/eiligheidswe
y der K. NA.C. /gm
20.27Oct. 1Q35
Het vpetbaltournooi op de Olympische
Spelen te Berlijn.
WILT U IETS WETEN?
WOENSDAG 23 OCTOBER 1935
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 10
Een finale van 16 landen.
r
Nuttige wenken.
De rijdende verkeerspaedagoog der K.
N. A. C. trekt overal in het land rond en
geeft zoo in het voorbijrijden goede raad
gevingen ten beste in het belang van een
veiliger en ook rustiger verkeersbeeld.
Meer stilte.
Niet alleen wordt door het minder over
dadige signaal- geven de veiligheid ge
diend, omdat daardoor de bestuurder een
nuttiger gebruik van zijn remmen zal
gaan maken, maar bovendien komt het ten
goede aan de zenuwen dergenen, die zich
op straat bevinden. Voetgangers kunnen
rustiger wandelen op de trottoirs, want
ze worden niet meer door 1001 snerpende
signalen opgeschrikt, die niet eens voor
hun bestemd waren, maar misschien al
leen dienden om zich vrij baan te blazen
op den rijweg.
De stoot tot de „meei stilte" campagne
werd vorig jaar door de K. N. A. C. gege
ven door het Anti Lawaai congres te Delft
en met succes bekroond, immers deze ge
dachte wint meer en meer veld. Behalve
het propageeren van ,meer stilte" in het
verkeer zijn er ook nog vele andere nut
tige wenken, die er toe kunnen bijdragen
de verkeersveiligheid te bevorderen. Hoe
wel eigenlijk niemand tegen deze ele
mentaire verkeersbegrippen meer zou
mogen zondigen, wijst de praktijk helaas
ancers u;t!
Daarom moet nog maar steeds weer uit
den treure op hetzelfde aambeeld geha
merd v/orden.
1. Eoudt rechts.
Rijdt steeds zooveel mogelijk rechts,
zoodat U geen onaangename ontmoetin
gen met tegenliggers hebt te vreezen en
andere weggebruikers, die U voorbij wen-
schen te zijden, dit zonder onnoodig sig
naal geven kunnen doen.
Maakt er geen snelheidswedstrijd van
als een ander U wil passeeren.
2. Passeert niet in bochten.
Het passeeren in een bocht zou U plot
seling tegenover een tegenligger kunnen
plaatsen, die niet meer te ontwijken is.
Ook het afsnijden van een bocht is uit
dien hoofde een onvergeeflijke verkeers-
fout. Maakt de linkerbochten dus zoo.
wijd mogelijk en houdt bij het nemen van
een rechterbocht correct rechts.
3. Verlicht maar verblindt niet.
Verlicht Uw weg maar dempt Uw lich
ten voor tegenliggers, ook al is de be
stuurder van de tegemoetrijdende auto
mobiel niet zoo correct." Tracht in dat ge
val niet in de lampen van Uw tegenlig
ger te kijken, kijkt recht voor U uit, ver
mindert vaart, zoodat U tijdig kunt stop
pen als dit noodzakelijk blijkt.
4. Geeft steeds tijdig richtingverandering
aan.
Geeft steeds tijdig verandering van
richting aan en verandert niet van rich
ting zonder U ervan te hebben overtuigd,
dat dit kan geschieden zonder dat de vei
ligheid van het verkeer in gevaar wordt
gebracht.
5. Het hoogst gevaarlijke „snijden".
Tracht niet nog op gevaar af van een
botsing tusschen een wagen, die gij in
haalt en een tegenligger door te „snijden'.'
Veiliger is even te wachten tot de tegen
ligger (s) gepasseerd zijn. Snijden is thans
strafbaar gesteld in de Motor- en Rijwiel-
wet en toont overigens een gebrek aan
roadsence en beleefdheid tegenover andere
weggebruikers.
6. Stopt niet op hoeken, in bochten of
midden op den weg.
