DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Onderhandelingen tot bijlegging van het conflict 27ste Jaargang ZATERDAG 26 OCTOBER 1935 No. 8252 3)e £eld4cHe6oti/fc<Mit DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 pei kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week t 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: f 0.50 MUSSOLINI'S EISCHEN NOG ALTIJD TE HOOG VAN HET FRONT WEINIG NIEUWS ITALIE'S VOORSTELLEN Onaannemelijk voor Londen en Parijs De Britsche dagbladcorrespondenten te Parijs en Rome geven lezingen van de vre desvoorstellen, die Italië zou hebben ge daan, welke onderling wel is waar uiteen loopen, waar het details betreft, doch over eenstemmen op de hoofdpunten. Deze voorstellen kunnen als volgt sa mengevat worden: lo. Onderscheid tusschen het oude Abes- synië met de Amharische bevolking, en de buitengewesten, die later verorderd zijn. Het oude Abessynië zou in principe zijn onafhankelijkheid behouden onder het ge zag van den Negus. De veroverde buiten gewesten zouden opder een afzonderlijk bewind gesteld moeten worden krachtens de z.g. voorstellen van Parijs. 2o. De onafhankelijkheid van Tigré in den vorm van een vorstendom onder pro tectoraat van Italië. 3o. De andere buitengewesten zouden gesteld moeten worden onder een door den Volkenbond aan Italië te verleenen man daat. Hieromtrent schrijft de diplomatieke cor respondent van de „Manchester Guardian" die de zienswijze van vrij-bevoegde krin gen schijnt te vertolken, dat Parijs en Londen dergelijke voorwaarden onaan vaardbaar achten, en verder, dat de Vol kenbond niet accoord gaat met het onder scheid tusschen de twee deelen van Abes synië. Wat betreft het denkbeeld, Tigré te ma ken tot een vorstendom, waarvan de on afhankelijkheid zou gelijken op die van Mandsjoerije, dit zal, aldus de correspon dent, niet te Londen aanvaard worden, aangezien men daar aan de Geneefsche p^ncipes wil vasthouden. De correspondent verklaart verder, dat, indien de buitengewesten van Abessynië onder een mandatair bewind gesteld moes ten worden, Italië toch niet de eenige man- dataire mogendheid zou moeten zijn. Te Londen is men van meening, dat deze voorstellen wellicht nog gewijzigd of ver zwakt zullen worden als gevolg van de di plomatieke onderhandelingen en de econo mische sancties. Men wijst erop, dat deze voorstellen reeds eenigen tijd bekend wa ren. In elk geval ziet men er geen aanlei ding in de sancties uit te stellen, In officieele kringen te Londen bewaart men, meldt Reuter nader, het grootst mo gelijk stilzwijgen met betrekking tot de sondeeringen, die sedert een paar weken aan den gang zijn met de-bedoeling den oorlog te beëindigen. Ofschoon officieel wordt ontkend, dat Laval den Britschen ambassadeur welomlijnde vredesvoorstellen heeft voorgelegd, staat het vast, dat Laval gesproken heeft over vorderingen der vre despogingen. NIEUWE ITALIAANSCHE AANVAL OP DEN VOLKENBOND Senator Davanzati doet in de „Tribuna" van gisteren wedreom een feilen aanval op den Volkenbond, in het bijzonder op grond van de economische sancties. In den Volkenbond moet men zich opwerken tot het inzicht, dat men geen vriendschap kan prediken en een openlijke en feitelijke vijand daarmede in verband kan bren gen, wanneer men wenscht, dat Italië niet uit den Volkenbond treedt, welks voortbe staan zonder twijfel gebonden zal zijn aan de toekomstige beslissingen van Roma. Men moet op dit oogenblik definitief tot de vaststelling komen, dat Abessynië uitslui tend door den Volkenbond gedwongen is een rol te spelen, die het nooit had kun nen en mogen vervullen. De Volkenbond daarentegen is gedwon gen tot besluiten tegen Italië, die zich ge openbaard hebben als een onderwerping onder een Engelschen dwang. DE HOUDING VAN HET VATICAAN Het persagentschap „La Corrispondenza" keert zich zich daarbij