Na den Druivenoogst DE ROEM VAN DEN WIJNSTOK Door de Romeinen hier gebracht Millioenen kilo's druiven.... De export Eet druiven. Voor het groote publiek intusschen is het ook dezen afgeloopen zomer weer het ven zijn een sappige lekkernij, licht ver- ventros te bemachtigen tegen een krank zinnig lagen prijs. Wij raden iedereen aan gebruik te makèn van zoo'n aanbod. Drui- zijn een sappige lekkernij, licht verteer- teerbaar en gezond voor jong en oud; mits goed rijp! een jaar aanmerkelijke toename was te constateeren. Wellicht zal door den na tuurlijken groei van boomen, die eenige jaren geleden geplant werden, (een drui- venboom heeft enkele jaren noodig om tot wasdom te komen) de aanvoer over het afgeloopen jaar nog iets zijn toegeno men, doch van uitbreiding kan helaas thans geen sprake meer zijn. Het is n.L aan de kweekers verboden, nieuwe kassen te bouwen, nu het in den tuinbouw zoo slecht gaat. De Nederlandsche druiven waren een exportartikel. Vooral Engeland en Duitsch- land namen groote hoeveelheden druiven af en betaalden er goed voor. Verder gin gen onze druiven naar Zwitserland, naar de Scandinavische landen, naar België en Oost Europa. Ei zat een prachtige toe komst in deze cultuur. Jammer genoeg heeft de crisis daaraan voorloopig een ein de gemaakt. De uitvoer is lamgeslagen en voor den afzet van zijn prachtige druiven is de kweeker thans voornamelijk op het binnenland aangewezen. Het gevolg daar van is geweest, dat de prijs enorm gedaald is zóó zelfs, dat de kweeker zijn produc tiekosten niet langer gedekt ziet. Het is wel d' delijk, dat het teelen van druiven, waarbij zooveel dingen kunstmatig moe ten worden gedaan (onderbrengen in kas sen, verwarmen, voortdurende verzorging enz.), een kostbare geschiedenis is. Hierboven: De oogst is binnen, hoera! Onderaan: En de wijn parelt later in de glazen van een of ander exquise restau rant Scherpe concurrentie tusschen de Amerikaansche roeiers voor de deelname aan de Olympische len niet onder deze regeling en kunnen een zelfstandig bestaan blijven voeren. De Joodsche cultuurvereenigingen zullen de-grootst mogelijke mate van vrijheid ge nieten. Het is echter de bedoeling, dat haar voorstellingen slechts toegankelijk zijn voor Joden. Als de najaarsstormen thans weeit. over de lage landen aan de zee gie ken en het buiten reeds koud en guur is geworden, als we gezeten zijn bij de reeds brandende haard, den ken we met een zekeren weemoed terug aan de dagen van milde lucht, vroolijken zonneschijn, warmte, lente, zomer en.... druiven! Maar och, het zij een troost, dat straks, na weliswaar vele maanden van koude en onbehogen, wéér die mooie dagen komen, wéér die milde lucht ons omzweeft, de zonneschijn ons streelt en het weer lente en zomer wordt In die lentedagen, die nu achter ons lig gen, kwam er leven in de druivenkassen; de boomen, die thans dor en kaal in de rust van den na-oogsttijd langs de wan den van de kassen hangen, ontwaakten toen tot een nieuw leven. Er kwam weer kleur op het nu schijnbaar doode witte hout, er kwamen jonge botten aan de stammen en spoedig lachtte het eerste frissche groen van de bottende bladeren den kweeker tegen. Nog later zou de boom zijn fraaie witte bloesems ontplooien, en daarmede het begin vormen van de prach tige druiventrossen, die, door het zomer zonnetje tot sappige, heerlijk-smakende vruchten gestoofd, óp de veilingen en in de fruitwinkels bij duizendtallen versche nen. De druif een sub-tropische plant. Het is wonderlijk, dat de druif, oor spronkelijk een sub-tropische plant, in ons vrij koude, mistige en vochtige klimaat zulke rijke vruchten weet voort te bren gen. Dat is te danken aan de regelende hand van den mensoh, die de oude Moeder Natuur weet te verschalken. Als wij onze druivenboomen in de vrije buitenlucht lie ten staan, zou er van dè druiventrossen niet veel terecht komen. Maar de kwee ker brengt de boom in een glazen kas, waarin hij met zijn centrale verwarming en zijn waterleiding het half-tropische kli maat nauwkeurig weet na te bootsen, zoo dat de druivenboom in de veronderstel ling verkeert, in zijn vaderland, aan de oevers van de blauwe