3)e Qeidóohe, Gou^cmt H. M de Koningin bracht Woensdag een bezpek aan het werkkamp voor jeugdige wérkeloozen, „'t Wijdeveld" bij Ede, waar de vorstin zich omtrent den arbeid liet voorlichten en zich met verschillende jongelui onderhield De aankomst van Kroonprins Gustaaf Adolf van Zweden te Parijs V.l.n.r. Prins René van Bourbon, Kroonprins Gustaaf Adolf en Prins Bertil Het nieuwe oefenschip op de binnenplaats van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam, daf door de oud-kweekelingen bij gelegenheid van het 150-jarig bestaan der school is aangeboden Italiaansche vliegtuigverscheping naar Oost Afrika. Op de kade te Napels staan de machines gereed om aan boord van de .Ircania" geladen te worden Minister jhr. O. C. A. van Lidt de Jeude (links) tijdens zijn openingsrede van de Veiligheidsweek te den Haag. Naast hem de voorzitter van de K N A C., de heer Linthorst Homan Het laatste vaarwel bij het vertrek van den Duitscheln kruiser .Karlsruhe", die deze week zijn wereldreis is be gonnen FEUILLETON. HAAR MOEDERS EVENBEELD Naar het Engelsch van LOUIS TRACY. (Nadruk verboden). 41) Waarom was hij bang voor dat meisje? Aan de ontdekking van de reden daarvan kon nog wel eens een zoet extra-winstje blijken vast te zitten. Maar onder de hui dige omstandigheden bracht haar eigen be lang mee te waarschuwen. Haar op-hol- geslagen jeugdvriend kon gevaarlijk wor den op een voor het welslagen van hun ge raffineerde speculatie hoogst-inwenschelijlr moment. .Jacob had haar laten weten dat hij „gereed" was, geen half uur voor Re ginald was gekomen. Ze nam een vel pa pier en schreef een telegram: In orde. Maar brief volgt" In dien brief vertelde ze de hoofdzaken van haar onderhoud met Sir Reginald Carshaw. Maar zekere bijzonderheden liet ze achterwege. Geen vrouw ter wereld er kent graag dat een man, van wien ze ge snoefd heeft dat hij aan haar voeten ligt, haar heeft versmaad. Na zyn visite bij Lady Helen zocht Sir Reginald den plaatsvervanger van Mr. Marshall op en gaf dezen functionaris een gedetailleerd verslag van de jongste ge beurtenissen, dat prompt werd doorgeseind naar den chef, die vacantierust zocht aan een der Schotsche meren. Informatie bij de directie van het warenhuis had geen an der resultaat dan dat Carshaw vernam van de inmenging van een geestelijke, wiens naam in de opgaven van geen der Engelsche kerken bleek voor te komen! Maar deze ontdekking bracht hem nog met op Winifred's spoor. De theater-agent was nog in Parijs. Op zijn kantoor was be richt ontvangen dat zijn zaken in de „ville lumière" hem langer ophielden dan hij had gedacht en dat het nog wel een of twee cagen kon duren eer hij zou terugkeeren. Het personeel was niet in staat Sir Regi nald een inlichting te geven waar hy iets aan had. Rusteloos dwaalde hy rond, langs Meik- lejohn's woning, door Henry Street, in de vage hoop iemand van Winifred's bela gers te zien. Maar zonder succes natuurlijk. Een tele gram van juffrouw Goodman bracht de ste reotype, treiterende medededeeling: „Geen nieuws". Maar even later kwam een tweede dé pêche en daar had hij méér aan. Ze was afkomstig uit Inverness en luidde: „Kom my hier opzoeken." Marshall. Door ervaring op zyn hoede, vergewiste de jongeman zich eerst of het telegram geen valstrik was Maar Mr. Marshall's plaatsver vanger stelde hem gerust: de chef was in Inverness en hij had hem onmiddellijk op de hoogte gesteld van Sir Reginald's me- dedeelingen. Hijzelf had bericht ontvangen van dit bezoek aan den baronet om naar het Noorden te komen. Sir Reginald gaf juf frouw Goodman instructies waar ze hem bereiken kon en vertrok met den nacht trein van Euston Station. In de avondbla den, die hij in zijn coupé las, zag