HET ITALIAANSCHE PROTEST
TEGEN DE SANCTIES
Leest het NIEUWS
op de bladzijden 4 en 8
WOENSDAG 13 NOVEMBER 1935
DE LE1DSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
Zij zouden onrechtmatig en onrechtvaardig zijn
VAN HET FRONT WEINIG NIEUWS.
RECHTSGELDIGHEID DER SANCTIES
BETWIST.
Tegenmaatregelen aangekondigd.
Aan den vooravond van de toepassing
der economische sancties heeft de Italiaan-
sche regeering, zooals reeds gemeld, tege
lijkertijd aan alle regeeringen, die deel uit
maakten van de Coördinatie Commissie te
Genève, een protestnota doen overhandigen,
waarin zij „ten sterkste en op de meest be
twiste wijze tegen den omvang en de on-
i*"ehtvaardigheid" der sancties protesteert.
In deze nota voert de Italiaansche regee
ring hét volgende aan:
lo. Dé Italiaansche regeering, die blijkens
haar nota van 7 October en de verklarin
gen van haar Volkenbondsvertegenwoordi
ger, de beschuldiging, als zou zij art. 12 van
het pact hebben geschonden, van de hand
heeft gewezen, protesteert thans nogmaals
tegen de „onrechtvaardigheid der procedu
res, die te haren nadeele zijn aangewend".
De Italiaansche regeering komt er tegen op,
dat de argumenten van haar memorandum
niet voldoende bestudeerd zijn, en dat het
Volkenbondspact niet is toegepast in den
geest der bepalingen, die op den onderha-
vigen toestand van toepassing zijn.
2o. De toestand, zooals deze zich na de
laatste zitting van den Volkenbondsraad
ontwikkeld heeft, voegt „bij de Italiaansche
protesten de bevestiging van een feit, dat
van een dergelijke beteekenis is, dat de
gronden, waarop de tegen Italië gerichte
besluiten werden genomen, niet langer
steekhoudend zijn".
De Italiaansche nota wijst op het feit, dat
de burgerlijke en religieuze autoriteiten in
Abessynië zich onder de bescherming van
Italië hebben geplaatst, dat Italië 16.000 sla
ven de vrijheid heeft weergegeven, de vrij
heid, die zij van Addis Abeba vergeefs ver
wacht zouden hebben, ondanks de verplich
tingen, bij de intrede in den Volkenbond
aanvaard". In de nota wordt dan verklaard,
dat de bevolking in Italië niet een aanval
ler ziet, doch de mogendheid, die het recht
en de bekwaamheid bezit, de hooge bescher
ming uit te oefenen, die het Volkenbonds
pact in art. 22 als een missie van de bescha
ving erkent. De Volkenbond dient er reke
ning mede te houden, dat deze bevolking
bloot zou staan aan vergeldingsmaatrege
len en wraaknemingen, indien de Italiaan
sche voogdij zou ophouden. Met deze ge
beurtenissen, die zich na de te Genève ge
nomen besluiten hebben voorgedaan, moet
de Volkenbond rekening houden, en daar
uit de noodige consequenties trekken.
3o. De nota betwist de rechtsgeldigheid
van de sancties, „waartoe besloten is in een
zitting van de coördinatiecommissie, die in
geen enkel opzicht een orgaan is van den
Volkenbond, en welke buiten Italië is ge
houden".
De nota concludeert derhalve, dat iedere
regeering individueel aansprakelijk blijft
voor de draagwijdte der maatregelen, waar
toe besloten is.
4o. Het embargo op den uitvoer van wa
pens naar Italië en de opheffing van het
embargo ten aanzien van Abessynië, komt
neer op medewerking aan en verergering
van een toestand, dien Italië niet wenscht,
en die het aanleiding geeft, met eigen mid
delen voor de veiligheid zijner koloniën te
zorgen. De opheffing van het embargo „is
in strijd met de voorstellen van de Volken
bondscommissie, die erkende, dat Abessy
nië onder krachtig internationaal toezicht
moest worden geplaatst, waardoor aan de
gevaarlijke wanorde in dat land een einde
gemaakt zou kunnen worden".
