De nieuwe weg Amsterdam-Schiphol geopend.
HAAR MOEDERS
EVENBEELD
3)e £aidóch<i Soii^ont
De nieuwe burgemeester van Enkhuizen, de heer J. C. Haspels, is Vrijdag als
zoodanig geïnstallegizi. De feestelijke intocht
De nieuwe verbindingsweg Amsterdam Schiphol, een onderdeel van den
grooten weg Amsterdam den Haag, is Vrijdag officieel geopend
De Chineesche sportvlieger Khouw Ke Hien en luitenant-vlieger Terluin
zijn Vrijdag weer van Schiphol op terugreis naar Java vertrokken. De twee
aviateurs even voor den start
Te Nieuwerbrug san den Ouden Rijn lijn twee woonhuizen een winkel, een De Chrysanthen doen hun intrede op de Parijsch.
cafe en het gemeentehuis van Barwoutswaarder door brand vernield. Een p ranjscn»
overzicht van de ruïne boulevards. Een uitstalling, die voor zich zelf spreekt
Laval werd bij zijn vertrek naar Geneve
te Parijs door talrijke leden der Fran-
Met ingang van Vrijdag is een nieuwe
luchtlijn van Londen naar Amsterdam
via Antwerpen van de Continental
Airways geopend. Het eerste toestel,
FEUILLETON.
Naar het Engelsch van
LOUIS TRACY.
(Nadruk verboden).
48)
Geen half uur later boorden de felle kop
lampen van de auto zich door de toenemen
de schemering en suisde de wagen langs
den stillen weg naar Moore House. Sir Re
ginald zat aan het stuur met den inspecteur
naast zioh; de eereplaatsen werden inge
nomen door het dienstertje en haar vriend.
„Hier is het", kondigde het meisje op
een gegeven oogenblik aan, met iets spij
tigs in haar stem. Sir Reginald's voorspel
ling was uitgekomen en de rit had veel
te kort geduurd naar den zin van de jonge
lui.
„Is dit de eenige ingang?" vroeg de po
litieman, terwijl hij uitstapte voor het
groote hek.
„Ja, mijnheer. Die muur loopt om de
heele bezitting en het is een groote uit
gestrektheid."
„Gesloten", verklaarde de inspecteur, na
dat hij aan het hek gerammeld had. Hij
tuurde door de tralies of hij een glimp kon
opvangen van lichten in het huis.
„Dat geeft niets", meende het meisje;
„het huis staat een heel eind naar binnen
en ligt verborgen achter boomen."
„Toch ben ik van plan het te bekhkem"
kwam het beslist over Carshaw's lippen;
„muur of geen muur, hek of geen hek".
„Maar het hek heeft scherpe punten en
boven op den muur zijn scherpe glasscher
ven", wist hun geleidster te vertellen.
„Dergelijke voorzorgsmaatregelen kunnen
onschadelijk worden gemaakt door een
ladder of een opgevouwen dekkleed of
zelfs een dikke overjas", oordeelde Winter.
„Ik ben loodgieter van mijn vak", deel
de de jongeman mee. „Als u wilt, kan ik
wel een uitschuifbare laddar en een dek
zeil gaan halen. Maar", voegde hij er wei
felend bij, „kan ik er geen last mee krij
gen?"
„Schaam je wat, Jim", berispte zijn ver
loofde, die hij met Polly had aangespro
ken. „Er is daar misschien een meisje dat
zich geen raad weet.zou je daarvoor
niet wat duven wagen. Stel je eens voor,
dat ik m de narigheid zat
Sir Reginald Carshaw achtte thans het
oogenblik gekomen om zich bekend te
maken.
„Hier is mijn kaartje; lees het maar bij
het licht vtn de lantaarns Ik stel mij aan
sprakelijk voor alle gevolgen en alle scha
de en zal je behoorlijk betalen voor al je
moeite."
Jim gaf zich gewonnen.
„D;e belooning hoeft niet.... ik heb
graag wat voor een meisje in nood over.
Maar om voor inbraak in de gevangenis te
gaan, weet u.... dat is wel een beetje
risico..
„Het is eigenlijk onwettig wat we gaan
doen", richtte Winter zich tot Sir Regi
nald, terwijl de auto naar Uxbridge terug
reed om inklimbenoodigdheden te halen.
„U kunt hoogstens aangeklaagd worden
wegens huisvredebreuk, wanneer ik ver
klaar, dat u geen misdadige bedoelingen
had."
„Waarom gaat u niet mee?"
