I mm m I
AJM*4
#»Jrf
Stltl
3)e
Vlu.
De terugkeer van den heer
en mevrouw Visser 't Hooft.
FEUILLETON.
HAAR MOEDERS
EVENBEELD
Naar het Engelsch van
LOUIS TRACY.
(Nadruk verboden).
46)
„Als u me dan helpen wilt, moeder",
hernam Sir Reginald, „begint u dan de
vriendschap, om het nu zoo maar te noe
men, met Helen Tower aan te houden. U
behoeft er niet als de beklagenswaardige
geruïneerde lady Carshaw naar toe te
gaan; neemt u maar een eerste klas maand-
auto met een chauffeur in livrei. Daar is
nog wel geld voor. Het is voor het goede
doe', vergeet dat niet! Ga haar een bezoek
brengen en tracht uit te vinden of ze
Meiklejohn in een of ander opzicht in
haar macht heeft. Want natuurlijk bestaat
er een of andere duistere relatie tusschen
die twee. Enfin, u kent onze waarde Helen
net zoo goed als ik en bent voor dit karwei
tje duizendmaal geschikter dan een dozijn
prima dectectiven. Zie er in de eerste plaats
achter te komen waar Meiklejohn uit
hangt. Die houdt zich achterbaks op het
oogenblik."
„Je moet me alles precies vertellen, Re
ginald, als je niet wilt dat ik den boel
niet bederf."
Hij voldeed aan haar verzoek en toen hij
eindelijk zweeg, waren er weer tranen in
lady Carshaw's oogen, maar nu van mede
lijden met Winifred.
De volgenden morgen bracht een blin
kenden limousine lady Carshaw naar de
woning van de Towers. Lady Helen was
thuis.
„Wat een verschrikkelijke dingen wor
den er toch verteld, lady Carshaw", be
klaagde ze haar bezoekster. „Wat is er
eigenlijk aan de hand? Waarom bent u zoo
plotseling uit uw huis en Harley Street ver
trokken? Je hoort van allerlei, maar nie
mand schijnt het rechte te weten."
„Och, een gril van Reginald", antwoord
de Lady Carshaw, die heel goed begreep,
dat Helen zich van de domme hield en pre
cies wist uit welken hoek de wind waai
de, met een vaag handgebaar. „Hij is nog
altijd razend op dat meisje. De jongen is
eenvoudig zich zelf niet."
„Ze moet haar kaarten handig hebben
uitgespeeld", meende de gastvrouw.
„Ja, zeldzaam handig. Je zou zooveel raf
finement niet uit iemand van dien stand
zoeken. En ze heeft my zoo schandelijk be
drogen! Ik heb haar opgezocht en ze beloof
de Reginald met rust te zullen laten. Maar
nu is ze opeens spoorloos verdwenen, na
tuurlijk om buiten schot te blijven, en Re
ginald wil me niet vertellen waar ze is.
Weet jy het mischien?"
„Ik? Ik heb niets uitstaande met dat
schepseL"
„Natuurlijk niet. Dat ze jou niet interres-
seert is begrijpelijk, maar mij is het an
ders; ik ben Reginald's moeder. Je hebt er
geen idee van, Helen, hoe ik onder die ge
schiedenis lijd."
„Arme lady Carshaw! Het is ook wel
heel erg."
„Het zou nooit zijn gebeurd als zijn va
der geleefd had. Om iets dergelijks met
kracht en energie tegen te gaan is geen
werk voor een vrouw; daar is een man
voor noodig. Ik wil er eens met mr. Meik
lejohn over praten. Hij is discreet en
iemand met ondervinding."
„Maar hij is niet in de stad."
„Wat vreeselijk jammer! Waar zou ik
hem kunnen vinden?"
„Ik heb reden om aan te nemen, dat Re
ginald niet bijster op zijn inmenging ge
steld zal zijn."
„Dat spreekt vanzelf Hij mag ook nooit
weten, dat mr. Meiklejohn er achter zit.
Ik had het me ook zoo voorgesteld, dat die
zou trachten invloed op dat meisje uit te
oefenen, dooi haar bang te maken of geld
te geven of iets van dien aard."
Lady Helen was niet ten volle in Meik-
lejohn's vertrouwen. Hij was genoodzaakt
haar in de zaak van die West Afrikaansche
concessie in 't geheim te nemen, maar veel
te sluw en te voorzichtig om iets tegen
haar los te laten over het belang dat hij by
Winifred's verdwijning had. Dus in dit op
zicht was ze volmaakt argeloos en aan den
anderen kant lachte het haar toe om, met
lady Carshaw als werktuig, de obstinate
Reginald, die zich verstout had haar te
versmaden, zyn wel verdiende straf te be
zorgen.
