WOENSDAG 30 OCTOBER 1935
0E LEID5CHE LUUKANT
VIEKÜE BLAD - PAG. 11
GEMEENTERAAD VAN KATWIJK
De raad dezer gemeente kwam Maan
dagavond in openbare vergadering bijeen.
Voorzitter was Burgemeester Woldringh
van der Hoop. Aanwezig alle leden. De
voorzitter wijdt allereerst eenige gevoel
volle woorden aan de nagedachtenis van de
pas overleden oud-gemeente-secretaris en
de oud-concierge.
Volgt punt 2: verkoop van grond aan
Gebr. Jac. en P. van Duyn aan de M. A.
de Ruyterstraat. Deze willen aan de Ba
ron Sweerts de Landas Wyborohstraat,
Oostzijde, koopen een perceel van 468 M2.
grond. B. en W. hebben de prijs vastgesteld
op ƒ4.50 per M2. De raad kan zich hier
mede volkomen vereenigen als conform dit
voorstel wordt besloten.
Punt 3 is een voorstel om den bebou
wingstermijn van grond, Juli 1934 verkocht
aan M. A. Buys, te verlengen tot 1 Jan.
1937. Buy -trekt naar Zuid-Afrika, heeft
op deze 1 reeds twee woningen ge
bouwd t. .an de grond voor het derde
pand overdoen aan A. Haasnoot, mits de
bouwtermijn verleend wordt. In verband
met deze bijzondere omstandigheid stellen
B. en W. voor aan het verlangen van Buys
gevolg le geven. Aldus wordt dan besloten.
Punt 4: voorstel tot onderhandsche ver
huur van land. H. de Mooy, Commandeurs-
pad 6, heeft land van de gemeente in huur
waarvan de huurtermijn zal eindigen
Kerstmis a.s. Ook de heer Joh. v. d. Zwan
wil een dergelijke onderhandsche trans
actie aangaan ten opzichte van een perceel
teelland, dat Kerstmis uit de huur komt.
B. en W. stellen voor op beide verzoeken
in te gaan onder de gewone voorwaarden,
en tegen ƒ0.25 per R.R., die telkenjare bij
vooruitbetaling moet worden voldaan. Het
eerste perceel is groot 0.29.37 H.A., het
tweede 0.36.48 H.A. Conform het voorstel
van B. en W. wordt besloten.
Punt 5. De huurtermijn van het b]j
raadsbesluit d.d. 8 Nov. 1934 aan C. Boe-
zaard verhuurde perceel Duinstraat 38 is
op 28 Oct. geëindigd. De huurder stelt het
op prijs den huurtermijn te verlengen tot
uiterlijk 1 Jan. 1940 tegen denzelfden huur
prijs en dezelfde voorwaarden. Bij B. en
W. bestaat hiertegen geen bezwaren, waar
na de raad meegaat met het voorstel van
B. en W. om aan het verzoek te voldoen.
Punt 6, het voorstel tot vaststelling van
een suppletoir kohier der straatbelasting
over 1935 betreft het simpele geval, dat
een aanslag in het primitief kohier dezer
belasting bij nader onderzoek op een an
dere naam moest worden gesteld. Dit sup-
pletoir kohier geeft als eindcijfer aan de
som van 15.53. Besloten.
Ook punt 7, voorstel tot wijziging der
verordening op de straatbelasting is van
odergesohikt belang. Bedoeling van B. en
W. is in de verordening op te nemen dat
voor perceelen die geruimen tijd leeg staan
vrijstelling van deze belasting kan worden
verleend, waarvoor den raad een concept
verordening wordt aangeboden, welke con
cept-verordening dan wordt aangehouden
tot een volgende vergadering, nadat de
heer van Rijs aanmerkingen heeft gemaakt
op de redactie. Ter voorkoming van on
billijkheden stelde spr. voor op te nemen
de bepaling, dat restitutie kan worden toe
gestaan als een pand b.v. 12 achtereenvol
gende maanden heeft leeggestaan.
