VRIJDAG 8 NOVEMBER 1935 No. 8262 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN BEGROOTINGSDEBATTEN IN DE TWEEDE KAMER VOORNAAMSTE NIEUWS Vandaag bezetting van Macalle 27ste Jaargang 3)e £ek;belic6oti/taï/nt DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week 2.50 pei kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd .Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 0.50 De barbaarsChheid van onzen tijd Wij «lazen dezer dagen een bericht, dat Utrecht het eerste rijksgebouw heeft, waar onder een kelder is gemaakt, welke in oor logstijd moet dienen, om de menschen tegen gas-aanvallen uit de lucht te bescher men. Een navolgenswaardig voorbeeld, zoo werd er aan toegevoegd. Ook in andere plaatsen moet het Rijk zulke kelders bou wen, en meerdere in een grootere plaats. Natuurlijk: meerdere. Er is in deze kel der te Utrecht plaats voor ongeveer drie honderd personen. Een betrekkelijk onbe duidend aantal. Toen wij dat bericht lazen, stond ons weer 'ns in volle klaarheid voor oogen de afschuwelijke barbaarschheid van den mo dernen oorlog. Een wereld, die zóó oorlog voert met gas-aanvallen uit de lucht en dergelijke moord-middelen is heidensch hei- densch, veel onmenschelij ker, dan de meeste, zoo niet alle „cultuur"-looze hei- densche volkeren zijn! Wij moeten ons schamen, oprecht en diep schamen voor onzen tijd. In onzen tijd heerscht Christus niet over de menschelijke gemeenschap; Hij is uit- gestooten. En de menschheid kent niet meer de rechtvaardigheid, al is zij in de studie en kennis van het recht waar schijnlijk bedrevener dan ooit; de mensch heid kent niet meer de liefde, al wordt de „humaniteit" op een zelfs eclatante wijze ontplooit.... Onze tijd is een tijd van barbarisme; de menschheid is barbaarscher dan barbaren! Wij schrijven over de menschheid.... God zij dank, er zijn over heel de wereld verspreid millioenen, die anders denken, anders willen, die de christelijke cultuur in i e t hebben gedoofd en vermoord in hun eigen zielen-leven; die ook de christelijke cultuur rondom zich uitdragen. Maar niet zij beheerschen de wereld en daarom zijn iniet zij de vormers van de ideeën en feiten, die de menschheid leiden, die de mensch heid moet ondergaan. Doch dit mag de goed-willend en niet stemmen tot pessimisme.Zij moeten vertrouwen, dat God, ter wille van een klein, zelfs een zeer klein geheel christe nen, die waarlijk christenen zijn, de wereld zal sparen. Deze gedachte legt op ons een wel zeer groote, zeer zware ver antwoordelijkheid voor het wereld-gebeu ren. DE STAHLHELM WORDT AFGEDANKT. Schrijven van Hitier BERLIJN, 8 November (A. N. P.) Adolf Hitler heeft d.d. 7 November een schrijven aan den bondsleider van den Nat. Socialistischen Frontstrijdersbond, de vroe gere Stahlhelm-organisatie, gericht, waar in hij o.a. schrijft: Met ingang van heden is de nieuwe op bouw van de Duitsche weermacht door de beëediging van de eerste lichtingen der troepen op het Derde Rijk en zijn vlag bekroond. De Duitsche weermacht is daar mee wederom voor de toekomst de draag ster der Duitsche wil en de hoedster van haar traditie. Uiting en wil van de politie ke macht is de partij. Onder deze omstan digheden acht ik de voorwaarden voor een voortzetting van de Stahlhelm niet meer aanwezig. Het doel van de Stahlhelm was de traditie van het oude leger te bescher men en haar te verbinden met het streven naax herstel van een sterk rijk, dat is een nieuwe weermacht, een eigen veilige be scherming van zijn vrijheid zou bezitten. Nu dit doel bereikt is, wil ik u als leider van den Stahlhelmbond en al zijn leden oprecht danken voor het werk en de groote offers, die gij u getroost hebt in dienst van dit ideaal". Uit het schrijven van Hitier blijkt ver der, dat het verbod tot het aannemen van nieuwe leden door de N. S. D. A. P. niet zal