WAT TE DENKEN VAN MUSSOLINI EEN GOEDE RAAD De bestrijding van het Nationaal- Socialisme VRIJDAG 22 NOVEMBER 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 ZIJN REDEVOERINGEN BEDIERVEN ITALIë's ZAAK. HEFTIGE DREIGEMENTEN, IN PLAATS VAN PLEIDOOIEN Expansie-behoefte begraven onder vloed van onge rijmdheden. n (Slot). Aan het slot van ons vorig artikel stel len wij hier in 't kort nogmaals weer gegeven de vraag: wie nu eigenlijk de hoofdoorzaak is van de veroordeeling, die Italië's optreden van den kant der wereld opinie ontmoet, en van het feit, dat er voor 's lands inderdaad nijpende behoefte aan expansie nergens of nagenoeg nergens veel begrip wordt getoond. In antwoord op deze vraag meenen wij met stelligheid te moeten constateeren, dat het op de eerste plaats Mussolini zelf en op de tweede plaats Italië's woordvoerder bij den Volkenbond, Baron Aloisi, is ge weest, die bijna alom het volkssentiment tegen Italië hebben aangehitst door onhan dige redevoeringen, welke, wel verre van de volken te overtuigen van Italië's be hoefte aan expansie, den indruk moesten wekken, dat dit land naar schijnredenen zocht, teneinde aan zijn machtswellust en veoveringszucht, belichaamd in den pér- soon van zijn tot steeds hooger invloed ge klommen dictator Mussolini, te voldoen. Mussolini hij moge al tot op zekere hoogte over geniale eigenschappen beschik ken is in zijn talrijke groote redevoe ringen, waarin hij als het ware zijn volk en de wereld op de thans in Abessynië zich afspelende oorlogsgebeurtenissen voor bereidde, een slecht pleitbezorger geble ken. De ex-onderwijzer, ex-journalist, ex-so cialist, en ophitser der bevolikng, die ge durende den Tripoli-veldtocht van 1912 we gens anti-militaristische agitatie zes maan den in de gevangenis werd gezet, de gees telijke vader van de bloedige onlusten in verschillende Italiaansche steden gedu rende de „roode week" van 413 Juni 1914, later de groote stemmingmaker voor het toetreden van Italië in den wereldoor log en oorlogsvrijwilliger in dien krijg, waaraan Italië in 1915 ging deelnemen, was ook thans by de verdediging van Italië's optreden tegenover Abessynië niet altijd even logisch en consequent. Evenals nij in het begin van zijn loop baan als onderwijzer uit ergernis over zijn échèc bij een verkiezing de urn met de stembiljetten stuksloeg, zonder daarmee te bewijzen, het recht aan zijn zijde te heb ben, evenzoo heeft hij in de Ljp van dit jaar met zijn woorden heel wat stuk geslagen, zonder daardoor aan de wereld een andere overtuiging bij te brengen, dan de vermoedelijk verkeerde dat hij niets anders is dan een strijdlustig, ver overingen zoekend geweldenaar. Van niets toont de volkspsyche in de niet rechtstreeks bij een gewapend con flict betrokken landen zich zoo zeer af- keerig als van het aanvoeren van schijn redenen en tegenstrijdige argumenten om een veroveringscampagne te rechtvaardi gen. En daaraan ging Mussolini zich meer dan eens te buiten. De volkspsyche,- die toch al weinig be grip toont voor de moeilijkheden van een land, dat, zooals Mussolini het reeds in een rede, in Januari 1927 gehouden, uit drukte, „op barsten staat" (doordat het geen voldoende levensmogelijkheden meer ziet voor zijn talrijke bevolking) begreep nog veel minder, hoe Mussolini b -irtelings kon spreken van een verdedigingsoorlog, van een bevrijdingsoorlog, van het behoud van den Europeeschen vrede juist door den voorgenomen krijg in Abessynië en daarnaast woorden kon bezigen, die zijn begeerte verrieden, het rijk van Trajanus te herstellen. Woorden, die bezwaarlijk passen in den mond van den leider van een slech.s door uitersten nood tot oorlog gedreven volk, zooals het heet, en die culmineeren in den als een machtige krijgskreet klinken den volzin, door den duce te Eboli bij Na pels tot zijn soldaten gelanceerd: „De vijf werelddeelen zullen sidderen voor de fas cistische macht; gij zv't Abessynië