Punt 8. Voorstel tot verlenging van den
geldigheidsduur der verordening op de hef
fing en invordering van besmettelijke
ziektegelden. Ook dit is meer een formali
teit. De geldigheidsduur is ni. verstreken
in verband waarmede deze verordeningen
opnieuw dienen te worden vastgesteld. De
heer Guyt heeft bezwaar tegen het vast
gestelde inkomen, waarbij men vrijstelling
van betaling krijgt, omreden het kan voor
komen, dat er geen inkomen is en de laat
ste aanslag, vorig jaar dan b.v. 1000.
zou zijn geweest. B. en W. zeggen clemen
tie toe. Daarna goedgekeurd.
Volgt punt 9, het voorstel tot het ver
leen en van wachtgeld aan de schoolschoon-
maakster mej. de weduwe C. Smit. Deze
heeft steeds de oude school schoon gehou
den, doch het schoonhouden der nieuwe
school zal boven haar krachten gaan. Daar
om stellen B. en W. voor het schoonhouden
op te dragen aan de Eerste Katwijksche
G1 azen w assch er ijwelke onderneming ook
het gemeentehuis tot volle tevredenheid
schoon houd. De kosten zullen bedragen
260.per jaar, inbegrepen het benoodig-
de materiaal, en ook de groote schoonmaak
moet hiervoor plaats hebben.
Mej. Smit is pas 64 jaar, dus nog niet
pensioengerechtigd. Haar zal dus tot dien
tijd wachtgeld moeten worden gegeven;
totaal ƒ172.62. B. en W. stellen mitsdien
voor om mej. Smit met inachtneming van
den voorgeschreven opzeggingstermijn van
twee maanden, per 1 Dec. a.s. eervol ont
slag te verleenen.
Het voorstel wordt aangenomen met de
stemmen van Guyt en v. Tongeren en
Meerburg tegen.
Punt 10 is een voorstel van B. en W. tot
het toekennen van toeslagen op de werkloo-
zen-kasuitkeeringen, een en ander volgens
het bepaalde bij den alg. maatregel van be
stuur van 27 Juni 1935. De bedoeling dezer
regeling is, dat aan de werkloozen, die uit
hun werkloozenkas een uitkeering ontvan
gen, welke lager is dan het verschil, zoo
dat zij dan in totaal evenveel ontvangen
als het bedrag, waarop zij aanspraak zou
den maken, indien zij in de steunregeling
waren opgenomen, rekening houdend met
het berekenen van den kas-toeslag der ge
zinsinkomsten. Voornamelijk voor de land
arbeiders is dit van belang. De raming is,
dat deze post pl.m. 600.zal bedragen,
waarvan voor rekening der gemeente zal
komen 75 a 80 pet. Volgens de meening van
B en W. zijn er geen overwegende bezwa
ren, die zich tegen het invoeren dezer toe
slagregeling zouden verzetten, en stelt dit
college dan ook voor tot het invoeren dezer
toeslagregeling te besluiten. De heer H. v.
d. Bent dankt B. en W. voor deze regeling
en vraagt dat deze menschen ook voor de
gebruikelijke Kerstgave in aanmerking zul
len komen. De heer v. 't Woud zag ook
gaarne de boterbon toegezegd. De voorzit
ter doet voor de eerste twee bonnen voor-
loopige toezegging, doch het verstrekken
van de boterbon hangt van verschillende
omstandigheden af en de Minister regelt
deze aangelegenheid voornamelijk. Dan
wordt het voorstel dankbaar aanvaard.
Deelname aan het
Borgstellingsfonds.
Punt 11 betreft een voorstel van B. en
W. tot het verstrekken van een rentelooze
leening aan het Rijnlandsch Borgstellings
fonds. Deze stichting verzoekt een bijdra
ge toe te staan in het te vormen kapitaai
dezer stichting, berekend naar 0.10 per
inwoner, zulks in den vorm van een gift of
als rentelooze leening. Dit fonds heeft ten
doel om aan credietwaardige personen uit
den Industrieelen en handeldrij venden
middenstand hulp te verleenen door borg
stelling, bemiddeling en voorlichting. Deze
hulp zal echter slechts worden verstrekt
aan de middenstandsbedrijven, welke ge
vestigd zijn in de gemeenten, die in het
kapitaal der stichting hebben bijgedragen.
