DE VOLKENBONDSTRAGEDIE
WOENSDAG 30 OCTOBER 1935
OE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
NEDERLAND EN DE SANCTIES
Steunt de Volkenbond op
beginselen van recht
vaardigheid?
De kwestie der grenzen
Ook het Nederlandsche Parlement heeft
zich met de kwestie der sancties tegen
Italië bezig gehouden.
Dat men er niet af is met het argument,
dat Nederland haar handteekening, die zij
eenmaal onder het Volkenbondsverdrag
had gezet, nu ook diende te honoreeren,
ongeacht de gevolgen, hebben tijdens de
Kamerdebatten de opmerkingen van hen,
die zich toch vóór deelneming aan de sanc
ties uitspraken, voldoende bewezen.
Maar daarmee zit men dan tevens al
midden in het vraagstuk, hoe het moge
lijk is, dat maatregelen, die den vrede be
oogen, voor den vrede gevaarlijk kunnen
zijn.
Waarom aarzelen de landen hun ver
plichtingen na te komen, die zij eens vrij
willig op zich namen tot behoud van
den vrede?
Het antwoord hierop ligt besloten in het
ééne woord: Volkenbond. Want indien de
Volkenbond waarachtig en alléén een in
stituut voor den vrede was, dat wil dus
zeggen, alléén gebaseerd op beginselen
van rechtvaardigheid, dan zouden de con
sequenties van haar beginselen niet zoo
gevaarlijk kunnen zijn, wat wij aanstonds
nader hopen aan te toonen.
Immers wat zagen wij nu gebeuren?
Koloniale oorlogen.
Italië begon een koloniale oorlog met
Abessynië, zonder dat de Volkenbond, die
dit volgens haar beginselen had moeten
kunnen beletten, beletten kon.
Deze koloniale oorlog is niet de eerste
in de geschiedenis. Frankrijk veroverde
eens Madagascar en Marokko, Engeland
Zuid-Afrika en Malta en om meer recente
historie te memoreeren Japan Mandsjoe-
kwo.
Waarom heerschte er toen géén alge-
meene verontwaardiging, waarom had toen
de wereld geen belangstelling voor die
zelfde koloniale conflicten? Omdat er toen
óf geen Volkenbond was óf die Volkenbond
onmachtig was om in te grijpen, zoodat die
veroveringsoorlogen beschouwd werden
als zuiver locale kwesties, wat zy feitelijk
ook waren.
Maar nu is dit anders.
De Volkenbond heeft deze Italiaansch-
Abessynischen oorlog tot een wereldkwes
tie opgeblazen, omdat zij haar heele ap
paraat in' het werk stelde, eerst om dezen
oorlog te vermijden, daarna om den aan
valler tot de orde te roepen.
Opervlakkig bezien zou men dus het In
stituut van den volkenbond met vreugde
moeten aanhangen om de geweldige acti
viteit, welke het ontplooit tot behoud van
den vrede.
Ay, hoe lieflijk als broeders te Genève
samen te zijn!
Maar juist in deze v r edes actie, welke
lichter tot oorlog dan tot vrede voeren
kan, schuilt de tragiek van den Volken
bond.
Toen kort geleden in Engeland de groote
Labour-partijdag gehouden werd, ver
klaarde Lansbury zich tegen eiken vorm
van sancties tegen Italië. En zoo men deze
houding al niet kan onderschrijven, be
grijpelijk is zij in ieder geval. Want hier
ligt het groote en tragische dilemma ver
scholen. Men zou de sancties tegen Italië
moeten aanvaarden, omdat dit de conse
quentie is van het bestaan van den Vol
kenbond en men kan ze niet aanvaarden,
omdat de sancties, die bedoeld zijn om de
vrede te verzekeren, juist het gevaar van
een grooten Europeeschen oorlog in zich
dragen.
Dat is de tragiek van den Volkenbond.
Dat dit Europeesche oorlogsgevaar wer
kelijks» bestaat is niet zoo moeilijk aan te
toonen.
Vooreerst behoeft men maar te wijzen
op het geweldige Engelsche machtsvertoon
in de Middellandsche Zee. Een een kanon
schijnt dit met een geweer gemeen te heb
ben. dat het op het meest ongelegen en ge
vaarlijke oogenblik plotseling afgaat.
