FEUILLETON. HAAR MOEDERS EVENBEELD Naar het EngeLsch van w LOUIS TRACY. (Nadruk verboden). 59) Zijn eerste groote misdaad had hem achterhaald op het moment, dat hij haar was begonnen te vergeten, op het moment dat de lang en vurig gewenschte, met alle middelen gezochte rijkdom, eindelijk bin nen het bereik van zijn handen scheen te liggen.. Het zielige, van angst en verdriet ver trokken gezicht van 't meisje, dat hü had ontvoerd en nu hier aan boord verborgen hield, was als een benauwende waarschu wing van de andere zijde van 't graf; spre kend evenbeeld als zij was van de vrouw, die hij en zijn broer van haar bezittingen hadden berooofd. Ralph Meiklejohn was een man van im pulsen, van toomelooze driften; een bloed dorstige tijger als hij zich getergd voelde. Een golf van waanzinnige woede sloeg over hem heen. Voor het visioen van ge makkelijke weelde, dat hem de laattse we ken had toegelachen, was, als een donker gordijn, een heel wat minder aanlokke lijk vooruitzicht geschoven; grauwe celmu ren en holle, wit gepleisterde gevangenis gangen. Winter's stem klonk opnieuw. „Maak geen moeilijkheden, Veles. Daar kan uw positie alleen maar slechter van worden!" De inspecteur liet zijn waarschuwing niet zonder goeden grond hooren. Hij ken de gezichten en in de oogen van de man op het achterdek, brandde een wilde furie. „Veles" stond voor niets op het oogenblik, dat was duidelijk. Onwillekeurig dwaalde den blik van de zen laatste naar de rivierzijde van de „Al batros" en voor het eerst nu kreeg hij de politieboot in 't oog. In een pijlsnelle re flexbeweging ging zijn rechterhand naar zijn heupzak. „Doe geen gekke dingen, Veles!" werd hem van de brug toegeroepen. „Je maakt den boel alleen maar erger." Een bittere lach ontwrong zich aan de lippen van de avonturier, die de wereld on der zich voelde wegglijden. Zijn hand met de revolver schoot uit, niet echter in de richting van de brug, maar in die van den steiger. Fowle zag het en gaf een doordringende gil. Toen het korte, scherpe gekraak van een schot en de gil smoorde in een ge kreun van doodsangst en pijn. Veles was rotsvast overtuigd, dat Fowle, de lafaard, de zwakkeling, hem verraden had en wat hij ook verder van plan was. Niemand die 't kon zeggen, want maar luttele seconden na het eerste schot knalde een tweede. De inspecteur in uniform op de brug had, toen hij Veles' arm met de revolver zag uitschieten, in een onberede neerde, natuurlijke reactie zijn eigen pis tool getrokken en gevuurd, vrijwel op het oogenblik dat het eerste wapen afging. Het was een voltreffer: de kogel drong in Veles' hoofd. Hij was dood eer zijn val lend lichaam met een harden bons op het dek neerkwam. Zoo was het einde van Ralph Vane Meik lejohn, den duivelschen sluwen gelukzoe ker, die voor niets en niemand ter we reld bang was. Toen Reginald Winifred in een der hut ten vond om de deur ervan te openen, moest hij, griezelig karwei, den sleutel uit Veles' zak halen zat het meisje hartbre kend te snikken. Ze had de schoten ge hoord, zonder natuurlijk te weten wat die te beteekenen hadden. Haar zenuwen waren door de laatste ver schrikkelijke uren zoo van streek, dat ze zich de eerste minuten alleen maar aan Carshaw kon vastklemmen, zonder in staat te zijn een woord uit te brengen. „Neem me mee hier vandaan, Regi nald", kwam het eindelijk hortend en stootend. „Hethet is allemaal mijn schuld. Waarom heb ik me ook laten be pratenwaarom stelde ik geen ver trouwen in je? Toe, neem me alsjeblieft mee...." Hij streelde zacht haar haar en haar wangen, kuste haar voorhoofd en troostte met een trillende fluisterstem: „Huil nu maar niet meer, keline schat; er is nu een einde aan je ellende alles komt in orde." Zijn nabijheid, zijn liefkoozengen, zijn be moedigende woorden, deden haar langza merhand wat kalmeeren en toen hij haar na een poos meenam naar het dek, waren daar alle sporen van de tragedie