beroepend op het gezag van Vaticaansche kringen in een zeer scherpe verklaring tegen de geruchten dat van den kant van den Heiligen Stoel op eenigerlei wijze bemiddelend in den huidigen internationalen toestand zou worden ingegrepen. In de afgeloopen zeven dagen, aldus „La Corrispondenza", hebben eenige buiten- landsche bladen in hun jacht naar min of meer succulente berichten moedwillig, of met blijkbare onwetendheid omtrent toe standen en menchen, gesproken van ab surde en ondenkbare interventies van deze of gene geestelijke autoriteiten, die deze of gene voorstellen tot oplossing van het ItaliaanschAbessynisch conflict zouden hebben gedaan. Voor hem, die de buitengewone terug houdendheid van deze kent en weet, dat zij zich beslist onhouden van elk niet ge- wenscht en niet verlangd bepalen van haar standpunt, is een rectificatie van dergelijke tendentieuse geruchten overbodig. De „Corrispondenza" verklaart zich in staat, al dergelijke beweringen categorisch tegen te spréken en waarschuwt in het bij zonder katholieke kranten tegen het ver spreiden er van DE „RESOLUTION" NAAR ENGELAND TERUG Het pantserschip „Resolution" is naar Engeland vertrokken, 1 November zal de „Ramillies" van dezelfde klasse Engeland verlaten, om het schip te Alexandrië te vervangen. De admiraliteit deelt mede, dat de „Resolution" twee jaar dienst heeft ge daan in de Middellandsche Zee. VAN HET ABESSIJNSCHE FRONT. Mislukte aanval op Aksoem. De speciale correspondent van de bla den berichten, dat een duizendtal krijgers van Ras Sejoem de Italiaansche voorposten ten westen van Aksoem heeft aangevallen, maar dat de aanval mislukte en de Abes- syniërs met zware verliezen werden terug geworpen. De aangelegde wegen maakten het voor de Italianen mogelijk, artillerie tot bij de voorposten te brengen. De vijand werd door de Italiaansche luchtmacht ach tervolgd, en de vliegers namen waar, dat de troepen van Ras Sejoem zich concen treerden nabij de Ghera-rivier. De vreedzame penetratie voorbij de voor postenlinie gaat voort en wordt bewerk stelligd door patrouilles van 20 Askari's onder commando van een onderofficier. De patrouilles worden vergezeld van civiele commisarissen, die zoo zonder tegenstand ver in het gebied kunnen doordringen. Uit vliegtuigen worden van tevoren proclama ties geworpen. Bommen op Gorrahel. De activiteit der Italiaansche vliegers aan het Zuidelijke front is gisteren, in strijd met de verwachtingen van de Abes- sijnen, hervat. Talrijke plaatsjes aan de Webbe Sjebeli en vooral het voornaamste steunpunt van de Abessijnsche troepen, Gorrahei, zijn met bommen bestrooid. Vrijdagavond is in Addis Abeba een Amerikaansche missionaire aangekomen, die slechts door haar bedienden begeleid uit den binnen-Soedan naar de Abessijn sche hoofdstad gekomen. Zij vertelde, dat zij tijdens haar reis van veertien dagen groote afdeelingen Abessijnsche troepen ontmoet had, die zich op weg bevonden naar het toon eel van den stijd. Ondanks de vele troepenbewegingen heeft zij echter haar reis volkomen ongehinderd kunnen vervolgen. Overal, ook in het binnenland, was het volkomen rustig. Worden Abessyniërs in Ogaden van hun basis afgesneden? Volgens onbevestigde berichten zouden de Italianen op het punt staan aan het Zuidfront belangrijke Abessynische strijd krachten van haar basis af te snijden door gebruik te maken van hun gemotoriseer de formaties. Hun opmarsch zou plaats vin den ten Noordwesten van Oeal-Oeal en gericht zijn op Sasa Baneh, een belangrijke stad aan de rivier de Fafan; de Italianen zouden daarbij het meest woestijnachtige gebied van Ogaden moeten doorkruisen. Het Italiaansche legercommuniqué. De Italiaansche minister van pers en pro paganda publiceert het volgende leger-be- richt „Op het Somalifrónt wordt de actie in het gebied van de Sjebeli voortgezet. Na de inneming van de