Het stoppen op hoeken, in bochten of
midden op den weg levert voor andere
weggebruikers niet alleen een verkeers-
belemering op, maar kan ook ernstige ge-
volgen met zich brengen.
7. Geeft rechts den voorrang.
Recht gaat voor, maar .bouwt niet op
deze regel. Stopt, als U vermoedt, dat links
geen voorrang gaat verleenen. Weest
voorzichtig bij het oprijden van een hoofd
weg en doe dit alleen dan als U er zeker
van bent geen botsingen te maken.
3. Weest voorzichtig met het openen der
portieren.
Een roekeloos opengegooid portier
heeft' reeds vele slachtoffers gemaakt.
Opent het portier voorzichtig na U ervan
te hebben overtuigd anderen niet te zul
len hinderen.
9. Geen alcohol voor of tijdens den rit.
Van de vlugheid van Uw reactie-vermo
gen kan het voorkomen van een ernstig
verkeersongeval afhankelijk zijn. Alcohol
doet meestal langzamer reageeren, het
gebruik ervan voor of tijdens een rit is
af te raden.
10. Geeft geen onnoodig signaal.
Geeft signaal als de veiligheid van het
verkeer dit eischt, maar ook alleen dan.
Maakt uw weg niet vrij door het "geven
van signalen. Rijdt liever veilig.
De eerste Weg verkeersdag.
Heden in den Haagschen
Dierentuin gehouden
Onder auspiciën van de Koninklijke Ne-
derlandsohe Automobiel Club is heden in
een der zalen van den Dierentuin te
's-Gravenhage in verband met de, even
eens door de K.N.A.C. georganiseerde,
veiligheidsweek, de Eerste Wegverkeers-
dag gehouden.
De Minister van Waterstaat, jhr. ir. O.
C. A. van Lith de Jeude, heeft hedenoch
tend te 10 uur met een kort woord, waar
na achtereenvolgens 15 sprekers het vraag
stuk van het wegverkeer van verschillende
zijden hebben belicht.
De automobilist in het stads
verkeer.
De eerste spreker, de heer G. Bekker,
commissaris van de Verkeerspolitie te Am
sterdam, betoogde, dat het begrip „De auto
mobilist in het stadsverkeer" een compro
mis eischt hetwelk door technische voor
zieningen en door het in leven roepen van
verkeersvoorschriften, kan worden be
reikt Bij dit laatste is het van belang, dat
de Rijkswetgever door het uitvaardigen
van een alomvattende verkeerswetgeving
er voor zorg draagt, dat zoo weinig moge
lijk aan lagere besturen te regelen over
blijft. Wil het autoverkeer geen dissonant
vormen in het algeheele verkeer, dan zal
de automobilist zich in het stadsverkéer
aan zelfbeperking moeten onderwerpen.
Statistiek der verkeersonge
vallen.
Dr. O. Bakker, accountant van het Cen
traal Bureau voor de Statistiek, wees op de
groote waarde der verkeersongevallensta
tistiek. Met betrekking tot de oorzaken
verklaarde dr. Bakker, dat van 44705 on
gevallen bijna 80% aan fouten van be
stuurders (tram-, auto-, handkar- en rij
wielbestuurders) is te wijten. Het ligt in
de bedoeling om in de statistiek meer de
tailleeringen op te gaan nemen, die - het
inzicht in oorzaken en gevolgen der ver
keersongevallen kunnen verhoogen.
„Autosnelwegen".
Ir. de Bussy, hoofdingenieur van den
Rijkswaterstaat, vroeg zich af of de auto
strada's zooals die in Duitschland en Italië
worden gemaakt en ook in oris land zullen
worden ingevoerd, „veilig" zijn te noemen.