5o. In de nota wordt de coördinatie-com
missie verweten, dat zij er geen rekening
mede gehouden heeft, dat dergelijke sanc
ties nooit zijn toegepast bij voorgaande,
doch ernstiger conflicten, dat zij snelle toe
passing heeflt voorgesteld, en niet pro
gressieve toepassing heeft overwogen.
Op economisch gebied „vestigt de Ita
liaansche regeering de aandacht op den
ernst der maatregelen" en hun gevolgen,
niet slechts voor de groote natie, die een
belangrijke rol vervult bij het wederopbou
wend werk, dat de voornaamste taak van
den Volkenbond is, doch voor het geheele
economische wereldleven.
Niemand zal het recht en de noodzakelijk
heid kunnen ontkennen, het bestaan van
het Italiaansche volk te verdedigen en te
verzekeren. De Italiaansche regeering zal
derhalve verplicht zijn, maatregelen van
economischen en financieelen aard te ne
men.
Het verbieden van den geheelen Ita-
liaanschen uitvoer is meer dan een econo
mische maatregel, het is in werkelijkheid
een daad van vijandschap, die de onvermij
delijke tegenmaatregelen van Italië ten
volle rechtvaardigt.
De sancties en contra-sancties, zoo wordt
verder betoogd, zullen ten slotte de ernstig
ste moreele en psychologische gevolgen
hebben, daar zij een verwarring der gees
ten teweeg zullen brengen, die wel eens
veel langer zou kunnen duren dan de ge
volgen van de sancties zelf.
Italië, zoo vervolgt de nota, dat „op grond
van de offers en het bloed dat door zijn
zonen is gestort, aanspraak meent te kun
nen maken op de kwalificatie van mede-op
richter van den Volkenbond" heeft zich nog
niet van dit instituut willen losmaken, on
danks het feit, dat het bezwaar moet maken
tegen de procedure, die ten nadeele van
Italië is gevolgd, want Italië wil vermijden,
dat dit conflict nog tot ernstiger complica
ties leidt.
Overigens wordt de aandacht der regee
ringen gevestigd op het feit, dat Italië in-
tusschen van zijn kant alle maatregelen
heeft getroffen om te verhinderen, dat uit
den toestand nog nieuwe gevaren kunnen
ontstaan, en op de verantwoordelijkheid,
die uit de toepassing der sancties voort
vloeit.
De nota besluit dan: „De Italiaansche re
geering zal gaarne vernemen, op welke
wijze uw regeering in vrije en souvereine
wilsuiting voornemens is zich tegenover de
Italië voorgestelde dwangmaatregelen te
gedragen".
DE GEVOLGEN DER SANCTIES.
Men acht het te Genève mogelijk, dat de
sanctieconferentie na het van kracht wor
den der economische en financieele sanc-
ües weer zal bijeenkomen, wellicht op 25
November, om zich bezig te houden met
de eerste gevolgen der sanctiemaatregelen
en met de aangekondigde Italiaansche re
presaillemaatregelen.
Tevoren zal in ieder geval de werkcom-
missie bijeenkomen voor het nemen van
een besluit inzake de door Polen, Britsch-
Indië, Siam en andere landen gevraagde
speciale behandeling van bepaalde, met
Italië loopende leveringscontracten. De be
voegde subcommissie heeft zich dezer
dagen in principe reeds uitgesproken voor
een speciale behandeling dezer gevallen,
waarbij het groote scheepsbestellingen be
treft. die al gedeeltelijk betaald zyn.
„TERUG NAAR STRESA".
Wanneer wij deze beproeving hebben
doorstaan aldus de Italiaansche ambas
sadeur te Parijs, Cerutti, in een onderhoud
met een vertegenwoordiger van het „Jour
nal" zal men naar Stresa terugkeeren
en moeten trachten den Britsch-Fransch-
Italiaanschen band te herstellen. Wij heb
ben veel geduld en daarom schijnen de
sancties ook geen groot resultaat te zul
len opleveren.
