WAT TE DENKEN VAN MUSSOLINI
EEN GOEDE RAAD
De bestrijding van het Nationaal-
Socialisme
VRIJDAG 22 NOVEMBER 1935
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
ZIJN REDEVOERINGEN BEDIERVEN ITALIë's ZAAK.
HEFTIGE DREIGEMENTEN, IN
PLAATS VAN PLEIDOOIEN
Expansie-behoefte begraven
onder vloed van onge
rijmdheden.
n
(Slot).
Aan het slot van ons vorig artikel stel
len wij hier in 't kort nogmaals weer
gegeven de vraag: wie nu eigenlijk de
hoofdoorzaak is van de veroordeeling, die
Italië's optreden van den kant der wereld
opinie ontmoet, en van het feit, dat er voor
's lands inderdaad nijpende behoefte aan
expansie nergens of nagenoeg nergens veel
begrip wordt getoond.
In antwoord op deze vraag meenen wij
met stelligheid te moeten constateeren, dat
het op de eerste plaats Mussolini zelf en
op de tweede plaats Italië's woordvoerder
bij den Volkenbond, Baron Aloisi, is ge
weest, die bijna alom het volkssentiment
tegen Italië hebben aangehitst door onhan
dige redevoeringen, welke, wel verre van
de volken te overtuigen van Italië's be
hoefte aan expansie, den indruk moesten
wekken, dat dit land naar schijnredenen
zocht, teneinde aan zijn machtswellust en
veoveringszucht, belichaamd in den pér-
soon van zijn tot steeds hooger invloed ge
klommen dictator Mussolini, te voldoen.
Mussolini hij moge al tot op zekere
hoogte over geniale eigenschappen beschik
ken is in zijn talrijke groote redevoe
ringen, waarin hij als het ware zijn volk
en de wereld op de thans in Abessynië
zich afspelende oorlogsgebeurtenissen voor
bereidde, een slecht pleitbezorger geble
ken.
De ex-onderwijzer, ex-journalist, ex-so
cialist, en ophitser der bevolikng, die ge
durende den Tripoli-veldtocht van 1912 we
gens anti-militaristische agitatie zes maan
den in de gevangenis werd gezet, de gees
telijke vader van de bloedige onlusten in
verschillende Italiaansche steden gedu
rende de „roode week" van 413 Juni
1914, later de groote stemmingmaker voor
het toetreden van Italië in den wereldoor
log en oorlogsvrijwilliger in dien krijg,
waaraan Italië in 1915 ging deelnemen,
was ook thans by de verdediging van
Italië's optreden tegenover Abessynië
niet altijd even logisch en consequent.
Evenals nij in het begin van zijn loop
baan als onderwijzer uit ergernis over zijn
échèc bij een verkiezing de urn met de
stembiljetten stuksloeg, zonder daarmee te
bewijzen, het recht aan zijn zijde te heb
ben, evenzoo heeft hij in de Ljp van
dit jaar met zijn woorden heel wat stuk
geslagen, zonder daardoor aan de wereld
een andere overtuiging bij te brengen, dan
de vermoedelijk verkeerde dat hij
niets anders is dan een strijdlustig, ver
overingen zoekend geweldenaar.
Van niets toont de volkspsyche in de
niet rechtstreeks bij een gewapend con
flict betrokken landen zich zoo zeer af-
keerig als van het aanvoeren van schijn
redenen en tegenstrijdige argumenten om
een veroveringscampagne te rechtvaardi
gen. En daaraan ging Mussolini zich meer
dan eens te buiten.
De volkspsyche,- die toch al weinig be
grip toont voor de moeilijkheden van een
land, dat, zooals Mussolini het reeds in
een rede, in Januari 1927 gehouden, uit
drukte, „op barsten staat" (doordat het
geen voldoende levensmogelijkheden meer
ziet voor zijn talrijke bevolking) begreep
nog veel minder, hoe Mussolini b -irtelings
kon spreken van een verdedigingsoorlog,
van een bevrijdingsoorlog, van het behoud
van den Europeeschen vrede juist door
den voorgenomen krijg in Abessynië en
daarnaast woorden kon bezigen, die zijn
begeerte verrieden, het rijk van Trajanus
te herstellen.
