Na de sluiting van de Wereldtentoonstelling De Wereldtentoonstelling te Brussel is gesloten. De sloopers hebben hun afbrekend werk ter hand genomen Wachtend op het vertreksein voor de groote openingsjacht, welke deze week te Gumley (Eng.) werd gehouden De nieuwe Ludwigsbrug in München is in tegenwoordigheid van den Duitschen Rijksleider Adolf Hitler en andere autoriteiten officieel geopend Abessijnsche troepen verlaten Harrar op weg naar het front, uitge leide gedaan door vrouwen en kinderen Een gedeelte der kostbare geschenken voor den Hertog van Glou cester en zijn bruid Lady Alice Scott, die te Londen in het huwelijk getreden zijn De strijd tegen de Amsterdamsehe ratten is opnieuw ontbrand. De tweede vrijwillige rattenweek in de hoofdstad is begonnen. De ratten- verdelgers aan het werk FEUILLETON. HAAR MOEDERS EVENBEELD Naar het Engelsch vaa LOUIS TRACY. (Nadruk verboden). 51) Hij liep een kamer binnen en gi*"»o een kleine handtasch, die blijkbaar met het oog op de wenschelijkheid van een over haasten vlucht gereed was gezet. Daar op vervolgde hij zijn haastigen tocht naar het vertrek, waar Winifred en Greyfoöt met zeer gemengde gevoelens luisterden naar het lawaai dat dof van beneden op klonk. Hij rammelde aan de kruk. Geslo ten! En Rachel had den sleutel in haar zak. Door een dergelijke kleinigheid liet een man als Veles zich niet ophouden Met zijn sterken schouder ontwrichtte hij het slot en stond de volgende seconde van aange zicht tot aangezicht met Greyfoot, wiens eenige bruikbare hand een pook omklemd hield. „Er op los, kerel!" schreeuwde Veles tegen zijn adjudant. „En je geeft ze maar van katoen als ze komen. Je hebt een ge zonden armgebruik dien. Ze kunnen je niets maken, ze hebben geen recht om op dien manier binnen *e dringen...." Het vecht-instinct in Wolf Greyfoot was gewekt. Hij mocht dan al een vreemde sympathie voor het hulpelooze m .sje bij zich zelf hebben bespeurd, dat zou hem niet weerhouden zijn ouden bondgenoot bij te staan nu er gevaar dreigde! Met een hartige verwensching stoof hij naar de hall en inspecteur Winter, die in middels ook op het oorlogstooneel ver schenen was, had al zijn kracht noodig om den woesteling, die met zijn éénen be schikbaren arm ook nog een geduchte te genstander bleek, te overweldigen. Het eind van den veldslag was, dat Grey foot, kreunend en vloekend, door de knie van den inspecteur or den grond gehouden werd, dat Fowle machteloos hijgde in de metalen greep van Sir Reginald en Jim de gillende Rachel Craik in bedwang hield. Het drietal kreeg de handboeien aan. Jim werd met hun bewaking belast en Re ginald en mr. Winter begonnen een on- zoekingstocht door het huis naar Winifred en Veles. Maar ofschoon ze van den zolder tot den kelder, in ieder hoekje en gaatje snuffel den, van geen van beiden was een spoor te bekennen. Toen ze in de hall terug kwamen, snauw de Reginald, buiten zichzelf van woede, Rachel Craik toe: „Waar is ze? Wat hebben jullie met haar uitgevoerd. Als ik haar niet terugvind, zul je er voor boeten, dat bezweer ik je!" Met een boosaardige glinstering in haar oogen keek ze hem aan. „Wat zijn dat voor manieren", ant woordde ze scherp en uitdagend, „om fat soenlijke menschen zoo te behandelen?" Dat zou ik wel eens willen weten! Om met geweld aan. huis binnen te dringen en ons als wilde beesten aan te vallen...." „Ik zou de moeite maar sparen, Sir Re ginald", adviseerde Winter droogjes. „Ik herinner me haar van de Yard. Je krijgt toch geen woord uit haar wat ze niet wil loslaten. We doen beter om maar eens een onderzoek in den tuin in te stellen." xxvm. De ontsnapping. Polly, buiten in de auto, luisterde met ingehouden adem naar de geluiden, die van het terrein van Moore House naar haar overwoeien. Nadat