Wat denk je.... zou Sint 't doen?
Pi BROER van ZWARTE PIET?
Hoe de jongens in Vlegeldorp St. Nicolaas
en zwarte Piet binnenhaalden..,.
ce^HIPBREUkJ
N/AN$T„N1C,QLAA5
EEN GRAPPIG IDEE VAN KLEINE FREDDY.
Wat staat ons 't volgend jaar te wachten....?
door TOM PINNART
Kleine Freddy was, wat je noemt een
„welgesteld" jongetje. Dat wil zeggen....
Freddy's vader was natuurlijk welgesteld,
maar kleine Freddy had er ook pleizier
van. Als Freddy jarig was.... altijd
kreeg hij de fijnste cadeaux als Freddy
overging op school altijd werd zijn har-
tewens vervuldEn op de feestdagen..
wel, dan was de hele school jaloers op het
speelgoed, dat Freddy gekregen had: ver
leden jaar was het een spoortrein geweest
met échte seinpalen en wissels, met sig
naalhuisjes en stationnetjes, een draai
schijf en een tang met kaartjes échte
namaakkaartjes om te knippen.Eer-
verleden jaar.... maar neen, laat ik het
maar niet vertellen, want dan komt het
water je in je mond van louter afgunst!
Nu zullen jullie natuurlijk denken, dat
Freddy, die al zeven jaar was,-een dónig
verwend kereltje zou zijn. Maar dan sla
je de plank precies mis! Freddy Hermansen
had een paar verstandige ouders, die hun
enigst zoontje heus niet verwenden en hem
integendeel leerden, dat het leven niet al-
Jeen uit pleiziertjes en mooi speelgoed
bestond, maar dat er ook ellende rondom
hen werd geleden en dat zij de aangewe
zen personen waren om van hun overvloed
het een en ander af te staan, teneinde de
armen te helpen.... Ieder jaar moest
Freddy zijn speelgoed van het vorig jaar
bijeenzoeken en dat werd allemaal aan de
kinderen van arme mensen gegeven, die
er dolblij mee waren. En Freddy's kleer
tjes gingen dezelfde weg op. Wat was
Freddy opgetogen, als hij de verheugde ge
zichten zag, waarmee de geschenken wer
den aangenomen.
Sinterklaar naderde weer. Al verschei
dene malen had Freddy in zijn schoen een
heerlijk suikerbeest of een taaitaai-poppe
tje gevonden! Want Freddy was een op
passende jongen; op school haalde hij
meestal zeer voldoende cijfers en de
leraren waren het er over eens, dat Freddy
een prettige leerling wasAls iemand
zo z'n best doet, heeft hij ontegenzeggelijk
een beloning verdiend.
Maar ditmanl was Freddy niet helemaal
op zijn gemak. Hij zat dikwijls in diepe
gedachten verzonken enals zijn moe
der hem vroeg, wat eraan scheelde, lachte
hij maar eens verlegen enwilde niets
zeggen. Waar zat Freddy zo aan te den
ken?
Wel ik zal het jullie verklappen: „Als
ik jarig ben", dacht Freddy bij zichzelf,
„krijg ik allemaal mooie cadeautjes als
m'n pappie jarig is, vieren we feest en
krijgt pappie wat van ons, een mooie das,
een nieuw cigarettenpijpje,'of zoiets
en als mammie jarig is, krijgt ze ook van
allerlei! Maar.... als Sint Nicolaas jarig
iskrijgt hij niks! En het gekste is, dat
hij dan nog wel aan alle kinderen en grote
menschen geschenken geeft, alsof zij jarig
waren, inplaats van hijzèlf!"
Dat was nog niet zo dom gedacht van
onze Freddy, vind je nietHebben
jullie daar óók weieens over gedacht?
Toen vatte Freddy op zekere dag het
voornemen op, om Sinterklaas van zijn
zakgeld een cadeautje te kopen en hem
dat te geven!
Maar wét?.... Peinzend legde Freddy
V\
zijn wijsvingertje langs zijn neus en dacht
naCigarettenpijpjes of dassen kwa
men niet in aanmerking. In de eerste plaats
had Freddy Sint nog nooit zien roken
je moest ook oppassen met zo'n baard
die vliegt natuurlijk gauw in brand en
in de twede plaats had Freddy nog nooit
gezien of Sint een das droegdat kón
je immers ook niet zien met <üe lange
baard! Geen rookgerei en geen das dus.
maar wat dan?
Het valt niet mee om na te gaan, wat je
een bisschop nu eigenlijk moet geven! Zak
doeken met een geborduurde „N" erop....
of een paar warme pantoffels.... of....
sporen om mee paard te rijden op de da
kenof.... Maar Freddy kan geen ge
schenk vinden, dat aan zijn denkbeeld vol
deed.
