DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
Japan als wereldveroveraar
27ste Jaargang
MAANDAG 21 OCTOBER 1935
No. 8247
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Lelden 19 cent per weekf 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2,95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, btf
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
regel
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: 0.50
Expansie-dwang uit dwingende noodzaak.
Bedreigt het „gele gevaar" ons Indië?
EEN BOEK, DAT TOT NADENKEN
STEMT.
Bestaat het „gele gevaar" nog?
Wie het boek van Antoine Zischka „Ja
pan, Wereldveroveraar" heeft gelezen, zal
zich verbijsterd afvragen, hoe men er nog
aan twijfelen kan.
Het kleine Japan aan de andere zijde
van den wereldbol verheft zich langzaam,
maar gestadig en dreigend; het groeit en
grijpt naar macht en bodem-bezit.
Nederland mag voor het Japansche
vraagstuk niet blind zijn en mag z'n ooren
niet stoppen voor de stemmen van hen,
die waarschuwen, want ons Indië ligt zoo
dicht bij de grijparmen van den immer-
glimlachenden en beleefden maar koel be
rekenenden Japannees.
Een machtige waarschuwende stem is
die van den wereld-reiziger en journalist
Antoine Zischka, die met zijn vlotte pen
het probleem der Japansche expansie aan
een waarlijk indrukwekkende analyse
heeft onderworpen.
Zijn betoog, dat boeiend is neergeschre
ven en het stempel draagt van een vlotte^
wereldreportage, is daarom zoo indruk
wekkend omdat hij zich persoonlijk van de
toestanden in het eilandenrijk van de Rij
zende Zon op de hoogte heeft gesteld en
het relaas van de feiten heeft gestaafd
met een overvloed van cijfers en statis
tisch materiaal, zonder te vervallen in
droge en dorre getallen-taal.
Wij allen, die in de laatste jaren de kran
ten hebben gelezen, weten, hoe Japan zich
heeft vastgezet in Mandsjoerije; hoe het
een machtig leger op de been houdt, on
danks nijpend geldgebrek; hoe het den
Volkenbond heeft getrotseerd in zijn ver
overingszucht.
Toch is het niet zoozeer de Japansche
legermacht, die te duchten is. Veel groo-
ter is het gevaar, dat dreigt van een eco
nomische penetratie. Japans macht ligt in
de economie en het Japansche probleem is
er een van economischen aard.
De Japanner is van nature en krachtens
oude traditie geen veroveraar en geen
avonturier.
Mr. dr. Roeper Bosch, die een voor
woord schreef bij dit boek van Zischka,
zegt daarin o.a.: „Levend te midden van
Japanners uit alle standen en hun taal
eertijds vloeiend sprekend, heb ik het
volkskarakter leeren kennen en waardee-
ren, maar ook de zwakheid daarvan be
seft. Ondanks zijn vele voortreffelijke
eigenschappen ontbreken aan het Japan
sche karakter die innerlijke krachten, die
ons Westerlingen gemaakt hebben tot wat
wij geworden zijn. Slechts armoede en ge
vaar drijven Japan tot krachtsontplooiing,
niet een ingeboren drang daartoe".
Een overbevolkt land.
Velen zullen misschien Japan nog zien
als een paradijs van geisha's en van ker
sebloesems en lotusbloemen, weerspiege
lend in blanke vijvers, maar in werkelijk
heid is het een land van veel ellende, van
ontstellende werkloosheid en van een ge
weldige overbevolking. De bevolking van
dit eilandenrijk is in de laatste 80 jaren
bijna vier maal zoo talrijk geworden, wat
niet bepaald weinig genoemd kan worden.
Het heeft thans een bevolking van een
kleine 70 millioen zielen en is het dichtst
bevolkte gebied op de geheele aarde.
De bodem is vulkanisch hetgeen blijkt
uit het groote aantal aardbevingen dat
Japan pleegt te teisteren en wanneer
men de onvruchtbare gedeelten niet mee
telt, moeten er volgens Zischka niet min
der dan 1000 inwoners leven per vierkante
K.M. Dat moge overdreven zijn, maar dat
de overbevolking er onrustbarend is, zal
door niemand worden weersproken. Geen
wonder, dat het aanbod van arbeidskrach
ten dermate groot is, dat er arbeiders te
krijgen zijn tegen een loon, dat voor Euro-
peesche begrippen eenvoudig belachelijk
is. Een der redenen, waarom Japan de we
reldmarkt kan overstroomen met produc
ten van zijn industrie tegen prijzen, waar
bij elke concurrentie is uitgesloten.
Zischka geeft in zijn boek een typeerend
staaltje van het overrijke arbeidsmateriaal
dat men er heeft.