de inspecteur in de duisternis van het park verdwenen was, was ze overeind achter in den wagen blijven staan, met haar handen op den bovenkant van de muur. In deze houding, bedacht ze, zou ze het best de naderende voetstappen kunnen hooren, wanneer straks de bevrij ders uit het hnuis zouden terugkeeren, zooals ze de voetstappen van mr. Winter langzaam had hooren wegsterven. Groot was dan ook haar verbazing, toen plotseling het opensluiten van het toegangs hek tot haar doordrong, zonder dat iets haar had gewaarschuwd dat er iemand in aantocht was. Ze was op het punt omlaag te springen, toen een der hekken openzwierde en een man zichtbaar werd, die een beweginglooze vrouwengestalte in zijn armen droeg. De koplampen van de auto waren naar voren gericht en in de schaduw van den muur en de hooge boomen wa: het zoo donker, dat het onmogelijk was gelaats trekken te ondierscheiden. Trouwens ze kende Veles niet, dus zijn gezicht zou haar niets hebben gezegd. Polly was wel een heel schrander meis- ke, maar tegen de verwikkelingen van dit avontuur was haar combinatievermogen toch niet opgewassen. En dat ze tegen de brutaliteit van een tegenspeler als Veles niet opkon, was haar waarlijk niet kwa lijk te nemen. Als de simpele, voor de hand liggende verklaring van de verras sende verschijning van het tweetal, nam ze aan, dat de redders al spoedig hun doel bereikt hadden en terwijl ze verder met de „gevangenbewaarders" afrekende, het het meisje vast door een huisknecht of zoo naar de auto hadden te laten bren gen, waar ze veilig zou zijn. Want dat de man niet tot haar eigen klein gezelschap behoorde, had ze wel gezien. Ze dacht niet langer over het probleem na, ook niet over de vraag hoe het kwam, dat ze geen voetstappen had gehoord. Echt-vrouwelijk medelijden met het slachtoffer van zooveel menschelijke boosheid, drong elke andere overweging op den achtergrond. „Wat zielig!" riep ze vol medelijden uit. „Die ellendelingen hebben haar toch niet gewond?" Veles, die Winifred in een toestand van tijdelijke bewusteloosheid had gebracht met een mengsel van chloroform, alcohol en aether de schurk was op alles voor bereid was stomverwonderd op deze wijze begroet te worden Hij had er op gerekend bij het hek een helper van Carshaw geposteerd te vinden en zou geen oogenblik geaazeld hebben om deze belemmering met list of geweld, uit den weg te ruimen. Hij had Winifred langs een bedienden- trap naar beneden gedragen en het huis door een achterdeur verlaten. Dit strate gische punt was onbewaakt, een bewijs dat de expeditie tegen Moore-House een geim- proviseerd karakter droeg, zooals Veles snel-werkende hersens vaststelden Maar bij het groote hek zouden ze toch wel niet verzuimd hebben voorzorgsmaatregelen te nemen. Zooals by veel behuizinge die in een grooten tuin liggen, maakte de oprijlaan van Moore-Hous e n wede. bocht, maara een pad tusschen de boomen leidde recht streeks naar de uitgang. Dit was iets, waaraan inspecteur Winter in de snelle opeenvolging der gebeurtenissen niet had gedacht, zoodat Veles met zijn last onge merkt had kunnen wegkomen. En ook Polly had daardoor zijn nadering niet ge hoord. Veles was er de man niet naar, om van deze pracht-situatie geen dankbaar ge bruik te maken! Het kostte hem weinig moeite zich in de gedachtengang van het meisje in den auto te verplaatsen. „Neen, ik geloof niet, dat ze gewond is", antwoordde hij met een effen stem; „alleen maar flauwgevallen door den schrik." En terwijl hij zoo oogenschijnlijk rustig sprak werkte zijn geest koortsachtig. Zyn oogen waren loerend op de auto en het meisje op den achterbank er van, ge richt; toen keken zij snel monsterend den weg naar beiden zijden af. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5