Volgens hem is dit niet het geval, aange
zien er steeds één bron van gevaar blijft
bestaan: het verkeer zelf. Wat betreft de
kruisingen a niveau zeide spr. dat men te
vreden moest zijn met den aanleg van
slechts enkele belangrijke wegen zonder
dergelijke kruisingen aangezien men ook
met minder kostbare middelen de veilig
heid kan dienen.
Verkeersorde en noodeloos
lawaai.
Mr. N. R. H. van Essen, rechtskundig ad
viseur der K.N.A.C., zeide dat het lawaai
althans het overbodig lawaai in het ver
keer niet alleen weinig goed doet, doch
integendeel veel kwaad sticht, terwijl het
ernstige streven naar meerdere stilte een
goede verkeersorde tengevolge heeft.
Met enkele grepen uit ons huidig ver
keersrecht toonde de spr. aan, dat de
dwang van onze wettelijke bepalingen
thans nog niet sterk genoeg is voor het
scheppen van een goede verkeersorde.
Scheiding van verkeerssoorten.
De heer C. G. P. van Goor, chef der af-
deeling „Wegen en Verkeer" der KU.A.C.
concludeerde, dat meer verkeersopvoeding
noodig is. Nog nuttiger zou echter volgens
hem een verdoorgevoérde afscheiding van
de verkeersgroepen zijn. Zoolang wij ons
niet kunnen veroorloven binnen zeer kor
ten tijd ideale autowegen aan te leggen (de
bestaande wegen zijn als zoodanig niet
meer in te richten), zoolang zal de oplos
sing wel in de doorgevoerde afscheiding
van verkeerssoorten moeten worden ge
zocht.
Zichtbaarheid op den weg bij
kunstlicht.
Dr. ir. N. A. Halbertsma zeide, dat na-
triumlicht het best voor wegverlichting in
aanmerking komt. Het onderzoek heeft de
bevestiging gebracht van de ervaringen in
de praktijk en van de laboratoriumproe
ven, die op de bijzondere geschiktheid van
natriumverlichting voor autowegen wijzen.
Ir. W. W. E. van Hemert, ingenieur van
den Rijkswaterstaat, zeide dat, onder
zwaar verkeer wordt verstaan elk motorrij
tuig of elke aanhangwagen, voorzien van
luchtbanden en waarvan de totale wiel-
druk grooter is dan 1800 K.G. en alle voer
tuigen niet voorzien van luchtbanden.
Spr. behandelde de indeeling in klassen,
alsmede de vraag of de tegenwoordige
zware vrachtenvoorschriften nog zijn te
vereenvoudigen en de vraag hoe het met
de doelmatigheid der voorschriften staat.
Ir. F. Kanstein, Hoofdingenieur van den
Rijkswaterstaat, besprak in zijn rede tal
van maatregelen, welke zouden kunnen
leiden tot een doeltreffende bevordering
van de verkeersveiligheid op de buitenwe
gen. Het wegdek moet vlak-stroef en licht
kleurig zijn. De bermen moeten van par
keerplaatsen worden voorzien op regel
matige niet te groote afstanden. Met be
trekking tot de verlichting van buiten
wegen concludeerde spreker dat men
beter geen verlichting dan een slechte kan
aanbrengen. Den voorrang verleenen aan
het verkeer op de hoofdwegen verdient bij
zondere aanbeveling ten aanzien van de
verkeersveiligheid. Spr. eindigde met de
opmerking, dat het instellen van een cen
traal gedirigeerd corps wegenpolitie on
misbaar is.
De heer J. W. J. Moerman, Chef van de
Verkeerspolitie te Rotterdam, wijdde aan
dacht aan de maatregelen, welke een ge
meente kan nemen als b.v. verbod van par
keeren in de binnenstad, aanwijzing van
straten waarin niet geparkeerd kan wor
den, en het vaststellen van een tijdlimiet,
en de verschillende varianten daarop. Ten
slotte merkte spr. op, dat men in Rotter
dam in de binnenstad op het oogenblik de
beschikking heeft over eenige goed gele
gen parkeerterreinen, als gevolg van het
wegbreken van oude gebouwen.
