Geestdrift in het Abessijnsche kamp. m Maandagavond werd te Aalsmeer de nationale Chrysanthemumtentoonstelling in het gebouw .De Oude Het enthousiasme der Abessijnsche krijgers bij de jongste parade voor den Negus in Addis Abeba was zoo groot Ll i i, i ii, dat velen probeerden de lijfwacht te passeeren teneinde den mantel van den Keizer te kunnen aanraken. Zij Veiling geopend. - Overzicht tijdens het inrichten der tentoonstelling konden met moeite teruggehouden worden Meer dan 300 K.M. aan wegen werden door de Italiaansche genietroepen ter sterkte van 35000 man achter het front in Abessynië aangelegd. Een afdeehng aan het werk in een rotsachtige streek Tweehonderd taxi-chauffeurs brachten Maandag een bezoek aan de tentoonstelling .De Mensch in de waar de expositie met veel belangstelling werd bezichtigd Prof. R. Fruin, oud-alge meen rijksarchivaris en oud-hoogleeraar aan de Amsterdamsche universiteit is op 77-jarigen leeftijd overleden De Elf Provinciën eten bruine boonen met spek op de tentoonstelling „Voedt U goed en goedkoop", welke Maandag door het Haagsche Crisis-Comité in den Dierentuin te den Haag geopend is FEUILLETON. HAAR MOEDERS EVENBEELD Naar het Engelsch va? LOUIS TRACY. (Nadruk verboden). 45) „Ik zou zeggen", concludeerde de in specteur, „dat Miss Bartlett zich op het laatste oogenblik bedacht heeft en toch naar Uxbridge is gegaan. Uit de inlichtingen van de hespita weten we dat ze in den vooravond overhaast het pension heeft verlaten...." hij greep een spoor boek en bladerde er in; „dat zou er op wijzen, dat ze den trein genomen heeft, die om 20.05 in Uxbridge aankomt. Ik geloof dat het spoor allereerst daarheen wijst; we moe ten er morgenochtend direct naar toe." „Waarom vanavond niet meer?" AU een om er te slapen? Daar zouden we immers niets mee opschieten, Sir Re ginald, heusch u moet nog even geduld oefenen tot morgenvroeg...." De jongeman moest toegeven, dat de in specteur gelijk had en ging naar de flat, die zyn moeder sinds enkele dagen in Ken sington betrokken had. Ze was nog op en toen hij binnentrad vroeg ze: „Waar ben je al dien tijd geweest?" „Naar Scotland Yard." „Nog altijd achter dat meisje aan?" „Ja moeder." „En heb je haar gevonden?" „Neen, moeder." „Reginald", klonk het toen en er was eensklaps een trilling in lady Carshaw's stem. „Heb je me heelemaal uit je hart gebannen, jongen?" „Maar moeder, hoe zou ik dat kunnen! En bovendien, Winifred is wel de laatste die dat zou wenschen, hoe harteloos u zich ook tegen haar gedragen hebt." „Och Reginald, val met niet zoo hard. Ik heb het zonder dat al moeilijk genoeg. Het is geen kleinigheid voor een vrouw op mijn leeftijd, die altijd iets beteekent heeft in de wereld, om ineens in de buitenste duisternis te worden geworpen." „Wat een groote woorden, moeder! U moet niet zoo tragisch doen. Er is geen sprake van duisternis; integendeel, ik vind dat er veel eerder een licht voor u gaat schijnen. Als uw vrienden u links laten liggen omdat u arm bent.wat je dan arm noemt met vijfhonderd pond per jaar, duizend op de bank en het vooruitzicht in enkele jaren er weer heelemaal bovenop te zijn...., wat was him vriendschap dan waard? Het besef daarvan moet het nieuwe licht zijn, dat in uw leven is gekomen. En daarbij, als u Winifred nader leert ken nen, zult u zich gelukkig gevoelen, dat kimt u gerust van mij aannemen. U zult wa rempel een gewaarwording hebben als Dante, toen hij uit de hel te voorschijn kwam", voegde hij er lachend bij. „Dus je besluit staat vast om met haar te trouwen?" „Absoluut! En let op wat ik u zeg, moe der; als de wolken voorbijgetrokken zijn en we weer in onze positie van vroeger ver keer en, dan zult u trotsch op uw schoon dochter zijn. U zult eens zien hoe ze zich weet te kleeden. En al de vrouwen uit dat lieve kringetje van u zullen zich letter lijk opeten van jaloesie op haar teint." Een flauw lachje trok over het gezicht van zijn moeder. Zij kende het „lieve krin getje" en ze moest zichzelf bekennen, dat hetgeen Reginald zooeven o- er p^r r trouwe vrienden gezegd had, de meening weergaf die de laatste dagen schuchter in haar hart was gerijpt, maar die ze voor zich zelf nog niet onder woorden had dur ven brengen. Even bleef