No. 8297 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Bij de vrijgestelden des Heeren m. 27ste Jaargang DONDERDAG 19 DECEMBER 1935 DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, by vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11! DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: S 0.50 Een middag binnen Egmond's Kloostermuren Het levensideaal der Benedictijnen Aan de poort van het Egmander klooster 6tond de prior in zijn zwart habijt, om de gasten te verwelkomen, die met opgezette kraag, waaruit een blauw-koude neus te voorschijn stak, langs den Vennewatersweg kwamen aan-marcheeren. Deze gasten waren niet gekomen met de vrome bedoeling, waarmede gewoonlijk leeken bij de Benedictijner-kloosters aan kloppen. Het zou echter onjuist zijn te be weren, dat deze nieuwe gasten door on vrome bedoelingen gedreven werden! Om iedere schijn van huichelarij te vermijden, willen wij onmiddellijk eraan toevoegen, dat het ook den Prior bekend was, met wel ke bedoeling dit clubje leeken de klooster poort binnen ging. Misschien zelfs was op dat moment Pater Prior de eenige, die pre cies wist, waarom dit tiental heeren in het koude hartje van den winter naar de een zaamheid van Egmond was gelokt, om een middag tusschen de dikke muren van de priorij door te brengen. Deze nieuwe gasten waren journalisten, en wij hadden het voorrecht tot hen te behooren. Wat nu die journalisten naar Eg- mond voerde, van dit raadsel zal men, al lezende, de oplossing vinden! plaats van ons eigen Holland heeft het plechtige en van hooggestemde vreugde vervulde gezang der zwarte monniken ons bizonder ontroerd. Ieder, die zyn vaderland werkelijk lief heeft en het beste ermee voor heeft, moet wel met innige dankbaar heid de terugkeer van de Benedictijnen naar Egmond begroet hebben. Het was een goede gedachte van Dom. Schutte om toen de paters twee aan twee het koor hadden verlaten in de kapel de journalisten in te wijden in de Benedictijnsche spiritualiteit, en de vraag te beantwoorden: wat is nu het eigene van den Benendictijner monnik? Over de kenmerkende eigen schappen van het geestelijk leven van den Benedictijner monnik. Er zijn velerlei elementen, zeide Dom. Schutte, die allen te zamen den Benedic tijner monnik maken en het Benedictijner convent: lo) een abt als blijvend hoofd voor de duur van zijn leven, en een blij vend wonen van den monnik in zyn kloos ter-gemeente. Want het betreft cenobieten, dit wil zeggen gezamenlijk wonenden, mili tairs sub regula vel abbate, die de goede strijd van Christus tegen eigen zwakheden strijden onder de regeltucht en het voor gaan van hun abt, dit wat betreft de so- f" s DE PRIORIJ TE EGMOND De gastvrijheid door den grooten Orde stichter in de regel vastgelegd is een bi- zondere vorm van Benedictijner deugd beoefening en het is met groote erkentelijk heid, dat wy bescheiden oonstatëeren, hoe deze deugd-beoefening in de Egmonder priorij een breede vlucht heeft genomen! Dezer middag heeft ons, beter dan boe ken vermogen, eenig inzicht geschonken in de sfeer van sterke vrede en verheven Gods- aanbidding, die het Benedictijner klooster leven kenmerkt. De eerste begroeting tusschen de gasthee- ren (de Paters en de leden van het Eg- mond-comité) had plaats in de bibliotheek, die nog niet rijk voorzien is, maar die toch zooals Pastoor Nolet met blijmoedige spotternij opmerkte reeds méér „banden" telt dan de wereldvermaarde en kostbare boekerij, die by de verwoesting van het oude Egmond goeddeels verloren ging! Het uur van de Sext was intusschen aan gebroken en mét de rij van statige monni ken, traden wij de kapel