Enkele actueele Belgische ver-
keersvraagstukken.
Dit onderwerp werd behandeld door den
heer A. Persijn, Hoofd van den Dienst van
het Verkeer in België, die er op wees, dat
in verband met het feit, dat België het
dichtst bevolkte land van Europa is, men
daar voor verkeersproblemen staat, welke
vele moeilijkheden opleveren, vooral ook
omdat het aantal motorvoertuigen en rij
wielen zeer hoog is, j,.w. 270.000 automobie
len en motorrijtuigen en 2.500.000 rijwie
len op een wegennet van 44.000 K.M. Spr.
vertelde een en ander over de beperking
van het verkeerslawaai en van de regle
menteering van het verkeer van voetgan
gers. Tot slot sprak de heer Persijn nog
over de speciale wegpolitie, welke in 1933
werd gesticht en uit manschappen van de
Rijkswacht bestaat, die voorzien zijn van
uiterst snelle motorrijwielen. Volgens spr.
bewijst deze instelling uitstekende dien
sten.
Het links afbuigend verkeer
in de nauwe binnenstad.
De heer C. Snethlage, Chef van de Ver
keerspolitie te 's-Gravenhage, legde er den
nadruk op, dat de regeling van het links
afbuigend verkeer in de steden wel een
der lastigst oplosbare problemen is. Aan
de hand van eenige teekeningen zette spr.
uiteen, welke de moeilijkheden kunnen
zijn en hoe deze moeten worden opgelost.
Ieder Kruispunt moet afzonderlijk beke
ken worden.
Modern verkeersrecht.
Mr. C. J. G. M. Schölvinck, rechtskundig
adviseur der K.N.A.C., vestigde in zijn in
leiding de aandacht op het feit, dat de
techniek van jaar tot jaar groote vorde
ringen maakt, terwijl het recht daarmee
geen gelijken tred kan houden, hetgeen
voornamelijk is te zoeken in beider natuur.
Spr. kwam tot de conclusie, dat de wette
lijke regeling van het verkeer een eenheid
behoort te zijn, waarin zoo weinig mogelijk
aan de inzichten van den Provincialen en
Gemeentelijken wetgever wordt overge
laten. Voor elke verkeerssoort behooren
daarvoor passende regelingen te worden
voorgeschreven. De berechting in eersten
aanleg van „verkeersmisdrijven" zou moe
ten worden opgedragen aan een Centraal
College, dat op geregelde tijden zitting zou
houden in de plaatsen, waar Arrondisse-
ments-Rechtbanken gevestigd zijn. Een der
Gerechtshoven zou als appèl-instantie aan
gewezen moeten worden.
Het verkeerstoezicht op de
buitenwegen.
De heer P. M. R. Verst eegh, Districts-
Commandant der Kon. Mar., zeide o.m. dat
het aanbeveling zou verdienen op de Rijks
verkeersinspecties in bepaalde ressorten te
centraliseeren.
Automobiel constructie in ver
band met het verkeersveilig
heid.
Ir. J. W. van Wamelen concludeerde dat
de constructeurs er in geslaagd zijn om
van de auto een veilig vervoermiddel te
maken.
De beteekenis van het motor-
wegverkeer.
Ir. M. de Wolf, secr. Alg. Verk. Ver-
keersfederatie, zette uiteen dat heden en
toekomst aan de auto zijn.