versterkte plaats Dag- herei wordt de opmarsch langs de rivier voortgezet teneinde de verschillende dor pen langs de oevers te bezetten. Doebats hebben Calaffo, de hoofdstad van het ge bied Sjebeli, bezet. Verscheidene stam hoofden verschenen onmiddellijk te Calaffo om hun onderwerping aan te bieden en hun wapens in te leveren. Reeds heeft men 500 geweren in ontvangst genomen. O lol Dinie, de sultan van Sjebeli, die zich aan de Italianen heeft onderworpen, flankeert met zijn gewapende krijgers den Italiaan- schen vleugel. Den 21sten October wist hij na een succesrijken strijd het dorp Chelidi te bezetten. De luchtvaart voerde een aantal verken ningsvluchten uit tot aan Sasa Bané en bombardeerde met succes een aantal mili taire objecten. Van het front in Eritrea valt niets nieuws te melden. De voorhoeden hebben in Ti gré verdere gebieden bezet, waar zij door de bevolking met geestdrift zijn ontvangen. NEGER-ONRUST IN NIGERIA. In verband met Abessynisch conflict. De „Times" publiceert een brief van Sir Hesketh Bell, oud-gouverneur van verschil lende Engelsche koloniën, o.a. van Nigeria, waarin gewezen wordt op de onrust, die on der de zwarten heerscht als gevolg van den aanval van Italië op het laatste onafhan kelijke rijk in Afrika. Bij de groote emirs in Nigeria, in de win kels van de inlandsche kooplieden, op alle markten in de Afrikaansche dorpen, aldus schrijft Bell, lokt deze onrechtvaardige aanvalsoorlog ontelbare commentaren uit. De verontwaardiging, wrok en wantrou wen broeien in den geest der inboorlingen. Het bezit hunner grondgebieden is het kostbaarste hunner rechten en de vrees, deze rechten te zien verminderen, zou wel eens in geheel Afrika een brand kunnen ontsteken, waarvan niemand de gevolgen zou kunnen overzien. Uit naam van de Britsohe koloniën, waar 40 millioen zwarten wonen, wijst Bell op de noodzakelijkheid voor Engeland, de in boorlingen ervan te overtuigen, dat het ge heel los staat van de Italiaansche politiek, en hen te doen begrijpen, dait het beginsel, dat bij de regeling van het conflict zal wor den toegepast, dat der rechtvaardigheid zal rijn. Collectieve veiligheid, aldus Bell, is een prachtig idee, doch de wereld heeft vooral behoefte aan collectieve rechtvaardigheid. Onze handelspolitiek In „De Katholieke Werkgever" betoogt ir. Guljué, voorzitter der Katholieke Werk- geversvereeniging, dat contingenteering en tariefherziening samen ons helpen moeten: „Inderdaad moet men zich realiseeren, dat ons tarief voorloopig nog niet als on derhandelingsobject tegenover andere na ties kan dienen, omdat wij naar alle zij den door de meest begunstigingsclausule gebonden zijn. Wij zouden met een ver vanging van het contingenteeringsstelsel door een hooger tarief dus een stap terug zetten op den weg der actieve handelspo litiek. Het komt mij voor, dat van een vervan ging van het een door het ander niet veel komen zal. Wel is het ge wenscht, dat twee stelsels tarief en contingenteeringen meer op elkaar te doen aansluiten. Dat zou moeten geschieden door het tarief te herzien in dien zin, dat daarvan zulk een bescher mende werking voor de industrie uitgaat, dat de Regeering vrijer staat in het ge bruik der contingenteeringen als onder handelingsobject. Immers, indien een invoerrecht op een bepaald artikel maar garandeert dat van buiten af geen aanbiedingen komen waar tegen de Nederlandsche fabrikant, op hooge kosten werkend, machteloos staat, kan het dezen laatsten weinig schelen of er wat meer of wat minder van dat artikel ingevoerd mag worden. Nederlandsche en vreemd product kun nen dan onder eerlijke voorwaarden op de binnenlandsche markt concurreeren en dat is voor de Nederlandsche industrie vol doende. Tegenover uitgesproken dumping (aanbod beneden kostprijs) kunnen dan altijd nog extra-invoerrechten geheven worden volgens het machtigingswetje