HET ITALIAANSCHE PROTEST TEGEN DE SANCTIES Leest het NIEUWS op de bladzijden 4 en 8 WOENSDAG 13 NOVEMBER 1935 DE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 Zij zouden onrechtmatig en onrechtvaardig zijn VAN HET FRONT WEINIG NIEUWS. RECHTSGELDIGHEID DER SANCTIES BETWIST. Tegenmaatregelen aangekondigd. Aan den vooravond van de toepassing der economische sancties heeft de Italiaan- sche regeering, zooals reeds gemeld, tege lijkertijd aan alle regeeringen, die deel uit maakten van de Coördinatie Commissie te Genève, een protestnota doen overhandigen, waarin zij „ten sterkste en op de meest be twiste wijze tegen den omvang en de on- i*"ehtvaardigheid" der sancties protesteert. In deze nota voert de Italiaansche regee ring hét volgende aan: lo. Dé Italiaansche regeering, die blijkens haar nota van 7 October en de verklarin gen van haar Volkenbondsvertegenwoordi ger, de beschuldiging, als zou zij art. 12 van het pact hebben geschonden, van de hand heeft gewezen, protesteert thans nogmaals tegen de „onrechtvaardigheid der procedu res, die te haren nadeele zijn aangewend". De Italiaansche regeering komt er tegen op, dat de argumenten van haar memorandum niet voldoende bestudeerd zijn, en dat het Volkenbondspact niet is toegepast in den geest der bepalingen, die op den onderha- vigen toestand van toepassing zijn. 2o. De toestand, zooals deze zich na de laatste zitting van den Volkenbondsraad ontwikkeld heeft, voegt „bij de Italiaansche protesten de bevestiging van een feit, dat van een dergelijke beteekenis is, dat de gronden, waarop de tegen Italië gerichte besluiten werden genomen, niet langer steekhoudend zijn". De Italiaansche nota wijst op het feit, dat de burgerlijke en religieuze autoriteiten in Abessynië zich onder de bescherming van Italië hebben geplaatst, dat Italië 16.000 sla ven de vrijheid heeft weergegeven, de vrij heid, die zij van Addis Abeba vergeefs ver wacht zouden hebben, ondanks de verplich tingen, bij de intrede in den Volkenbond aanvaard". In de nota wordt dan verklaard, dat de bevolking in Italië niet een aanval ler ziet, doch de mogendheid, die het recht en de bekwaamheid bezit, de hooge bescher ming uit te oefenen, die het Volkenbonds pact in art. 22 als een missie van de bescha ving erkent. De Volkenbond dient er reke ning mede te houden, dat deze bevolking bloot zou staan aan vergeldingsmaatrege len en wraaknemingen, indien de Italiaan sche voogdij zou ophouden. Met deze ge beurtenissen, die zich na de te Genève ge nomen besluiten hebben voorgedaan, moet de Volkenbond rekening houden, en daar uit de noodige consequenties trekken. 3o. De nota betwist de rechtsgeldigheid van de sancties, „waartoe besloten is in een zitting van de coördinatiecommissie, die in geen enkel opzicht een orgaan is van den Volkenbond, en welke buiten Italië is ge houden". De nota concludeert derhalve, dat iedere regeering individueel aansprakelijk blijft voor de draagwijdte der maatregelen, waar toe besloten is. 4o. Het embargo op den uitvoer van wa pens naar Italië en de opheffing van het embargo ten aanzien van Abessynië, komt neer op medewerking aan en verergering van een toestand, dien Italië niet wenscht, en die het aanleiding geeft, met eigen mid delen voor de veiligheid zijner koloniën te zorgen. De opheffing van het embargo „is in strijd met de voorstellen van de Volken bondscommissie, die erkende, dat Abessy nië onder krachtig internationaal toezicht moest worden geplaatst, waardoor aan de gevaarlijke wanorde in dat land een einde gemaakt zou kunnen worden". 