Woorden, die bezwaarlijk passen in den
mond van den leider van een slech.s door
uitersten nood tot oorlog gedreven volk,
zooals het heet, en die culmineeren in
den als een machtige krijgskreet klinken
den volzin, door den duce te Eboli bij Na
pels tot zijn soldaten gelanceerd: „De vijf
werelddeelen zullen sidderen voor de fas
cistische macht; gij zv't Abessynië ver
overen en bezitten!"
Er is geen volk, hoe klein ook, dat zulk
een grootspraak van den oppersten lei
der van een andere natie verduwen kan,
zonder een gevoel van antipathie en ver
zet te voelan opwellen in zijn hart. En
met dien geest van verzet ontstaan dan
meteen het verlangen het is psycholo
gisch, zoo gemakkelijk te verklaren het
verlangen, dat de dreiger en grootspre
ker moge vernederd worden in de neder
laag van zijn volk, al zou men dit volk
overigens op zich genomen volstrekt geen
antipathie toedragen. Het volk, dat men
nu, niet geheel onbegrijpelijk overigens,
vereenzelvigt met zijn leider, wordt
slachtoffer van 's leiders onverstand.
De volksopinie kan ook moeilijk vrede
hebben met een tegenstrijdigheid, als op
4 Sept. j.L te Genève beleefd, nadat in
1923 de Italiaansche woordvoerder Bonin-
Longare daar met warmte Abessynië's
opneming in den Volkenbond bepleitte en
Abessynië's verzoek om opneming „een
hulde, aan den Volkenbond bewezen",
noemde, gebracht „door een natie, die
dank zij de bewonderenswaardige stand
vastigheid, waarmee zij haar godsdienst
en haar nationaal karakter bewaarde, een
aanspraak op ridderlijke achting heeft
verworven."
Die tegenstrijdigheid bestond hierin, dat
Aloisi thans ongéveer twaalf jaar, nadat
bovenstaande huldigende woorden aan het
adres van Abessynië door den Italiaan-
schen volkenbondsgedelegeerde Bonin-Lon-
gare waren gesproken (20 Sept. 1923) kwam
spreken van „onwederlegbare bewijzen"
voor: „het onverdiende vertrouwen,
dat de Italiaansche regeering vijftig jaar
lang aan Abessynië heeft geschonken".
Deze tegenstrijdigheid werd niet onge
daan gemaakt door de bewering van den
zelfden Baron Aloisi, toen hij, over Abes
synië's toelating tot den Volkenbond spre
kende, deze toelating omschreef als „de
in 1923 te goeder trouw begane dwaling,
waartoe Italië zelf heeft medegewerkt"
Al even weinig overtuigend waren Aloi-
si's woorden, gesproken in de zitting van
den Volkenbondsraad op 5 October j.l, over
„Italië's maatregelen van zelfverdediging,
door een steeds dreigender houding van
Abessynië uitgelokt", en over Abessynië's
algemeene mobilisatie, die „het onmiddel
lijk gevaar voor Italië op definitieve wij
ze, heeft aangetoond". Woorden, die ge
sproken werden, nadat Italië al van het be
gin van dit jaar af bezig is, steeds maar
troepen en oorlogsmateriaal naar Oost-
Afrika te zenden en er al maanden en
maanden tevoren oorlogszuchtige openbare
redevoeringen in Italië werden gehouden,
die geen twijfel lieten omtrent Italië's wa
re bedoelingen.
De antipathie der volken tegen een be
paalden veroveringsoorlog meent betrok
ken aanvallende macht, steeds aan allerlei
andere oorzaken te moeten toeschrijven,
dan aan zichzelf en haar leiders. Het is
echter een onbetwistbaar feit, dat Italië's
opperste woordvoerders 's lands slechtste
pleitbezorgers zijn geweest, die het wei-
nigje juist begrip, dat bij d<. groote mas
sa omtrent de inderdaad bestaande Ita
liaansche expansie-behoefte met al haar
nijpende problemen nog mocht hebben be
staan, hebben verdonkerd en verdoezeld
door hun talrijke ongerijmde uitlatingen.