van 17 Mei 1934. Het contingenteeringsstelsel kan dan voornamelijk gebruikt worden als wapen bij het onderhandelen over handelsverdra gen, dus ten bate van onzen export. Alleen tegenover import uit Oostersche landen, die lustig over eiken exportmuur heenstapt, zullen de contingenteeringen een beschermende tendenz moeten behouden." De heer Guljé wijst dan nog eens met nadruk op het groote belang van specifieke rechten. De toestand van het tooneel Sombere stemmen Gisteravond hield de afd. Amsterdam van het Nederlandsch Tooneelverbond een drukbezochte debatavond over den „Toe stand van ons Tooneel". Frank Luns In zijn inleidend woord zeide de heer Frank Luns o.a., dat het Nederlandsch tooneel in doodsnood verkeert; door te veel geliefhebber en te weinig kennis is het tooneel vertroebeld. Nederland is geen tooneelland en toch was Nederland dat eertijds. Het is uiterst zeldzaam, dat theaterbezoekers uit intense tooneelliefde een stuk gaan zien; er be staat m ons land een totaal gebrek aan tooneelcultuur. Het tooneel neemt in het onderwijs helaas een zeer geringe plaats in. In enkele rake woorden critiseerde spr. vervolgens de „service" in de schouwbur gen: tochtige foyers, lange pauzes, hooge prijzen enz. enz. We moeten in de eerste plaats goede schouwburgen hebben, waar het publiek goed wordt behandeld; we zullen moeten aanvangen met een goede materieele verzorging van het tooneel en met een goede opleiding van onze acteurs, We hebben in Nederland enkele uitgespro ken talenten, doch de rest bestaat uit bij- loopertjes. Voorts laten de rolverdeelingen veel te wenschen over; het aantal direc teurschappen is ontelbaar: „iedereen heeft bij iedereen gespeeld". Betreffende de sub sidies merkte spr. op „Iedereen wenscht afschaffing van de belastingen en ook van de subsidies". Wij willen hopen, zoo eindigde deze in leider, dat het gaan naar den schouwburg in de toekomst weer een feest zal worden. Defresne a De heer Aug. Defresne (directeur Am- terdamsche Toonelevereeniging) is van meening, dat hoe minder men over een tooneelcrisis spreekt, hoe beter. Door de wijze, waarop de heer Luns over 't tooneel gesproken heeft, komt er geen sterveling méér in den schouwburg. Ieder volk heeft het tooneel dat het verdient en ieder gezel schap heeft het publiek, dat het verdient; meer kan en meer wil ik er niet van zeg gen en zelfs mijn tien minuten wil ik niet volpraten" aldus deze tooneeldirec- teur, wiens opvatting met een hartelijk applaus van het publiek werd onderstreept Arnoldi De heer Ko Arnoldi (directeur van het Masker) vindt het noódig, dat we een too neel hebben, dat sterk de aandacht grijpt en vasthoudt. Het leven zelf met zijn he vige conflicten en sensaties is een sterk concurrent voor het tooneel geworden. Ons tooneel vraagt in de eerste plaats een vi tale kunst, gegeven door kunstenaars, die zich volop aan hun werk kunnen geven en die niet door financieele zorgen worden geplaagd. De subsidie noemt deze spr. een premie bij de verhuring van een weinig rendabel gebouw. Bouwmeester De heer Frits Bouwmeester (directeur Nieuw Schouwtooneel) erkende, dat het tooneel sterk de publieke belangstelling heeft verloren. Wij hebben ieder middel geprobeerd om tegemoet te komen aan de eischen va-n den tijd. De film is een zeer ernstige concurrent, doch zal nooit het werkelijk tooneel kunnen verdringen. Doch ook de crisis en de verwarde tijd zijn fac toren waarmede rekening moet worden ge houden. Wij acteurs hebben stukken noodig om te kunnen spelen en ook aan goede moder ne speelstukken hebben we gebrek. Het groote publiek onderschat den acteur, het gaat bij hen om het stuk of soms zelfs om het „verhaaltje". Het publiek spreekt niet meer van de „creatie" van den een of an deren acteur en toch zijn de huidige too- neelspelers niets minder dan vroeger. Ed. Verkade De toestand