Of dit!
Het gevaar der sancties.
Waar is het onderscheid, de grens tus-
schen economische en militaire sancties.
Is de samentrekking van de Engelsche
vloot in de Middellandsche Zee een econo
mische sanctie? Is de opheffing van het
wapenembargo naar Abessynië een econo
mische sanctie?
En wat nu, als een Italiaansch oorlogs
schip in de Middellandsche Zee of in het
Suezkanaal of ergens anders een Engelsch
wapentransport naar Abessynië ontmoet?
Kan men het Italië uitgaande van den
feitelijken oorlogstoestand dan kwalijk
nemen, dat zij dat transport poogt te ver
hinderen?
Mij dunkt, dat een conflict dan moeilijk
te vermijden is.
Nogmaals het is de tragiek van den Vol
kenbond, die den duivel wil, beter gezegd,
moet uitdrijven met Beëlzebub.
Zullen de sancties, die de Volkenbond
krachtens haar beginselen tot behoud van
de vrede nemen moet, leiden tot oorlog?
Of anders gezegd, zullen wij, omdat wij
lid zyn van den Bond. niet aarzelen oorlog
te gaan voeren in het belang van den
vrede?
De Volkenbond handhaver van
onrechtvaardige grenzen.
De vraag is interessant genoeg om de
oorzaken van dit tragisch dilemma te trach
ten op te sporen. En die oorzaken liggen
in den Voikenbond, want er zijn in den Vol
kenbond twee groote fouten aan te wijzen.
Vooreerst hapert er iets aan den grond
slag van den Bond. Het is de fout van den
overigens idealistischen Wilson, die op
recht naar vrede en rechtvaardigheid zocht
en deze in de vredesconferentie niet vond,
die in Versailles behalve de milliarden,
welke hij in oorlogsleeningen gestoken had,
ook zijn vredesidealen verloor, het was de
fout van Wilson, dat hij Europa bezag als
een Amerikaansch conglomeraat van
staten. Hij dacht er niet aan, dat al die
staten belangen hadden, die met elkaar in
strijd waren.
En toen ter vredesconferentie van 1919
en later in Trianon en Neuilly op de
meest onrechtvaardige wijze, op een wijze,
die de kiem van een ^nieuwen oorlog in
zich droeg, de grenzen opnieuw werden
vastgesteld, wilde men de wereldsituatie
onveranderlijk maken. Toen werden de
grenzen, die niet meer veranderen moch
ten, onder de hoede gesteld van den Vol
kenbond en daarmede nam deze een tegen
natuurlijke taak op zich, waarvan in het
huidige conflict de gevolgen zich openba
ren.
Dat was de eerste fout, waaruit de
tweede vanzelf zou voortkomen. Immers
de nieuwe grensindeelir.g van 1919 en later
by de verdragen van Trianon en Neuilly
werd door de overwinnaars gemaakt met
het oog op hun eigen belangen. En dus
werden met die grensindeeling de belan
gen van enkele aangesloten staten aan den
Volkenbond toevertrouwd. Frankrijk, dat
op instignatie van Clemenceau, b.v. Honga
rije decimeerde en groote stukken van dat
land aan de omringende landen gaf, deed
dit met het oog op haar eigen belangen en
droeg dus den Volkenbond op over die
belangen te waken, terwijl toch die be
langen lijnrecht stonden tegenover de be
langen van Hongarije, óók lid van den
Volkenbond. Zij maakte den Volkenbond
tot bewaker van grenzen, die eerst vast
gesteld waren voor de veiligheid en in het
belang van Frankrijk. Dat b.v. Frankrijk
wij nemen dit land slechts als voorbeeld
ook in den Volkenbond slechts haar
eigen-belang zoekt, wordt voldoende be
wezen door haar weifelende houding. In
dien de Volkenbond alléén een instituut
voor den vrede was en zijn leden alléén
ijveraars voor den vrede, zou Laval r.u niet
mogen weifelen tusschen Engeland en
Italië en niet mogen aarzelen de sancties
volledig toe te passen.
Het is duidelijk dat Frankrijk ook in
haar Volkenbondsverplichtingen haar
eigenbelang zoekt.