Naar het oordeel van B. en W. verdiend
het Rijnlandsch Borgstellingsfonds dan ook
ongetwijfeld de sympathie en de mede
werking van de gemeente. Op grond hier
van stellen B. en W. voor aan dit fonds een
rentelooze leoning te verstrekken van
1725.onder de bepaling, dat de lee
ning in haar geheel zal moeten worden
afgelost na 'door B. en W. gedane schrifte
lijke opzegging met een termijn van 3
jaren.
De heer v. d. Marei vraagt of dit geld,
dat de gemeente verstrekt, „saafee" is?
De heer Meerburg meent, dat door de ge
meente nimmer een dergelijk bedrag zoo
gemakkelijken onder zulke gunstige voor
waarden is verstrekt als dit bedrag. Spr.
vraagt wie de bestuursleden zijn. De zaak
is hem vrij onbekend. De voorzitter licht
uitvoerig toe hoe een en ander werkt. Ze
ker, er is voor de gemeente eenig risico
aan. Doch dit is vrijwel de eenige gelegen
heid hoe deze catagorie geholpen kan wor
den. In Leiden is een gunstig resultaat be
reikt. Ook de heer van Tongeren geeft ver
schillende cijfers en toont aan hoe gunstig
dit fonds reeds werkte. Na eenige bespre
king wordt het voorstel z. h. st. aangeno
men.
Volgt punt 12, het voorstel tot vaststel
ling van het Politie-ambtenaren-reglement.
De op 18 Juli 1.1. opnieuw vastgestelde ver
ordening heeft den Minister van Binnenl.
Zaken nog tot enkele opmerkingen aanlei
ding gegeven. B.v. deelde Z.Exc. mede, dat
hij bezwaar heeft tegen de instelling van
den rang van hoofd-inspecteur. Aangezien
echter de tegenwoordige Inspecteur reeds
den persoonlijken titel van hoofd-inspec
teur voert, bestaan er geen bedenkingen
tegen de invoeging van een overgangsbe
paling, waarin bedoelde persoonlijke titel
wordt opgenomen.
Ten aanzien van de jaarwedde hand
haaft de Minister zijn reeds medegedeelde
salarisgrenzen, t.w. brigadier-majoor 2000
2200, brigadier-titulair en agenten
14501850, agenten voor den nachtdienst
1000—1300.
Pogingen om een gunstiger regeling te
verkrijgen hebben slechts tot resultaat ge
had, dat de Minister voor den Inspecteur
thans een wedde van 2900 tot 3500 ge
motiveerd acht. Vergoeding voor kleeding
voor den Inspecteur groot 150 wordt te
hoog geacht. Een bedrag van 125 acht de
Minister voldoende. Voor vergoeding rij
wiel ƒ30. B. en W. meenen, dat het geen
uitdrukkelijk betoog behoeft, dat onmiddel
lijke overgang naar het nieuwe niveau voor
de betrokkenen ernstige bezwaren zal op
leveren en bovendien ten opzichte van het
overige personeel onbillijk is te achten. Om
hieraan tegemoet te komen hebben B. en
W. een overgangsmaatregel ontworpen
waardoor een toeslag op de nieuwe wed
den van den Inspecteur en den Brigadier-
Majoor van 50 pet. van bovengenoemd ver
schil ad 300 en 250 zal kuiïnen worden
verstrekt. Een dergelijke overgangsmaat
regel zal bij den Minister geen bezwaar
ontmoeten; zulks is reeds bekend.
Na eenig heen en weer gepraat wordt
besloten het voorstel aan te houden tot de
volgende vergadering.