BUITENLAND
JUITSCHLAMD.
HET PROCES TEGEN MEISSEN'S
BISSCHOP.
Vijf jaar tuchthuisstraf geëischt.
Tegen den bisschop van Meissen, Z. H.
Exc. mgr. Legge, en zijn broer, Theodor
die te Berlijn terechtstaan, beschuldigd van
overtreding der deviezenbepalingen, is gis
teren vijf jaar tuchthuisstraf geëischt met
5 jaar eerverlies en 140.000 rijksmark
boete.
Tegen domheer prof. dr. Soppa is twee
jaar gevangenisstraf met 50.000 rijksmark
boete geëischt.
In de toelichting tot zijn eisch zeide de
officier van justitie, dat de Bisschop natuur
lijk op de hoogte was geweest van alle
transacties. Dr. Soppa, de Vicaris-Generaal
had bedenkingen geopperd, maar heeft niet
gewaagd nadere inlichtingen bij de Bisschop
in te winnen. Ook de anderen hebben, we
gens de autoriteit van den Bisschop, ge
zwegen. Strafrechterlijk kunnen de nier
ziekte en de toestanden van depressie van
den Bisschop niet als verzachtende om
standigheden - gelden. Uit de verklaringen
van Soppa blijkt, dat de beide voornaam
ste beklaagden niet betrouwbaar zijn en in
de instructie is de Bisschop herhaaldelijk
op onwaarheden betrapt. De Bisschop heeft
ongetwijfeld veel meer geweten dan hij
zelf en Soppa thans willen toegeven.
Dr. Theodor Legge heeft ook zijn on
schuld niet kunnen bewijzen. Voor dr. Sop
pa kan als verzachtende omstandigheid
worden aangevoerd, dat hij tenminste den
moed heeft gehad om schuld te bekennen.
Overgaande tot de bepaling van de straf
maat verklaarde het O. M., dat de hooge
positie der beschuldigden, hun ontwikke
ling, het bedrag der gesmokkelde valuta
en de hoogte der aangerichte schade dwon
gen een bijzonder zwaar vonnis te vellen
tegen den bisschop en diens broer. Spr.
zeide dat dr. Legge de aanstichter der af
faire is geweest. Niettemin eischte spr. te
gen de beide broers even hooge straffen.
In de middagzitting van het proces te
gen de Bisschop van Meissen en zijn mede-
beklaagden hebben de verdedigers het
woord verkregen.
De verdediger van den Bisschop zeide,
dat hij er van overtuigd was, dat de voor
waarden voor het verleenen van amnestie
aan zijn cliënt aanwezig waren. Hij wil de
ze voorwaarden echter n^et geldend maken
in de hoop, dat de Bischop zal worden vrij
gesproken. De Bisschop, aldus verklaarde
hy, strijdt niet voor zijn persoonlijk lot,
maar voor het eerwaardige instituut, dat
in hem belichaamd is. Hij voelt zich daar
bij niet alleen getrouw dienaar van zijn
Kerk. maar ook Duitsch volksgenoot, die
zich bewust is van de plichten, welke zijn
hoog ambt hem jegens de volksgemeen
schap oplegt.
Zaterdag zal vonnis worden gewezen.
HITLER ONTVANGT DEN FRANSCHEN
AMBASSADEUR.
Rijkskanselier Hitier heeft gisteren in
tegenwoordigheid van den minister van
buitenlandsche zaken den Franschen am
bassadeur ontvangen. Het onderhoud, dat
den algemeenen politieken toestand be
trof, was van vriendschappelijken aard en
bood gelegenheid om vast te stellen, dat
beide regeeringen van goeden wil zijn
FRANKRIJK.
HET KONINGSMOORD-PROCES.
Uitgesteld tot Januari
Gistermorgen werden de drie Oestadji's
door het parket te Aix en Provence ontbo
den, doch zij weigerden daarheen te gaan.