binnen, waar de Benedictijnen him God-verheerlijkend dag werk verrichtten. Op den avond van den 23en Augustus van dit jaar zijn de eerste Benedictijner monniken in Egmond teruggekeerd, en hoe wel er op dat tijdstip nog geen ramen in de kapel waren en het huis slechts half vol tooid was, wachtten de monniken geen dag en geen uur om de levende vlam van het liturgisch gebed, welke zy uit Oosterhout hadden meegebracht, in het herrezen Eg mond aan te wakkeren en warmte en gloed te verspreiden in het hooge, verkilde Noor den, waar de geloofsverkondigers van wel eer vergeten schenen. Sinds dien, voor geheel Holland gedenk- waardigen avond, heeft het koor der zwarte monniken niet opgehouden den Lof des Heeren te zingen. Het was niet voor de eerste maal, dat wij de Getijden in een Benedictyner-kloos- fer bijwoonden, maar op deze geheiligde ciale levensvorm 2o) die bedrijvigheid van dit sociale lichaam der kloostergemeen te is: het liturgische dienstbetoon als hoofd taak, en verder arbeiden, hetzij geestes- hetzij handenarbeid allereerst om te voor zien in de behoeften van de kloosterge meente naar hetgeen volgens de verorde ning van het hoofd des kloosters van ieder lid gevraagd wordt, waaronder verder ook valt in beperkte omvang datgene wat de Kerk van het klooster of van een of ander lidmaat van de kloosterfamilie vraagt of verwacht. Wat maakt mi deze levenswijze van een christen, met andere woorden: wat ia de Benedictijn voor een persoonlijkheid in de Kerk? Wel te verstaan natuurlijk, als hij leeft zooals zijn roeping en de genaden, aan die roeping verbonden, medebrengen. lo.) Hij moet volharden in de eenzelvig heid van de dagelijksche kloosterlijke dag orde. Een der elementen, waarover Sint Benedictus de geloften doet gaan, is de sta biliteit, de vast-blijvendheid aan 't zelfde klooster, dezelfde kloosterfamilie, dezelfde kloosterlijke dagorde. In deze jaren en ja ren lang durende volharding van iedere dag bezit de monnik een allerkrachtigste gevolgrijke ascese. Door aldus in 't klooster geduldig te volharden in de leer van Christus en in het deelgenootschap aan Diens lijden, verdient de monnik, zegt de H. Benedictus eenmaal het deelgenootschap te bekomen in de heerschappij van zijn goeden Heer en Meester Jezus Christus. Wat nu de directe bezigheid des geestes betreft, genomen naar het fundamenteele van hun verrichtingen, hebben de monni ken als voornaamste element van hun vor ming dat wat tevens hun sociale plicht is van bovennatuurlijken aard: ze verrichten in de Kerk en namens de christelijke ge meenschap, die immers een zichtbare ge meenschap is, de functie van het gemeen schappelijke, het maatschappelijke gebed. Dit gebed, door de Kerk hun toever trouwd, gelijk het door de Kerk zelf ge ordend is, brengt den monnik in levende verbinding met de eigen rijkdom der Kerk. In het liturgische gebed komt ieder jaar terug, in een herinnerend vieren, het to taal van het Christus-mysterie, vanaf de verwachting van de Verlossing en Zijn ge boorte te Bethlehem langs de stilte der verborgen jaren, het openbare leven van onderricht en doen tot aan de realiteit zel ve van het verlossingsgeheim met al wat er op aansluit of bij hoort. Met deze geestelijke vorming door de liturgie en het liturgische leven kan geen enkele andere vergeleken worden wat be treft rijkdom, kracht, ongedwongenheid. Om de rijkdom en grootheid dier litur gische taak hebben onze vaderen altijd hun abdijen gemaakt tot grootsche uitingen van menschelijke kunstzinnigheid. Zoo geeft ook het liturgische leven den monnik de noodige vorming voor eigen geestelijk leven en 't maakt hem