STADS 5
NIEUWS
DINSDAG 26 NOVEMBER 1935
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 12
i.
GEMEENTERAAD.
De Gemeenteraad vergadert a.s. Maan
dag. Morgen plaatsen wij de agenda. Hier
volgen de verschillende voorstellen van
B. en W. met toelichting.
EEN EN EEN KWART MILLIOEN
PER JAAR
Voor werkloozensteun en werkverschaffing
Naar de thans bekende gegevens zal de
dersteuning van werkloozen via den So
cialen Dienst over 1935 een uitgaaf ver-
eischen van plm. 1.061.500, zoodat aanvul
ling van de terzake bij raadsbesluit van 26
Augustus j.l. tot 824.500 verhoogde scm
met ƒ237.000 alsnog noodig is.
Na deze nieuwe verhooging zullen de
voor ondersteuning van werkloozen en voor
werkverschaffing op de gemeentebegro
ting beschikbaar gestelde gelden in totaal
ƒ1.362.000 bedragen, n.l. 1.061.500 voor
ondersteuning door den Socialen Dienst
180.000. voor ondersteuning via den
Dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon en
ƒ120.500 voor werkverschaffing (demping
Levendaal, de verbreedng van de Utrecht-
schebrug en de verbetering van een ge
deelte van den Zoeterwoudsche Singel en
de doortrekking van de Oegstgeesterlaan
en de Mariënpoelstraat naar den Maredijk)
Overeenkomstig het koninklijk besluit
van 27 Juni 1935 zal, berekend naar het
bedrag van 1.362.000 een bijdrage uit 't
werkloosheidssubsidiefonds worden ont
vangen van 81.8 pet. of 1.114.116 d.i.
ƒ230.456 meer dan de thans op de begroo-
ling uitgetrokken bijdrage van ƒ883.660.
De gemeente zal derhalve nog in de
dekking van een bedrag van 6.544
(ƒ237.000 ƒ230.456) moeten voorzien,
•welk bedrag kan worden afgeschreven van
den post voor „Onvoorziene Uitgaven",
waarop nog ƒ24.664 beschikbaar is.
DE WACHTTIJD VAN WERKLOOZEN.
Geen verkorting, wel consideratie in
sommige gevallen,
In zijn hieronder afgedrukt in handen
van B. en W. om praeadvies gesteld adres,
verzoekt de Leidsche Bestuurdersbond ar
tikel 10 van de verordening, betreffende
den Gemeentelijken Dienst voor Sociale
Zaken, te wijzigen in dien zin, dat de in dat
artikel bedoelde leden van werkloozen-
kassen reeds voor steun gedurende den
•wachttijd, voorafgaande aan den overgang
naar hun kas, in aanmerking komen, in
dien zij in de 24 werkdagen, voorafgaan
de aan dien overgang, eenigen steun heb
ben ontvangen. Thans geeft genoemde be
paling eerst recht op vergoeding van dien
wachttijd, indien betrokkenen in de 12
werkdagen, voorafgaande aan bedoelden
overgang, gedurende ten minste 6 dagen
steun ontvingen.
Met de Sub-Commissie voor de Steunver-
leening, wier advies B. en W. omtrent deze
aangelegenheid inwinnen, en welk advies
in de Leeskamer ter visie is neergelegd,
zijn B. en W. van meening, dat hét ver
zoek niet kan worden ingewilligd. Gelijk
de commissie betoogt, is het zeer onwaar
schijnlijk, dat de Minister van Sociale Za
ken zijn goedkeuring zou hechten aan een
algemeene regeling, welke, zonder reke
ning te houden met de bijzondere omstan
digheden van de betrokkenen, in het alge
meen een aanspraak op steunuit.keering
zou doen ontstaan, ook indien een groot
gedeelte van de periode van 24 dagen, voor
afgaande aan den overgang naar de kas,
zou zijn gewerkt.