Middellandsche Zee te zijn. Zóó verheugd is die boom daarover, dat hij zijn natuurlijke gave tot volle schoonheid ontplooit. De bakermat. Het Westland is de bakermat van onze druivencultuur. De geschiedenis verhaalt ons dat de Romeinen bij het begin onzer jaartelling de druif daar hebben ingevoerd, waar zij na het vertrek van Caesar's le gioenen in de tuinen der kloosters werd voortgeteeld. Rond de middeleeuwen is de druivencultuur verwaarloosd. Eerst tegen het einde van de achttiende eeuw is door de activiteit van pastoor Franciscus Ver- burch, die uit een landbouwfamilie bij Berkel in Zuid-Holland afkomstig was, de druiven teelt in het Westland tot nieuwen bloei gekomen. Sedert het begin van deze eeuw heeft de cultuur een groote stoot naar voren gekregen en in latere jaren zijn de druivenkassen niet meer tot het West land beperkt gebleven Wij vinden thans druiven in vrijwel alle provincies van ons land, hoewel uiteraard het Westland en omstreken de boventoon blijft voeren. Eenige cijfers geven een aardig beeld van de verspreiding en tevens van den om vang van deze teelt, waarmede Nederland zich als tuinbouwland tot ver over de landsgrenzen beroemd heeft gemaakt. Bergen van druiven. In 1932 werden op de Nederlandsche vei lingen in totaal veertien millioen kilo's blauwe druiven aangevoerd en in het vol gende jaar 161/2 millioen K.G. Van de zen aanvoer in 1933 kwam ruim 14 milli oen kilo voor rekening van het Westland en het overige Zuid-Holland; in Noord-Hol land produceerde men 856.000 K.G. drui ven, Gelderland 380.000 K.G., Utrecht 264.000 K.G., Noord-Brabant 41.000 K.G., Groningen en Drente 175.000 K.G. Tegen veler verwachting in staat Zee land in druivenproductie by na onderaan; het bracht in 1933 n.l. 53.000 K.G. druiven voort, waarvan ter veiling te Goes 23.000 K.G., te Kapelle 13.000 K.G. en te Middel burg 17.000 K.G. werden aangevoerd. In 1932 bedroeg de totale Zeeuwsche druiven- productie 35.500 K.G., zoodat er in tijd van Druiven-oogst uit de kas. De toekomst. De Nederlandsche druivenkweekers hou den echter den strijd moedig vol. Onder leiding van de organisaties wordt gestreefd raar veredeling van de soorten. De leek zegt natuurlijk, dat druiven druiven zijn, doch de vakman kent uiteraard tal- ijke variëteiten. In vroeger jaren, toen de export goed liep, werd vaak te veel op de kwantiteit en eerst op de laatste plaats op de kwaliteit gelet. De hebzucht speelt den mensch vaak'parten. Ten opzichte 'an de kwaliteit is het ideaal nog lang niet bereikt, er komen nog te veel druiven op de markt, die niet aan de eischen voldoen. Maar dat za! wel beter worden; de nood dwingt den kweeker om te streven naar het beste, ->m de eenvoudige reden, dat bij overvloed aan aanbod het mindere op de markt geen schijn van kans meer heeft. Men zou deze gedwongen kwaliteitsverbe tering een gunstige zijde van de crisis kunnen noemen, waarmede opnieuw be wezen wordt, dat geen enkel ding op aar de zoo slecht is of er is toch nog wel een goede zijde aan. Aan de toekomst van de Nederlandsche druivencultuur behoeft niet te worden ge twijfeld. De Hollanders hebben straks, als de volkeren weer verstandig zijn gewor den en de internationale handel van zijn kluisters is bevrijd, geen monopolie-posi tie op de markt. De Belgische kweekers Kerkgang na de druivenoogst: Wij danken U, Heer, voor de gezegende oogst.... rond Hoeylaert b.v. zijn uitstekende vak lieden en ook de Italianen, die met het kli maat van hun land zoozeer bevoorrecht zijn. eischen hun plaatsje voor een goed product. Maar in den grond der zaak zijn de Hollandsche kweekers zeer bekwaam en zorgzaam; zij hebben energie, werklust en liefde voor hun vak. Dat geeft hun een groote voorsprong. Zoodra men niet lan ger zijn wer doet om der wille van de boterham all An, zoodra men er iets meer in ziet dan een last, heeft men een stap vooruit gedaan bij concurrenten. Wie zijn werk doet met liefde en ambitie is een ge lukkig mensch, dat betere resultaten weet te behalen dan een ander. Zoo is het ook in de druivencultuur; er zal weer een tyd komen, dat het Hollandsche voortbrengsel uit de druivenkassen boven dat van an dere