Ik geloof in onze overwinning, vervolgde
de ambassadeur. Deze veldtocht was noo-
dig. Mussolini had aan zijn volk brood be
loofd. Zijn volk heeft vertrouwen. Men
mag Italië niet voorhouden dat het zich tot
den Volkenbond had moeten wenden. Als
overwinnaars, die door den vrede verne
derd zijn, hebben wij een politiek van over
wonnenen gevoerd. Dat men ons thans
slechts zes maanden onzen gang late gaan.
Wij zullen Abessinië de beschaving bren
gen. Wij zullen in dit land orde scheppen.
Daar kunnen wij leven en men zal bele
ven, dat dit jonge revolutionnaire Italië
zich aan de zijde schaart van Frankrijk en
Engeland, dus aan de "zijde van conserva
tieve volken.
Twee vleeschlooze dagen voor
Italiaansche marine.
De minister van Marine heeft gelast, dat
de leden van de zeemacht Dinsdag en
Woensdag geen vleesch mogen eten, noch
aan boord, noch te land, tenzij in speciale
omstandigheden, waarvoor bijzondere ver
gunning zal worden verleend.
De Britsche gezant weer bij Mussolini.
Mussolini heeft gisterenmiddag opnieuw
den Engelschen gezant, sir Eric Drum
mond, ontvangen. Over de besprekingen
werd het volgende officieele communiqué
verstrekt:
„De leider der Italiaansche regeering
heeft heden den Engelschen gezant ont
vangen, met wien hij gedurende meer dan
een uur heeft gesproken. Het onderwerp
der besprekingen was het onderzoek naar
de positie van beide landen in de Middel-
landsche Zee".
Over den verderen inhoud van het ge
sprek wordt door beide partijen het streng
ste stilzwijgen bewaard. Slechts verklaarde
men van Italiaansche zijde, dat de bespre-
kigen worden voortgezet.
VAN HET FRONT.
Het Italiaansche legerbericht.
Het 43ste Italiaansche legerbericht luidt
als volgt:
Generaal de Bono telegrafeert: Het or-
ganisatiewerk te Makalle wordt voortge
zet, terwijl onze detachementen het terrein
voor den pas van Doghei en aan de over
zijde van de rivier de Dandern zuiveren.
In het gebied van Makalle werd een Potez-
vliegtuig gevonden met sterken motor, dat
door de Abessiniërs was achtergelaten.
In den sector van het tweede legercorps
•s Ad Nevrid in het gebied van Abiabo be
zet. Vier sterke afdeelingen zwarthemden
en inlandsche troepen rukken op naar de
Takkaze.
De Dancale-colonne rukt op in het ge
bied van Dessa. Een van onze detachemen
ten trekt langs den rand van het plateau
nabij Azbi.
Aan het Zuidelijk front wordt de zuive
ring van het terrein ten Noorden van
Gorahi voortgezet.
De luchtmacht heeft belangrijke verken
ningen uitgevoerd boven de hoogvlakte en
boven Dankalis.
Van belang op het Noordelijk oorlogs-
tooneel is op het oogenblik vooral de op-
marsch vaii het tweede legercorps, dat on
der bevel van generaal Maravigna staat.
De voorhoede van deze legergroep heeft,
naar Reuter nog verneemt, reeds het ge
heele gebied ten Noorden van de Takkaze
tezet. De streek van Tambien bevindt zich
thans in feite in handen der Italianen.
Op het Zuidelijk oorlogstooneel zijn de
bergtoppen in het gebied van Harrar thans
BUITENLAND
BELGIE.
NEDERLAND SCH IN HET BELGISCHE
PARLEMENT.
De Brusselsche „Standaard" schrijft:
De katholieke Vlaamsche groepen van
Kamer en Senaat vergaderden Maandag om
te beslissen over het taalgebruik in Kamer
en Senaat.
Beslist werd, er aan te houden, dat de
diensten in de beider Kamers evenwaardig
het Vlaamsch en het Fransch zouden ge
bruiken.