Is het daarom van nationalistisch stand
punt bezien te verwonderen, dat Duitsch-
land den Volkenbond verliet, dat Japan
den Volkenbond bij haar verovering van
Mandsjoekwo machteloos maakte, door den
Volkenbond te verlaten, dat Oostenrijk en
Hongarije weigerden de belangen te die
nen van die staten, die eens in hun eigen
belang hun landen poogden te vernietigen,
dat zij dus weigerden mede te werken aan
de sancties tegen Italië, de eenige die htm
rechtvaardige aanspraken erkende?
Zie hier dus de groote fouten, die den
Volkenbond aankleven: le. het bewaken
van onnatuurlijke grenzen, die eenmaal
veranderd zullen moeten worden; 2e. het
behartigen van de belangen van sommigen
zijner leden, welke belangen lijnrecht in
strijd zijn met de belangen van andere.
De groote fout is dan ook, dat de Vol
kenbond een vat is vol nationale belangen.
Elke natie heeft haar belangen in dat vat
geworpen en waar die belangen dikwerf
met elkaar in strijd zijn, kan de Volken
bond niet al die naties tevreden stellen.
Ook de Volkenbond kan geen twee heeren
dienen.
De groote fout en het groote gevaar
schuilt dus in het wezen van den Volken
bond zelf.
En zoolang de Volkenbond op deze be
ginselen zal blijven staan, zoolang zal hy
in plaats van een instituut voor vrede, een
gevaar voor oorlog blijven.
De Volkenbond moge beseffen, dat er
dan ook geen andere conclusie openstaat,
dan deze: allereerst te steunen op begin
selen van rechtvaardigheid.
En dit kan alleen woxden bereikt door
een rechtvaardige verdeeling der grenzen.
De Volkenbond, dat instituut van vrede,
mag geen beschermer van onrechtvaardige
grenzen zijn en men moge er wel van
doordrongen zijn, dat zoo de grenzen niet
vrijwillig worden herzien, dit in de toe
komst zeker door een oorlog geschieden
zal. F. Sch.
GEMEENTERAAD VAN SASSEN HEIM
De Raad kwam gisterenmiddag bijeen.
Na opening door den voorz, werd als
voorstemmer aangewezen de heer A. J.
Verkleij.
Bij de notulen vroeg de heer Verkleij in
lichtingen over de Vleeschkeuringswet in
verband met de gewijzigde overeenkomst.
Onder de ingekomen stukken was o.a. de
mededeel ing, dat het aantal werkloozen
thans 34 meer bedraagt dan vorig jaar.
De begrooting van den schoolartsen-
dienst deed de heer Vogelaar opmerken,
dat de diegnst royaal is opgezet. Hij heeft
niet het oog op het salaris, doch op de ver
goeding voor reis- en verblijfkosten ad
1000 alsmede de pensioenbijdrage.
De heer v. Zonneveld zegt. dat deze be
grooting vroeger eerst door de Fin. Com
missie werd behandeld. Bestaat deze nog?
Er wordt in het geheel niet meer verga
derd. De voorz. antwoordt, dat deze be
grooting zeer eenvoudig is. Alles is vol
gens de vastgesteld opzet begroot.
Weth. Warnaar merkt op, dat 't volgen
de jaar de subsidie van de provincie af
loopt, dus in het belang van den dienst is
soberheid geboden.
Inzake den Keuringsdienst op Waren
had de gemeente Leiden gevraagd, nu de
dienst door het Rijk wordt opgeheven, deze
door de gemeente te doen voortbestaan.
Donderdag is er te Hillegom een verga
dering over deze kwestie. De voorz, zou
gaarne het gevoelen van den Raad weten.
De heer van Breda: Om nu direct te zeg
gen: er moet niets mee gebeuren, is wel
wat te kras. Er behoeft niet zoo druk ge
keurd te worden, doch zoo af en toe.
De heer Verkleij: 't kost nu ƒ550, en
toen er geen keuring was, werd er ontzet
tend geknoeid. Spr. is voor voortzetting
van den dienst met Leiden.
De voorz.: De rijkssubsidie komt t.e ver
vallen, dus wordt het duurder.
Weth. Warnaar zou er voor zijn, dat de
dienst voortgezet werd, zij het ook op be
scheiden schaal. Dat werkt preventief en
voorkomt knoeien.