reeds ver wijderd. Ze vroeg naar de reden van het schie ten, en Reginald vertelde haar dat Veles was gearresteerd en dat dit niet zonder verzet was geschied. Het was voldoende. De zekerheid, dat haar vervolger onschadelijk was gemaakt, was zoo'n geweldige opluchting, dat ze geen nadere bijzonderheden verlangde te weten. Als een doodmoe, maar tevreden kind, liet ze zich door Reginald in de auto stoppen. Hij reed naar de flat van zijn moeder, en inspecteur Winter begeleidde hen. Het was de taak van de politie in Wapping om voor de noodige officieele bemoeiingen te zorgen. Bij het gerechtelijk onderzoek naar de omstandigheden waaronder Veles den dood gevonden had, dat de volgende dag zou plaats hebben, moest Sir Reginald na tuurlijk als getuige verschijnen, daar hij bü de schokkende ontknooping tegenwoor dig was geweest. Maar de inspecteur ge loofde wel dat de autoriteiten Winifred zouden toestaan 'weg te blijven. Zoo geschiedde het inderdaad en zoo konden verscheidene dagen voorbijgaan eer het jonge meisje iets gewaar werd van den dood van Veles en het schieten op Fowle. Reginald vond het beter om haar voorloopig maar alle verdere emoties te besparen. Fowle stierf niet. Hij herstelde langzaam van zijn verwonding, na een zware opera tie en een maandenlang verblijf in een ziekenhuis. Toen trok Carshaw zich zijn lot aan, bezorgde hem een betrekking en gaf hem geld om opnieuw te beginnen. De kerel was meer een jammerlijke slap peling dan door-en-door slecht en de jon ge baronet vertrouwde, dat hij de harde les die hij had gehad, niet vergeten zou. Een tweede opwindende scène volgde dien midag, toen Lady Carshaw met Wil liam Meiklejohn in haar woning arriveer de en daar haar zoon met Winifred vond wachten. Het meisje, dat het parlementslid nooit eerder gezien had, kon niets angstaanja- gens ontdekken aan een vermoeid en ge jaagd uitziend heer van middelbaren leef tijd, volkomen „gentleman" in kleeding ea manieren, die met Reginald's moeder bin nenkwam. Maar des te meer was ze over stuur door de ontmoeting met de vrouw des huizes, die in haar herinnering leefde als een koude, hoogmoedige, hartelooze „grande dame" met een uitgesproken gave om iemand met haar geraffineerd-welge kozen woorden en vlijm-scherpe tong te martelen. Maar de Lady Carshaw van nu slaagde er oogenblikkelijk in om dien indruk uit te wisschen. „Lieve kind", zei ze, met een stem die haast brak en tranen, „het is ontzettend wat je allemaal hebt moeten doormaken. Kun je me ooit vergeven?" Carshaw, die Meiklejohn glad negeerde, fluisterde zijn moeder in, dat Winifred di rect naar bed moest. Ze was volkomen uit geput. Een van de dienstmeisjes zou bij haar op de kamer slapen voor het geval, dat ze midden in den nacht wakker zou worden en zich angstig voelen. Toen Reginald met William Meiklejohn alleen bleef, was het zijn bedoeling het parlementslid een moreele afstraffing toe te dienen die geen stuk aan hem heel zou laten. Maar ternauwernood begonnen, was hij al ontwapend. Zijn toehoorder was een gebroken man; hij bekende alles en deed zelfs geen moeite zijn gedrag te veront schuldigen. Z.O.Z. Ste Gou/tant De tuigage van de gestrande sleepboot .Drente* te Egmond wordt omlaaggehaald De slooping is begonnen etenstijd bij de opieiding der nieuwe Duitsche recruten De gemeenschap pelijke maaltijd wordt blijkbaar met smaak genuttigd Het Amsterdamsche ijshockey-team .De Blauwe Zes" vertrok Donderdag naar Parijs, om daar tegen het Parijsche team te spelen om den nieuwen Europeeschen stedenbeker Tanks der Itahaansche troepen in actie bij den Eet nu appelen. Op de Bosiche veiling werden Donderdag niet minder dan 64.000 K.G. opma"°Dib"t«^r.TAdd!s Abtb. nadert69 Va" appelen aangevoerd °enaar Donderdag ver trok ir. B. Ste- phan.adj direc teur der Fok kerfabrieken, van het station te Amersfoort naar Turkije

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5