hij de aankondiging van den verkoop van het meubilair der woning in Harley Street. Dank zij de bemiddeling van Mr. Sidgwick, was hij zoo gelukkig geweest direct een huurder voor het huis te vinden; Lady Carshauw zou met enkele dagen een flat in Kensington betrekken. xxm. Mr. Marshall doet onthullingen. Den volgenden dag werd Reginald Car shaw allerhartelijkst door den commissaris in diens hotel in Inverness begroet. „Ik moest er eens 'n paar dagen uit", ver klaarde hij opgewekt; „op hoog bevel van mijn dokter, weet je.want anders had den ze me, om zoo te zeggen, niet van mijn stoel in de Yard gekregen. Neen, er man keert me nietszoo gezond als een visch maar op mijn leeftijd moet je zorgen, dat je fit b 1 y f t, en de boog kan nu eenmaal niet altijd gespannen zijn. Ik voelde eigen lijk wel dat mijn oude lijfarts gelijk had. Maar dat neemt niet weg, dat ik instruct- ties heb achtergelaten om alles betreffende Winifred direct hierheen te seinen. Ik mag dat kind. Ik heb zelf een klein meisje ge had, dat, als ik haar had mogen houden, nu ongeveer net zoo oud zou zyn ge weest De geharde politieman zweeg even en Sir Reginald eerbiedigde dat zwijgen, tot Mr. Marshall met een joviale uitnoodi- ging om te gaan zitten en het zich gemak kelijk te maken, blijk gaf de droevige her innering van zich te hebben afgezet „Ik heb Miss Bartlett gevraagd om mijn vrouw te worden", deelde de jongeman plompverloren mede. „Drommel-nog-aan-toe! Enfin, om eerlijk te zijn, ik had iets van dien aard wel zien aankomen. Ik heb te lang gezien wat er in de wereld te koop is, om de kracht van romantische gevoelens te ontkennen. Tus- schen haakjes: U hebt zeker al in den trein geluncht? Ja? Steek dan een sigaar op en vertel me alles." Sir Reginald voldeed aan het verzoek en zijn gastheer luisterde zonder hem een en kele maal in de reide te vallen. Toen het nauwkerige relaas ten einde was, zei Mr. Marshall: „De tijd is gekomen, dat ik u op de hoog te breng van bepaalde feiten, die tot nu toe alleen aan de politie bekend zijn. Ik ben onafgebroken bezig geweest met het inwinnen van inlichtingen en ziehier het resultaat van onze nasporingen met betrek king tot Meiklejohn en de andere perso nen die in deze geschiedenis een rol spe len. Ongeveer dertig jaar geleden erfden William Meiklejohn en zijn broer Ralph Vane Meiklejohn van him vader een oude, goed-gefundeerde en uitstekend bekend staand bankiershuis in Loamshire voor welk district William nu nog in het parlement zit. Ralph was geen overmatig gunstig ty pe, niet bepaald slecht, maar nogal licht zinnig, zooals men aannam, maar William werd door de plaatselijke opinie beschouwd als een solied, betrouwbaar, serieus man, die ongetwijfeld de onkreukbare familie tradities zou hooghouden. Tien jaar nadat ze aan het hoofd van de zaak waren ge komen, viel er niets ernstigs op een van beide broers aan te merken; zelfs op Ralph niet, al nam men algemeen aan, dat deze nog wel eens naar Londen ging om de bloemetjes buiten te zetten. Maar toen William was al candidaat voor het lager huis werd Ralph in 'n schandaal gewik keld, dat toentertijd veel stof deed op waaien in de kleine provinciestad. Met hem was er een gouvernante by een van de aan zienlijke families in Liamshire in betrok ken en de naam van die gouvernante was... Bartlett." Sir Reginald wierp een spreker een blik toe, die verried dat hij zich door deze mededeeling niet erg op zijn gemak voel de. Hij huiverde bij de gedachte, dat zelfs een schaduw zou kunnen vallen op den naam van het meisje dat hy liefhad Mr. Marshall, ofschoon hij even ophield, deed alsof hy niets merkte van wat er tm zijn bezoeker omging. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5