Punt 13. Voorstel tot vaststelling der sa
larisregeling van den gemeente-bode. De
wedde van den bode-concierge van het
Raadhuis was nog niet in den vorm van
een verordening vastgesteld. Zulks ge
schiedde thans doordat een concept-besluit
door B. en W. werd aangeboden en de ver
ordening door den raad goedgekeurd.
Punt 14. Voorstel tot wijziging der ver
ordening regelende de rangen en de be
zoldiging van het secretariepersoneel. De
meerderheid van B. en W. meent, dat de
steunverleenings-administratie beter op het
kantoor der arbeidsbeurs kan worden on
dergebracht. Inplaats van den hoofdcom
mies ter secretarie kan de Directeur der
Arbeidsbeurs de noodige beslissingen ne
men. Het zou tevens zijn een ontlasting
van werk aan de secretarie.
Een zeer lange discussie heeft plaats,
waarna ten slotte in stemming komt het
voorstel van den voorzitter en Wethouder
Dubbeldam om ook de steunregeling en de
administratie hiervan onder te brengen in
het gebouwtje Burgerwijkstraat. Met 11 st.
tegen wordt dit voorstel verworpen. Tegen
stemden de heeren J. v. d. Perk, C. v. Ton
geren, J. Kulk, H. Grimbergen. T. Lodder,
J. Hueting, P. Guyt, J. v. Elk, M. v. d.
Marei, D. Meerburg en C. A. Veltkamp.
De bezoldiging van den
schoolarts.
Punt 15 is een voorstel inzake de bezol-
digings van den schoolarts.
Van de Commissie van Beheer van den
School artsendienst Kring Katwijk is de me-
dedeeling ontvangen, dat zij bij het ont
werpen eener nieuwe regeling met de voor
waarde welke de raad van Katwijk aan de
verlenging van den duur der gemeenschap
pelijke regeling meende te moeten stellen,
rekening heeft gehouden, met uitzondering
evenwel van den wensch t.a.v. de sala-
rieering van den schoolarts. Dit voorbe
houd komt hierop neer, dat de verlenging
slechts voor 3 jaren geldt en het beheer,
behoudens enkele ondergeschikte redactio-
neele wijzigingen hieromtrent in de rege
ling, op dezelfde wijze zal blijven plaats
vinden als thans het geval is.
Ged. Staten hebben in overweging gege
ven de salarisgrenzen te bepalen op f 5700
met 5 twee-jaarlijksche verhoogingen van
200 is 6700. Aangezien de overige be
sturen der bij den kring aangesloten ge
meenten zich op het standpunt stellen, dat
aan het verzoek van Ged. Staten moet wor
den voldaan, zijn B. en W. van oordeel er
alleszins termen aanwezig zijn om in dit
opzicht een tegemoetkomende houding aan
te nemen. Stemming: geen verhooging.
Voor verhooging: v. 't Woud, v. Rijs, B.
Bent en de Wethouders.
Punt 16 is voorloopige vaststelling van
de rekening van den schoolartsendienst
over 1934. De hiervoor benoemde commis
sie, bestaande uit de heeren H. W. Grim
bergen, W. Kulk en P. Guyt, stelt den raad
voor te besluiten tot het voorloopig vast
stellen van genoemde rekening met een
eindcijfer in ontvang en uitgaaf van
9146.20. (Bij dit onderzoek was de heer
Guyt niet tegenwoordig).
Met algemeene stemmen wordt de reke
ning voorloopig vastgesteld.
De gemeenterekening.
Dan punt 17, de voorloopige vaststelling
der gemeenterekening over 1934. De hier
voor benoemde commissie, de heeren H. W.
Grimbergen, C. van Tongeren en L. v. d.
Zwan, bericht, dat het onderzoek haar geen
aanleiding heeft gegeven tot het maken
van opmerkingen, reden waarom zij voor
stelt de rekening voorloopig vast te stellen
en wel met de volgende eindcijfers: Gewo
ne dienst, ontvangsten 826.251.81, uit
gaven ƒ779.142.43, batig saldo ƒ47.109.33.