Sedert 1908 komt het voetbelspel op het
programma der Olympische Spelen voor,
doch reeds in 1928, toen de Olympiade te
Amsterdam zou plaats hebben, werd het
twijfelachtig, of in het kader der Spelen
nog een voetbaltournooi mogelijk zou zijn,
omdat de Fédération Internationale en
Football-Association (FIFA) zich niet kon
vereenigen met de opvatting van het Inter-
nationade Olympische Comité inzake den
Olympischen amateur. Slechts met groote
moeite slaagde men er toen in, de tegen
stellingen te overbruggen, zoodat de Am-
sterdamsche Spelen volgens het program
ma konden worden afgewikkeld. De mee-
ningsverschillen tusschen beide organisa
ties hebben zich evenwel na dien tijd nog
aanzienlijk verscherpt, zoodat in 1932 te
Los Angeles geen voetbal werd gespeeld.
Het FIFA-congres in 1934 te Rome heeft
deze aangelegenheid met veel tact behan
deld en met algemeene stemmen besloten,
de nationale bonden de deelneming aan
de Olympische Spelen toe te staan De
FIFA bedoelde daarmede geenszins, dat zij
haar opvatting over het begrip amateur
had afgezworen.
Een definitieve oplossing van dit pro
bleem, welke alle partijen bevredigt, is in
een tijd van zoo groote economische ver
warring en zoo sterk ontwikkeld materia
lisme als wij thans beleven, schier onmo
gelijk. Het bestuur van de FIFA stelde ech
ter het belang der Olympische Spelen ter-
wille van het groote doel boven zijn eigen
opvattingen. Het was er zich van bewust,
dat de Olympische Spelen gelegenheid moe
ten geven tot een beoefening der voornaam
ste takken van sport van alle volken, ten
einde te bewijzen, dat ondanks alle ver
schil toch samenwerking mogelijk is. om
den mensch te vormen, die zich het prin
cipe van het „fair play" eigen heeft ge
maakt.
Naar aanleiding van dit besluit werden
de leden van het FiFA-bestuur, K. J. J.
Lotsy en dr. P. J. Bauwens, belast met de
taak, uitvoeringsbepalingen voor het voet
baltournooi te ontwerpen.
Zij stelden het ontwerp op in samenwer
king met de bevoegde Duitsche instanties
en dienden het bij het FIFA-bestuur in,
dat het ontwerp na enkele geringe wijzi
gingen in zijn vergadering van 5 October
j.l. te Parijs heeft goedgekeurd.
De heer dr. P. J. Bauwens deelt hier
omtrent nog het volgende mede:
Binnenkort zullen de afzonderlijke re
glementen en voorwaarden worden gepu
bliceerd. In hoofdzaak komen zij op het
volgende neer: met de technische uitvoe
ring van het tournooi zijn dr. P. J. Bau
wens en K. J. J. Lotsy belast, die ook reeds
in de technische commisie voor de organi
satie van het Amsterdamsche voetbaltour
nooi zitting hadden. De termijn voor de
algemeene aanmelding der Nationale Olym
pische Comité's tot deelneming aan het
tournooi loopt 20 Juni af; de namen der
spelers en reserve-spelers moeten tot uiter
lijk 18 Juli 1936 worden medegedeeld.
Voor het geval, dat meer dan 16 elftallen
worden ingeschreven, zullen vóór-wed
strijden, eventueel in verschillende steden
van Duitschland, vóór het begin van het
officieele tournooi worden gehouden.
De technische commissie zal tot uiterlijk
30 Juni 1936 de ingeschreven landen naar
hun speelsterkte in twee groepen verdee-
len. De eene groep, die der sterkste landen,
zal van deelneming aan de vóór-wedstrij
den bevrijd zijn en zonder meer aan het
officieele tournooi deelnemen. De vóórwed
strijden, welke 1 Augustus afgeloopen
moeten zijn, dienen om uit de andere groep
de teams uit te kiezen, welke de eerst ge-
selecteere groep tot zestien moeten com-
pleteeren.
Het officieele tournooi, dat in den tijd
van 3 tot 15 Augustus 1936 op verschillen
de Berlijnsche voetbalterreinen en in het
Olympisch Stadion zal worden gehouden,
is namelijk op een deelneming van 16 elf
tallen gebaseerd. Ook deze zestien ploegen
zullen wederom naar hun speelsterkte in
twee groepen worden verdeeld. Welke
overwinnaars uit de beide groepen tegen
elkander spelen, wordt door het lot be
slist.