5o. In de nota wordt de coördinatie-com missie verweten, dat zij er geen rekening mede gehouden heeft, dat dergelijke sanc ties nooit zijn toegepast bij voorgaande, doch ernstiger conflicten, dat zij snelle toe passing heeflt voorgesteld, en niet pro gressieve toepassing heeft overwogen. Op economisch gebied „vestigt de Ita liaansche regeering de aandacht op den ernst der maatregelen" en hun gevolgen, niet slechts voor de groote natie, die een belangrijke rol vervult bij het wederopbou wend werk, dat de voornaamste taak van den Volkenbond is, doch voor het geheele economische wereldleven. Niemand zal het recht en de noodzakelijk heid kunnen ontkennen, het bestaan van het Italiaansche volk te verdedigen en te verzekeren. De Italiaansche regeering zal derhalve verplicht zijn, maatregelen van economischen en financieelen aard te ne men. Het verbieden van den geheelen Ita- liaanschen uitvoer is meer dan een econo mische maatregel, het is in werkelijkheid een daad van vijandschap, die de onvermij delijke tegenmaatregelen van Italië ten volle rechtvaardigt. De sancties en contra-sancties, zoo wordt verder betoogd, zullen ten slotte de ernstig ste moreele en psychologische gevolgen hebben, daar zij een verwarring der gees ten teweeg zullen brengen, die wel eens veel langer zou kunnen duren dan de ge volgen van de sancties zelf. Italië, zoo vervolgt de nota, dat „op grond van de offers en het bloed dat door zijn zonen is gestort, aanspraak meent te kun nen maken op de kwalificatie van mede-op richter van den Volkenbond" heeft zich nog niet van dit instituut willen losmaken, on danks het feit, dat het bezwaar moet maken tegen de procedure, die ten nadeele van Italië is gevolgd, want Italië wil vermijden, dat dit conflict nog tot ernstiger complica ties leidt. Overigens wordt de aandacht der regee ringen gevestigd op het feit, dat Italië in- tusschen van zijn kant alle maatregelen heeft getroffen om te verhinderen, dat uit den toestand nog nieuwe gevaren kunnen ontstaan, en op de verantwoordelijkheid, die uit de toepassing der sancties voort vloeit. De nota besluit dan: „De Italiaansche re geering zal gaarne vernemen, op welke wijze uw regeering in vrije en souvereine wilsuiting voornemens is zich tegenover de Italië voorgestelde dwangmaatregelen te gedragen". DE GEVOLGEN DER SANCTIES. Men acht het te Genève mogelijk, dat de sanctieconferentie na het van kracht wor den der economische en financieele sanc- ües weer zal bijeenkomen, wellicht op 25 November, om zich bezig te houden met de eerste gevolgen der sanctiemaatregelen en met de aangekondigde Italiaansche re presaillemaatregelen. Tevoren zal in ieder geval de werkcom- missie bijeenkomen voor het nemen van een besluit inzake de door Polen, Britsch- Indië, Siam en andere landen gevraagde speciale behandeling van bepaalde, met Italië loopende leveringscontracten. De be voegde subcommissie heeft zich dezer dagen in principe reeds uitgesproken voor een speciale behandeling dezer gevallen, waarbij het groote scheepsbestellingen be treft. die al gedeeltelijk betaald zyn. „TERUG NAAR STRESA". Wanneer wij deze beproeving hebben doorstaan aldus de Italiaansche ambas sadeur te Parijs, Cerutti, in een onderhoud met een vertegenwoordiger van het „Jour nal" zal men naar Stresa terugkeeren en moeten trachten den Britsch-Fransch- Italiaanschen band te herstellen. Wij heb ben veel geduld en daarom schijnen de sancties ook geen groot resultaat te zul len opleveren. Ik geloof in onze overwinning, vervolgde de ambassadeur. Deze veldtocht was noo- dig. Mussolini had aan zijn volk brood be loofd. Zijn volk heeft vertrouwen. Men mag Italië niet voorhouden dat het zich tot den Volkenbond had moeten wenden. Als overwinnaars, die door den vrede verne derd zijn, hebben wij een politiek van over wonnenen gevoerd. Dat men ons thans slechts zes maanden onzen gang late gaan. Wij zullen Abessinië de beschaving bren gen. Wij zullen in dit land orde scheppen. Daar kunnen wij leven en men zal bele ven, dat dit jonge revolutionnaire Italië zich aan de zijde schaart van Frankrijk en Engeland, dus aan de "zijde van conserva tieve volken. Twee vleeschlooze dagen voor Italiaansche marine. De minister van Marine heeft gelast, dat de leden van de zeemacht Dinsdag en Woensdag geen vleesch mogen eten, noch aan boord, noch te land, tenzij in speciale omstandigheden, waarvoor bijzondere ver