Hoewel de Raad niet afkeerig tegen
voortzetting staat, wordt besloten eerst de
besprekingen te Hillegom af te wachten.
De voorz. deelt mede, dat 6 Nov. voor
den Raad van State het beroep van den
heer de Groot tegen zijn niet-toelating als
Raadslid, behandeld zal worden.
Alsnu komt een verzoek van het R K.
lyceum te Den Haag om een subsidie van
18.38 voor een leerling, in behandeling.
De heer van Zonneveld zegt, dat pas sub
sidie is verleend en nu komt men vragen
voor het tekort van 1932.
Het blijkt nu, dat dit stuk reeds in een
vorige vergadering is behandeld en toege
staan.
De prov. vereeniging Het Groene Kruis
heeft een ontsmettrngsdienst, die met on
dergang wordt bedreigd. Zij vraagt subsi
die en gebruikmaking van den dienst.
De heer Verkleij informeert, of de sub
sidie aan het Groene ICruis, ook niet aan
dezen dienst ten goede komt.
De heer van Breda: Neen, dat is plaat
selijk. Hij is van meening, dat aansluiting
voordeel aan de gemeente zal opleveren.
Weth. Warnaar: Niet uit het oog verlo
ren moet worden, dat de hygiënische toe
stand de laatste jaren zeer verbeterd is.
Tenslotte wordt besloten de zaak nog
eens met de plaatselijke afdeeling te be
spreken. Voorts wordt besloten de toe
slag-regeling voor de weide-boeren te aan
vaarden. Er is slechts één aanvrager.
De begrootingen der gemeente en van de
bedrijven voor 1936 worden aangeboden.
4. Rekening 1934.
Opmerkingen over de
gemeenterekening
Namens de Commissie brengt de heer v.
Zonneveld rapport uit. De rekening geeft
een beeld van de achteruitgang van de ge
meente. Er zijn enkel opmerkingen. Zoo
zijn er ten gemeentehuize van Jan.Sept.
voor 7 lucifers gebruikt, 150 voor de
gemeentebegrooting is wel wat veeL
Voorts staat in de begrooting dat een
brandmeester 1 per uur vergoed krijgt,
terwijl 1.25 wordt uitbetaald.
De brandspuit moet 2 maal per jaar be
proefd worden. In 1934 is dit geen enkele
maal geschied.
De voorz. zegt, dat op de begrooting niet
veel bezuinigd kan worden. De kwestie
van het loon der brandweer zal onderzocht
worden. Er is een raadsbesluit in dien
geest. Wat het beproeven betreft, ja....
De heer Verkleij: bij de laatste brand
duurde het vrij lang voor er water gege
ven werd, vandaar deze opmerking.
De voorz.: Het beproeven is wegens be-
zuinigng achterwege gebleven. Er is steeds
instructie gegeven, doch het is een fout
van de brandweer, dat als er op haar ver
zoek nieuwe gummi-ringen besteld wor
den en aan haar verstrekt, deze niet gepast
worden, zoodat men op de waterleiding
gehandicapt was.
De heer v. Zonneveld: Wanneer we het
niet beproeven, moeten we het ook niet
op de begrooting zetten.
De Voorz.: Dat gaat niet, dat keuren
Ged. Staten niet goed.
De heer Schrama maakt een opmerking,
dat zooveel buiten de gemeente betrok
ken wordt.
De heer^v. Zonneveld: dat behoort niet
tot de taak der commissie en hoort bij de
begrooting thuis.
De voorz.: Dit is juist, doch de jongens
leden willen ook wel eens wat opmerken.
De heer Schrama zal er bij de begrooting
op terug komen.
De heer Vogelaar heeft ook de rekening
nagezien, daar heeft hij recht op als lid,
en als hij, ook tot de jongeren behoorende,
een opmerking maakt, doet hij dit volgens
zijn wil en geweten en zal zich niet laten
weerhouden.
De rekening wordt nu goedgekeurd.
5. Nadere voorloopige vaststelling ge
meenterekening 1933. Deze wordt vastge
steld.
Een tekort, bij de 1
vereeniging
wningbouw-
6. Bijdrage aan Woningbouvereeniging
„Vooruitgang".