ver overen en bezitten!" Er is geen volk, hoe klein ook, dat zulk een grootspraak van den oppersten lei der van een andere natie verduwen kan, zonder een gevoel van antipathie en ver zet te voelan opwellen in zijn hart. En met dien geest van verzet ontstaan dan meteen het verlangen het is psycholo gisch, zoo gemakkelijk te verklaren het verlangen, dat de dreiger en grootspre ker moge vernederd worden in de neder laag van zijn volk, al zou men dit volk overigens op zich genomen volstrekt geen antipathie toedragen. Het volk, dat men nu, niet geheel onbegrijpelijk overigens, vereenzelvigt met zijn leider, wordt slachtoffer van 's leiders onverstand. De volksopinie kan ook moeilijk vrede hebben met een tegenstrijdigheid, als op 4 Sept. j.L te Genève beleefd, nadat in 1923 de Italiaansche woordvoerder Bonin- Longare daar met warmte Abessynië's opneming in den Volkenbond bepleitte en Abessynië's verzoek om opneming „een hulde, aan den Volkenbond bewezen", noemde, gebracht „door een natie, die dank zij de bewonderenswaardige stand vastigheid, waarmee zij haar godsdienst en haar nationaal karakter bewaarde, een aanspraak op ridderlijke achting heeft verworven." Die tegenstrijdigheid bestond hierin, dat Aloisi thans ongéveer twaalf jaar, nadat bovenstaande huldigende woorden aan het adres van Abessynië door den Italiaan- schen volkenbondsgedelegeerde Bonin-Lon- gare waren gesproken (20 Sept. 1923) kwam spreken van „onwederlegbare bewijzen" voor: „het onverdiende vertrouwen, dat de Italiaansche regeering vijftig jaar lang aan Abessynië heeft geschonken". Deze tegenstrijdigheid werd niet onge daan gemaakt door de bewering van den zelfden Baron Aloisi, toen hij, over Abes synië's toelating tot den Volkenbond spre kende, deze toelating omschreef als „de in 1923 te goeder trouw begane dwaling, waartoe Italië zelf heeft medegewerkt" Al even weinig overtuigend waren Aloi- si's woorden, gesproken in de zitting van den Volkenbondsraad op 5 October j.l, over „Italië's maatregelen van zelfverdediging, door een steeds dreigender houding van Abessynië uitgelokt", en over Abessynië's algemeene mobilisatie, die „het onmiddel lijk gevaar voor Italië op definitieve wij ze, heeft aangetoond". Woorden, die ge sproken werden, nadat Italië al van het be gin van dit jaar af bezig is, steeds maar troepen en oorlogsmateriaal naar Oost- Afrika te zenden en er al maanden en maanden tevoren oorlogszuchtige openbare redevoeringen in Italië werden gehouden, die geen twijfel lieten omtrent Italië's wa re bedoelingen. De antipathie der volken tegen een be paalden veroveringsoorlog meent betrok ken aanvallende macht, steeds aan allerlei andere oorzaken te moeten toeschrijven, dan aan zichzelf en haar leiders. Het is echter een onbetwistbaar feit, dat Italië's opperste woordvoerders 's lands slechtste pleitbezorgers zijn geweest, die het wei- nigje juist begrip, dat bij d<. groote mas sa omtrent de inderdaad bestaande Ita liaansche expansie-behoefte met al haar nijpende problemen nog mocht hebben be staan, hebben verdonkerd en verdoezeld door hun talrijke ongerijmde uitlatingen. BUITENLAND JUITSCHLAMD. HET PROCES TEGEN MEISSEN'S BISSCHOP. Vijf jaar tuchthuisstraf geëischt. Tegen den bisschop van Meissen, Z. H. Exc. mgr. Legge, en zijn broer, Theodor die te Berlijn terechtstaan, beschuldigd van overtreding der deviezenbepalingen, is gis teren vijf jaar tuchthuisstraf geëischt met 5 jaar eerverlies en 140.000 rijksmark boete. Tegen domheer prof. dr. Soppa is twee jaar gevangenisstraf met 50.000 rijksmark boete geëischt. In de toelichting tot zijn eisch zeide de officier van justitie, dat de Bisschop natuur lijk op de hoogte was geweest van alle transacties. Dr. Soppa, de Vicaris-Generaal had bedenkingen geopperd, maar heeft niet gewaagd nadere inlichtingen bij de Bisschop in te winnen. Ook de anderen hebben, we gens de autoriteit van den Bisschop, ge