Zij weigerden eveneens, hun nieuwen ver
dediger, den deken van advocaten, Sau-
dino, en diens beide collega's in de gevan
genis te ontvangen. Zij zullen evenwel het
verhoor bijwonen en ook hun hongersta
king voortzetten.
In de gistermiddag gehouden zitting
verklaarde Saudinor
„Ik heb met angst en vreeze de taak,
waarmede het hof mij heeft belast en die
ik als deken niet kon weigeren, op mij ge-
romen. Ik ben mij er van bewust, dat ik,
ondanks alle moeite, niet tegemoet zal
kunnen komen aan het gebrek aan mid
delen, waarover ik beschik, als gevolg van
het feit, dat de beklaagden geen vertrou
wen in mij stellen en mij geen confiden
ties hebben gedaan, zooals aan hem, dien
zij gekozen hebben en zonder welke geen
verdediging mogelijk is.
Ik verzoek het hof derhalve, mij niet
een dergelijke taak op te leggen en het
verhoor uit te stellen tot een andere zit
ting, om de beklaagden in staat te stel
len, naar eigen verkiezing een verdediger
aan te wijzen".
De procureur-generaal antwoordde
daarop:
„Ik koester te veel eerbied voor de rech
ten van de verdediging, dan dat ik niet
het verzoek van den deken zou inwilli
gen."
Het assisenhof ging daarop in raadkamer
en kwam enkele minuten, later weer te
rug, waarop de president verklaarde, dat
de behandeling wordt uitgesteld.
Hij verklaarde de huidige zitting en te
gelijkertijd het verhoor voor gesloten Het
tweede proces zal in Januari aanvangen.
ENGELAND.
WEER ERNSTIGE BOTSINGEN IN
NOORD-IERLAND.
In Noord-Ierland hebben opnieuw vrij
ernstige botsingen plaats gehad. Te Irvine-
stown in het graafschap Fermanagh ont
stond, naar aanleiding van een herdenking
van den slag bij Tyrone een straatgevecht
tusschen Katholieke nationalisten en aan
hangers der Protestantsche Oranjepartij.
Er werd met steenen en flesschen gewor
pen. Verscheidene personen liepen verwon
dingen op. Van eenigé huizen werden de
ruiten ingegooid.
HONGARIJE.
ANTI-SEMIETISCHE RELLETJES.
De anti-semietische studenten-demonstra
ties, die zich thans öók reeds tot andere
universiteitssteden hebben uitgebreid, ne
men voortdurend in heftigheid toe.
Meer dan achthonderd studenten zijn
gisteren met geweld het conservatorium
te Boedapest binnengedrongen, waar zij
stormachtige betoogingen tegen de Joden
hielden. Twee overval-commando's spoed
den zich naar de muziekschool om de de-
monstreerenden te verwijderen. Hierbij
kwam het tot hevige botsingen, waarbij
zeven studenten door sabelhouwen werden
gewond. Meer dan honderd studenten wer
den door de politie gearresteerd.
Vervolgens organiseerden de studenten
een optocht door de straten waar veel Jo
den woonachtig zijn waarbij voor de re
dactie-gebouwen der Jöodsche bladen op
nieuw werd gedemonstreerd.
Ook te Szegedin vonden anti-Joodsche
betoogingen plaats. De studenten verlang
den hier den boycot van alle Joodsche win
kels en bladen.
EGYPTE.
NOG RELLETJES TE CAIRO
Tot het middaguur is de rouwdag, die
gisteren door de nationalisten was georga
niseerd als protest tegen de politiek van
minister-president Nessim Pasja en de hou
ding van de Britsche regeering jegens
Egypte zonder ernstige incidenten verloo-
pen. Alle openbare diensten werkten nor
maal en in de provincies zou in den mor
gen eveneens kalmte hebben geheerscht.
In den namiddag echter werd de situatie
plotseling anders en vooral te Cairo is he
vig gevochten.
De politie moest in verscheidene wijken
betoogers verspreiden en eenige hunner ar
resteeren.