Wel zijn B. en W., eveneens in aanslui
ting aan het gevoelen van de commissie,
bereid om in daarvoor in aanmerking ko
mende gevallen toestemming aan den Mi
nister te vragen, om den betrokkene ge
durende de wachtdagen in. de steunver-
leening op te nemen, ook indien deze kort
voor den overgang naar de kas heeft ge
werkt, doch vóór dien overgang een groo-
te periode van werkloosheid heeft doorge
maakt. Met de bijzondere omstandigheden
van den betrokkenen kan dan mede reke
ning worden gehouden.
Aangezien op deze wijze aan het ver
langen van adressant zoo ver als mogelijk
is wordt voldaan, stellen B. en W. voor het
adres als afgedaan te beschouwen.
DE ONDERSTEUNDEN DOOR
„MAATSCHAPPELIJK HUIPBETOON".
Slechts éénmaal stempelen per dag.
De Raad stelde om praeadvies in han
den van B. en W. een motie van mevrouw
Braggaar, waarbij de wenschelijkheid
wordt uitgesproken, om de door de Ge
meentelijke Commissie voor Maatschappe
lijk Hulpbetoon ondersteunde valide werk
loozen slechts éénmaal per dag te doen
stempelen. Tevens werd toen besloten de
behandeling van het mede hieronder afge
drukt adres van het Werkloozen Strijd Co
mité te doen plaats hebben bij de behan
deling van die motie.
Naar aanleiding hiervan deelen B. en
W. het volgende mede:
In de eerste plaats merken zij op, dat
de in de motie bedoelde werkloozen niet,
gelijk in de motie is uitgedrukt, door de
Gemeentelijke Commissie voor Maat
schappelijk Hulpbetoon worden onder
steund, doch door den Dienst voor Maat
schappelijk Hulpbetoon. Deze dienst
treedt met betrekking tot bedoelde werk
loozen voor ons als „orgaan van steunver-
leening" op.
De Gemeentelijke Commissie neemt ten
opzichte van deze steunverleening dezelfde
plaats in, als de Sub-Commissie voor de
Steunverleening doet ten aanzien van de
steunverleening door den Dienst voor So
ciale Zaken.
B. en W. wonnen derhalve omtrent de
in de motie bedoelde verandering van de
stempelregeling allereerst het advies in
van den Directeur van den Dienst voor
Maatschappelijk Hulpbetoon.
Zooals uit het ter visie gelegde rapport
van dien Directeur blijkt, meent hij te
kunnen adviseeren voor de valide werkloo
zen, welke bij zijn dienst in de steunver
leening zijn opgenomen, een regeling'in te
voeren, volgens welke in het algemeen
door deze categorie werkloozen slechts één
maal per dag behoeft te worden gestem
peld.
De Gemeentelijke Commissie voor Maat
schappelijk Hulpbetoon, -wier meening
daarna aangaande het voorstel van den Di
recteur werd gevraagd, deelde daarop bij
haar bij de stukken gevoegd bericht mede,
zich met dat voorstel geheel te kunnen
vereenigen.
Vermits ook bij B. en W. -in beginsel
geen bezwaar bestond om overeenkomstig
het voorstel van den Directeur te besluiten,
onderwierpen zij, in verband met de be
staande voorschriften, de voorgestelde ver
andering van de stémpelregeling aan het
oordeel van den Minister van Sociale Za
ken, van welken bewindsman zij moch
ten vernemen, dat ook hij zich met die
verandering kon vereenigen.
In verband met een en ander hebben
B. en W. besloten ten aanzien van de door
Dienst voor Maatschappelijk Hulp
betoon ondersteunde valide werkloozen
te bepalen, dat zij voortaan éénmaal per
dag moeten stempelen, met dien verstan
de evenwel, dat de bestaande regeling van
tweemaal stempelen per dag wordt ge
handhaafd voor hen, op wie, hetzij we
gens den aard van hun beroep, hetzij we
gens onbetrouwbaarheid, een scherpere
controle noodig wordt geacht.