Kapitaaldienst: Ontvangsten 219.969.64;
uitgaven ƒ296.417.90; nadeelig saldo
76.448.26. De raad gaat hiermede accoord.
Punt 18 betreft een voorstel tot wijzi
ging van de gemeente-begrooting voor het
dienstjaar 1935. Dit in verband met een ex
tra uitgave. Goedgekeurd.
Punt 19 is behandeling van diverse belas
tingreclames en oninbare posten, welke des
betreffende mededeeling niet voor open
baarheid zijn bestemd.
Apennootjes in de inktpotten.
Dan punt 20: het praeadvies op het adres
van M. G. de Jong betreffende het gebruik
van de Openbare sohool voor het geven van
Godsdienstonderwijs op de Zondagschool.
Op 11 Sept. 1.1. is aan den heer de Jong
het recht van gebruik der Openbare school
opgezegd, omreden de oude school door een
nieuwe is vervangen.
Thans verzoekt de heer M. de Jong op
dit besluit te willen terugkomen en hem
opnieuw drie lokalen tegen een billijke
vergoeding ten gebruike af te staan. De
heer de Jong kon de gemeentezaal gebrui
ken, doch deze is voor hem, zegt adressant,
ongeschikt, omreden Zaterdagsavonds daar
veelal filmvoorstellingen moeten worden
gegeven en elke Zondagmorgen de zaal
zou moeten worden schoongemaakt. Deze
opmerking, zeggen B. en W., bevreemdt
ons, omreden met hetzelfde recht zou kun
nen worden gezegd, dat de sohool eiken
Zondag zou moeten worden gere igd. In
verband met hetgeen de heer de Jong zegt
ten opzichte van het niet inkomen van
klachten, zeggen B. en W., dat door hen
nog niet is beweerd, dat klachten hen heb
ben bereikt, doch niettemin kwam het vaak
voor, dat de kastjes der banken vol lagen
met schillen van apennootjes, de inktpotjes
met rommel waren gevuld en de banken
met spijkers waren bekrast, betrekkelijke
kleinigheden waarover men heenstapt, als
het een oud gebouw is, maar die zeer on
aangenaam zijn indien het nieuwe lokalen
betreft. B. en W. zeggen in het adres van
den heer de Jong geen aanleiding te kun
nen vinden aan zijn verzoek te voldoen en
adviseeren het verzoek voor kennisgeving
aan te nemen.
Ook hierover weer een ellenlang debat.
De heer M. v. d. Marei zou het willen toe
staan aan den heer M. de Jang, het eens
willen probeeren. Ook de heer L. v. d.
Zwan spreekt in dien geest. Idem de heer
B. v. d. Bent. Integendeel de heer C. v.
Tongeren, die erg voor Evangelisatie zegt
te zijn, doch het voorstel van B. en W. zal
steunen. Van andere principieele richting
doet men het ook anders. Laat de heer de
Jong het eens probeeren in de gemeente
zaal. Ook ar. Hueting zegt voor het voor
stel van B. en W. te zijn. De voorzitter zet
uitvoerig het standpunt van B. en W. uit
een en wijst er op, dat het hoofd van de
school de verantwoordelijkheid voor alles
heeft. Maar waar blijft die verantwoorde
lijkheid als ook anderen van het gebouw
gebruik maken? En het zijn geen onderwij
zers die bij het geven van Zondagssohool-
onderricht voor de kinderen staan. Men zal
ten slotte de verantwoordelijkheid op
elkaar afwentelen. De heer de Jong heeft
zich, zonder verder onderhoud met B. en
W. tot den Raad gewend. B. en W. zijn
niettemin nog bereid over het gebruik van
de gemeentezaal te spreken. Het voorstel
van B. en W. wordt ten slotte aangenomen.
Tegen stemden de heeren J. Kulk, P. Guyt,
v. Elk en Schoneveld.
Punt 21 is van zeer ondergeschikt belang
en is meer een formaliteit. In verband met
de op 24 April 1.1. vastgestelde instructie
voor den secretaris, hebben Ged. Staten
enkele opmerkingen gemaakt, b.v. over de
redactie van art. 1, en art. 16. B. en W. mee-
De Raad dezer gemeente kwam gister-
avond in openbare vergadering bijeen.