gunning zal worden verleend. De Britsche gezant weer bij Mussolini. Mussolini heeft gisterenmiddag opnieuw den Engelschen gezant, sir Eric Drum mond, ontvangen. Over de besprekingen werd het volgende officieele communiqué verstrekt: „De leider der Italiaansche regeering heeft heden den Engelschen gezant ont vangen, met wien hij gedurende meer dan een uur heeft gesproken. Het onderwerp der besprekingen was het onderzoek naar de positie van beide landen in de Middel- landsche Zee". Over den verderen inhoud van het ge sprek wordt door beide partijen het streng ste stilzwijgen bewaard. Slechts verklaarde men van Italiaansche zijde, dat de bespre- kigen worden voortgezet. VAN HET FRONT. Het Italiaansche legerbericht. Het 43ste Italiaansche legerbericht luidt als volgt: Generaal de Bono telegrafeert: Het or- ganisatiewerk te Makalle wordt voortge zet, terwijl onze detachementen het terrein voor den pas van Doghei en aan de over zijde van de rivier de Dandern zuiveren. In het gebied van Makalle werd een Potez- vliegtuig gevonden met sterken motor, dat door de Abessiniërs was achtergelaten. In den sector van het tweede legercorps •s Ad Nevrid in het gebied van Abiabo be zet. Vier sterke afdeelingen zwarthemden en inlandsche troepen rukken op naar de Takkaze. De Dancale-colonne rukt op in het ge bied van Dessa. Een van onze detachemen ten trekt langs den rand van het plateau nabij Azbi. Aan het Zuidelijk front wordt de zuive ring van het terrein ten Noorden van Gorahi voortgezet. De luchtmacht heeft belangrijke verken ningen uitgevoerd boven de hoogvlakte en boven Dankalis. Van belang op het Noordelijk oorlogs- tooneel is op het oogenblik vooral de op- marsch vaii het tweede legercorps, dat on der bevel van generaal Maravigna staat. De voorhoede van deze legergroep heeft, naar Reuter nog verneemt, reeds het ge heele gebied ten Noorden van de Takkaze tezet. De streek van Tambien bevindt zich thans in feite in handen der Italianen. Op het Zuidelijk oorlogstooneel zijn de bergtoppen in het gebied van Harrar thans BUITENLAND BELGIE. NEDERLAND SCH IN HET BELGISCHE PARLEMENT. De Brusselsche „Standaard" schrijft: De katholieke Vlaamsche groepen van Kamer en Senaat vergaderden Maandag om te beslissen over het taalgebruik in Kamer en Senaat. Beslist werd, er aan te houden, dat de diensten in de beider Kamers evenwaardig het Vlaamsch en het Fransch zouden ge bruiken. Dat in den regel bij de bespreking in de openbare vergadering de leden Neder landsch zullen spreken. Aldus luidt de officieele mededeeling, die na de vergadering van Maandagna middag aan de pers werd verstrekt. Over de bespreking, die vrij lang duurde, heb ben we geen bijzonderheden kunnen ver nemen, daar de leden de verbintenis had den aangegaan tegenover de journalisten te zwijgen. De leden, die we konden on dervragen, stemden er slechts in toe een weinig commentaar op de mededeeling te geven. Wat de verschillende parlemen taire diensten betreft, wordt geëischt dat deze derwijze zouden ingericht worden, dat de Vlaamsche gekozenen overal het Nederlandsch zouden kunnen gebruiken. De stenografische diensten zullen moeten versterkt worden, vermits te veel van de huidige stenografen het Nederlandsch niet voldoende machtig zijn. In de bibliotheek van de Kamer schijnt men te weinig over te hebben voor het aanschaffen van Ne- derlandsche werken; hierin moet verande ring komen. Ziedaar, slechts een paar voorbeelden. Er werd ook over de andere diensten gesproken. Het „in den regel" spreken van het Ne derlandsch in de openbare vergadering, zou beteekenen dat al de Vlaamsche ge kozenen doorgaans het Nederlandsch zul len gebruiken, maar dat uitzonderingen, afwijkingen van dezen algemeen en regel niet zijn uitgesloten. Deze kwestie schijnt nog niet definitief te zijn geregeld. DUITSCHLAND. De Bisschop van Meissen staat onschuldig terecht Morgen wordt voor de strafkamer te Berlijn het proces' behandeld tegen den onlangs in hechtenis genomen bisschop