Door vaststelling van een dagelijks wis
selend stempeluur zal er dan tegen wor
den gewaakt, dat de controle ten gevol
ge van de wijziging wordt verzwakt.
Aan de in de motie van mevrouw Brag
gaar uitgesproken wenschelijkheid is der
halve bereids tegemoet gekomen en B. en
W. stellen mitsdien voor om die motie,
alsmede het adres van het Werkloozen
Strijd Comité, als afgedaan te beschou-
WAT IS EEN „VOLSTREKT VALSCH
SCHAAMTEGEVOEL"?
Vraag het aan B. en W.!
Bij een door den Raad in handen van
B en W. gesteld adres, verzoekt de afdee-
ling Leiden van den Bond van Neder-
landsche Onderwijzers de kweekelingen
met akte, die zonder geldelijke vergoeding
of met een jaarlijksche toelage van 100
a 160 op de lagere scholen werkzaam
zijn, en die den hoofdakte-cursus van de
Gemeentelijke Kweekschool voor Onder
wijzers en Onderwijzeressen alhier volgen,
vrij te stellen van de betaling van school
geld.
Naar aanleiding hiervan merken B. en
W. op, dat artikel 4 van de Verordening
tot heffing van schoolgeld aan de Kweek
school voor Onderwijzers en Onderwijze
ressen uitdrukkelijk de mogelijkheid tot
vermindering resp. vrijstelling van school
geld kent voor hen, die niet bij machte
zijn, het volle schoolgeld te betalen, resp.
voor hen, die onvermogend zijn. In het be
toog van adressante wordt dat laatste ook
toegegeven, maar wordt er tevens op'ge
wezen, dat velen tot een verzoek om vrij
stelling niet komen, orndat „eerst iets te
overwinnen" is. Als dit juist mocht blij
ken, meenen wij, dat aan een dergelijk
bezwaar een volstrekt valsch schaamte
gevoel ten grondslag ligt en dat het niet
op den weg van de gemeente kan liggen,
daarop als het ware een premie te stel
len. Te minder, omdat in dit verband wel
moet worden bedacht, dat een dusdanige,
algeheele vrijstelling van de betaling van
schoolgeld het Rijkssubsidie voor de Ge
meentelijke Kweekschool in ongunstigen
zin kan beinvloeden, aangezien krachtens
de hiervoor bestaande regelen bij de vast
stelling van dat subsidie rekening wordt
gehouden met een zelfde bedrag wegens
schoolgeld, dat zou zijn ontvangen, indien
de regeling voor de Rijkskweekscholen zou
zijn toegepast.
Op grond van het vorenstaande geven
B. en W. mitsdien in overweging niet op
het onderhavige verzoek in te gaan.
ƒ900 te weinig aangevraagd
Bij Raadsbesluit van 28 Augustus 1933
werd een uit 's Rijks kas aan de ge
meente-zelve verleend voorschot aanvaard,
groot maximaal 50.000, tot dekking van
de kosten van het verkrijgen en het bouw
rijp maken van het terrein, bestemd voor
het 8e bouwplan van de woningbouwver-
eeniging „De Eendracht".
Bij de kadastrale opmeting van het ter
rein bleek, dat de oppervlakte van den
grond 6526 M2. bedroeg, zoodat, berekend
naar een bedrag van ƒ7.80 per M2., voor
grondkosten benoodigd was 6526 x 7.80
is 50.902.80.
Bij ons verzoek werd bij Min. Beschik
king van 23 Augustus 1934 het voorschot
uit 's Rijks kas tot genoemd bedrag ver
hoogd.
In verband hiermede geven B. en W.
de vergadering in overweging, met wijzi
ging van het besluit van 28 Augustus 1933,
B. en W. te machtigen uit 's Rijks kas te
aanvaarden ten behoeve van de gemeente-
zelve een voorschot, groot ƒ50.902.80, voor
het verkrijgen en het bouwrijp maken
van het terrein ten behoeve van het 8ste
bouwplan van de woningbouwvereeniging
„De Eendracht".