Dagenlang liep hij te piekeren en op
ééns! daar ha hij het! Een reuzen-idee!
Deksels, wat een reuzen-idee! Om te
schreeuwen van pleizier, gewoonweg!
In de druke dagen vlak voor Sint Nico-
laas-dag kon men Freddy vaak zien grin
niken in zichzelf. Onder schooltijd was hij
dikwijls met zijn gedachten niet bij de les,
hetgeen zijn onderwijzers erg verwonderde.
Maar.... tja met Sinterklaas waren èlle
kinderen weieens wat afwezig.... dus érg
kwalijk namen ze hem dat niet.
Sinterklaas-avond brak aan. Freddy had
al zijn opgespaarde zakduitjes bij elkaar
gelegd en sloop die dag geheimzinnig
rondMeneer en mevrouw Hermansen
vroegen zich verwonderd af, wat hun
spruit toch eigenlijk wel uitvoerde. Maar
Freddy liet niets los en deed alsof er niets
aan de hand was.
's A onds. toen allen in de kamer ver
gaderd waren: Oom Jan en tante, de neef
jes en nichtje Truus, Harry Bolhuis en
Ted van Dongen, de beide vriendjes van
school, en natuurlijk vader en moeder....
ging opeens de bel! Freddy voelde zijn
hart kloppen! Het leek wel een hamer!
Hoé zou Sint zijn cadeautjes vinden?....
En zou hij niet boos.... Ssst! De kamer
deur ging open: Sint kwam binnen.
Fredy keek naar z'n lange baard, Prach
tig zoals die golfde.... het leken wel de
haren van moeder, als ze pas naar de kap
per was geweest....! Pas op.... Sint ging
wat zeggen.
Eerst kwamen de neefjes en het nichtje,
toen Harry en Ted aan de beurt.... O
hemel, nu werd hij door Sint dichterbij ge
roepen. Vlug pakte hij een doos van het
de hele dag lopen lachen en zingen, me
neer Sint. En ziet U eh nu had ik
gedacht, dat U er ook wel graag jong zoudt
willen uitzien, want U bent al zo verschrik,
kelijk oud, meneer Sint. En daarom heb
ik een mooi scheerstelletje voor U ge
kocht, ziet Ueen scheermesje, een
bakje met spiegel en een fijne scheer
kwast. net zoals pappie heeft, ziet U.
Kijk.... mooi hè? Gaat U nu ook Uw
baard eraf scheren, meneer Sint? Maar
geeft U mij dan een vlokkie ervan, dan be
waar ik dat als aandenken, dóet U 't
En Freddy bleef met een gloeiende kleur
van verlegenheid op z'n gezichtje staan.
Sint had het scheerstelletje aangenomen en
wist het eerste oogenblik niet wat hij zeg
gen moest. Toenbarstte hij opeens in
een bulderend gelach uit.... Freddy werd
bang, dat hij ontploffen zou, zóó paars werd
hij en hij hield z'n buik vast. „Hahahaha!
Dót is me nog nooit overkomen! Oude Sint,
die een cadeautje krijgt!.... Hahahaha!
Schrik maar niet, beste jongen. Ik vind het
reuzen-aardig van je! Daar heeft nu nog
nóóit één van de kinderen aan gedacht!
Hahahaha! Maar m'n baard eraf scheren.,
daar moet ik nogeens over denken, hoor!
Dat gaat me te duur kosten van de winter
Nü heb ik immers geen wollen das nodig
en krijg ik nooit keelpijn. Maar zónder
baardHahahahaha! Ik heb nog nooit zo
smakelijk gelachen de laatste jaren. Maak
nu maar gauw die zak open en haal je ca
deautje er uit. Dat heb je dubbel en dwa"
verdiend! En kijk 't volgend jaar maar 's
of ik mijn baard al kwijt ben. Misschien
doe ik 't nog wel voor de warmte! En be
slist, dan krijg jij een vlokkie ervan!
Hahahahahaha!
En snikkend van het lachen nam Sint
afscheid van vader, moeder en de anderen
en liep het huis uit.
Freddy was een beetje beduusd van die
vreselijke lachbui van Sint, maar moeder
nam hem in haar armen, toen de anderen
weg waren en zei: „Mijn lieve jongen, je
bent een échte schat, dat je Oude Sint
zo'n mooi cadeautje hebt gegeven, hoor!
Jij gunt anderen óók wat en dat is een
goede eigenschap! Altijd eraan denken, dat
„geven zaliger is, dan nemen!" En ga nu
naar boven en haal je speelgoed van ver
leden jaar bij elkaar! Ik zal je oude kleer
tjes opzoeken. Dan gaan we die morgen
brengen bij juffrouw Jans, onze werkster.
Die moet zo heel hard ploeteren om geld
te verdienen voor haar vier kinderen! Wat
zullen ze blij bijn, als ze dat allemaal kra
gen!"