van Meissen, Mgr. Peter Legge. In verband daarmede heeft de „Tijd" zich in kerkelijke en andere kringen op de hoogte gesteld van deze hangende kwestie. Het Bisdom Meissen wilde, aldus het blad, een deel van zijn leening aflossen. Daartoe stortte het bij de Universum-Bank te Amsterdam een bedrag van ongeveer 75.000. Regelmatig werden voor dit be drag, in opdracht dus van het bisdom, stukken in Nederland teruggekocht eenige dagen vóór de amnestie-wet nog tot groote bedragen. Na die amnestie-wet werden géén stukken meer opgekocht, werd de rekening afgesloten en er werd opgegeven voor de amnestie f 95.000 aan obligaties en 30.000 aan baar geld, wat bezet door sterke Abessinische strijdkrach ten, die in militaire kringen te Asmara op 200.000 man worden geschat. Zij staan on der bevel van Ras Nasiboe. In de stad Har rar, zelf zouden, naar in Italiaansche krin gen verluidt, pro-Italiaansche betoogingen zijn gehouden. STILTE VóóR DEN STORM. De toestand aan het noordfront is op het oogenbiik te vergelijken met een stil te voor den storm, aldus wordt uit Asmara gemeld. Alles wijst er op, dat de Abessi niërs zich voorbereiden op een slag, wel ke vermoedelijk in de omgeving van Maba Aladsji zal plaats hebben. Men heeft waar genomen, dat hier vele Abessinische leger plaatsen liggen. Wanneer de slag zal plaats hebben valt niet te voorspellen doch in ieder geval niet binnen twee weken, aangezien de Italiaan sche legerleiding geen slag zal aanvaarden, zoolang de verbindingen, niet alleen naar achteren, doch ook zijwaarts, tot stand zijn gekomen. Addis Abeba meldt een Ethiopisch succes. De Ethiopische regeering verklaart niets te weten omtrent berichten uit Italiaan sche bron, die melden dat Danakils zich bij de Italianen zouden hebben aangesloten en optrekken naar Moessa Ali. Men acht de afvalligheid van kleine leiders niet onmo gelijk, maar gelooft, dat dezen niet zulk een belangrijke operatie kunnen doorvoe ren. De regeering publiceert de volgende me dedeeling: In Ogaden nabij Annale heb ben de Ethiopiërs een sterke, gemotoriseer de afdeeling der Italianen ontmoet. Slechts gewapend met een geweer vielen de Ethio piërs op de tanks aan en trachtten deze tot stilstand te brengen. Na een verwoed gevecht, bemachtigden de Ethiopiërs vier tanks en vervolgens zes automatische machinegeweren. Aan de zij de der Italianen werden zes officieren en talrijke Italiaansche en inlandsche man schappen gedood. De overigen sloegen op de vlucht. Voorts hebben de Ethiopiërs bij Annale een Italiaansch detachement overvallen en hiervan den aanvoerder en talrijke sol daten gedood. Bij deze gevechten sneuvel den aan de zijde der Ethiopiërs slechts twee man. nog overgebleven was van het gestorte bedrag, waarvoor dus geen stukken waren opgekocht. De obligaties werden gedepo neerd en het overschietende geld op een Duitsche bank overgebracht. En ieder had de overtuiging, dat alles in orde was. Niet echter de officier van justitie. Deze achtte de zaak niet geheel in or de: het was hem opgevallen dat twee of drie dagen voor den 17den October nog tot een bedrag van c.a. 20.000 aan stuk ken door de genoemde bank aan het bis dom was verkocht. Die stukken, verklaar de hij, zijn in werkelijkheid eerst na den 17den October door de bank gekocht dus de handeling is voortgezet na den datum, waarop de strafvrijheid inging, valt er dus niet onder. Tegen deze voorstelling van zaken kan nu het volgende worden ingebracht: Vooreerst geeft het blijk van volkomen onbekendheid met het bankwezen wan neer men de handelingen van een cliënt met die van de bank verwart. Wanneer een cliënt vandaag bepaalde stukken van de bank koopt, kan het zeer wel zijn, dat deze die stukken nog volstrekt niet bezit, doch óók nog moet koopen daar heeft echter de cliënt niet mee te maken. In dit geval: wanneer eenige dagen vóór den 17den October 1934 het bisdom den koop van f 20.000 aan stukken met de Universum Bank heeft afgesloten wat uitdrukkelijk bevestigd werd