Voorzitter: de burgemeester. Aanwezig
alle leden.
De notulen werden z.h.st. goedgekeurd.
De vergoeding ingevolge art. 101 der
L.O.-wet over 1932 werd vastgesteld.
Huur van een perceel grond van den
heer J. Damen Sr. voor den opslag van
vuilnis Z.h.st. goedgekeurd.
Verkoop van een perceel grond langs de
Gladiolenstraat aan den heer A. Moole-
naar Jr.
De heer Schrama wilde bij den verkoop
van gemeentegrond de huurprijs der te
bouwen huizen vaststellen. Anders vreest
spr., dat men te dure huizen b 1 ij f t bou
wen.
De voorzitter zal de mogelijkheid daar
van nader bezien.
Benoeming van een tweetal vertegen
woordigers der gemeente in het bestuur
van de opgerichte R. K. Woningvereeniging
„Het Gezinsbelang" in het buurtschap
de Engel.
Volgens de voordracht werden benoemd
de heeren Romijn en De Haan.
De heer Segers wilde even stipuleeren,
dat ook voor Protestanten de gelegenheid
bestaat van deze Kath. vereeniging een
huis te betrekken.
Voorstel tot het aangaan van eene geld-
leening in verband met de overname van
de R. K. Meisjesschool van het kerkbestuur
der parochie van St. Agatha, alhier.
De voorzitter wees erop, dat het voor de
gemeente op den duui gunstiger uitkomt,
wanneer aan de eenigszins wonderlijke si
tuatie, welke hier was ontstaan, een einde
wordt gemaakt. (Praeadvies reeds gepubli
ceerd).
Wat de leening betreft, deelde spr. mede,
dat het voor de gemeenten moeilijk is te
leenen. B. en W. achten de voorwaarden in
deze omstandigheden redelijk.
Den heer Segers kwam de taxatie zeer
hoog voor.
De voorzitter lichtte toe, dat de taxatie
volgens alle regelen was geschied en z.i.
niet aan den hoogen kant is.
Het voorstel werd daarna goedgekeurd.
Op verzoek van den Minister werd een
wijziging gebracht in de verordening op de
belasting van honden.
Salaris-verlaging.
Vaststelling van eene verordening tot
wijziging van de Algemeene Salaris ver or
dening voor het personeel in dienst der
gemeente Lisse.
De heer Schrama betreurt het, dat deze
salarisverlaging wordt voorgesteld. Spr.
was van meening dat de tijd daartoe nog niet
is gekomen. Spr. heeft echter vertrouwen
in het inzicht van B. en W. Het meest be
treurt spr., dat het lagere gemeenteperso
neel gekort wordt en het hoogere perso
neel niet.
De heer Knetsch is het over 't algemeen
met den heer Schrama eens. Het komt spr.
niet noodzkaelijk voor, dat de laagstbe-
loonde groepen gemeentepersoneel thans
weer gekort wordt. Spr. wil alleen salaris
verlaging, met sterk progressieven inslag,
wanneer het gemeentebelang dit absoluut
eischt.
De heer Van Kesteren merkte op, dat
een daalder verlaging voor een arbeider
veel beteekent. Spr. zou de verlaging in
„étappes" willen toepassen en willen be
ginnen met een verlaging van 1.
De heer Kingma zeide, dat de Sociale
commissie en B. en W. eerst ver van el
kaar stonden. De commissie heeft zich er
bij neergelegd, op voorwaarde dat de ver
houding in salarissen tiisschen hooger en
lager personeel thans geregeld is. Als er
nog eens loonsverlaging moet worden toe
gepast, wat spr. niet hoopt, moet deze voor
al het gemeentepersoneel gelden.
nen, dat er geen enkel bezwaar bestaat om
aan het verzoek van Ged. Staten te vol
doen, weshalve zij den Raad voorstellen
overeenkomstig de nieuwe instructie te be
sluiten. Z. h. st. wordt ook dit voorstel
aangenomen.