tevens man van alle tijden, een licht als 't moet, ook voor anderen. Wat God van Egmond en zijn huidige be woners hebben en maken wil, besloot Dom. Schutte, willen we overlaten aan zijn va derlijke goedheid en voorzienigheid. Wat ons zelf betreft, hebben we ons tot persoon lijke taak gesteld in onderhouding van het ons voorgeschrevene, in nederigheid onze toeleg daaraan gevend, te komen tot die graad van liefde tot God, die volmaakt ge worden de vreeze uitdrijft, opdat we erken telijk voor alles wat God ons zendt, ook door zijn dienaren de engelen en de men- schen, Hem dienen en huldigen zouden als kinderen des vredes. De historische beteekenis van Egmond. Op de eerste plaats een centrum van gebedsleven. Na het middagmaal in stilzwijgendheid genuttigd, wat voor sommige journalisten een heele penitentie was! heeft in de nog kale kapittelzaal de prior, Dom. Huybers, de historische beteekenis van het middel - eeuwsche Egmond belicht. Wanneer men de beteekenis der Abdij van Egmond in de middeleeuwen wil typee ren, spreekt men bij voorkeur van het klooster als van een der belangrijkste cul tuurcentra van ons vaderland: ofwel men herinnert aan de band die het klooster met Hollands nationale en zelfs politieke ge schiedenis verbindt. Dat alles is ontegensprekelijk waar. Maar het is slechts een zij-aspect van de waar heid: het geeft niet de diepere grond der werkelijkheid. Egmond is op de eerste plaats geweest een centrum van ge bedsleven. Toen graaf Dirk II, ongeveer duizend jaar geleden, hier de eigenlijke Benedictijner Abdij van Egmond bouwde zoo luidt het bijna gelijktijdig stich tingsverhaal plaatste hij daar monniken, „beoefenaars der kloostertucht", opdat zij los van alle andere beslommeringen, zich met God alleen zouden bezighouden: Deo vacare constituit, met andere woor den, 't is een huis van gebed, dat htf hier heeft willen stichten. Dat Deo vacare geeft duidelijk en zuiver het doel weer, waarnaar de monni ken van het oude Egmond gestreefd heb ben. 't fa ook hetzelfde ideaal, dat wy, Be nedictijner monniken der XXe eeuw, naar best vermogen trachten te verwezenlijken. Wij zetten eenvoudig de eeuwenoude tradi tie onzer voorgangers voort. Hun leuze is ook de onze. Vandaar, dat het Deo vaca- r e in den voorgevel prkt onder het blazoen van Nieuw-Egmond, als de schakel die ons met de oude Abdij verbindt. Daar ligt ook de verklaring van de ver dere geschiedenis der Abdij, van de invloed en de aantrekkingskracht, die het klooster in de loop der eeuwen heeft uitgeoefend. Omdat de graven van Holland de waar de van het gebed begrepen, de waarde vooral van het maatschappelijk, officieel gebed der H. Kerk, hebben zij dit huis be giftigd, beschermd en met kunstschatten verrijkt, opdat de monniken zich vrijer op het gebed zouden kunnen toeleggen en de dienst des Heeren uit naam der christelijke maatschappij waardiger zou volbracht wor den. Om diezelfde reden hebben zy in dit huis hun laatste rustplaats gekozen, in de hoop dat hier ook nog na hun dood Gods zegen over hun ziel en over hun land zou worden afgesmeekt. In datzelfde vertrouwen heb ben zij de abten van Egmond niet zelden tot hun raadgevers en hu nafgezanten ge maakt. Door hun gebedsleven zijn de monniken van Egmond voor geheel hun omgeving en voor al degenen die met hen al was het ook maar van verre in aanraking kwa men ,een levende prediking geweest. Want is er een overtuigender en pakkender be wijs van Gods recht op onze diensten, dan te zien of te weten dat er menschen be staan, die geheel him leven wyden aan het Deo vacare, aan het zich bezighouden met God? Van het oude Egmond gedurende