dan kan de bisschop niet veroordeeld worden wanneer die bank na genoemden datum die stukken zelf eerst in haar bezit kreeg. Zeker niet in een rechtspraak, die den wil van den beklaagde als maatstaf neemt zooals de hedendaagsche jurisprudentie in Duitschland. Doch aangenomen zelfs, dat de bank moest worden vereenzelvigd met haar opdrachtgever, dan nóg kan in deze zaak niet van een voortgezette behandeling worden gesproken. Uit schriftelijke verklaringen is namelijk komen vast te staan, dat óók de bank in kwestie haar opdrachten tot den aankoop van naderhand geleverde stukken reeds vóór den 17den October 1934 heeft ge plaatst. Aanstonds na het bekend worden van de amnestiewet heeft de bank hoe wel zij feitelijk de opdracht tot aankoop van stukken voor de volle gestorte 75.000 bezat, dien aankoop gestaakt met het resultaat, dat 30.000 aan baar geld niet in stukken werd omgezet, doch zóó werd teruggegeven aan het Duitsche Rijk. Deze feiten staan, naar men ons van be trouwbare zijde ten stelligste verzekerde, in documenten vast. De verkoopnota'3 van de bank aan het bisdom kloppen op data vóór den 17den October en van de opdracht der Universum bank aan een an dere bank tot het leveren van de betref fende aandeelen, eveneens vóór 17 Octo ber bestaan schriftelijke getuigenissen. Zal men in Berlijn nu duidelijker dan ooit is gebleken, dat èn het bisdom èn zelfs de bank in Nederland beide hun han deling hebben afgebroken van een voortgezette handeling blijven spreken? Als er nog recht is in Duitschland, mag deze prelaat niet veroordeeld worden, be sluit de „Tijd". DRASTISCH UITVOERVERBOD. Van verschillende grondstoffen en levensmiddelen. In de Duitsche Staatscourant van gis teren is een decreet der regeering ver schenen, waarbij de uitvoer van bepaalde belangrijke levensmiddelen en industriee- le grondstoffen wordt verboden. Bij de levensmiddelen gaat het vooral om aardappelen, eetbare vetten en oliën, bij de grondstoffen voornamelijk om die, welke noodig zijn voor de textiel-, ijzer-, metaal- en rubber-industrie. Verder is de uitvoer verboden van huiden, vellen en alle soorten oliën. Er wordt geen melding gemaakt van steenkool en koper, welker uitvoer reeds geruimen tijd wordt gecon troleerd. De nieuw uitvoerverboden, aldus het D. N. B.: hebben uitsluitend ten doel re kening te houden met de economische be hoeften van Duitschland. In de afgeloo- pen weken is namelijk vastgesteld, dat de aan Duitschland grenzende landen in toe nemende mate genoemde levensmiddelen en grondstoffen in Duitschland hebben ge kocht en uitgevoerd. Daartoe behoorde ook margarine. Wat de aardappelen be treft, is voorzichtigheid geboden, daar Duitschland dit jaar geen rijken oogst heeft. Voor de verder genoemde industrieele grondstoffen, met uitzondering van ijzer, is Duitschland nooit een uitvoerland ge weest, doch heeft het in tegendeel steeds moeten invoeren. Het is daarom volkomen in strijd met de economische verhoudingen, dat deze grondstoffen thans plotseling uit Duitschland worden uitgevoerd. Hierbij komt, vervolgt D. N. B., dat de wereldmarktprijzen der meeste genoem de grondstoffen aan het stijgen zijn, zoo dat Duitschland voor de aanvulling van zijn voorraden waarschijnlijk hoogere prijzen moet betalen en meer deviezen be schikbaar stellen. Gezien de huidige situa tie in Duitschland met betrekking tot de grondstoffen en deviezen is het duidelijk, dat de uitvoer van dergelijke grondstoffen in strijd is met het algemeen economisch belang. De export kon echter niet belet worden, daar er geen wettelijke bepalin gen bestonden. Het is daarom noodzake lijk, dat dergelijke bepalingen worden uit gevaardigd om den export te controleeren of te verhinderen. Uit het bovenstaande blijkt tevens, dat de controle op den uitvoer van genoemde goederen niet als een permanente maatre gel moet worden beschouwd, doch slechts gehandhaafd blijft, zoolang de bijzonde re omstandigheden voortduren, welkè daartoe aanleiding hebben gegeven. Het uitvoerverbod van half-fabrikaten der ijzerindustrie en walswerkproducten I heeft ten doel er voor te zorgen, dat de fabrieken zich houden aan de uitvoering d®r internationale industrieele overeen komsten. De uitvoerverboden gelden niet voor de entrepots en vrijhavens; zij worden Zater dag a.s .van kracht, met uitzondering van het uitvoerverbod voor ijzer, dat om tech nische redenen van 25 dezer af wordt toe gepast. OOSTENRIJK. 