Dat in den regel bij de bespreking in de
openbare vergadering de leden Neder
landsch zullen spreken.
Aldus luidt de officieele mededeeling,
die na de vergadering van Maandagna
middag aan de pers werd verstrekt. Over
de bespreking, die vrij lang duurde, heb
ben we geen bijzonderheden kunnen ver
nemen, daar de leden de verbintenis had
den aangegaan tegenover de journalisten
te zwijgen. De leden, die we konden on
dervragen, stemden er slechts in toe een
weinig commentaar op de mededeeling te
geven. Wat de verschillende parlemen
taire diensten betreft, wordt geëischt dat
deze derwijze zouden ingericht worden,
dat de Vlaamsche gekozenen overal het
Nederlandsch zouden kunnen gebruiken.
De stenografische diensten zullen moeten
versterkt worden, vermits te veel van de
huidige stenografen het Nederlandsch niet
voldoende machtig zijn. In de bibliotheek
van de Kamer schijnt men te weinig over
te hebben voor het aanschaffen van Ne-
derlandsche werken; hierin moet verande
ring komen. Ziedaar, slechts een paar
voorbeelden. Er werd ook over de andere
diensten gesproken.
Het „in den regel" spreken van het Ne
derlandsch in de openbare vergadering,
zou beteekenen dat al de Vlaamsche ge
kozenen doorgaans het Nederlandsch zul
len gebruiken, maar dat uitzonderingen,
afwijkingen van dezen algemeen en regel
niet zijn uitgesloten. Deze kwestie schijnt
nog niet definitief te zijn geregeld.
DUITSCHLAND.
De Bisschop van
Meissen staat
onschuldig terecht
Morgen wordt voor de strafkamer te
Berlijn het proces' behandeld tegen den
onlangs in hechtenis genomen bisschop
van Meissen, Mgr. Peter Legge.
In verband daarmede heeft de „Tijd"
zich in kerkelijke en andere kringen op
de hoogte gesteld van deze hangende
kwestie.
Het Bisdom Meissen wilde, aldus het
blad, een deel van zijn leening aflossen.
Daartoe stortte het bij de Universum-Bank
te Amsterdam een bedrag van ongeveer
75.000. Regelmatig werden voor dit be
drag, in opdracht dus van het bisdom,
stukken in Nederland teruggekocht
eenige dagen vóór de amnestie-wet nog tot
groote bedragen. Na die amnestie-wet
werden géén stukken meer opgekocht,
werd de rekening afgesloten en er werd
opgegeven voor de amnestie f 95.000 aan
obligaties en 30.000 aan baar geld, wat
bezet door sterke Abessinische strijdkrach
ten, die in militaire kringen te Asmara op
200.000 man worden geschat. Zij staan on
der bevel van Ras Nasiboe. In de stad Har
rar, zelf zouden, naar in Italiaansche krin
gen verluidt, pro-Italiaansche betoogingen
zijn gehouden.
STILTE VóóR DEN STORM.
De toestand aan het noordfront is op
het oogenbiik te vergelijken met een stil
te voor den storm, aldus wordt uit Asmara
gemeld. Alles wijst er op, dat de Abessi
niërs zich voorbereiden op een slag, wel
ke vermoedelijk in de omgeving van Maba
Aladsji zal plaats hebben. Men heeft waar
genomen, dat hier vele Abessinische leger
plaatsen liggen.
Wanneer de slag zal plaats hebben valt
niet te voorspellen doch in ieder geval niet
binnen twee weken, aangezien de Italiaan
sche legerleiding geen slag zal aanvaarden,
zoolang de verbindingen, niet alleen naar
achteren, doch ook zijwaarts, tot stand zijn
gekomen.
Addis Abeba meldt een Ethiopisch succes.
De Ethiopische regeering verklaart niets
te weten omtrent berichten uit Italiaan
sche bron, die melden dat Danakils zich bij
de Italianen zouden hebben aangesloten en
optrekken naar Moessa Ali. Men acht de
afvalligheid van kleine leiders niet onmo
gelijk, maar gelooft, dat dezen niet zulk
een belangrijke operatie kunnen doorvoe
ren.