gelden voor de leden van de afgetreden Stahlhelmorganisatie, die zich echter niet collectief doch individueel voor het partij lidmaatschap moeten aanmelden. Of zij kunnen worden opgenomen in S.S., SA. en N. S. K. K. wordt door de leiders dezer organisaties beslist. De Stahlhelmleider, Fr. Seldte, heeft Hitier dank gezegd voor zijn vriendelijke woorden en verklaart, dat de Stahlhelm dit besluit beschouwt als een symbolische daad, waarmede zij haar doel en idealen heeft verwezenlijkt. Een redevoering van prof. Aalberse De begrootingsdebatten zijn gisteren in de Tweede Kamer begonnen, nadat bij het begin der vergadering de nieuwe Katho lieke afgevaardigde E. Lockefeer was gein- stalleerd als opvolger van den heer Fles- kens. Ir. A1 b a r d a (S. D.) heeft uitereerd een belangrijk deel zijner rede gewijd aan het Plan van den Arbeid. Welsprekend dat moet gezegd verdedigde hij daarvan de grondgedachten. Hij bestreed de uitspraak der Regeering in de Memorie van Ant woord, als zou het Plan slechts koopkracht verschuiving en geen koopkrachtvergroo- ting brengen, met argumenten, waaraan men ten deele waarde niet ontzeggen mag. En hij oordeelde, dat de mogelijkheid van leeningen ten bedrage van 600 millioen aan wezig zijn zal, zorira er een Kabinet zal zijn, dat een vast geloof heeft in het wel slagen van een politiek als door de S. D. A. P. bedoeld. Zoolang niet langs dezen weg gezorgd wordt voor een spoedige verbetering van den economischen toestand, zal men hebben te rekenen met bedreiging door extremis tische partijen. Wat de Overheid ten op zichte van deze partijen deed en doet, heeft trouwens de bewondering van den heer Albarda niet. Het tot tweemaal toe verleenenxvan een audiëntie door den Gouverneur-Generaal aan ir. Mussert, den leider van een beweging, die te voren in den Volksraad krachtig veroordeeld was vanwege het Indische Gouvernement, is door den voorzitter der sociaal-democrati sche fractie in den breede gecritiseerd. Evenzoo het te lakse optreden tegenover provoceerende N. S. B.-colportage. En ten slotte óók de verzegeling van de pers van „Volk en Vaderland". Dit laatste noemde ir. Albarda in strijd met de Grondwet, die geen preventieve censuur kent. Mede met het oog op de voornemens der Regeering, om ook ten aanzien van de drukpersvrij heid wijziging te brengen in de Grondwet, bepleitte de heer Albarda voorbereiding van die Grondwetsherziening door een Staatscommissie. De heer Aalberse (R.-K.) zegt, dat het begrijpelijk is dat de Kamer bij dit de bat dezen somberen tijd niet door een dof stilzwijgen nog somberder wil maken. Wie voorstander is van een constitutio- neele monarchie, zal niet betreuren, dat de vorming van een parlementair kabinet niet mogelijk is gebleken. Eén extraparle mentair kabinet is niet onparlementair. En het voorloopige blijkt bestemd voor lange- ren tijd. Er zijn jongeren, die niet eens meer het verschil weten tusschen een par lementair en een extra-parlementair ka binet. In Juli was het eigenlijke misverstand, dat het extraparlementair kabinet meen de te regeeren met een meerderheid, die alleen bij een parlementair kabinet kan bestaan. De verantwoordelijkheid, dat er in Juli geen parlementair kabinet is kun nen optreden, valt terug op die fracties, die aan de vorming er van niet hebben willen meewerken. Spr. beschuldigt niet; hij constateert slechts. Door de tijdsomstandigheden over- heerscht het economische en het finan- cieele het staatkundige terrein. En onder deze omstandigheden is te verklaren, hoe onbenullige bewegingen op ons volk vat hebben kunnen krijgen in een omvang, dien men enkele jaren geleden niet moge lijk zou hebben geacht. De regeering schrijft in de memorie van antwoord over de veelheid van meeningen in de Kamer met een zeker sarcasme, maar de regeering zelve verandert als gevolg der