de Middeleeuwen maakte het gebedsleven, het Deo vacare het kernpunt uit. Die tradi tie, besloot Dom. Huybers, willen wy voort zetten. De eersten, welke de laatste» werden. Bezinning op het groote levensdoel. De bouw der nieuwe abdij. Pastoor W. Nolet, lid van het oomité, heeft in een kart woord de toekomst van de Priorij geschetst. Dit klooster zal, zeide spr., het eerste en het laatste, (het eerste omdat het weer op neemt de oorspronkelijk-Benedictijnsche traditie, het laatste, omdat het de rij sluit van het herstel van de kloosterrestauratie in ons land) in de toekomst zijn een cen trum van gebed. Gebed hebben we noodig: de lof van God moet verkondigd worden; dat kan gebeuren op allerlei manieren en in iederen levensstaat, maar God heeft zyn vry gestelden daarvoor; en het gebed van deze monniken zal heiliging geven aan het werk van ieder van ons. Het gebed is noodig, ook als smeeking. Deze monniken, die den heelen dag zich richten op wat voor hen is, en voor ons ook moest zijn, het middelpunt van het leven, het hoogheilig Offer, brengen naast den lof aan God ook zegening over de menschen, omdat ze die afsmeeken van God. Dit klooster zal een centrum worden van godsdienstig leven, voor de monniken zelf, en voor degenen, die hier zullen komen, om zich te stichten aan hun voorbeeld, en om zich te bezinnen op het groote levensdoel, dat voor den man in de wereld geen ander is dan voor den monnik, maar dat wij, wereldlijke menschen, zoo moeilijk in het oog houden. Dit Nederlandsche Benedictij ner klooster zal ons iets in ons zelf doen ontdekken, waarvan we ons nog niet be wust waren. Want de oorsprong van het Nederlandsche Christendom in Benedic- tijnsch niet alleen van het Katholieke Christendom, maar vain het heele Neder landsche Christendom. Ook de Protestant van iedere schakeering zal hier iets vinden, dat hem eigen is, zij het het doorgezette streven naar de verheerlijking van God, zij het de redelijke synthese van Gods-stre ven en gebruik van aardsche goederen. Deze bouw houdt beloften in voor de toekomst. Door de milddadigheid van Ne derland is deze eerste stichting bijna ge heel betaald. Er ontbreekt nog een bedrag van ƒ15.000.dat we, mede door uw hulp, binnenkort hopen te kunnen betalen. Maar dan liggen er groote bouwplannen klaar voor de abdij, die eeuwen zal trotseeren. Zou het in de plannen van de Voorzienig heid, den grooten bouwmeester aan het lot der volkeren, liggen, dat die pas gaan wor den uitgevoerd, wanneer het Nederlandsche volk zijn godsdienstige eenheid hervonden heeft? Wij hopen, besloot Pastoor Nolet, en de monniken bidden. Het was voor ons zeer leerrijk, en een groot genoegen, naar deze beschouwingen te luisteren. Wij hopen, dat het ook de le zers thans duidelijk is geworden, welke heerlijke en hooge taak de Benedictijnen in Egmond vervullen, ten geestelijke voor deel van ons geheele volk. Het zal den lezer ook duidelijk zijn ge worden, waarom de journalisten door het abdij-oomité waren uitgenoodigd naar Eg mond te komen! Zoo niet, dan verzoeken wij hem de laatste alinea van de toespraak van Pastoor Nolet met aandacht te her lezen! Het giro-nummer van het Egmond- comité is: Gilissen, Amsterdam 28485 Tot slot van ons bezoek aan Egmond, hebben wij een wandeling over het weiland gemaakt, waar eens de grootsche abdij van Egmond statig oprees, en waar indien God het wil door de dankbare mildda digheid van Katholiek Nederland in de toe komst de aloude kloosterstad in grootscher vormen zal hèrrijzen als een glorieus mo nument van onwankelbaar Godsvertrouwen en eeuwig-durende Aanbidding. DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. GEVECHTEN