HET LAATSTE STUKJE LEVENDAAL
WORDT GEDEMPT.
De kosten bedrrjen ƒ36000.
Bij de behandeling van het. voorstel van
B en W. betreffende de demping van het
Levendaal in de Raadsvergadering van 9
Juli 1934 werd door den heer Schüller in
gediend een voorstel met betrekking tot
het eerste gedeelte, de demping van het
Levendaal tusschen het Steenschuur en de
Barbarabrug. Hieromtrent merken B. en
W. thans het volgende op.
Zooals de Raad bekend is hebben B. en
W. in him vorige samenstelling, verleden
jaar gemeend het bedoelde gedeelte van
het Levendaal buiten het dempingsplan te
moeten houden houden, zulks op grond van
de overweging, dat het, ten einde de uit
voerbaarheid van de demping uit geldelijk
oogpunt niet in gevaar te brengen, ver-
eischt was alles, wat niet strikt noodzake
lijk was, tot later uit te stellen; bovendien
bestond in B. en W ten aanzien van de
wenschelijkheid van de demping van het
gedeelte der gracht tusschen Steenschuur
en Barbarabrug geen eenstemmigheid.
B. en W. hebben naar aanleiding van het
ingediend voorstel een plan doen opma
ken voor de demping van dit grachtge
deelte. Na de demping zal een straatbreed
te van gemiddeld 20.50 M. worden ver
kregen. De kleinste breedte, ad 19.40 M.,
zal nog voldoende zijn voor den aanleg
van een rijweg, breed 13 M., en trottoirs,
onderscheidenlijk breed 3 en 3.40 M.
Voorts zal noodig zijn de aanleg van een
stamriool, in aansluiting aan dat, hetwelk
in de Korevaarstraat wordt gelegd, en
waaraan in de toekomst de rioleering van
het Steenschuur en omgeving, ten westen
van de Groenebrug, zal worden aangèslo-
ten .Het is mogelijk dit stamriool in het
midden van de gracht te leggen waardoor
de thans aanwezige boomen, welke aan
het grachtje een aantrekkelijk cachet ge
ven, behouden kunnen blijven. Tegen deze
ligging van het riool in den rijweg bestaat
h.i. geen bezwaar, aangezien asfalteering
van de gedempte gracht niet noodig is en
het niet te verwachten is,; dat zij te eeni-
ger tijd voor den aanleg van een trambaan
in aanmerking zal komen. Weliswaar komt
de beplanting alsdan in den rijweg te staan,
doch deze heeft tusschen de boomen voor
het rij verkeer voldoende breedte (tenmin
ste 9.50 M.); de overschietende gedeelten
van den rijweg, tusschen de boomen en de
trottoirs, kunnen dan eventueel voor par
keergelegenheid dienen.
Het werk brengt verder mede het sloo-
pen van de Leefsteenbrug, terwijl door
het maken van een nieuw stuk walmuur
langs het Steenschuur een ruimere toegang
tot de Groenebrug zal worden verkregen.
Laatstbedoelde brug ware, gelet op de kos
ten, thans onveranderd te laten. Ofschoon
haar ligging ten opzichte van het Leven
daal niet geheel gunstig isite nemen, is
verbetering van deze brug, in vergelijking,
met verschillende andere bruggen, aller
minst urgent. De kosten van het werk wor
den geraamd op 36.000. Aan de demping
zal een verbetering van de straatverlich
ting gepaard moeten gaan, waarvan de kos
ten geschat worden op 1.100, terwijl ook
verlegging van de gasleiding noodig zal
zijn. De kosten van dit laatste, ad 625.
zullen ten laste van het Bedrijf der Stede
lijke Fabrieken van Gas en Eleectriciteit
komen.