„Het is beter van niet. U, als particulier
hebt een excuus in uw verlanxgen uw ver
loofde te bevrijden, als er spektakel komt
of wanneer er bijvoorbeeld deuren moeten
worden ingerammeld. Ik, als politie-amb-
tenaar xan niets doen zonder bevel tot
huiszoeking. Als u het meisje daar aan
treft is net misschien wat anders. Maar in
dien stevigen vriend daar achterin hebt u
een pootigen bondgenoot, lijkt me, nu hij
gerustgesteld is over de mogelijke gevol
gen.
De pootige bondgenoot was zoo goed als
zijn woord en verschafte de beloofde lad
der en het dekzeil. Bovendien overhandig
de hij den baronet een stevigen schroefsleu-
tel. Hij zelf hield een bijl in reserve.
„Als je dingen doet, moet je ze goed
doen", merkte hij filosofisch op.
De auto voerde hen in snelle vaart weer
naar „Moore House". De weg lag zoo goed
als verlaten; op hun drie tochten waren ze
vrijwel geen voetgangers tegengekomen en
geen enkel voertuig.
De kust was dus veilig en het beklim
men van de muur zou nog geen halve mi
nuut werk zijn.
„Ga er maar overheen, Sir Reginald", ad
viseerde Winter". Als u aan den anderen
kant bent, zie dan of u het slot van het
hek kunt openkrijgen. Dan kunt u de lad
der en het dekzeil teruggooien. Anders
moeten we maar blijven waar we zijn tot
u terugbent. Als het blijkt, dat de men-
schen om wie het te doen is, niet in het
hvis zijn, kom dan zoo stil mogelijk terug."
Carshaw klom de ladder op, ging op het
dekkleed zitten, trok vervolgens de lad
der naar boven en liet die aan het andere
einde van den muur zakken. Hij verscheen
achter het hek en probeerde het slot.
„Niets mee te beginnen", luidde zijn rap
port. „Dicht en nergens iets te bekennen.
Ik ga op onderzoek uit."
Jim, die op dringenden fluistertoon uit
gesproken vermaningen van zijn gezellin
in ontvangst had moeten nemen, riep Sir
Reginald snel toe:
„Gaat u vriend niet met u mee, mijn
heer?"
„Neen". Het was Winter die zelf ant
woordde. „Laat ik het je maar eerlijk zeg
gen: ik ben van de politie en kan dit zaak
je beter voorloopïg door particulieren la
ten opknappen."
„Deksels! Had u me dat maar eerder
.verteld?" En daarop weer tot Carshaw:
„Laat de ladder even zakken, mijnheer;
ik kom.
De bijl ging mee.
,,'n Flinke baas", prees Mr. Winter, en
Polly glom.
Geen minuut later waren Sir Reginald en
zijn begeleider in het donker verdwenen.
De ladder stond weer aan den anderen
kant van den muur. Geruimen tijd luister
den de twee in den wagen met gespitste
ooren. Een paar fietsers passeerden en na
men geen notitie van hen. Waarom zou
den ze ook? Het was het gewoonste ding
ter werekl.een stilstaande auto voor
het nek van een buitenhuis.
Eindelijk vingen ze het gedempte, maar
duidelijk te onderscheiden geluid op van
zware slagen en versplinterend houtwerk.
„Dat schijnt niet van een leien dakje te
gaan", riep de inspecteur uit. „Ik wou dat
ik er maar bij was."
„Ik hoop dat Jim niets overkom?*,
zuchtte liet meisje, dat nu toch een tikje
bleek om haar neus werd. De slagen na
men in hevigheid toe en gerinkel van bre
kend glas voegde zich bij de andere ge
luiden.
„Verdraaid'', gromde Winter in zich
zelf, waarom ben ik toch niet meege
gaan!"
„Als u de auto eens tegen de muur zet
te en ik er achterin overeind ging staan",
sttlde de vindingrijke Polly voor, „en u
klom op mijn schouders, dan zoudt u de
ladder wel kunnen bereiken."
,.'n Schitterend idee!" vond de inspec
teur enthousiast „Je bent een uit duizen
den, hoor. We zullen het in ieder geval
probeeren."
Hij had vandaag lang genoeg naast Sir
Reginald gezeten, om kennis op te doen
van het mechanisme van den wagen. Han
dig draaide hij deze een halven slag, en
schoof hem met den achterzijde tot vlak
tegen den muur, dicht bij de plaats waar
de ladder stond. Het meisje klom op de
bank en drukte de handen stijf tegen het
metselwerp. Winter, een forschgebouwd
man, moest haar fiks pijn hebben gedaan,
toen zijn voeten een moment op haar fijne
schouders rustten, maar zelfs geen onder
drukte kreet kwam over de lippen van het
dappere kind. Maar in een oogwenk zat
hij op den muur en enkele seconden later
hoorde ze z^n voetstappen op het grint.
„Gelukkig", fluisterde ze, „nu zijn ze met
him drieën. Was ik er ook maar bij
(Wordt vervolgd).