„Ik weet niet.Ze aarzelde en zweeg.
Toen: „Ik weet waar mr. Meiklejohn op
het moment is, maar het is van het groot
ste belang, dat hij niet lastig gevallen
wordt."
„Helen je mocht Reginald altijd graag
lijden", pleitte de oudere vrouw. „We moe
ten al het mogelijke doen; misschien is hy
nog te redden."
„Maar hij zou argwaan kunnen koeste
ren; je in het oog laten houden, je gangen
nagaan."
Lady Carshaw lachte. „Er is in zyn ge
dachten voor niets anders plaats als voor
zijn geliefde Winifred."
„Dus u weet zeker, dat hij u niet zal vol
gen, waneer ik u vertel waar Mr. Meikle
john is?"
„Absoluut zeker."
„Goed dan. Zijn adres in Hotel Splen-
dide, Cromer."
„Je bent een schat, Helen. Ik denk, dat
het het beste is hem eerst te schrijven voor
ik naar hem toe ga."
„Maar laat vooral niet merken, dat u zyn
adres van mij weet."
„Je weet toch dat je op mijn discretie
kunt rekenen, Helen."
„Ik ben alleen bang, dat hij niet veel zal
uitrichten. Reginald is koppig als hij er
gens zyn zinnen op gezet heeft."
„Zoo is het. Daarom ben ik heelemaal op
den goeden wil van het meisje aangewezen
en Meiklejohn is juist de man om zoo'n de
licate aangelegenheid in orde te bren
gen."
Met een kus namen ze afscheid.
„Als Reginald Meiklejohn in zijn vin
gers krijgt", overlegde lady Carshaw toen
de auto haar weer naar haar flat voerde,
„zal het een stormachtig onderhoud wor
den. Helen zal woedend op me zijn. Maar
I wat kan het me schelen? Ik heb de liefde
van mijn jongen teruggewonnen...."
XXVI.
Op het spoor.
„Het is een bekend feit", zei de recher
che-inspecteur Winter, mr. Marshall's
plaatsvervanger, toen hij dien Zondagmor
gen naast Sir Reginald in de auto zat
een van zijn wagens had de jonge baronet
nog ter bes-.hikking gehouden en hij chauf
feerde dien zelf, „hst is een bekend feit,
maar menschen die e.i of andere schooiers
streek wenschen uit te halen, installeer en
zich dikwyls in afgelegen behuizingen er
gens op het platte land of in de buurt van
een kleine plaats. Ik durf er dan ook een
goede sigaar onder te verwedden, dat „bij
Uxbridge" beteekent een oud, verlaten hee
renhuis."
„Een verblijpflaats die niemand verden-
ging opwekt?" opperde de jongeman. De
inspecteur knikte. „Juist Uxbridge is ge
knipt voor iets dergelijks. En toch zal het
zoeken waarschijnlijk gemakkelijker gaan
dan die lui meenen. De politie, de men
schen van de post, de winkeliers, kennen
iedereen in zoo'n nest. Ze kunnen ons
waarschijnlijk bijzonderheden mededeelen
over honderden ingezetenen, die niets uit
te staan hebben met de ontvoering van een
jong meisje Er zullen misschien een dozijn
overblijven, die in aanmerking komen om
verdacht te worden en door onderzoek kun
nen we daaruit vier of vijf schiften, waar
onder degenen schuilen die we hebben
moeten.'
(Wordt vervolgd).
Artiste Amster
dam heelt een
albino-mutsaap
ten geschenke
gekregen
De laatste berichten omtrent de krijgsverrichtingen aan het front worden
door den omroeper te Addis Abeba bekend gemaakt
De ontvangst van den Belgischen oud-minister van Landbouw ea
Visscherij, Henri Baels, op het instructievaartuig .Prinses Juliana" to
Vlaardingen bij gelegenheid van zijn bezoek aldaar
De heer Visser 't Hooft is met zijn echtgenoote
van de vierde Karakorum-expeditie in ons land
teruggekeerd De aankomst op het station S.S.
te den Haag
Dinsdag was het de eerste dag van de najaars-military van de Koninklijke Militaire Sportvereeniging in de om
geving van Amersfoort Het keuren der paarden
Op de plaats waar de nieuwe beurs te Rotterdam
zal verrijzen is men bezig proefpalen op hun be
lasting te toetsen met een gewicht van 300 ton.
Het vullen van de grintkist, die men daartoe
nebruikt