
Diesel zet den motor aan en met groote
snelheid gaat het nu in de richting, welke
door Volkens en Snavel als die, waarin de
gestolen auto zich bewoog, wordt aange
geven. Het is de weg, welke over Antibes
naar Nizza leidt. Er is hier een geweldig
druk verkeer, maar Diesel werkt zoo hef
tig met de claxon dat de andere automo
bilisten, zy het ook onder het uiten van de
noodige verwenschingen, onmiddellijk ruim
baan maken.
Voor het station Antibes staat een ver
keersagent. Zij moeten een oogenblik stop
pen en Jean Martin maakt van deze gele
genheid gebruik den man te vragen, of er
ook een kleine roode auto van Duitsche na
tionaliteit voorbij is gekomen. De verkeers
agent knikt en wijst in de richting van
Nizza.
Nu zyn zij eindelijk op een vry stillen
weg, zoodat zij alles uit den wagen kunnen
halen. De kilometerteller staat al spoedig
op negentig vyf en negentig en ten
slotte zelfs op honderd. Zoo razen zy langs
den, over het algemeen kaarsrechten weg,
welke evenwijdig met de kust loopt. Veel
te genieten is hier niet. Het wemelt er van
schreeuwende reclameborden, welke di
verse badplaatsen, dranken en bouwter
reinen in de gunst van de passanten aan
bevelen. Er zijn trouwens rechts en links
van hen duizenden vierkante meters bouw
terrein „a vendre". Men krijgt onwillekeu
rig den indruk, dat hier vele eigenaars het
slachtoffer zyn geworden van mislukte
grondspeculaties.
Voor Nizza stoppen plotseling alle auto's.
Twee politie-agenten staan midden op
straat en controleeren alle papieren der be
stuurders. Telegraaf en telefoon hebben hun
werk reeds gedaan; men zoekt de voort
vluchtige juweelendieven.
Jean Martin werkt weer met legitima
tiepenning en informeert opnieuw naar
den kleinen, rooden wagen. Maar de beide
agenten zijn pas eenige minuten geleden ge
alarmeerd en hebben niets gezien. Zij ge
ven hem den raad in de stad bij een ver
keerspost te vragen.
(Wordt vervolgd).