De regeering publiceert de volgende me
dedeeling: In Ogaden nabij Annale heb
ben de Ethiopiërs een sterke, gemotoriseer
de afdeeling der Italianen ontmoet. Slechts
gewapend met een geweer vielen de Ethio
piërs op de tanks aan en trachtten deze tot
stilstand te brengen.
Na een verwoed gevecht, bemachtigden
de Ethiopiërs vier tanks en vervolgens zes
automatische machinegeweren. Aan de zij
de der Italianen werden zes officieren en
talrijke Italiaansche en inlandsche man
schappen gedood. De overigen sloegen op
de vlucht.
Voorts hebben de Ethiopiërs bij Annale
een Italiaansch detachement overvallen
en hiervan den aanvoerder en talrijke sol
daten gedood. Bij deze gevechten sneuvel
den aan de zijde der Ethiopiërs slechts twee
man.
nog overgebleven was van het gestorte
bedrag, waarvoor dus geen stukken waren
opgekocht. De obligaties werden gedepo
neerd en het overschietende geld op een
Duitsche bank overgebracht. En ieder had
de overtuiging, dat alles in orde was.
Niet echter de officier van justitie.
Deze achtte de zaak niet geheel in or
de: het was hem opgevallen dat twee of
drie dagen voor den 17den October nog
tot een bedrag van c.a. 20.000 aan stuk
ken door de genoemde bank aan het bis
dom was verkocht. Die stukken, verklaar
de hij, zijn in werkelijkheid eerst na den
17den October door de bank gekocht
dus de handeling is voortgezet na den
datum, waarop de strafvrijheid inging,
valt er dus niet onder.
Tegen deze voorstelling van zaken kan
nu het volgende worden ingebracht:
Vooreerst geeft het blijk van volkomen
onbekendheid met het bankwezen wan
neer men de handelingen van een cliënt
met die van de bank verwart. Wanneer een
cliënt vandaag bepaalde stukken van de
bank koopt, kan het zeer wel zijn, dat
deze die stukken nog volstrekt niet bezit,
doch óók nog moet koopen daar heeft
echter de cliënt niet mee te maken.
In dit geval: wanneer eenige dagen vóór
den 17den October 1934 het bisdom den
koop van f 20.000 aan stukken met de
Universum Bank heeft afgesloten wat
uitdrukkelijk bevestigd werd dan kan
de bisschop niet veroordeeld worden
wanneer die bank na genoemden datum
die stukken zelf eerst in haar bezit kreeg.
Zeker niet in een rechtspraak, die den wil
van den beklaagde als maatstaf neemt
zooals de hedendaagsche jurisprudentie
in Duitschland.
Doch aangenomen zelfs, dat de bank
moest worden vereenzelvigd met haar
opdrachtgever, dan nóg kan in deze zaak
niet van een voortgezette behandeling
worden gesproken.
Uit schriftelijke verklaringen is namelijk
komen vast te staan, dat óók de bank in
kwestie haar opdrachten tot den aankoop
van naderhand geleverde stukken reeds
vóór den 17den October 1934 heeft ge
plaatst. Aanstonds na het bekend worden
van de amnestiewet heeft de bank hoe
wel zij feitelijk de opdracht tot aankoop
van stukken voor de volle gestorte
75.000 bezat, dien aankoop gestaakt met
het resultaat, dat 30.000 aan baar geld
niet in stukken werd omgezet, doch zóó
werd teruggegeven aan het Duitsche Rijk.
Deze feiten staan, naar men ons van be
trouwbare zijde ten stelligste verzekerde,
in documenten vast. De verkoopnota'3
van de bank aan het bisdom kloppen op
data vóór den 17den October en van de
opdracht der Universum bank aan een an
dere bank tot het leveren van de betref
fende aandeelen, eveneens vóór 17 Octo
ber bestaan schriftelijke getuigenissen.