Bijna alle inheemsche zaken waren ge
sloten, doch de Europeesche winkels wa
ren open, al hadden de meeste hiervan de
ijzeren rolluiken als voorzorgsmaatregel
tegen eventueele relletjes halverwege la
ten zakken.
Ongeveer 200 studenten verzamelden
zich voor het hoofdkwartier der nationa
listen en luisterden daar naar een vlam
mende rede van een Egyptisch meisje.
Naar het Duitsche Nieuwsbureau voorts
meldt, is de gisteren aangekondigde een-
daagsche proteststaking der Arabische dag
bladen heden ten uitvoer gebracht.
Talrijke zaken, die aan de staking niet
deelnamen, werden in den loop van den
morgen door de menigte gedwongen te
sluiten.
De studenten te Cairo namen een resolu
tie aan, die de volgende drie punten bevat:
Ten eerste openbare collecte tot steun
aan de nagelaten, betrekkingen der gedoo-
de studenten, alsmede tot het zenden van
een delegatie naar den Volkenbond.
Ten tweede uitnoodiging'aan alle partij
leiders, zich aaneen te sluiten tot een ge
zamenlijk front tegen de binnenlandsche
politieke interventie van Engeland.
Ten derde, protest tegen de houding der
Egyptische regeering.
BUITENLANDSCHE BERICHTEN
KERKBEZOEKERS DOOR KOLENDAMP
VERGIFTIGD.
120 Personen bedwelmd.
Tijdens een dienst in de Evangelische
kerk te Tegernau bij Schopfheim-Wiesen-
thal werden de geestelijke en ongeveer
120 kerkbezoekers, onder wie tal van kin
deren, door kolendamp bedwelmd. Bij een
twintigtal personen waren de vergifti
gingsverschijnselen van ernstigen aard;
hun toestand is echter niet levensgevaar
lijk.
HET GEHEIMZINNIG DRAMA VAN DE
GALAPAGOS-EILANDEN.
De ontdekkingsreiziger dr. von Hagen,
die aan boord van het s^. „Santa Marga
rita" te New-York is aangekomen, heeft,
naar hij mededeelde, op het tot de Gala-
pagosgroep behoorende eiland Santa Cruz
(Indefatigable) het skelet van een man ge
vonden. Het goed geconserveerde geraamte
lag in de Tortugagolf, in de nabijheid van
het strand, en men neemt aan, dat het
van den op raadselachtige wijze verdwe
nen Robert Philipson, een der metgezellen
van de veelbesproken barones Wagner is.
Inboorlingen van het nabij liggende Cha-
tham-eilana beweren, dat Philipson óf ver
moord is, waarbij men zijn lijk in de Tortu
gagolf wierp, óf in een kleine boot de zee
op gezonden is. Voor deze tweede moge
lijkheid zou het feit spreken, dat de vind
plaats van het skelet ligt in de directe
stroomingsrichting met het Chales-eiland,
waar de barones en haar metgezel destijds
het fatale Zuidzee-paradijs stichtten. De
snelle ontbinding van 't lijk kan verklaard
worden door de aanwezigheid van mil-
lioenen vogels en vliegen, die zich voeden
met den afval van de op deze eilanden
groep beoefende schildpaddenvangst.
Een andere veronderstelling is, dat het
gevonden geraamte dat is van den verdwe
nen Duitsche natuuronderzoeker Camillo
Ihle uit Dresden. Hij bezocht de Galapa
gos-eilanden in December 1931 en keerde
van een bergtocht niet meer terug.
LUCHTVAART
DE NIEUWE ZUIDPOOL VLUCHT.
Reizigers hebben pech.
De „New-York Times" heeft een draad
loos bericht opgevangen van Ellsworth en
Kenyon, die gisterenochtend van het
eilandje Dundee van de Zuid-Shetland-
groep zijn gestart om naar Dundee terug
te keeren, aangezien hun benzine-leiding
defect is geraakt. Zij hopen evenwel heden
weer te vertrekken, na herstel van het
euveL
VIJFHONDERDSTE TOCHT VAN DB
„GRAF ZEPPELIN".