het stil in de kamer; Lady Carshaw scheen verdiept in gedachten. Plotseling, tot groote verbazing van haar zoon, vroeg ze: „Hoe komt ze eigenlijk Bartlett te hee- ten?" En toen Reginald haar met groote oogen aankeek, vervolgde ze: „Ik vraag dat niet zonder reden. Is dat haar werkelijke naam?" „Verdraaid", riep de jongeman opgewon den, „u hebt toch niets van uw oude ge wiekstheid verloren!" „Zie je wel, dan heb ik het toch bij het rechte eind. Het ontbreken van sociale verplichtingen schijnt je geest rust te ge ven en daardoor te verhelderen! Moet je luisteren. Gisteravond kon ik niet in slaap komen; ik tobde er voortdurend over waar je wel kon zitten en vanzelf dwaalden mijn gedachten naar het meisje. Toen ik Wini fred zag kwam haar gezicht me direct be kend voor, maar ik kon het met geen mo gelijkheid thuisbrengen. Maar toen ik zoo lag te peinzen en te piekeren, schoot er in eens iets los in mijn herinnering. Twintig jaar geleden, toen pij nog een kleine jon gen was, kwam ik in aanraking met een zekere vrouw Marchbanks. Ze kon aller liefst zingen. Jouw Winifred zingt immers ook, nietwaar?" Sir Reginald trok zijn stoel dicht bij dien van zyn moeder en legde vertrouwe lijk den arm om haar schouders. Vooral dat „Jouw Winifred" verteederde hem, maar heel den toon waarop zijn moeder nu sprak, verried dat er een mysterieuze om mekeer in haar moest hebben plaats ge had en het hem niet al te moeilijk zou val len een bondgenoote van haar te maken. Zou, hetgeen ze zeggen ging, een beves tiging zijn van mr. MarchalTs onthullin gen, vroeg hij zich in spanning af. „Ja", beantwoordde hij haar laatste vraag. „Reginald", fluisterde lady Carshaw met neergeslagen oogen, „kun je me verge ven?" „Moeder, het is aan mij om u vergiffe nis te vragen voor de harde dingen die ik gezegd heb." Er viel een nieuwe stilte, langer dan straks. Toen hief ze het gezicht op. Haar oogen waren vochtig, maar er lichtte een glimlach in. „Die mevrouw Marchbanks", vertelde ze daarop verder, „had precies hetzelfde gezicht als Winifred. Ze was rijk en in elk cpzioht een dame; een buitengewoon char mant vrouwtje. Haar echtgenoot was op en top een gentleman. De vader van Wil liam Meiklejohn, het tegenwoordige par lementslid, was haar voogd geweest. Ik kan het mij niet allemaal weer zoo goed te binnen brengen, maar er was een of an der schandaal in Loamshire, waar ze woonden." Reginald knikte. De herinneringen van zijn moeder klopten dus werkelijk met wat de commissaris verteld had. „Ik weet het, moeder. Daarvoor ben ik naar Scotland Yard geweest. Mr. Marshall van Scotland Yard, die zich buitenge woon voor deze zaak interesseer!, is daar met verlof en hij heeft me laten komen om me op de hoogte te brengen van al deze bijzonderheden, die de politie weer had opgediept. En nu, moeder", eindigde hij, terwijl zijn hand over haar grijzende ha ren streelde, „mag ik zeker wel aannemen, dat u voortaan m ij n partij zult kiezen en u niet weer bij Winifred's en mijn vijan den zult voegen, nietwaar?" „Ja, daar kun je op aan, jongen!" Er klonk oprechte ontroering in haar stem, toen ze het beloofde De ommekeer, die Reginald zooeven al gevoeld had, had zich inderdaad voltrokken. Zonder dat zij zelf zich daar klaar van bewust was, had den allerlei factoren daartoe samenge werkt. De plotselinge verandering in haar financieele omstandigheden, hadden aan. haar helder verstand de uiterlijkheid, om niet te zeggen de voosheid, getoond der op- pervlakige society-vriendschap; vooral v/at Reginald daarover in het midden had gebracht had indruk op haar gemaakt en haar eigen verstolen gevoelens zich voor haar geest zien afteekenen. Dan was haar moeder-instinct wakker geworden; de mogelijkheid haar zoon te kunnen ver liezen had, vooral toen hy zonder afscheid naar een onbekende bestemming vertrok ken was, haar beklemd en angst aange jaagd en haar als vanzelf naar zijn kant gedreven. En ten slotte, de ontdekking, dat Winifred zoo goed &1* zeker een meisje van goede familie was en niet een of ander obscuur achterbuurt-kind, had haar met Reginald's keuze verzoend. De menaooeHj- ke ijdeliheid laat zich nu noodt gehae' het zwijgen opleggen! (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 12