Indien minder dan zestien elftallen in
schrijven, zal de technische commissie
vóór 30 Juni 1936 een nieuw systeem moe
ten uitwerken, volgens hetwelk het voet
baltournooi wordt afgewikkeld. Het is
evenwel hoogst onwaarschijnlijk, dat dit
geval zich zal voordoen. Weliswaar was
het Olympisch voetbaltournooi enkele
maanden geleden bij vele nationale bon
den nog alles behalve populair, maar in
den laatsten tijd is de stemming in dit
opzicht aanmerkelijk verbeterd. Men geeft
algemeen toe, dat ter wille van deze groo-
ten en belangrijke sportgebeurtenis alle be
zwaren, ook al zijn zij voor den afzonder
lijken nationalen bond van nog zoo groot
gewicht, opzij gezet moeten worden. Waar
bijna alle takken van sport vertegenwoor
digd zijn, mag de voetbalsport, welke over
de geheele wereld verbreid is en bij uit
stek volkssport is geworden, niet ontbre
ken. De protesten tegen den termijn, waar
in de wedstrijden gehouden zullen wor
den, zijn inmiddels verstomd. Ook zakelijk
worden deze bedenkingen weerlegd door
de ervaringen, welke men heeft opgedaan
tijdens de Olympische voetbaltournooien te
Stockholm in 1912 en te Antwerpen in
1920, die respectievelijk van eind Juni tot
begin Juli en van eind Augustus tot begin
September werden gehouden. In dit ver
band wordt voorts herinnerd aan de FIFA-
wedstrijden om het wereld-kampioenschap,
welke van eind Mei tot begin Juni in Ita
lië plaats hadden en aan de pas ónlangs
gehouden wedstrijden om den Mitropa-
Cup. Wanneer men ten slotte bedenkt, dat
in Schotland dit jaar het seizoen op 10
Augustus en in Engeland eind Augustus is
begonnen, dan moet het ook mogelijk zijn
te Berlijn, waar volgens de berekeningen
van het Pruisisch Meteorologisch Instituut
de gemiddelde maximum-temperatuur voor
de dagen van 1 tot 16 Augustus gedurende
de laatste tien jaren 23,13 graad Celsius
en de minimum tempartuur 12.83 graad
Celsius heeft bedragen, in dezen tijd voet-
zal te spelen.
In sommige landen worden bezwaren
tegen een Olympisch voetbaltournooi ge
maakt, omdat men vreest, dat een ama
teur-elftal niet in staat zal zijn, de in deze
landen hoog ontwikkelde voetbalkunst op
waardige wijze te vertegenwoordigen, zoo
dat de nationale reputatie schade zou lij
den. Men vergeet daarbij evenwel, dat de
huidige voetbalwereld de sterkte der be
treffende landen ook ten opzichte van
hun beroepsspelers zoo goed kent, dat
het aanzien van welk land dan ook door
voetbalsport, welke uitsluitend door ama
teurs niet geschaad zal worden. Veel groo
ter daarentegen is het gevaar, dat uit het
niet-deelnemen van een land aan het
Olympisch voetbaltournooi de conclusie zal
worden getroken, dat in het betrokken
land het amateurschap niet met de noo-
dige zorg wordt behandeld. Van dit stand
punt bezien, moet men de opname van de
voetbalsport in het programma der Olym
pische Spelen zelfs begroeten en bevorde
ren. Het Olympisch tournooi zal allen, die
bij de kwestie betrokken zijn, de oogen
openen voor het groote gevaar,, hetwelk
daardoor ontstaan, dat hier en daar in
toenemende mate alle aandacht wordt ge
wijd aan het professional-voetbal, terwijl
de amateursport hoe langer hoe meer in
de verdrukking komt.