van het tooneel is hopeloos meent de heer Ed. Verkade; als 't niet een kunst betrof, zou men kunnen zeggen, dat het tooneel dood is. Iedere belangstel ling van de zijde van het publiek zelfs voor een première is verdwenen. Het tooneel is in geheel verkeerde ba nen gekomen; het tooneel is geen feest meer. Er zijn genoeg goede tooneelspelers en leiders om even goede voorstellingen te geven als in het buitenland. Eén standaardvoorstelling per jaar, ge geven door prominenten, een voorstelling, waarop niets aan te merken zou zijn, zou het tooneelleven weer een stuk vooruit brengen. „Dit is de eenige wijze om tot een herleving te komen en het aanzien van het tooneel te herstellen" meent spr. DIT NUMMER BESTAAT UIT VIJF BLADEN WAARONDER GE ÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Onderhandelingen te Parijs en Londen over bijlegging van het Abessijnsche con flict. Mussolini's voorstellen zouden onaan nemelijk zijn. Van het front weinig nieuws. (lste blad). Rijksbisschop Müller wordt verzocht af te treden. Hij weigert echter. (2de blad). Vredesvoorstellen inzake het Gran Chaco-conflict afgewezen. (2de blad). Bij de ontploffing van een munitie-depot in China zijn honderden soldaten en bur gers omgekomen. (Buitenl. Berichten, 2de blad). Ernstige vliegramp te Brussel. Zeven pas sagiers gewond, waarvan twee zwaar. (Luchtv., 2de blad). BINNENLAND. De commissie van advies over de vraag of het aanbeveling verdient een export monopolie in te stellen voor boter, advi seert in bevestigenden zin. (2de blad). Met ingang van Maandag wordt de hef fing op varkensvleesch eer teruggebracht van 9 op 6 cent per K.G. (2de blad). Pater W. Govaart gekozen tot algemeen overste der Priesters van het H. Hart. (Kerkn., 4de blad). BRAND IN EEN PAPIERFABRIEK. Gedeeltelijk verwoest. Hedenmorgen te omstreeks zes uur brak, vermoedelijk ten gevolge van kortsluiting in de liftschacht, brand uit bij de N.V. Ex port Papierfabriek aan de Tollensstraat te Nijmegen. De brand, die het eerst ontdekt werd in het papiermagazijn op de eerste verdie ping, breidde zich met groote snelheid over deze verdieping, welke een oppervlak te heeft van ongeveer zeventig bij twaalf en een halve meter, uit. Binnen een kwar tier stonden zoowel het magazijn, als de daaraan grenzende machinale papierver werkingsinrichting in lichter laaie. De brandweer, die spoedig ter plaatse was, bestreed het vuur van twee zijden met zes stralen. Zij kon het magazijn even wel niet behouden. Een groote voorraad papier en tien wikkelmachines gingen ver loren. Op het gelijkvloersche gedeelte, dat door een zwaren betonnen vloer van de eerste verdieping gescheiden is, werd door de groote hoeveelheid bluschwater nogal schade aangericht. Drie machines voor pa pierbereiding, welke gelijkvloers staa^ heb ben eveneens veel schade gekregen. Omstreeks half acht was gevaar voor verdere uitbreiding van den brand gewe ken. De bovenverdieping der fabriek is even wel geheel uitgebrand. De schade, welke in de duizenden loopt, wordt door verze kering gedekt. Het personeel van de N.V., omvattende 250 man, kan heden niet werken. Men hoopt evenwel Maandag reeds weer een deel van het personeel den arbeid te kun nen doen hervatten. GROOTE PAKHUISBRAND TE ROTTERDAM. Hedenmorgen te 5 uur is een zware pak- huisbrand uitgebroken in eenige panden aan de Wijnhaven en Scheepmakershaven te Rotterdam. De brand is ontstaan in een pakhuis aan de Wijnhaven, waar een par tij erwten was opgeslagen. De brand in dit pakhuis kon spoedig gebluscht worden maar inmiddels waren de vlammen reeds overgeslagen nrar een ander pakhuis, waar tabak lag opgeslagen in bovendien naar een pand aan de Scheepmakershaven. De brandweer werkte met 20 stralen en had de brand betrekkelijk spoedig onder de knie. Alles was verzekerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1