zwegen. Strafrechterlijk kunnen de nier ziekte en de toestanden van depressie van den Bisschop niet als verzachtende om standigheden - gelden. Uit de verklaringen van Soppa blijkt, dat de beide voornaam ste beklaagden niet betrouwbaar zijn en in de instructie is de Bisschop herhaaldelijk op onwaarheden betrapt. De Bisschop heeft ongetwijfeld veel meer geweten dan hij zelf en Soppa thans willen toegeven. Dr. Theodor Legge heeft ook zijn on schuld niet kunnen bewijzen. Voor dr. Sop pa kan als verzachtende omstandigheid worden aangevoerd, dat hij tenminste den moed heeft gehad om schuld te bekennen. Overgaande tot de bepaling van de straf maat verklaarde het O. M., dat de hooge positie der beschuldigden, hun ontwikke ling, het bedrag der gesmokkelde valuta en de hoogte der aangerichte schade dwon gen een bijzonder zwaar vonnis te vellen tegen den bisschop en diens broer. Spr. zeide dat dr. Legge de aanstichter der af faire is geweest. Niettemin eischte spr. te gen de beide broers even hooge straffen. In de middagzitting van het proces te gen de Bisschop van Meissen en zijn mede- beklaagden hebben de verdedigers het woord verkregen. De verdediger van den Bisschop zeide, dat hij er van overtuigd was, dat de voor waarden voor het verleenen van amnestie aan zijn cliënt aanwezig waren. Hij wil de ze voorwaarden echter n^et geldend maken in de hoop, dat de Bischop zal worden vrij gesproken. De Bisschop, aldus verklaarde hy, strijdt niet voor zijn persoonlijk lot, maar voor het eerwaardige instituut, dat in hem belichaamd is. Hij voelt zich daar bij niet alleen getrouw dienaar van zijn Kerk. maar ook Duitsch volksgenoot, die zich bewust is van de plichten, welke zijn hoog ambt hem jegens de volksgemeen schap oplegt. Zaterdag zal vonnis worden gewezen. HITLER ONTVANGT DEN FRANSCHEN AMBASSADEUR. Rijkskanselier Hitier heeft gisteren in tegenwoordigheid van den minister van buitenlandsche zaken den Franschen am bassadeur ontvangen. Het onderhoud, dat den algemeenen politieken toestand be trof, was van vriendschappelijken aard en bood gelegenheid om vast te stellen, dat beide regeeringen van goeden wil zijn FRANKRIJK. HET KONINGSMOORD-PROCES. Uitgesteld tot Januari Gistermorgen werden de drie Oestadji's door het parket te Aix en Provence ontbo den, doch zij weigerden daarheen te gaan. Zij weigerden eveneens, hun nieuwen ver dediger, den deken van advocaten, Sau- dino, en diens beide collega's in de gevan genis te ontvangen. Zij zullen evenwel het verhoor bijwonen en ook hun hongersta king voortzetten. In de gistermiddag gehouden zitting verklaarde Saudinor „Ik heb met angst en vreeze de taak, waarmede het hof mij heeft belast en die ik als deken niet kon weigeren, op mij ge- romen. Ik ben mij er van bewust, dat ik, ondanks alle moeite, niet tegemoet zal kunnen komen aan het gebrek aan mid delen, waarover ik beschik, als gevolg van het feit, dat de beklaagden geen vertrou wen in mij stellen en mij geen confiden ties hebben gedaan, zooals aan hem, dien zij gekozen hebben en zonder welke geen verdediging mogelijk is. Ik verzoek het hof derhalve, mij niet een dergelijke taak op te leggen en het verhoor uit te stellen tot een andere zit ting, om de beklaagden in staat te stel len, naar eigen verkiezing een verdediger aan te wijzen". De procureur-generaal antwoordde daarop: „Ik koester te veel eerbied voor de rech ten van de verdediging, dan dat ik niet het verzoek van den deken zou inwilli gen." Het assisenhof ging daarop in raadkamer en kwam enkele minuten, later weer te rug, waarop de president verklaarde, dat de behandeling wordt uitgesteld. Hij verklaarde de huidige zitting en te gelijkertijd het verhoor voor gesloten Het tweede proces zal in Januari aanvangen. ENGELAND. WEER ERNSTIGE BOTSINGEN IN NOORD-IERLAND. In Noord-Ierland hebben opnieuw vrij ernstige botsingen plaats gehad. Te Irvine- stown in het graafschap Fermanagh ont stond, naar