Nu zullen we een heel jaar moeten wach
ten om te zien of Sint zijn baard afscheert!
Wat denk je zou Sint 't doen? Freddy
gelooft vast en zeker, dat Sint hem het
volgend jaar een vlokkie van zijn baard
zal sturen. Maar ik weet 't nog niet. Eigen
lijk zou ik 't zonde vinden van zo'n mooie,
lange baard, en jullie?
Zullen we Sint een briefje sturen, dat
hij 't maar niet moet doen? Ik weet, waar
Freddy het scheerstelletje gekocht heeft.
De winkeljuf heeft me verteld, dat we 't
nog konden ruilen.... bijvoorbeeld tegen
een mooie schildpadden kam, waarmee Sint
dan z'n baard kan uitkammen! Doe je
mee?
tafeltje achter hem en klemde die tegen
zijn jasje„Wel beste Freddy", zei
Sint, „geef me eens een hand, vent!" En
Sint stak zijn keurig-gehandschoende hand
uit en klemde Freddy's jongenspootje ste
vig daarin: „ik ben heel erg tevreden over
je, hoorJe vader en moeder hebben
me verteld, dat je zulke goede cijfers op je
rapport had. Wél de deugd moet be
loond worden! Dat is altijd de stelregel van
oude Sint geweest. Daarom heb ik wat
moois voor je meegebracht. Maar een
oude gewoonte van me je moet éérst een
Sinterklaas-liedje zingen, beste jongen. Dat
heb je belist wel geleerd op school. Laat
's horen of je goed kunt zingen".
Freddy kreeg een kleur en klemde zijn
pakje nóg steviger tegen zich aan. „Meneer
Sint" zei hijstotterend. „Wél wat
ga je voor me zingen?" zei Sint vriendelijk
en z'n baard wipte op en neer.... Die
baard Freddy moest er steeds naar
kijken! Toen kwam opééns het hoge woord
eruit: „Meneer Sint ik had zo gedacht.
ik wilde.ik hebik kreeg ieder jaar
van U een cadeautje. Maar dat is nou toch
eigenlijk niet goed,meneer Sint. Want op
5 December ben ik niet jarig. Maar U
bent toch jarig, meneer Sint. En nu heb ik
voor Uw verjaa.rdag wat voor U gekocht,
als U er tenminste niet boos om bent, me
neer Sint. Ziet U.eh, verleden jaar had
m'n pappie ook een baard.... Zo'n lange,
haast net zo lang als die van U, maar die
baard van pappie was zwart. En toen heeft
pappie z'n baard op een goede dag laten
afscheren en toen zei mammie, dat paps
er zo héél erg jong uitzag! En toen was
pappie toch zó blij, meneer Sint. Hij heeft
vor^g jaar, juist in Decembt:
eeft de politie in onze groote ste
len het verschrikkelijk druk gehad
en je zoudt bijna niet gelooven
waarom. Nu dan, de man waar hei
om ging zit nu veilig achter slot, dus
heeft de Sinterklaas-Persdienst ver
lof gegeven om aan de jeugdige le
zertjes van ons blad de geschiedenis
te vertellen
Iedere keer namelijk als de kinderen
's morgens wat lekkers in hun schoen von
den, ontdekten vader en moeder dat er ge
stolen was. Nu eens miste een vader zijn
honoge. dan weer was moeder een stel zil
veren lepeltjes kwijt, enfin, het regende
klachten bij de politie dat er een zwar:e
Piet moest zijn die 's nachts bij de men
schen kwam stelen. Je begrijpt dat de Sin-
terklaasdienst er direct honderd agenten
op uit stuurde om die zwarte Piet die over
al 's nachts alles weghaalde op te sporen.
Maar omdat de echte zwarte Pieten alleen
's avonds uitgaan, was 't een moeilijke
taak, en daarbij konden de politie-agenten
toch slecht iedere zwarte Piet die uit een
schoorsteen kroop arresteeren.
Op een avond echter hadden ze geluk..
Twee agenten, die de wacht hadden in een
stille wijk, zagen op een heel hoog huis
onverwachts een zwarte Piet uit den
schoorsteen kruipen.
„Let op", fluisterde de oudste agent,
„kijk uit je doppen of die zwarte Piet niets
bjj zich heeft wat zwarte Pieten niet noo-
die hebben" Net wilde Zwarte Piet die
voorbij de agenten kwam, 't op een loopen
„Ik spreek Spaansoh tegen de klippen
op", antwoordde Zwarte Piet. „Ik ben een
broertje van de Zwarte Piet die bij de
Bijenkorf zit"
„Zoo zoo" riep een van de agenten, „nou
daar komt dan je broertje aan" en warem
pel in de verte kwamen Sin-Nicolaas en
zwarte Piet op hun gemak aangestapt.