Er is niet aan te twijfelen, dat een sport,
welke niet op het principe van het ama-
teursrhap is opgebouwd en niet in haar
hoofdorganisaties en onderafdeelingen uit
sluitend door amateurs wordt geleid, op
den duur tot ondergang is gedoemd. Men
behoeft zich slechts de gezonde ontwikke
ling voor oogen te stellen van de Engelsche
voetbalsport, welke uitsluitenr door ama
teurs wordt geleid: tegenover 5000 inge
schreven beroepsspelers, staan ongeveer
1.000.000 ingeschreven amateur-spelers.
Er bestaat dus niets, wat een nationalen
voetbalbond zou kunnen beletten, aan een
Olympisch tournooi te Berlijn deel te ne
men. Men kan derhalve verwachten, dat
het Olympisch voetbaltournooi van 1936
grooter zal zijn dan alle vroegere.
DE OLYMPISCHE SCHERM-
WEDSTRIJDEN.
De Leidsche sabelkampioen Swaan in
training.
Door de Technische Commissie van den
Kon. Ned. Amateurs Schermbond is de
heer J. J. Swaan, sabelkampioen van den
Schermbond Leiden en Omstreken, aange
wezen voor de Olympische training op
sabel.
Instructeur van den heer Swaan is de
heer D. Gijsberti Hodenpijl te Leiden, die
hiermede zijn derden leerling in training
ziet genomen voor de Olympische spelen.
Behalve de heer Swaan zijn n.l. reeds aan
gewezen le luit. mr. J. D. Schepers (voor
degen) en de 2e luit. v. d. Horst (voor mi
litairen vijfkamp).
Ons land zal niet op floret uitkomen in
het sohermtournooi, wijl de deelname hier
te zwak zou zijn.
Vraag: Van een fiets, die in een kaas-
schuur stond is het nikkel en lak dof ge
worden en uitgeslagen. Wat is daaraan te
doen?
Ant woord: Nikkel dat alleen maar
dof is aangeslagen kan met een vette lap
weer glimmend worden gemaakt. Indien
echter het weer in het nikkel is gekomen,
is daaraan niets te doen. Wat het Lak be
treft, dit kan men opwrijven met lakpolis
of boehwas. Het is echter ook mogelijk, dat
onder het lak roest is achtergebleven, in
dat geval moet de fiets opnieuw worden
gelakt.
Vraag: Ik wilde gaarne Broeder wor
den. Kunt u mij hiervoor inlichtingen ver
strekken.
Antwoord: Hiervoor kunt u het best
overleg plegen met uw biechtvader of met
uw pastoor.
Vraag: Kunt U mij ook inlichtingen
geven aangaande het „systeem" hetwelk
toegepast wordt bij biljartwedstrijden,
competitie-wedstrijden. De afkortingen bij
de verslagen gebruikt in uw courant be
grijp ik wel. Echter vond ik 't vorig jaar
bij een verslag vermeld stand 21, wat
mij niet duidelijk was.
Antwoord: Bij het biljarten worden
bij persoonlijke wedstrijden geen punten
gegeven. Wel echter bij club wedstrijden.
Wanneer b.v. 2 clubs, elk met 3 spelers
tegen elkaar uitkomen en van club A ver
liezen er twee hun partij tegen hun resp.
partners uit club B en een wint zijn partij,
dan is de stand dus 21 voor club B.
Nog een ander voorbeeld: Club A en B
spelen elk met 8 spelers een clubwedstrijd,
dus de 8 spelers van A spelen ieder 1 par
tij tegen een der 8 spelers van B. Winnen
er nu 4 van A hun partij en vier van B,
dan is de stand 44.
Vraag: Kan iemand onzer lezers mede-
deelen de bezoekdagen en -uren van het
R.K. Ziekenhuis St. Johannes de Deo te
Haarlem?