1K JAAR WEGENS HUSCHEN VAN HAKENKRUIS VLAG. Gisteren is door een Weensche recht bank uitspraak gedaan in een proces te gen elf personen, die er van beschuldigd werden op 1 Mei van dit jaar een haken- kruisvlag op een der kerken te Weenen te hebben geheschen. Twee der beklaagden zijn veroordeeld tot 1^ jaar, zes tot 1 jaar zware kerkerstraf. De drie andere beklaagden zijn vrijgesproken. GRIEKENLAND. KONING GEORGE II NAAR ATHENE. Vertrek op Donderdagmiddag bepaald. Koning George van Griekenland zal Donderdagmdidag 2 uur naar Athene vertrekken via Parijs, waar hij tot Za terdag zal blijven, vanwaar hij naar Flo rence zal vertrekken om een bezoek te brengen aan zijn twee zusters. Veertien dagen later zullen dezen eveneens naar Athene gaan en bij hun broeder in het paleis haar intrek nemen. Maandagavond of Dinsdagochtend zal de koning te Brindisi scheep gaan aan boord van een Grieksche kruiser, welke 24 November te Athene zal aankomen. BUITENLANDSCHE BERICHTEN DERTIGDUIZEND EIEREN GEKLUTST. Een vrachtauto, waarop meer dan 30.000 eieren werden vervoerd, is op den weg tusschen Lincoln en Newark tegen een te- tefonpaal opgereden en over den kop ge slagen. Het gevolg hiervan was, dat de breekbare lading tot struif werd. De beide personen, die met het vervoer waren belast, zyn gewond, een hunner zoo ernstig, dat zijn rechterbeen moest wor den geamputeerd. De telefoonplaal knapte af. Het telefoon- en telegraafverkeer moest worden onder broken. NOG STEEDS OP DE ROTSEN. Het lot der schipbreukelingen van de „Silverhazel". De pogingen om de schipbreukelingen van het aan de Zuidkust van het eiland Luzon gestrande Britsche s.s. „Silverha zel" in veiligheid te brengen, hebben tot dusver nog geen succes gehad. Door de hooge zeeën was het nog steeds onmogelijk, de opvarenden, die zich op een klein rotseiland bevinden, af te ha len. Naar het schijnt, is het schip reeds 2 1/2 dag geleden gestrand, zoodat de schipbreu kelingen zich reeds al dien tijd in deze zeer weinig benijdenswaardige positie be- vindenn. DE ZEE TROK ZICH TERUG. Dezer dagen heeft zich te Goerief aan de monding van de Oeral-rivier een merk waardig verschijnsel voorgedaan. Tenge volge van een krachtigen Noord-Wester storm daalde de waterspiegel van de zee n.l. over een lengte van ruim 200 K.M. en een breedte van 20 K.M. zeer snel, zoodat ten slotte de bodem te zien kwam. Tien tallen visschersschepen met een zeer groot aantal opvarenden aan boord kwa men dientengevolge in een benarde positie te verkeeren. Met behulp van vliegtuigen heeft men de schepen van het noodige voor zien. Slachtoffers vielen er niet. BIJ WILNA WOONT EEN MAN VAN 118 JAAR. Niet ver van Wilna in het plaatsje Gle- bokie woont een landbouwer, die den eer bied waardigen leeftijd van 118 jaar bereikt heeft en naar alle waarschijnlijkheid de oudste man in Polen is. Deze moderne Methusalem is geboren in 1817, geniet nog een uitstekende gezond heid en schijnt nooit ziek te zijn geweest. Hij herinnert zich nog goed den Poolschen opstand van 1830 en vertelt graag episodes uit den opstand van 1863, waaraan hij heeft deelgenomen. RECHTZAKEN DE ROOFOVERVAL TE ALBERGEN. Dader veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf. De rechtbank te Almelo veroordeelde Einsdag den fotograaf K. de G. ui* Hen gelo, die betrokken was bij den roofover val te Albergen en Bernebroeg, gepleegd op oude lieden, die ernstig mishandeld wer den, tot acht jaar gevangenisstraf. De eisch luidde zes jaar. W i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 6