omstandigheden op verschillend gebied van meening, b.v. ten aanzien van de mo gelijkheid van meer belastingheffing. Spr. herinnert aan het devaluatiegevaar, dat het gevolg was van de kabinetscrisis en dat aan de Kroon haar vrijheid ont nam om op de gebruikelijke manier naar een oplossing der crisis te zoeken. Ook hier uit spr. geen beschuldiging, of het moet zijn jegens bladen, die verkeerd ingelichte buitenlandsche bladen citeerden als getuige nissen van groote buitenlandsche deskundi gen. waardoor het gevaar nog werd ver groot. Staatkundig is het voorgevallene met betrekking tot de gevolgen der kabi netscrisis stellig bedenkelijk. In andere landen is een verbetering van den toestand ingetreden, maar in ons land geenszins. Is het onbegrijpelijk, dat men onder die omstandigheden in ons land meer aandacht wijdt aan de door die andere lan den getroffen monetaire maatregelen? Is het onbegrijpelijk, dat men zoo ook meer oog krijgt voor het dualisme der regee- ringspolitie, een dualisme, waarbij het eene deel rechtstreeks tegen het andere in gaat en het andere opheft? Kan deze politiek ons een basis van ren dabiliteit voor het bedrijfsleven geven? Spr. citeert een boekje van een profes sor der universiteit te Leuven, waarin deze minister Jaspar gelijk geeft, wijl die naar consequente deflatie streeft, en schrijft, dat diens eenige ongeluk is, dat hij de deflatie niet tot de uiterste noodzakelijkheid wil doorvoeren. Die professor heeft ook ge schreven, dat devaluatie en consequente deflatie beide schrikbarend impopulair zul len zijn, maar dat de verantwoordelijkheid voor een keuze hiertusschen minder zwaar zal drukken dan die';,voor een bestendiging van den tegenwoordigen toestand. Deze Leuvensche fioogleeraar heeft pre cies hetzelfde dilemma gesteld als spr. Het eenige verschil was,.dat spr. heeft gespro ken over consequente deflatie en de Leu- sche professor over profonde déflation. Onze warme toejuiching hebben de voor nemens der regeering ten aanzien van de werkverruiming. Ook wij erkennen, dat er financieele grenzen daarbij zijn. Maar die grenzen worden feepaald door de ont wikkeling op de kapitaalmarkt. De ordening in het bedrijfsleven late men zooveel mogelijk over aan de uit dit bedrijfsleven opgekomen organisaties zei ven. Wat wij willen, is geen staatskapita- lisme, geen staats-socialisme, maar een or ganisatie van het bedrijfsleven met pu bliekrechtelijken inslag. Ook ter wille van de staatsfinanciën is noodig het voeren van een breede, welbe wuste economische politiek. Daarmede ech ter is niet in overeenstemming de verzwa ring van de belasting, waartoe de regee ring vornemens is, over te gaan. Hard sluit daarbij de salaris-verlaging aan. De ver zwaarde heffingen baten, naar te vreezen is, niet, gaan het bedrijfsleven nog meer drukken en doen de werkloosheid toene men. De regeering bereidt een wijziging voor van art. 194 Grondwet. Wij begroeten dit met instemming. Hierbij worde overwogen de mogelijkheid van invoering, naast het algemeen kiesrecht voor de volksvertegen woordiging, van het organisch kiesrecht. Voor spr. althans staat dit in het nauwste verband met de kwestie van art. 194. De derde grootere redevoering werd ge leverd door den heer De Geer Christ.- Hist.), die allereerst een aantal lichtpun ten van staatsrechtelijke en staatkundigen aard constateerde in een overigens duis teren toestand des lands. Onder die licht punten noemde de oud-minister het feit, dat de S. D. A. P. haar plan van den Ar beid heeft aangeboden ten behoeve van heel het volk en zich dus losgemaakt heeft van de klasse-idee. Het Plan werd door den heer De Geer overigens een serieus stuk werk geacht, hoewel het geen nieuwe gedachten brengt, van een groot finan cieel optimisme blijk geeft en voorbijziet, dat de landen, waarop men zich in dit ver band