Vrijdag a.s. zal de „Graf Zeppelin" t«
Pernambuco opstijgen om de Duitsche
overzeepost uit Zuid-Amerika naar Bat-
hurst aan de Afrikaansche kust te brengen.
Hiermede zal het luchtschip zijn 500sten
tocht maken.
NIEUW HOOGTERECORD VAN
RUSSISCH VLIEGER.
De Sovjet-vlieger Kokinaki heeft met
een vliegtuig, geconstrueerd door den Rus-
sischen ingenieur Polikarpof, een hoogte
bereikt van 13 K.M., op welke hoogte hij
tien minuten bleef, waarmede hij een nieuw
wereldrecord op zijn naam bracht. De tem
peratuur op deze hoogte bedroeg 62 gra
den onder nul. De vlucht duurde in totaal
een uur en vijf minuten. Kokinaki is voor
nemens spoedig een nieuwe hoogtevlucht te
maken.
RAADPLEEG VOORDAT U UW
INKOOPEN DOET VANDAAG
EN VOLGENDE DAGEN tyyy
DAGBLAD
DE LEIDSCHE COURANT.
TWEEDE KAMER
DE MINISTER VAN JUSTITIE OVERWEEGT
SCHERPERE MAATREGELEN
Na behandeling van de wetsontwerpen
tot wijziging van de pensioenwetten voor
land- en zeemacht (de behandeling wordt
Dinsdagmiddag voortgezet), kwam aan de
orde de Justitiebegrooting.
De heer Van der Heide (S. D.) ver
wijt den minister gebrek aan voortvarend
heid en noemt als voorbeeld, dat de minis
ter den jeugdstorm van den heer Van
Geelkerken laat groeien.
Het in beslag nemen van de persen van
„De Tribune" en „Volk en Vaderland" is
een reclame voor deze bladen geweest.
Mevr. BakkerNort (V. D.). zegt,
dat in Duitschland een Duitsch onderdaan
van Duitschen of aanverwanten bloede niet
huwen mag met een niet-Ariër. Wij heb
ben een tractaat met Duitschland gesloten
betreffende het huwelijk. Maar wat in
Duitsch of aanverwant bloed? Wat is een
niet-Ariër? Groote geleerden stellen vast,
dat het niet een quaestie is van bloed, maar
van godsdienst en traditie.
Wij moeten tractaten naleven, maar ken
nen in ons land geen Ariërs en niet-Ariërs.
Wij kennen slechts de gelijkheid aller
burgers voor de wet. Bij de naleving van
tractaten zijn wij niet verplicht, het onmo
gelijke te doen. De minister geve van dit
standpunt blijk.
De heer Lingbeek (H. G.) zegt, dat er
een streven is om het zwaartepunt van de
benoemingen naar de Roomschen te ver
leggen. De minister zegge niet, dat de
Roomschen en protestanten een een even
redig aantal in de benoeming moeten heb
ben.
Want hy mag niet te rade gaan naar de
gezindten, maar naar de geschiktheid. Men
herinnert zich de ontoelaatbare uitingen,
waartoe een katholiek rechter in Den Bosch
zich door geloofsijver liet verleiden. Heeft
de minister dien rechter ongeschikt ver
klaard? Hij heeft hem bevorderd tot een
hoogen post!
De heer Boon (Lib.) adviseert den mi
nister het huwelijk-tractaat met Duitsch
land op te zeggen. Dit zal moreel effect
maken. Spr. noemt voorts gevallen van
ergerlijke gevallen van N. S. B.-zijde.
De persen van de „Tribune" zijn een
jaar geleden in beslag genomen, maar de
zaak is nog niet voor den rechter geweest.
Dit is verkeerd. Zoo'n zaak en ook die,
naar aanleiding waarvan de pers van
„Volk en Vaderland" in beslag is genomen,
moeten met spoed voor den rechter wor
den behandeld.