Bij nadere overweging kunnen B. en W.
zich met de demping van het onderhavi
ge grachtgedeelte vereenigen, nu aan de
bezwaren daartegen uit een oogpunt van
stadsschoon kan worden tegemoet geko
men.
De meerderheid" van het College meent
intusschen onder de huidige benarde om
standigheden deze demping alleen te mo
gen voorstellen, indien zij in werkver
schaffing wordt uitgevoerd.
Ook de grootst mogelijke meerderheid der
Commissie van Fabricage heeft tot uitvoe
ring van de demping in werkverschaffing
geadviseerd.
De minderheid van B. en W. heeft tegen
uitvoering in werkverschaffing overwegend
bezwaar en zou de demping op de nor
male wijze willen zien tot stand gebracht.
B. en W. achten het logisch, dat van de
aan het onderhavige grachtgedeelte gele
gen perceelen, na de demping, een baatbe
lasting zal worden geheven op gelijken
voet als waartoe voor het verdere gedeel
te van het Levendaal is besloten. Aangeno
men, dat het werk in den loop van 1936
tot stand komt, zou deze heffing kunnen
ingaan op 1 Januari 1937.
Toelagen aan „kweekelingen met acte".
In de Raadsvergadering van 17 Decem
ber 1934 werd door den Raad besloten de
voor het schooljaar 19331934 van kracht
geweest zijnde regeling van de toelagen
aan de kweekelingen verbonden aan de
o.l. scholen te Leiden (die niet zelfstan
dig met het onderwijs in een klasse zijn
belast) voor het tijdvak 1 September 1934
—1 September 1935 te bestendigen.
Thans staande voor de vraag, hoe deze
regeling voor het schooljaar 19351936 zal
moeten luiden, achtten B. en W. het wen-
schelijk, de geldende regeling wederom
en wel tot 1 September 1936 te continuee-
ren.
Mitsdien geven B. en W. in overweging
te besluiten aan de kweekelingen verbon
den aan de o. 1. scholen te Leiden (die niet
zelfstandig met het onderwijs in een klas
se zijn belast) en die den hoofd-akte-cur-
sus, verbonden aan de Gemeentelijke
Kweekschool voor Onderwijzers en Onder
wijzeressen te Leiden bezoeken of die op
1 September 1935 reeds in het bezit van
de hoofdakte waren, over het tijdvak van
1 September 19351 September 1936 een
toelage uit de gemeentekaas te verleenen,
berekend naar:
a. 100 per jaar voor hen, die op of
na 1 September 1933 aan een school wer
den verbonden;
b. resp. 160, 140, of 120 per jaar
voor hen, die vóór 1 September 1935 een
toelage genoten van resp. 160, 140, of
120 per jaar.
PENSIOENEN GEMEENTE
AMBTENAREN
Onder verwijzing naar in vorige jaren
gedane voorstellen, geven B. en W. in over
weging te besluiten, om ook voor het
jaar 1936 weer een bijslag te verleenen op
de pensioenen aan gemeente-ambtenaren
en hunne weduwen en weezen toegekend,
krachtens de verordening regelende het
verleenen van pensioen en wachtgeld aan
gemeente-ambtenaren en de verordening,
regelende het verleenen van pensioen aan
weduwen en kinderen van gemeente-amb
tenaren, zooals deze luiden na de wijzi
ging van 26 Maart 1914.
RUILING VAN GROND MET DE N.Z.H.
In het voorstel van B. en W. betreffende
het aangaan van een overeenkomst van
ruiling van grond, gelegen langs de tram
baan LeidenVoorschoten, ten Oosten van
den Lammenschansweg en ten Noorden
van den overweg bij de Leliestraat, met
de N.V. Maatschappij tot Exploitatie van
Tramwegen, te Haarleme, deelden B. W.
W. den Raad mede, dat in verband met
deze transactie een geringe wijziging van
het uitbreidingsplan noodig zou zijn.