Zal men in Berlijn nu duidelijker dan
ooit is gebleken, dat èn het bisdom èn
zelfs de bank in Nederland beide hun han
deling hebben afgebroken van een
voortgezette handeling blijven spreken?
Als er nog recht is in Duitschland, mag
deze prelaat niet veroordeeld worden, be
sluit de „Tijd".
DRASTISCH UITVOERVERBOD.
Van verschillende grondstoffen en
levensmiddelen.
In de Duitsche Staatscourant van gis
teren is een decreet der regeering ver
schenen, waarbij de uitvoer van bepaalde
belangrijke levensmiddelen en industriee-
le grondstoffen wordt verboden.
Bij de levensmiddelen gaat het vooral
om aardappelen, eetbare vetten en oliën,
bij de grondstoffen voornamelijk om die,
welke noodig zijn voor de textiel-, ijzer-,
metaal- en rubber-industrie. Verder is de
uitvoer verboden van huiden, vellen en
alle soorten oliën. Er wordt geen melding
gemaakt van steenkool en koper, welker
uitvoer reeds geruimen tijd wordt gecon
troleerd.
De nieuw uitvoerverboden, aldus het
D. N. B.: hebben uitsluitend ten doel re
kening te houden met de economische be
hoeften van Duitschland. In de afgeloo-
pen weken is namelijk vastgesteld, dat de
aan Duitschland grenzende landen in toe
nemende mate genoemde levensmiddelen
en grondstoffen in Duitschland hebben ge
kocht en uitgevoerd. Daartoe behoorde
ook margarine. Wat de aardappelen be
treft, is voorzichtigheid geboden, daar
Duitschland dit jaar geen rijken oogst
heeft.
Voor de verder genoemde industrieele
grondstoffen, met uitzondering van ijzer,
is Duitschland nooit een uitvoerland ge
weest, doch heeft het in tegendeel steeds
moeten invoeren. Het is daarom volkomen
in strijd met de economische verhoudingen,
dat deze grondstoffen thans plotseling uit
Duitschland worden uitgevoerd.
Hierbij komt, vervolgt D. N. B., dat de
wereldmarktprijzen der meeste genoem
de grondstoffen aan het stijgen zijn, zoo
dat Duitschland voor de aanvulling van
zijn voorraden waarschijnlijk hoogere
prijzen moet betalen en meer deviezen be
schikbaar stellen. Gezien de huidige situa
tie in Duitschland met betrekking tot de
grondstoffen en deviezen is het duidelijk,
dat de uitvoer van dergelijke grondstoffen
in strijd is met het algemeen economisch
belang. De export kon echter niet belet
worden, daar er geen wettelijke bepalin
gen bestonden. Het is daarom noodzake
lijk, dat dergelijke bepalingen worden uit
gevaardigd om den export te controleeren
of te verhinderen.
Uit het bovenstaande blijkt tevens, dat
de controle op den uitvoer van genoemde
goederen niet als een permanente maatre
gel moet worden beschouwd, doch slechts
gehandhaafd blijft, zoolang de bijzonde
re omstandigheden voortduren, welkè
daartoe aanleiding hebben gegeven.
Het uitvoerverbod van half-fabrikaten
der ijzerindustrie en walswerkproducten
I heeft ten doel er voor te zorgen, dat de
fabrieken zich houden aan de uitvoering
d®r internationale industrieele overeen
komsten.
De uitvoerverboden gelden niet voor de
entrepots en vrijhavens; zij worden Zater
dag a.s .van kracht, met uitzondering van
het uitvoerverbod voor ijzer, dat om tech
nische redenen van 25 dezer af wordt toe
gepast.
OOSTENRIJK.
1K JAAR WEGENS HUSCHEN VAN
HAKENKRUIS VLAG.
Gisteren is door een Weensche recht
bank uitspraak gedaan in een proces te
gen elf personen, die er van beschuldigd
werden op 1 Mei van dit jaar een haken-
kruisvlag op een der kerken te Weenen te
hebben geheschen. Twee der beklaagden
zijn veroordeeld tot 1^ jaar, zes tot 1
jaar zware kerkerstraf. De drie andere
beklaagden zijn vrijgesproken.