pleegt te beroepen (Amerika en Zweden), devaluatielanden zijn, waar de toestanden nu eenmaal heel anders lig gen. Wat de financieele politiek betreft, ont waarde de oud-minister bij zijn opvolger hier en daar te rooskleurige opvattingen. Met prof. Aalberse was hij van meening, dat belastingverhooging uit den booze is. Laat de minister alsnog trachten, zoo was zijn conclusie, de 24 millioen, die hij uit de voorgesteld ebelastingverhoogingen haalt op andere wijze te overbruggen. In dit verband herinnerde hij nog eens aan de mogelijkheid van een belasting op de Nederlanders, die in het buitenland wo nen. Want zulk een belasting kan, even als die op pleizierreizen naar het buiten land, alleen maar gunstige economische gevolgen hebben. Van de kleine fracties zijn aan het woord geweest de anti-papisten Lingbeek en Ker sten, de communist de Visser en mr. Wes terman van Nationaal Herstel. De laatste achtte zich weder geroepèn, de N. S. B. op ongemotiveerde wijze te idealiseeren. De houding der Regeering te haren opzichte vond hij „in geen enkel opzicht recht vaardig". BUITENLAND. Het leger van generaal Santini zou he denochtend Makalle bezetten. Duitschland zal de sanctiemaatregelen van den Volken bond niet tegenwerken. (Ie blad)'. Duitse hl ands nieuwe oorlogsvlag. (2de blad). Felle verkiezingsstrijd in Engeland. (2de blad). DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. LEIDER. Ambtsaanvaarding van prof. mr. P. N. van Eyck als hoogleeraar aan de Univer siteit. (2de blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. De 15e partij in het wereldkampioen schap schaken tusschen Euwe en Aljechin afgebroken. (4de blad).. Het leger van generaal Santini bleef vannacht voor de poorten. DUITSCHLAND ZAL DE SANCTIES VAN GENEVE NIET TEGENWERKEN VOOR DE POORTEN VAN MAKALLE. De voorhoede van het leger van generaal Santini stond gisteren voor de poorten van Kakalle en heeft om 8 uur gisteravond den opmarsch gestaakt, om hedenochtend bij het aanbreken van den dag de stad binnen te rukken. Hoewel de Italiaansche vliegers hebben vastgesteld, dat er zich geen Abessynische soldaten in de stad bevinden, wilde men zich niet blootstellen aan de verrassingen van een nachtelijken marsch. Het is na melijk volgens de vliegers zeker, dat de troepen van Ras Seijoem zich in de omge ving verborgen houden en tot den guerilla zullen overgaan. Dit is, naar Reuter op merkt, gebleken bij den aanval van gis teren bij den berg Goendi op afdeelingen van generaal Biroli, toen de hoofdmacht reeds gepasseerd was. Ondanks den regen, is de opmarsch der Italianen reeds zoover gevorderd, dat de Abessyniërs nog alleen langs den weg naar Amba Alagi kunnen terugtrekken. Om trent de posities en de verdere plannen der Italiaansche afdeelingen geeft Reuter de volgende samenvatting: De troepen van generaal Santini en ge neraal Biroli zullen elkaar heden ten Zui den van Makalle treffen. Biroli is met zijn inlandsche soldaten verder opgerukt in het district Geralta en door het nauwe dal van de Sjeva tot op 20 K.M. afstand van Ma- kalle gekomen, waar hij zich heeft gele gerd op den berg Mosobo. De linkervleu gel van Biroli marcheert gelijk op met den rechtervleugel van Santini, maar de hoofd macht van Santini wordt niet naar Makal le gedirigeerd, doch naar Dolo, dat op twin tig kilometer ten Oosten van Makalle is gelegen. Het trefpunt van Santini's hoofd macht en het leger van Biroli ligt ten Zui den van Makalle, zoodat vandaag de ring rond de stad zal zijn gesloten. Ook het tweede legercorps van generaal Maravigna, dat Salaclaca, ten Westen van Aksoem en ten Noorden van de rivier de Takkaze heeft bezet, zal naar Makalle gaan. De verdere operaties in het district Sa laclaca, dus in Oost-Tigre, zullen uitge voerd worden door Italiaansche inlandsche troepen, welke in de omgeving van