Deze wijziging omvat in hoofdzaak een
verbreeding, in oostelijke richting, van een
gedeelte van de trambaan ter plaatse, als
mede het eenigszins in oostelijke richting
verleggen van de .ten Oosten van de tram-
bèan ontworpen straat.
Het ontwerp tot deze herziening heeft
gedurende den in de Woningwet voorge
schreven termijn op de gemeentesecreta
rie voor een ieder ter inzage gelegen; er
zijn geen bezwaarschriften dienaangaande
ingediend. Mitsdien kan de Raad thans tot
de vaststelling daarvan overgaan.
Verpachting vischrecht in de
Vroonwateren
Ingevolge raadsbesluit van 10 November
1925 werd met ingang van 1 Januari 1926
het vischrecht in de Vroonwateren c.a.
verpacht aan B. Kraan te Rijnsaterwoude,
tegen een jaarlijksche vergoeding van
ƒ2.511. Deze verpachting eindigt 31 De
cember a.s., op welken datum eveneens de
pachttermijn afloopt van het vischrecht in
de Haarlemmertrekvaart, dat ingevolge
raadsbesluiten van 12 Januari 1931 ver
huurd werd aan den Hengelaarsbond voor
Leiden en Omstreken tegen 225 per jaar.
B. en W. hebben omtrent de nieuwe ver
pachting advies ingewonnen bij de Vis-
scherij-inspectie; in het belang van de in
standhouding en verbetering van den
vischstand, achtte deze het gewenscht de
pacht zoo mogelijk met de tegenwoordige
huurders voort te zetten.
De Hengelaarsbond had den wensch te
kennen gegeven, met het oog op de werk-
looze leden, hem weer vischwater nabij de
stad ter beschikking te stellen. Behalve de
Haarlemmertrekvaart zou hij gaarne ook
de Zijl pachten. Vermits hiertegen bij B.
en W. geen bezwaar bestond, werden op
deze basis onderhandelingen gevoerd met
den Hengelaarsbond en den heer Kraan,
met het volgende resultaat.
Eerstgenoemde wil voor den tijd van 5
jaren, de Haarlemmertrekvaart en de Zijl
pachten tegen betaling van 300 per jaar.
De heer Kraan verklaarde zich bereid
het vischrecht in de Vroonwateren, met
uitzondering van de Zijl, te pachten voor
1750 per jaar, gedurendé 10 jaren. Een
termijn van 5 jaren is tekort met het oog
op de maatregelen, die hij moet nemen om
het vischwater zijn waarde te doen behou
den.
Het vischschrappershuisje aan de Aal
markt zal niet meer aan den heer Kraan
ter beschikking worden gesteld, maar zal
tegelijk met het er naast gelegen walkan
toortje, dat tot 1 Januari a.s. bij de firma
Rodenburg in gebruik is, worden afgebro
ken, teneinde den verkeerstoestand daar
ter plaatse te verbeteren.
De geboden pachtsommen achten B. en
W., in aanmerking genomen de omstandig
heden, waarin de zoetwatervisscherij ver
keert, en gelet op het rapport van de Vis-
scherij-inspectie, aanvaardbaar. B. en W.
zijn dan ook met de Commissie van Fa
bricage van oordeel, dat met de tegen
woordige pachters, die steeds hun ver
plichtingen goed zijn nagekomen, nieuwe
contracten kunnen worden aangegaan op
den'bovenomschreven voet.
Verkoop grond Borggravenlaan
Van den heer B. Buurman q.q. is een
verzoek ingekomen, om van de gemeente
te mogen koopen een perceel bouwterrein
aan de Burggravenlaan, hoek Kernstraat.
Adressant is bereid het bouwterrein, groot
plm. 530 M2., te koopen tegen den prijs
van ƒ11 per M2., hij gaat verder accoqrd
met de aan den verkoop te verbinden ge
bruikelijke voorwaarden. B. on W. geven
den Raad in overweging bedoeld perceel
te verkoopen.