landen gevraagd en goed betaald zal worden. Tot zoolang zal de kweeker het volhouden met een zuurzoet gezicht zoete druiven te produceeren en door een zure appel moeten heenbij ten. Die zure appel is de verkoop onder den prijs van zijn prachtig, smakelijk en gezond product. Onder de Amerikaansche roeiers is een scherpe strijd om het recht om aan de Olympische gatta's in Berlijn-Grunau in het volgende jaar deel te neanen, ontbrand. De beste vooruitzichten, om het sterren- banier tegen de grootste wedstrijdroeiers der geheele wereld in Berlijn te vertegen woordigen, hebben voor het oogenblik de ploegen van de universiteiten van Washing ton en/ Californië. Beide bevinden zich reeds voor de nog in dit jaar te houden beslissende wedstrijden in zware training. De door den bekenden wedstrijdroeier Ky Ebright getrainde achtploeg van de Californisohe staatsuniversiteit te Berkeley, die het vorig jaar eervol het nationaal kampioenschap won, vindt in de Wash.ng- ton-uiniversiteit een niet gering te schat ten tegenstander, die in de totnogtoe ge houden voorjaarsregatta's reeds bijzonder den aandacht op zich vestigde. De Califor niische universiteit beschikt echter over 52 jonge en goed getrainde studenten als uit stekend materiaal voor eventueel noodige vervanging van haar tegenwoordige acht ploeg. Geen van deze reserveploeg is onder de 1.80 M., terwijl er 12 zelfs 1.90 M. zijn. Het gemiddelde gewicht van de bezetting van de Californisehe achtploeg is dienten gevolge 179 Eng. ponden en de gemiddelde grootte 1.86 M. JOODSCHE CULTUUR IN DU1TSCHLAND. De heer Hans Hinkel, leider der Rijks- cultuurkammer, heeft bepaald, dat Jood sche cultuurvereenigingen op literair, mu zikaal of dramatisch gebied zich verder vrij kunnen ontwikkelen. Zij zullen lezingen mogen organiseer en, zij mogen concerten geven of kunnen tooneelstukken opvoeren, doch zullen zidh bij het „Reichsverband jüddscher Kulturbüde" moeten aansluiten. De leiding van dit „Reichsverband" is ver antwoordelijk voor hetgeen de plaatselijke Joodsche cultuurvereenigingen bieden. Joodsche scholen en Joodsche cultureele vereenigingen van godsdienstigen aard val EEN UITSTEKEND MIDDEL TER VERZOENING DER .VOLKEREN Duizenden studenten en scholieren uit nagenoeg alle landen der wereld zijn dezen zomer naar Duitschland gekomen, om zidh met de Duitsche jeugd te verbroederen; omgekeerd zijn ook vele Duitsche studen ten en leerlingen der middelbare scholen naar het buitenland gegaan, om het buiten land, voor vele Duitschers nog een vreemd begrip, beter te leeren kennen. Vooral de Duitsche studentenorganisa ties geven zich groote moeite, om met het buitenland in inniger contact te komen. Wilihelm Burmeister geeft zelfs een speciaal maandblad, dat zeer goed geredigeerd is, „Hochschule und Ausland", uit, een or gaan voor „Kulturpolitdk und zwischen- völkische, geistige Zusammenarbeit". Zij, die gedacht haddien, dat het Duitschland van Adolf Hitler zich in een geestelijk iso lement gelukkig en sterk zou voelen, heb ben zich vergist. Evenzeer als bij de de mocratische, socialistische en communisti sche elementen een neiging tot internatio nale samenwerking bestond, blijkt deze samenwerking door de nationaal-socialis- tische elementen, vooral bij die der jeugd, te worden gezocht. „Wij moeten de cultuiur der andere naties leeren kennen en waar- deeren, terwijl die andere naties ons beter moeten leeren kennen", ziehier het parool der nationaal-socialistische jeugd, hetwelk door de leiding der NSDAP werd overge nomen. Op het oogenblik is te Usedom, een mooi eiland en badplaats in de nabijheid van de Pommersche kust, een Duitsch-Franecb stud enten kamp opgeslagen. Zondag jl. ver toefde daar als gast de Fransche ambas sadeur Fr an go is Poncet. Hij werd bege leid door Prof. Jourdin. De Fransche Ge zant sprak met talrijke Fransche en Duit sche deelnemers, hij nam alles in oogen- schouw, en uitte den wensch, dat de vriendi- schapSbasis, die in de jeugd gelegd wordt, gedurende het geheele leven zal mogen voortduren en daardoor de groote nabuur volken nader tot elkaar zal brengen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5