Addis Abo opereeren. Zij hebben een tweede op- marschlinie ten Westen van het Tembien- plateau voorbereid, welke parallel zal loo- pen met de linie van Makalle. Daarvoor moeten zij echter de Takkaze oversteken, hetgeen in de regenperiode echter niet kan kan geschieden. Spoedig zal de rivier vol doende'zijn gedaald, om een binnenrukken in Gondar mogelijk te maken. De Italianen naderen dan dicht de grens van Soedan, waar sterke Abessynische afdeelingen zyn geconcentreerd. AAN HET ZUID-FRONT. In het Zuiden wordt elke oogenblik de bezetting van Gorahi verwacht. Volgens den D-N.B.-correspondenit te Asmara is de opmarsch in Ogaden echter tot stilstand gebracht door den zwaren regenval en on weersbuien. Ook van Abessynische zijde wordt ge meld dat de Italiaansche opmarsch in Oga den door den regen is gestaakt, hoewel de vliegers de stellingen en versterkingen der Abessyniërs blijven bombardeeren. De ra diozender van Dagaboe werkt nog steeds. Voor het eerst sedert vele dagen heeft het te Harar niet geregend. Binnenkort zullen 3000 kameelen met 22.000 zakken kaffer koren naar de soldaten in het Zuiden ver trekken. ENGELAND EN EGYPTE. Oorlogsschepen worden teruggetrokken zoodra 't conflict is geregeld. De Egyptische gezant te Londen ontving van het Foreign Office verzekeringen be treffende de gevolgen van den huidigen in ternationalen toestand. Er is een officieel communiqué uitgege ven, waarin verklaard wordt, dat „Enge land er nooit aan gedacht heeft, van de omstandigheden te profiteeren, om te trachten wijziging van het statuut van Egypte tot stand te brengen en nimmer de vestiging van een vlootbasis te Alexandrië heeft overwogen. De gezant ontving de verzekering, dat de oorlogsschepen teruggetrokken zouden wor den, zoodra het conflict zou zijn geregeld" DE BEWAPENING DER ABESSIJNSCHE TROEPEN. De bewapening der Abessijnsche troe pen wordt voortdurend beter. Groote zen dingen geweren worden via Berbera en Zeila ontvangen. Naar schatting zijn den laatsten tijd 200.000 geweren ingevoerd. DE SANCTIE-MAATREGELEN. Petroleum en de Ver. Staten. Op grond van wat uit oliekringen be kend wordt is de waarschijnlijkheid, dat men er in zal slagen den toevoer van olie naar Italië stop te zetten, niet al te groot, aangezien de desbetreffende besluiten van Genève wat hun uitwerking betreft afhan kelijk zijn van de medewerking der Ver- eenigde Staten, die in dit opzicht een sleutelpositie innemen. Er verluidt, dat de Britsche regeering in deze aangelegenheid stappen gedaan heeft bij de regeering der Ver. Staten. Oliekringen zijn echter van meening, dat de Italiaansche financierings moeilijkheden de eenige reden opleveren waarom zou worden overgegaan tot het stopzetten van olieleveranties aan Italië. Negus doet beroep op Amerika. De keizer van Ethiopië heeft Donderdag in een te Addis Abeba gehouden tot Ame rika gerichte radiorede, welke werd ge- relayeerd door het Columbia Broadcas ting system, een beroep gedaan op de Vereenigde Staten om den Volkenbond te steunen door deel te nemen aan de toe passing der sancties. Ik oefen geen critiek op het feit, dat Amerika geen lid is van den Volkenbond, aldus de keizer, maar de tijd is thans aan gebroken, en de gelegenheid is gekomen en ik weet, dat dit de wensch van het Amerikaansche volk is om den bond te steunen in zijn pogingen tot verzoening niet omdat het de Bond is, niet omdat het mijn volk is, dat kracht noodig heeft en sympathie van Amerika, maar omdat onze zaak en hrfnver valt niet te redetwis ten de zaak is .der menschelijkheid, die der rechtvaardigheid en die van den vrede op aarde. Ik vraag niemand het zwaard op te ne men tegen Italië, maar ik geloof dat de volken der wereld thans in staat zijn tot een eensgezinde redelijke actie met vreed zame middelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1