Ontslag onderwijzeressen openb. lagere
scholen
Bij hun voorstel d.d. 7 December 1934
tot het verleenen van ontslag aan een vijf
tal leerkrachten bij het o.l. onderwijs, dee
len B. en W. o.a. mede, dat het in hun
voornemen lag in den loop van 1935 een
voorstel te doen tot het verleenen van ont
slag aan de dan nog resteerende bovental
lige leerkrachten.
Aangezien de financieele omstandighe
den, welke in 1934 tot het ontslag van bo
ventallige leerkrachten hebben geleid, zich
intusschen zeker niet in gunstigen zin heb
ben gewijzigd, achten B. en W. zich
tot hun leedwezen verplicht aan dat
voornemen gevolg te geven.
B. en W. stellen voor, wegens opheffing
van hunne betrekking, eervol ontslag te
verleenen aan: a. mejuffrouw M. H. Sa-
raber, als onderwijzeres aan de oplei
dingsschool voor Gymnasium en H.B.S.
aan de Aalmarkt; b. mejuffrouw E. E. K.
Scholz, als onderwijzeres aan de opleidings
school voor u.l.o. aan de Langebrug B; c.
mejuffrouw T. B. Hof, als onderwijzeres
aan de opleidingsschool voor u.l.o. aan de
Drie Octoberstraat; d. mevrouw J. B, Puis
santBot, als onderwijzeres aan de Leer
school; e. mejuffrouw L. G. Tuk, als on
derwijzeres aan de Leerschool; f. mejuf
frouw S. Lafeber, als onderwijzeres aan de
o.l. school aan het Schuttersveld; g. mejuf
frouw G. L. Mouwen, als onderwijzeres aan
de Centrale School voor het 7e en 8ste
leerjaar; h. den heer W. F. de Gunst, als
onderwijzer aan de o.l. school aan de Me
dusastraat A.
Invoer-keurloon voor uit te voeren spek
Met een voorstel van de Commissie van
Beheer over het Openbaar Slachthuis tot
verlaging van het invoerkeurloon van
voor uitvoer naar het buitenland bestemd
spek van 1 tot cent per K.G. kunnen
B. en W. zich vereenigen.
Onder mededeeling, dat ook de Commis
sie van Financiën daartegen geen bezwaar
heeft, geven B. en W. den Raad in overwe
ging over te gaan tot wijziging van de des
betreffende verordening.
De Leidsche Spekcentrale had aan de
Commissie van Beheer van het Openbaar
Slachthuis verzocht te willen bevorderen,
dat bovenbedoeld keurloon tot 0.2 cent p.
K.G. wordt verlaagd, teneinde haar in
staat te stellen deel te nemen aan het
zouten van een partij bevroren spek ten
behoeve van de Nederlandsche Veehoude
rij-Centrale.
Met den Directeur was de Commissie
van meening, dat dit verzoek niet voor in
williging vatbaar is, ten eerste omdat een
keurloon van 0.2cent per K.G. te gerng
is om de aan de keuring verbonden kos
ten te dekken, en in de tweede plaats om
dat het, bijzondere omstandigheden voor
behouden, niet aangaat een belasting-
verordening aan elke tijdelijken crisis
maatregel aan te passen.
Staat de Commissie dus afwijzend te
genover het verzoek van de Leidsche Spek
centrale tot het invoeren van een nieuw
en op zichzelf veel te laag tarief voor een
zeer bijzonder en tijdelijk doel, aan den
anderen kant verdient het streven van
adressante, om de van de gemeente ge
huurde spekzouterij met opslagplaats zoo
veel mogelijk productief te maken, waar
deering; dit toch is niet alleen in het belang
van de Leidsche slagers, doch indirect ook
in dat der gemeente.