RONDOM MAKALLE. ROME, 19 December. (A.N.P.) Uit Ma- kalle wordt gemeld, dat vijandelijke groe pen, die de vooruitgeschoven posten ten Zuiden van Makalle waren genaderd, zijn teruggedreven met hevig mitrailleurvuur. ADDIS ABEBA, 19 December. (A.N.P.) Woensdagavond hebben koeriers gemeld, dat bittere gevechten worden geleverd tus schen de Italianen en 2 k 3000 man Abes- sijnsche troepen. Deze gevechten vinden niet alleen plaats aan de Takazze-rivier, doch eveneens ten Noorden van Makalle, de Italiaansche voorpost. Hieruit zou volgen, dat de Abessijnen met groote strijdkrachten achter de linies van het fascistische leger zijn doorgedron gen, waar zij de toevoer voor de troepen aan het front afsnijden. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAHO, De Volkenbondsraad passeert de Parij- sche vredesvoorstellen met ijzig stilzwijgen. Abessynië stelt z'n antwoord uit. (2de blad). De Engelsche minister van buitenland- sche zaken afgetreden. (2de blad). Herriot afgetreden als voorzitter der ra dicaal-socialistische partij. (2de blad). BINNENLAND. De Tweede Kamer heeft gistermiddag de begrooting van het Zuiderzeefonds ziis. aangenomen, nadat minister van Lidth de Jeude de plannen betreffende de Noord- Oostelijke inpoldering nader had toegelicht, (lste blad). Gisteren heeft de Tweede Kamer de be grooting van onderwijs aangenomen en in de Avondvergadering in het bijzonder het wetsontwerp tot verlaging van openbare uitgaven voor het onderwijs in behandeling genomen, (lste blad). Bij Schiphol zijn gistermiddag twee vliegtuigen in botsing gekomen. Een leer lingvlieger gedood; een sergeant-vlieger redt zijn leven in de ringvaart. V Niet meten met twee maten Wy ontvingen volgend bericht: In een brief aan den voorzitter der Tweede Kamer geeft de Hooge Raad der Nederlanden deze Kamer kennis van het per 1 December 1935 aan mr. dr. M. Polak verleend eervol ontslag als raadsheer in den Hoogen Raad. Voorts deelt de Raad, overeenkomstig het verlangen van den minister van Justitie mede, dat, ingevolge het door den minister met de Raad gepleegde overleg, de vervulling der vacature van Raadsheer in dat college voorloopig niet zal worden bevorderd. Dat is een bezuiniging. En die manier, waarop die tot stand kwam, is ons in 't algemeen bijzonder sympathiek: men wacht met een door de omstandighe den gewenschte inkrimping van „perso neel", totdat er een vacature komt. Zoo heeft de Regeering gedaan met de in krimping van het aantal raadsheenen in den Hoogen Raad. 't fa mooi, een dergelijke fijngevoeligheid voor degenen, die in hun positie de zaak 's lands belang hébben gediend, en voor wie een ontslag, ook afgezien van fi- nancieele redenen, pijnlijk moet zijn. 't fa mooi, als in sterkere mate nog die fijngevoeligheid spreekt, wanneer 't geldt menschen, die arbeiden in lagere regionen! 't Is mooi, te wachten met de inkrimping van het aantal raadsheeren in den Hoogen Raad, totdat er een vacature is. Maar, als men dan met de inkrimping van het aantal klerken niet zou wachten op een vacature, dan zou het mooier van het eerste er heelemaal af zijn! Men mag in deze dagen zeker niet meten met twee maten tenzij men voor de maatschappelijk-zwakken een ruimere, een prettiger maat zou nemen! 250.000 TROUWRINGEN AFGESTAAN. ROME, 19 December. (A.N.P.) Volgens mededeelingen van de fascistische federa tie te Rome, zijn gisteren door de bevol king van Rome meer dan 250.000 trouwrin gen afgestaan. Ook as. Zondag zal gelegen heid zyn trouwringen te offeren op het al taar des vaderlands.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1