aanleiding van een herdenking van den slag bij Tyrone een straatgevecht tusschen Katholieke nationalisten en aan hangers der Protestantsche Oranjepartij. Er werd met steenen en flesschen gewor pen. Verscheidene personen liepen verwon dingen op. Van eenigé huizen werden de ruiten ingegooid. HONGARIJE. ANTI-SEMIETISCHE RELLETJES. De anti-semietische studenten-demonstra ties, die zich thans öók reeds tot andere universiteitssteden hebben uitgebreid, ne men voortdurend in heftigheid toe. Meer dan achthonderd studenten zijn gisteren met geweld het conservatorium te Boedapest binnengedrongen, waar zij stormachtige betoogingen tegen de Joden hielden. Twee overval-commando's spoed den zich naar de muziekschool om de de- monstreerenden te verwijderen. Hierbij kwam het tot hevige botsingen, waarbij zeven studenten door sabelhouwen werden gewond. Meer dan honderd studenten wer den door de politie gearresteerd. Vervolgens organiseerden de studenten een optocht door de straten waar veel Jo den woonachtig zijn waarbij voor de re dactie-gebouwen der Jöodsche bladen op nieuw werd gedemonstreerd. Ook te Szegedin vonden anti-Joodsche betoogingen plaats. De studenten verlang den hier den boycot van alle Joodsche win kels en bladen. EGYPTE. NOG RELLETJES TE CAIRO Tot het middaguur is de rouwdag, die gisteren door de nationalisten was georga niseerd als protest tegen de politiek van minister-president Nessim Pasja en de hou ding van de Britsche regeering jegens Egypte zonder ernstige incidenten verloo- pen. Alle openbare diensten werkten nor maal en in de provincies zou in den mor gen eveneens kalmte hebben geheerscht. In den namiddag echter werd de situatie plotseling anders en vooral te Cairo is he vig gevochten. De politie moest in verscheidene wijken betoogers verspreiden en eenige hunner ar resteeren. Bijna alle inheemsche zaken waren ge sloten, doch de Europeesche winkels wa ren open, al hadden de meeste hiervan de ijzeren rolluiken als voorzorgsmaatregel tegen eventueele relletjes halverwege la ten zakken. Ongeveer 200 studenten verzamelden zich voor het hoofdkwartier der nationa listen en luisterden daar naar een vlam mende rede van een Egyptisch meisje. Naar het Duitsche Nieuwsbureau voorts meldt, is de gisteren aangekondigde een- daagsche proteststaking der Arabische dag bladen heden ten uitvoer gebracht. Talrijke zaken, die aan de staking niet deelnamen, werden in den loop van den morgen door de menigte gedwongen te sluiten. De studenten te Cairo namen een resolu tie aan, die de volgende drie punten bevat: Ten eerste openbare collecte tot steun aan de nagelaten, betrekkingen der gedoo- de studenten, alsmede tot het zenden van een delegatie naar den Volkenbond. Ten tweede uitnoodiging'aan alle partij leiders, zich aaneen te sluiten tot een ge zamenlijk front tegen de binnenlandsche politieke interventie van Engeland. Ten derde, protest tegen de houding der Egyptische regeering. BUITENLANDSCHE BERICHTEN KERKBEZOEKERS DOOR KOLENDAMP VERGIFTIGD. 120 Personen bedwelmd. Tijdens een dienst in de Evangelische kerk te Tegernau bij Schopfheim-Wiesen- thal werden de geestelijke en ongeveer 120 kerkbezoekers, onder wie tal van kin deren, door kolendamp bedwelmd. Bij een twintigtal personen waren de vergifti gingsverschijnselen van ernstigen aard; hun toestand is echter niet levensgevaar lijk. HET GEHEIMZINNIG DRAMA VAN DE GALAPAGOS-EILANDEN. De ontdekkingsreiziger dr. von Hagen, die aan boord van het s^. „Santa Marga rita" te New-York is aangekomen, heeft, naar hij mededeelde, op het tot de Gala- pagosgroep behoorende eiland Santa Cruz (Indefatigable) het skelet van een man ge vonden. Het goed geconserveerde geraamte lag in de Tortugagolf, in de nabijheid van het strand, en men neemt aan, dat het van den op raadselachtige wijze verdwe nen Robert Philipson, een der metgezellen van de veelbesproken barones Wagner is. Inboorlingen van het nabij