De heer Terpstra (A.-R.) bepleit een
wijziging van de wet op het arbeidscon
tract in dezen zin, dat verband gelegd
worde tusschen den tijd der dienstverbin
tenis en opzeggingstermijn. Menschen, die
jaren lang in dienst zijn geweest, moeten
niet met een week opzeggingstermijn kun
nen worden ontslagen.
Beëindigd worde het ernstige euvel, dat
werkgevers werknemers ontslaan, omdat
zij voor herhalingsoefeningen onder de
wapenen moeten komen.
Hoe staat het met het wetsontwerp no
pens de rechtspositie van handelsreizigers
en agenten? De minister heeft juist een
jaar geleden de memorie van antwoord in
gediend, maar het overleg tusschen regee
ring en Kamercommissie schijnt nog steeds
niet geëindigd. Totstandkoming van de wet
is gewenscht.
De heer Sneevliet (R. S.) keurt af,
dat menschen gestraft zijn wegens het dra
gen van een roode tulp op 1 Mei. Waarom
wordt de kweeker, die op dezen datum een
heel veld roode tulpen heeft, dan niet ge
straft? (Vroolijkheid).
De heer West er man (N. H.) vestigt
de aandacht op de onrustbarende toene
ming van de criminaliteit. Ondanks de cri
sis* zien wij in Duitschland een sterk da
lende criminaliteit.
De heer Roestam Effendi (C. P.):
En die Nazipartij dan? (Vroolijkheid).
De heer West er man (N. H.) citeert
cijfers uit een desbetreffende statistiek.
Als hy cijfers noemt van veroordeelin
gen in Duitschland wegens misdrijven te
gen het leven, roepen verschilelnde afge-
vaardgiden: „Wat Röhm daarby?"
Als spr. voortgaat uit Duitsche statistie
ken te citeercn, zegt de Voorzitter: Wij
zijn aan de behandeling van de Neder-
landsche begrooting (Hilariteit).
De heer Albarda (S. D.): Natio
naal Herstel spreekt!
De heer W e s t e r m a n (N. H.) betoogt,
dat ons strafrecht formalistisch is en een
geest ademt van een verstreken tijd. Spr.
vestigt, wat nieuwe vormen van recht be
treft. de aandacht op het Duitsche systeem
van Sicherungsverwahrung. (Gelach). Hier
bij zit de bedoeling voor om te bescher
men. (Vroolijkheid).
Spreker keurt af de inbeslagneming van
persen.
De heer Drop (S.D.) bespreekt de
overlading van kantongerechten. De heer
Duymaer van Twist (A.R.) vraagt
krachtige maatregelen tegen de N.S.B.;de
heer Coops (Lib.) gispt uitlatingen van
leden van parketten, welke uitlatingen
buiten de zaak om gingen.
De heer Kortenhorst (R.K.) be
strijdt het betoog van de heer Westerman
inzake de mindere criminaliteit in Duitsch
land. Spr. kan zich een staat indenken, die
de vrijheid van denken en doen zoo aan
banden heeft gelegd, dat het physiek on
mogelijk is misdrijven te begaan. Hier
wordt een ander principe gehuldigd, en
de consequenties van de, vrijheid zal men
moeten aanvaarden, ook al brengt zy dan
ook een vermeerdering van criminaliteit
mee.
Spr. wijt het aan de. schroomvalligheid
van den minister dat hij niet strenger op
treedt tegen hen die het gezag beleedi-
gen. Doch het is ongeoorloofd te laten
sollen met het gezag, want dragers van
het gezag geven leiding aan andere men
schen, en men moet dezen mensdhen niet
den indruk geven dat men over zich heen
laat loopen.
De minister heeft te lang geduld gehad,
eer hij ingreep, Het doet spr. genoegen
dat de minister zich nu uitgesproken heeft
over de kwestie Van 't Sant. Ware dit
eerdre gebeurd, het kwade gerucht zou
niet zulk een omvang hebben kunnen krij
gen. In een circulaire heeft de N.S.B. op
de grofste wijze den minister beleedigd.
Laat dit nu volkomen uit zijn. Spr. wacht
de grondwetsherziening ten deze nu rustig
af. Maar de heer Schalker moet nu niet