De voorz. deelt mede, dat deze vereeni
ging een bijdrage in het verlies ad ƒ2500
vraagt. Dit mag niet gedekt worden door
bijdrage, doch wel door een rentelooze
leenin^T zoodat er steeds verhaal mogelijk
is. De vorige tekorten heeft de vereeniging
zelf kunnen dekken uit de reserves, doch
dit gaat niet meer. Het tekort voor 1936
wordt geraamd op ƒ3100.
De heer v. Zonneveld heeft wel eens ge
hoord, dat er aandeelhouders zijn. Hebben
die nog rente of dividend?
(Weth. Bader: 4 pet.). Ontvangen ze nu
er een tekort is nog rente? Hij acht toe
zicht van de gemeente noodig.
De voorz.: Er zijn 2 afgevaardigden van
gemeentewege is het bestuur, dus is er wel
toezicht. Wat de aandeelhouders betreft,
meent hij, dat de aandeelen noodig zijn
geweest tot het vormen van een grond-
kapitaal, dus geleend geld tegen rente.
Weth. Bader (voorz. woningb.vereen.)
merkt op, dat door de gemeente een hy
potheek geëischt werd op alle huizen, ook
ook die, welke gebouwd zijn van de winst,
dus vrij waren. Zoodoende zijn we nu niet
in de gelegenheid ons geld te verschaffen
om de tekorten te dekken.
Het tekort zal door de gemeente ver
strekt worden.
7. Begrooting 1935.
Ged. trekken aan het
langste eind
Ged. Staten deelen mede, dit jaar niet
meer te zullen aandringen op verlaging
van het salaris van de gemeente-werklie
den. Handhaving van het presentiegeld aan
de commissie voor de werkloozen kan niet
worden toegestaan.
Na eenige discussie wordt besloten aan
het verlangen van Ged. Staten te voldoen
8. Wegenbelasting. Het kohier wordt
vastgesteld op ƒ7097.69.
9. Vergoeding reiskosten voor het bezoe
ken van openbare school. Aan C. Struik
wordt de vergoeding voor een kind ver
leend.
10. Geneeskundige armenzorg. Deze
wordt volgens het schrijven van de plaat
selijke doktoren goedgekeurd.
Daar de besluiten Kleinkweekers en voor
schot werkloozen, alsmede de achterstan
den gemeenterekening 1904 en gas, water
en huren in geheime zitting zouden worden
behandeld, volgde nu de rondvraag.
De heer Bisschops vraagt,, of er even
tueel te rekenen was op een subsidie voor
de ontspannign voor werkloozen. De par
ticuliere bijdragen worden steeds minder.
Toegezegd wordt, dat een verzoek in
welwillende overweging zal worden ge
nomen.
De heer Kortekaas informeert naar de
nieuwe regeling van de kolenbons.
Hierna sluiting.
Kantoren Vrijdag a.s.
wegens feestdag
GESLOTEN
UIT DE OMGEVING
SASSENHEEM
Gouden huwelijksfeest
Op 19 November a.s. hopen Wouterus
van Nobelen en Jacoba Margaretha v. d.
Linden, wonende Hoekstraat 9, den dag te
herdenken, dat zij vóór vijftig jaar in het
huwelijk traden. De gouden bruidegom is
73 jaar; de gouden bruid 74 jaar oud. Bei
den genieten nog een zeer goede gezond
heid. De heer Van Nobelen werkt nog da
gelijks te veld. Gedurende 43 jaar heeft
hij met onvolprezen toewijding gediend
bij de firma H. Roozen en Zn., welke zaak
eenige jaren geleden werd opgeheven.
Wij weten namens de geheele gemeente
te schrijven, wanneer wij het gouden echt
paar Van Nobelen, dat zich in aller vriend
schap en sympathie mag verheugen, een
gelukkigen en vredigen „ouden dag" toe-
wenschen.
't Kan nou lije. Dit is de naam van de
dol-komische klucht, welke de St. Josehps-
Gezellen a.s. Dinsdag voor de ouders en
donateurs en Woensdagavond voor alle
belangstellenden zullen opvoeren. We heb
ben hiervan een repetitie mogen meema
ken en 't moet gezegd worden: men moet
lachen. Het is geen alledaagsche klucht,
die met stukjes en brokjes aan elkaar
hangt. Neen, het is zelfs een leerzaam stuk
en ieder kan er het zijne uithalen. Er is
spanning van het begin tot het einde van
dit uit drie groote bedrijven bestaand spel.