liggende Cha- tham-eilana beweren, dat Philipson óf ver moord is, waarbij men zijn lijk in de Tortu gagolf wierp, óf in een kleine boot de zee op gezonden is. Voor deze tweede moge lijkheid zou het feit spreken, dat de vind plaats van het skelet ligt in de directe stroomingsrichting met het Chales-eiland, waar de barones en haar metgezel destijds het fatale Zuidzee-paradijs stichtten. De snelle ontbinding van 't lijk kan verklaard worden door de aanwezigheid van mil- lioenen vogels en vliegen, die zich voeden met den afval van de op deze eilanden groep beoefende schildpaddenvangst. Een andere veronderstelling is, dat het gevonden geraamte dat is van den verdwe nen Duitsche natuuronderzoeker Camillo Ihle uit Dresden. Hij bezocht de Galapa gos-eilanden in December 1931 en keerde van een bergtocht niet meer terug. LUCHTVAART DE NIEUWE ZUIDPOOL VLUCHT. Reizigers hebben pech. De „New-York Times" heeft een draad loos bericht opgevangen van Ellsworth en Kenyon, die gisterenochtend van het eilandje Dundee van de Zuid-Shetland- groep zijn gestart om naar Dundee terug te keeren, aangezien hun benzine-leiding defect is geraakt. Zij hopen evenwel heden weer te vertrekken, na herstel van het euveL VIJFHONDERDSTE TOCHT VAN DB „GRAF ZEPPELIN". Vrijdag a.s. zal de „Graf Zeppelin" t« Pernambuco opstijgen om de Duitsche overzeepost uit Zuid-Amerika naar Bat- hurst aan de Afrikaansche kust te brengen. Hiermede zal het luchtschip zijn 500sten tocht maken. NIEUW HOOGTERECORD VAN RUSSISCH VLIEGER. De Sovjet-vlieger Kokinaki heeft met een vliegtuig, geconstrueerd door den Rus- sischen ingenieur Polikarpof, een hoogte bereikt van 13 K.M., op welke hoogte hij tien minuten bleef, waarmede hij een nieuw wereldrecord op zijn naam bracht. De tem peratuur op deze hoogte bedroeg 62 gra den onder nul. De vlucht duurde in totaal een uur en vijf minuten. Kokinaki is voor nemens spoedig een nieuwe hoogtevlucht te maken. RAADPLEEG VOORDAT U UW INKOOPEN DOET VANDAAG EN VOLGENDE DAGEN tyyy DAGBLAD DE LEIDSCHE COURANT. TWEEDE KAMER DE MINISTER VAN JUSTITIE OVERWEEGT SCHERPERE MAATREGELEN Na behandeling van de wetsontwerpen tot wijziging van de pensioenwetten voor land- en zeemacht (de behandeling wordt Dinsdagmiddag voortgezet), kwam aan de orde de Justitiebegrooting. De heer Van der Heide (S. D.) ver wijt den minister gebrek aan voortvarend heid en noemt als voorbeeld, dat de minis ter den jeugdstorm van den heer Van Geelkerken laat groeien. Het in beslag nemen van de persen van „De Tribune" en „Volk en Vaderland" is een reclame voor deze bladen geweest. Mevr. BakkerNort (V. D.). zegt, dat in Duitschland een Duitsch onderdaan van Duitschen of aanverwanten bloede niet huwen mag met een niet-Ariër. Wij heb ben een tractaat met Duitschland gesloten betreffende het huwelijk. Maar wat in Duitsch of aanverwant bloed? Wat is een niet-Ariër? Groote geleerden stellen vast, dat het niet een quaestie is van bloed, maar van godsdienst en traditie. Wij moeten tractaten naleven, maar ken nen in ons land geen Ariërs en niet-Ariërs. Wij kennen slechts de gelijkheid aller burgers voor de wet. Bij de naleving van tractaten zijn wij niet verplicht, het onmo gelijke te doen. De minister geve van dit standpunt blijk. De heer Lingbeek (H. G.) zegt, dat er een streven is om het zwaartepunt van de benoemingen naar de Roomschen te ver leggen. De minister zegge niet, dat de Roomschen en protestanten een een even redig aantal in de benoeming moeten heb ben. Want hy mag niet te rade gaan naar de gezindten, maar naar de geschiktheid. Men herinnert zich de ontoelaatbare uitingen, waartoe een katholiek rechter in Den Bosch zich door geloofsijver liet verleiden. Heeft de minister dien rechter ongeschikt ver klaard? Hij heeft hem bevorderd tot een hoogen post! De heer Boon (Lib.) adviseert den mi nister het huwelijk-tractaat met Duitsch land op te zeggen. Dit zal moreel effect maken. Spr. noemt voorts gevallen van ergerlijke gevallen van N. S. B.