Punt 22, voorstel tot wijziging der ver-
keersverardening, betreft een verbod om
met rij- of trekdieren over voetpaden te
rijden, en een wijziging va nart. 37 der
verkeersverordening door het hierin ver
vatte uit te breiden tot rijwielen op meer
dan twee wielen, ingericht voor het ver
voer van goederen, en stilstaande rij- of
voertuigen. Goedgekeurd.
Dan komt aan de orde punt 23, voorstel
tot vaststelling eener verordening rege
lende de samenstelling en den werkkring
van de Commissie voor de werkverschaf
fing. B. en W. deelen mede, dat hun Col
lege zich met den inhoud dezer verordening
kunnen vereenigen, behoudens wat betreft
de zinsnede „de verschaffing in den ruim-
sten zin des woords". Het komt B. en W.
juister voor om in de plaats van deze woor
den te lezen: „de werkverschaffing en de
werkverruiming". Met inachtneming van
deze wijziging verzoekt him College den
raad tot vaststelling van de verordening
over te gaan.
Zonder op- of aanmerkingen wordt ook
dit voorstel aangenomen.
Punt 24. Voorstel tot wijziging der ver
ordening op de tapprijen, enz. Dit gaat over
den laatsten regel van het tweede lid van
art. 3 der verordening, waar gesproken
wordt van „een winkel". Ged. Staten advi
seeren deze woorden er uit te nemen, aan
gezien deze voor hen reden zouden zijn
de verordening ter vernietiging aan de
Kroon voor te dragen. B. en W. zeggen
zich hiermede wel te kunnen vereenigen
en om te voorkomen, dat de met de win
kelsluitingswet strijdige bepaling oorzaak
zou kunnen zijn, dat de verordening ter
vernietiging zou worden voorgedragen ad
viseeren B. en W. te besluiten conform het
gedane voorstel. De raad gaat hiermede
accoord. Na rondvraag sluiting met gebed.
GEMEENTERAAD VAN LISSE
De voorzitter zeide, dat men de salaris
sen individueel moet bezien.
Weth. Warmerdam deelde mede, dat het
met deze salaris-verlaging bespaarde be
drag 1500) niet hoog is. Maar de finan
ciën der gemeente gaan zeer omlaag. Spr.
meent, dat een woord van hulde aan B. en
W. op zijn plaats is, omdat zij in ver
houding tot de verlaging der gemeentelijke
inkomsten zoo weinig op de salarissen
willen korten. De jaarwedden van het
secretarie-personeel zijn zeer laag; deze
zijn nauwelijks gestegen in de dagen van
hoog-conjunctuur. B. en W. zullen zich
met kracht verzetten tegen verdere ver
lagingen.
De voorzitter merkte nog op, dat men
dit voorstel moet zien in 't licht van de
komende begrooting, welke met moeite
sluitend kan worden gemaakt. Spr. gelooft,
dat deze verlaging bij de betrokkenen geen
wrok zal wekken. Ook de betrokkenen zul
len het voorstel schappelijk vinden. Het
voorstel van den heer Van Kesteren vindt
spr. sympathiek, maar niet wel doenlijk.
Het voorstel van B. en W. werd aangeno
men; tegen stemde de heer Knetsch.
De bouw van een zweminrich
ting.
In bespreking kwam daarna een voor
stel tot stichting van een zwembad van
16000.De voorzitter haastte zich de
opmerking te maken, dat hierin het archi
tecten-loon van 1200 niet begrepen is.
De heer Schrama hoopte, dat de aanbe
steding mee zal vallen.
De heer Tibboel had verschillende op
merkingen op de teekening en de exploi
tatie-rekening. Spr. achtte de taxatie van
het aantal te nemen baden te hoog. Spr.
uit de verwachting, dat Zondags de zwem
inrichting gesloten zal zijn en dat bij ge
mengd baden er een goede afscheiding zal
worden aangebracht.