Teneinde nu te bevorderen, dat spek zoo
veel mogelijk blijvend ter zouterij wordt
"ingevoerd, geeft de Commissie in overwe
ging te bevorderen, dat het bovenbedoelde
keurloon met ingang van 1 November a.s.
van 1 cent tot V* cent per K.G. wordt ver
laagd, waardoor tevens, naar 't B. en W. wil
voorkomen, voor een groot deel aan de
wenschen van adressante wordt tegemoet
gekomen.
Ter nadere toelichting diene nog. dat in
de laatste 12 maanden pl.m. 70.000 K.G.
spek ten behoeve van de Leidsche Spek
centrale werd ingevoerd; thans is echter de
invoer sterk gedaald in verband met de
meerdere vraag naar spek voor het bin
nenland.
HERBESTEDING.
Door den directeur van Gemeentewerken
werd hedenmorgen ten zijnen bureele op
nieuw aanbesteed: het leggen van een ge
deelte stamriool van het westelijk einde
der Lorentzkade, oostwaarts van de tram
baan naar den Zoeterwoudsche Singel en
van een gedeelte stamriool langs de Lo
rentzkade en naar de Van den Brandeler-
kade met bijkomende werken.
Deze herbesteding geschiedde tweeledig:
le geheel voor rekening der inschrijvers;
2e gedeeltelijk voor hunne rekening, ge
deeltelijk voor rekening der gemeente.
Ingekomen waren 17 biljetten, waarop
als volgt was ingeschreven: fa. Langeveld,
Hardinxveld Ie f35.500, 2e f23.000; fa. v.
Haarlem en Doornik, Leiden le f 34.400,
2e f28.000; H. C. Heemskerk, Leiden le
f33.500, 2e f28.400; fa. Gesman en Zoete-
meyer, Alphen a. d. Rijn le f 33.190, 2e
f27.190; E. v. d. Berg, Leiden le f33.000,
2e f27.000; C. v. Leeuwen en Zn., Nieuwer-
kerk a. d. IJssel le f32.930, 2e f26.980; L.
en J. L. Boeren, Sliedrecht le f32.888 2e
f27.100; fa. Timmers, Dordrecht le f32.300,
2e f 26.900; fa. de Winter en v. Weeren,
Leiden le f 32.200, 2e f 26.300, C. Godschalk,
Leiden le f31.700, 2e f25.700; Gsbrs. A. en
J. den Ouden, Oegstgeest le f 31.600, 2e
f26.800; L. P. v. d. Geer en A. Th. Stuif
zand, Leiden le f31.150, 2e f25.400; Th. de
Bruin, 's Gravenhage le f 28.870, 2e f 21.720.
(Deze inschrijver had tevoren verzocht de
inschrijving te mogen intrekken). W. Vis
ser, Wassenaar 2e f26.500; W. C. Volle-
bregt, Oegstgeest le f 24.900, 2e f 18.200; J.
Beenen, Haarlem f22,200 (zonder nadere
specificatie); W. Konings, Leiden 2e
f 19.240.
De gunning is aangehouden-
Tractor te water.
Gistermiddag omstreeks 5 uur liet de
chauffeur W. v. d. W. van Van Hoeken's
houthandel een tractor met oplegger gedu
rende eenige minuten onbeheerd staan op
de Hooigracht op ongeveer 25 Meter af
stand van den Oude Rijn. Toen hij terug
kwam zag hij hoe een tiental jongens van
ongeveer 10 jaar oud het voertuig in de rich
ting van het water voortduwden. Hij kon
nog juist op de treeplank springen, doch
slaagde er niet meer in de handrem aan te
zetten, zoodat de tractor te water reed.
Doordat de verbindingsstand afbrak, bleef
de oplegger op den wal staan. De brugleu
ning werd eenigszins beschadigd, terwijl de
walschoeiing over een afstand van 10 a 12
meter werd ontzet.
De 23-jarige wielrijder J. de V. is giste
ren in de Koornbrugsteeg aangereden door
een vrachtauto. Hij kreeg eenige niet-ern-
stige hoofdwonden, die in het politibureau
werden verbonden.