Dat de gezellen zich op de planken thuis
voelen weten wij nog wel van Januari van
dit jaar, toen zij het mooie stuk „De Ro
men van een Krantenjongen" opvoerden
en twee avonden voor stampvolle zalen
speelden. De ouders en donateurs krijgen
vrijkaarten en voor de anderen is de toe
gang weer laag gesteld, n.l. 25 en 40 ct De
zaal wordt te half acht geopend; het spel
vangt aan om acht uur. Zondag, na de
Hoogmis tot één uur plaats bespreken. La
ten allen eens een avond gaan lachen en
de crisis vergeten. Laten we denken: ,,'t
Kan nou lije".
In de knel. Gisteravond om ongeveer
half zes stond er even voor den Warmon-
derdam een vrachtauto stil. Van weerszij
den kwam er verkeer. De vrachtauto stond
aan den rechterkant van den weg in de
richting Haarlem. Het verkeer dat uit
Leiden kwam, moest derhalve wachten
voor het tegenoverkomende verkeer. Een
luxe auto G 28906 stopte achter de vracht
auto, doch achter deze luxe wagen reed
een eveneens luxe auto, „bemand" met 8
dames. En ja, hoe gaat het als dames bij
elkaar zijn. Zij zagen de wagen vóór hen
niet tijdig en reden er maar boven op. De
middelste auto schoof hierdoor tegen de
vrachtauto aan en kwam leelijk in de knel.
De motor werd geheel in elkaar gedrukt,
zoodat de wagen door een kraanwagen
moest worden weggesleept.
De beide andere auto's hadden maar wei
nig schade. Doch voor de acht dames zal
dit muisje nog wel een staartje hebben,
daar de politie van Sassenheim zich met
het geval bemoeide en procesverbaal op
maakte. Persoonlijke ongelukken hadden
niet plaats.
Biljarten. Maandagavond werd in café
de Oude Post de wedstrijd om het kam
pioenschap (Biljart) van Sasseniheim,
voortgezet. De stand is als volgt:
Gesp. Gew. Pnt.
Gerand Zandbergen 3 3 6
A. Copini 2 12
J. Diederiks 2 12
J. van Reisen 112
Chr. Homan 2 12
G. Guldemond 3 3 6
A. J. v. d. Wiel 2 1 2
G. van Diest 3 12
Th. van Velzen 2 0 0
Piet Koning 3 3 6
Ep. Postma 2 12
Chr. Zandbergen 3 12
Th. Landweer 3 12
R. Haver 2 12
J. Hoogervorst 3 12
Bern. Schreuder 2 0 0
Jacè van Dorp 2 0 0
De hoogste serie In dezen wedstrijd staat
nog op naam van Copini en wel met 35.
De partij ZandbergenDiederiks (kam
pioen en oud kampioen) werd gewonnen
door Zandbergen 26 brt. 100 car. lus. 12;
Diederiks 25 brt. 82 car. h.s. 19.
De beste partij dezen avond werd ge
speeld door C. Guldemond, die tegen Land
weer zijn partij wist te winnen met 19 brt.
100 car. h.s. 20 gem. 5.26.
Maandagavond half zeven in café Oude
Post voortzetting van den wedstrijd waar
onder de partij Zandbergenvan Velzen,
omstreeks 8 uur. Thans zijn gespeeld 20
partijen van de 136 partijen.
HET ZEEMONSTER VAN NAGASAKI
293. Eindelijk was het weer licht geworden en nu ging
Piet Prikkel behoedzaam naar het zeemonster toe. Het dier
had echter zijn vrijheid teruggevonden en was nu erg wild.
Bovendien was de stemming van het beest er niet beter op
geworden na al die avonturen, die het met Piet en Drein
beleefd had.
294. Drein Drentel beproefde inmidddels een andere
manier om het zeemonster te vangen. Hij ging het dier zout
op zyn staart leggen, maar deze keer hielp het niet, daar
het blijkbaar geen zout was. Drein Drentel en Piet Prikkel
begrepen, dat het zeemonster zich door niets meer liet
weerhouden.