De voorzitter gaf als zijn meening te
kennen, dat de zweminrichting Zondags
gesloten behoort te zijn en er geen ge
mengde baden zullen worden toegestaan.
De heer Schrama beantwoordde eenige
opmerkingen van den heer Tibboel be
treffende de exploitatie. Spr. was geen
tegenstander van openstelling van het
bad op Zondag.
De heer Segers had vele bezwaren tegen
dit voorstel. Spr. vAl absolute zekerheid,
dat de zweminrichting nooit of te nimmer
zal worden gebruikt op Zondag. Spr. sprak
vervolgens de vrees uit, dat het water sterk
ijzerhoudend zal zyn. De exploitatiereke
ning komt spr. nogal geflatteerd voor. Er
wordt op 10 maal meer abonnementen ge
rekend dan de inrichting in Sassenheim.
heeft! Is er niet een particuliere stichting
van te maken, waarin particulieren aan-
deelen nemen. Spr. vindt het gevaarlijk op
deze exploitatie-rekening voort te bouwen.
Laat de gemeente de inrichting bouwen en
de exploitatie in particuliere handen
geven.
Ook de heer Boot achtte de cijfers van
de exploitatie-rekening niet juist, in ver
gelijking met de ervaring in Sassenheim
en Hillegom opgedaan.
De heer Kingma zag een tegenstelling
tusschien dit voorstel en het vorige voor
stel tot salarisverlaging. Volgens spr. klopt
deze exploitatie-rekening op geen stukken
na. Laat deze zaak door het particuliere
initiatief ondernomen worden.
De heer Knetsch achtte de inkomsten en
uitgaven zeer optimistisch samengesteld.
De heer Van Kesteren meent, dat de ge
meente wel een klein offertje mag dragen.
De vergelijking met Sassenheim en Hille
gom gaat eenigszins mank, omdat de in
richtingen aldaar niet voldoen.
De voorzitter kan namens B. en W. de
verzekering geven, dat de zweminrichting
Zondags gesloten zal zijn. Wat de verge
lijking tusschen de salarisverlaging betreft
en dit voorstel, ziet spr. geen tegenstelling.
B. en W. zien gaarne een zweminrichting,
niet uit sportieve, maar uit hygiënische
overwegingen.
De heer Schrama verwachtte, dat het
water, dat uit zulk een diepte wordt ge
haald, weinig ijzerhoudend zal zijn. Spr.
achtte de cijfers der exploitatie-rekening
steekhoudend.
Weth. Warmerdam ging de geschiedenis
van deze zweminrichting-plannen na. Spr.
achtte deze stap niet onberaden. Spr. wil
echter nadere zekerheid hebben, dat de
hier gegeven raming niet wordt overschre
den.
De heer Kingma vroeg, of dit geen' ob
ject van werkverschaffing is voor jeugdige
werkloozen.
De voorzitter antwoordde, dat deze ge
dachte ook bij B. en W. levendig is.
De heer Boot merkte op, dat alle leden
vóór een zweminrichting zijn. Het eenige
bezwaar is de vrees, dat het de gemeente
jaarlijks een paar duizend gulden kost.
De voorzitter zou dit verschrikkelijk vin
den. Een bijdrage van ongeveer 500.
per jaar zou spr. echter goed besteed geld
vinden, wegens de hygiënische voordeelen
van een zweminrichting.
De heer Segers wilde deze zaak aanhou
den, om de geopperde bezwaren door den
technischen raadsman toegelicht te zien.
Na nog een verdediging door den voor
zitter werd het voorstel aangenomen met
11 stemmen vóór, 1 blanco (Kingma) en 1
tegen (Segers).
Bij de rondvraag gaf de heer Van der
Vlugt aan B. en W. in overweging dezen
winter vakcursussen te organiseeren voor
jeugdige werkloozen.
De voorzitter antwoordde, dat B. en W.
de mogelijkheid daartoe gaarne zullen be
zien. Hierna sluiting.
LEEST DE ADVERTENTIES
IN U W DAGBLAD