GRIEKENLAND.
KONING GEORGE II NAAR
ATHENE.
Vertrek op Donderdagmiddag bepaald.
Koning George van Griekenland zal
Donderdagmdidag 2 uur naar Athene
vertrekken via Parijs, waar hij tot Za
terdag zal blijven, vanwaar hij naar Flo
rence zal vertrekken om een bezoek te
brengen aan zijn twee zusters. Veertien
dagen later zullen dezen eveneens naar
Athene gaan en bij hun broeder in het
paleis haar intrek nemen.
Maandagavond of Dinsdagochtend zal
de koning te Brindisi scheep gaan aan
boord van een Grieksche kruiser, welke 24
November te Athene zal aankomen.
BUITENLANDSCHE BERICHTEN
DERTIGDUIZEND EIEREN GEKLUTST.
Een vrachtauto, waarop meer dan 30.000
eieren werden vervoerd, is op den weg
tusschen Lincoln en Newark tegen een te-
tefonpaal opgereden en over den kop ge
slagen. Het gevolg hiervan was, dat de
breekbare lading tot struif werd.
De beide personen, die met het vervoer
waren belast, zyn gewond, een hunner zoo
ernstig, dat zijn rechterbeen moest wor
den geamputeerd.
De telefoonplaal knapte af. Het telefoon-
en telegraafverkeer moest worden onder
broken.
NOG STEEDS OP DE ROTSEN.
Het lot der schipbreukelingen van de
„Silverhazel".
De pogingen om de schipbreukelingen
van het aan de Zuidkust van het eiland
Luzon gestrande Britsche s.s. „Silverha
zel" in veiligheid te brengen, hebben tot
dusver nog geen succes gehad.
Door de hooge zeeën was het nog steeds
onmogelijk, de opvarenden, die zich op
een klein rotseiland bevinden, af te ha
len.
Naar het schijnt, is het schip reeds 2 1/2
dag geleden gestrand, zoodat de schipbreu
kelingen zich reeds al dien tijd in deze
zeer weinig benijdenswaardige positie be-
vindenn.
DE ZEE TROK ZICH TERUG.
Dezer dagen heeft zich te Goerief aan
de monding van de Oeral-rivier een merk
waardig verschijnsel voorgedaan. Tenge
volge van een krachtigen Noord-Wester
storm daalde de waterspiegel van de zee
n.l. over een lengte van ruim 200 K.M. en
een breedte van 20 K.M. zeer snel, zoodat
ten slotte de bodem te zien kwam. Tien
tallen visschersschepen met een zeer
groot aantal opvarenden aan boord kwa
men dientengevolge in een benarde positie
te verkeeren. Met behulp van vliegtuigen
heeft men de schepen van het noodige voor
zien. Slachtoffers vielen er niet.
BIJ WILNA WOONT EEN MAN VAN
118 JAAR.
Niet ver van Wilna in het plaatsje Gle-
bokie woont een landbouwer, die den eer
bied waardigen leeftijd van 118 jaar bereikt
heeft en naar alle waarschijnlijkheid de
oudste man in Polen is.
Deze moderne Methusalem is geboren in
1817, geniet nog een uitstekende gezond
heid en schijnt nooit ziek te zijn geweest.
Hij herinnert zich nog goed den Poolschen
opstand van 1830 en vertelt graag episodes
uit den opstand van 1863, waaraan hij
heeft deelgenomen.
RECHTZAKEN
DE ROOFOVERVAL TE ALBERGEN.
Dader veroordeeld tot acht jaar
gevangenisstraf.
De rechtbank te Almelo veroordeelde
Einsdag den fotograaf K. de G. ui* Hen
gelo, die betrokken was bij den roofover
val te Albergen en Bernebroeg, gepleegd
op oude lieden, die ernstig mishandeld wer
den, tot acht jaar gevangenisstraf.
De eisch luidde zes jaar.
W i