-zijde. De persen van de „Tribune" zijn een jaar geleden in beslag genomen, maar de zaak is nog niet voor den rechter geweest. Dit is verkeerd. Zoo'n zaak en ook die, naar aanleiding waarvan de pers van „Volk en Vaderland" in beslag is genomen, moeten met spoed voor den rechter wor den behandeld. De heer Terpstra (A.-R.) bepleit een wijziging van de wet op het arbeidscon tract in dezen zin, dat verband gelegd worde tusschen den tijd der dienstverbin tenis en opzeggingstermijn. Menschen, die jaren lang in dienst zijn geweest, moeten niet met een week opzeggingstermijn kun nen worden ontslagen. Beëindigd worde het ernstige euvel, dat werkgevers werknemers ontslaan, omdat zij voor herhalingsoefeningen onder de wapenen moeten komen. Hoe staat het met het wetsontwerp no pens de rechtspositie van handelsreizigers en agenten? De minister heeft juist een jaar geleden de memorie van antwoord in gediend, maar het overleg tusschen regee ring en Kamercommissie schijnt nog steeds niet geëindigd. Totstandkoming van de wet is gewenscht. De heer Sneevliet (R. S.) keurt af, dat menschen gestraft zijn wegens het dra gen van een roode tulp op 1 Mei. Waarom wordt de kweeker, die op dezen datum een heel veld roode tulpen heeft, dan niet ge straft? (Vroolijkheid). De heer West er man (N. H.) vestigt de aandacht op de onrustbarende toene ming van de criminaliteit. Ondanks de cri sis* zien wij in Duitschland een sterk da lende criminaliteit. De heer Roestam Effendi (C. P.): En die Nazipartij dan? (Vroolijkheid). De heer West er man (N. H.) citeert cijfers uit een desbetreffende statistiek. Als hy cijfers noemt van veroordeelin gen in Duitschland wegens misdrijven te gen het leven, roepen verschilelnde afge- vaardgiden: „Wat Röhm daarby?" Als spr. voortgaat uit Duitsche statistie ken te citeercn, zegt de Voorzitter: Wij zijn aan de behandeling van de Neder- landsche begrooting (Hilariteit). De heer Albarda (S. D.): Natio naal Herstel spreekt! De heer W e s t e r m a n (N. H.) betoogt, dat ons strafrecht formalistisch is en een geest ademt van een verstreken tijd. Spr. vestigt, wat nieuwe vormen van recht be treft. de aandacht op het Duitsche systeem van Sicherungsverwahrung. (Gelach). Hier bij zit de bedoeling voor om te bescher men. (Vroolijkheid). Spreker keurt af de inbeslagneming van persen. De heer Drop (S.D.) bespreekt de overlading van kantongerechten. De heer Duymaer van Twist (A.R.) vraagt krachtige maatregelen tegen de N.S.B.;de heer Coops (Lib.) gispt uitlatingen van leden van parketten, welke uitlatingen buiten de zaak om gingen. De heer Kortenhorst (R.K.) be strijdt het betoog van de heer Westerman inzake de mindere criminaliteit in Duitsch land. Spr. kan zich een staat indenken, die de vrijheid van denken en doen zoo aan banden heeft gelegd, dat het physiek on mogelijk is misdrijven te begaan. Hier wordt een ander principe gehuldigd, en de consequenties van de, vrijheid zal men moeten aanvaarden, ook al brengt zy dan ook een vermeerdering van criminaliteit mee. Spr. wijt het aan de. schroomvalligheid van den minister dat hij niet strenger op treedt tegen hen die het gezag beleedi- gen. Doch het is ongeoorloofd te laten sollen met het gezag, want dragers van het gezag geven leiding aan andere men schen, en men moet dezen mensdhen niet den indruk geven dat men over zich heen laat loopen. De minister heeft te lang geduld gehad, eer hij ingreep, Het doet spr. genoegen dat de minister zich nu uitgesproken heeft over de kwestie Van 't Sant. Ware dit eerdre gebeurd, het kwade gerucht zou niet zulk een omvang hebben kunnen krij gen. In een circulaire heeft de N.S.B. op de grofste wijze den minister beleedigd. Laat dit nu volkomen uit zijn. Spr. wacht de grondwetsherziening ten deze nu rustig af. Maar de heer Schalker moet nu niet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5