Sint-Nicolaas, wien niets ontgaat, had
het drietal al in de gaten gekregen.
„Dag broer" riep zwarte Piet tegen de
knecht die bij Sint-Nicolaas was, maar
omdat die geen Hollandsch kende, wist hij
ook niet wat de dief bedoelde. Want jullie
snappen 't zeker al, dat de agenten hier
den dief naast zich hadden staan.
„Sluit hem op", riepSinterklaas, die tot
nu toe niets gezegd had tegen de agenten,
„sluit hem op, want hij is de dief die over
al alles weghaalt. Ik zag 't in de verte al di-
reet, mijn zwarte Pieten hebben geen witte
handen." En met een waardig gezicht stap-
zetten, toen de agenten hem beet pakten.
„Dag Piet", begonnen ze, „heb je de kin
dertjes weer eens verrast?"
„Ja" antwoordde Piet, „ik heb een druk
ke tijd, zoo overal in die huizen te klaute
ren, dat valt niet mee". Terwijl de eene
agent Zwarte Piet aan 't praten hield, keek
de anderen in de zak van Zwarte Piet. En
wat denk je dat ie daar vond? Een radio
toestel.
„Zeg eens", sprak een van de agenten,
„spreek jij geen Spaansch Piet? Hoe heet
jij eigenlijk?"
te Sint-Nicolaas en de echte zwarte Piet
door.
En de zwarte-pietendief met de witte
handen die werd naar het bureau van po
litie gebracht en daar bekende hij dat hij
al een maand lang iederen avond ergens
wat gestolen had.
„Als de Sinterklaas-tijd voorbij was had
ik een winkeltje in tweedehandsgoed wil
len beginnen", snikte hij, maar de agen
ten hadden geen medelijden met hem,
doch sloten hem voor zes maanden in de
gevangenis.
POORAnnie TOIRK&NÖ
Ol* VAN euiTeM Ta teeja.04 I
't Was op een nacht waarin de duivels
spookten,
De golven rolden woest, de zeeën kookten.
In dit tumult voer eens een eenzaam schip
Stuurloos in 't duister plots op een klip.
't Was een boot die uit Spanje kwam varen
De bemanning liep rond met wilde gebaren,
Ginds lag in het donker de Bretonsche
kust
De kapitein maande tot kalmte en rust.
Hoog op de boeg staat Sint zelf, onvervaard
De storm giert en zwiept door zijn witte
baard,
De goedheid straalt van zijn oud gezicht,
Beschenen door het matte licht.
Het stuurrad heeft den dienst geweigerd,
Het scheepje draait en tolt en steigert
Het Spaansche schip verkeert in nood
De bemanning wacht een vreeslijke dood.
Een vuurtorenwachter heeft alles gezien
Hij snelt naar het dorp en zoekt er tien
Van de allerkloekste mannen, die met al
hun kracht
De reddingsboot stuwen door donkere
I nacht.
Het licht der lantaarns is haast gedoofd.
Er is geen man meer die nog gelooft
Dat hier hun hulp nog baten kan
Maar ziet, daar herkent men den
i Heiligen Man,
■Sint Nicolaas juichen de redders verblijd,
Sint Nicolaas, en ze hernieuwen den strijd,
En ja hoor, al woedt de zee nog zoo
verbolgen,
De Sint wordt gered en de anderen volgen.
Met gejubel wordt Sint aan de kust
begroet,
De heilige glimlacht en prijst hun moed,
Hij betreedt een hut, vleit zich neer en zoo
Sliep Sint daar dien nacht op een bed
van 6troo.
Telkens als Sint langs die rotsen vaart
Zegt hij tegen Piet: Breng vlug mijn paard
Het schip legt dan aan, de tros wordt
gesmeten,
Want Sint heeft de visschers daar nooit
meer vergeten.
OUDE
SINT NICOLA AS-
VERSJES.
Rond het feest van St. Nicolaas hooren
wij altijd een massa oude versjes, waarvan
wij de meeste wel kennen. Onze groot
ouders kenden er echter nog meer. Het wa
ren meestal korte gedichtjes, soms maar
van drie of vier regeltjes lang, doch niet
minder geestig dan de moderne liedjes.
Meestal zijn deze versjes voor de kinderen,
maar sommigen zijn te onbegrijpelijk voor
jullie.
Een der liedjes, welke stammen uit de
17e eeuw, willen wij hieronder weergeven:
„Die wondre Heilige zoo vermaard,
Die schoenen vult bij hoopen,
En liefst door schoorsteenpijpen vaart
Al zijn de deuren open".
En verder:
„We zullen ons scheepken wel stieren
Al over die wilde see.
Al op Sinteklaes manieren
Soö gaat er ons kindeken mee".