„Wat den vreemdeling in Japan het
eerst opvalt, schrijft hij, dat zijn de taxi's,
waar de chauffeur altijd nog een tweeden
man naast zich heeft, om het portier open
te maken; de krantenverkoopers, die altijd
twee aan twee werken: één die den titel
schreeuwt en één, die de nummers vouwt;
de treincontroleurs, die vier(!) man sterk
de biljetten komen knippen: de eerste kon
digt buigend de controle aan, de tweede
neemt de kaartjes in ontvangst en reikt ze
aan den derde, die ze knipt en doorgeeft
aan den vierde ter verificatie....!" Deze
laatste vier treincontroleurs verdienen sa
men veel en veel minder dan één van him
collega's in Europa. Zelfs bij een derge
lijke overvloedige bezetting van iederen
post, is het aantal werkloozen nog uiter
mate groot, niettegenstaande de Japansche
fabrieken een ongekenden bloei beleven.
Wanneer men leest van dergelijke toe
standen verbaast men zich niet meer over
den expansie-drang van Japan.
Zeer merkwaardig is daarbij evenwel te
lezen, dat die sterke bevolkingsaanwas ge
deeltelijk althans het gevolg is geweest
van een bewuste bevolkingspolitiek van
hooger hand. Toen Japan n.l. nog een in
zich afgesloten rijk was, waar geen vreem
deling toegang had en geen inheemsche de
grens over mocht het opensteilen der
Japansche havens is nog geen eeuw gele
den! paste men een vrij rigoureuze ge
boortebeperking toe, maar sinds de laatste
80 jaren zag men geen andere kans om
den blanken vreemdeling de baas te wor
den dan door een numeriek krachtige be
volking te kweeken. Meer materiaal voor
de fabrieken en de steeds uitbreidende in
dustrie, meer soldaten voor het leger, meer
menschen voor expansie naar buiten.
Thans is de bevolkingsaanwas niet meer
te stuiten en dwingt de honger en de el
lende de van nature aan eigen land ge
hechte Japanners om zich over het ge
heele Verre Oosten te verspreiden.
„Gerichte" economie.
Zij hebben achter zich een men zou
haast zeggen volmaakt industrie-apparaat.
Ongeveer het geheele economische en in-
dustrieele leven wordt beheerscht door
twee machtige families, n.l. die der Mit-
sui's en der Mitsubishi's, die groote con
cerns hebben gevormd en een stelsel van
volmaakt „gerichte" economie doorvoeren.
„Men ziet, zoo schrijft Zischka in zijn in
leiding, hoe Japan reeds lang vóór de Rus
sische experimenten en de proeven van
Roosevelt naar wetenschappelijke begin
selen bestuurd werd, hoe zijn ontwikke
lingsproces van een ontstellende logica is
en gebaseerd op aardrijkskundige en sta
tistische gegevens, op stoffelijke en intel-
lectueele hulpbronnen, maar steeds gericht
en gedragen door de eene scherp-omlijnde
Idee".
Japan kent niet „het vrije spel der eco
nomische krachten", dat de liberale eco
nomie in Europa steeds heeft gehuldigd.
Alles is „gericht" en doelmatig gemaakt
als de onderdeelen van een goed werkende
machine. En deze machine vindt tegenover
zich een versnipperd Europa, waar men
elkander tegenwerkt en beconcurreert,
waar de een afbreekt, wat de ander heeft
opgebouwd.
Daar hebt u het „gele gevaar", dat
dreigt. Het „brein", de intellectueele lei
ding,is koel en heeft alles goed berekend;
het weet van doorzetten en heeft de lei
ding vast in handen. De „handen", welke
door het brein worden geleid, zijn vele en
goedwillig omdat de nood dwingt.
In welke richting zal de expansie-drang
zich uiten? Mandsjoekwo en China hebben
zich tevergeefs verzet. De Vereenigde Sta
ten van Amerika hebben him grenzen her
metisch gesloten; Canada, Australië, de
Philippijnen eveneens. Zal Nederlandsch-
Indië den druk kunnen weerstaan?
Vele vragen doen zich aan ons op na le
zing van het merkwaardige boek van
Zischka. Het geeft stof tot vele overpein
zingen.
Eén ding willen wij nog even naar voren
halen.
Zischka schrijft: „In de Japansche films
treden slechts helden op. De films der blan
ken geven voor 90 pet. slechts idioten en
schavuiten te zien. Het Japansche tooneel?
Gevechtsscènes, heldendaden, klinkende
leuzen. De blanke tooneelgezelschappen,
die het Oosten bereizen, vertoonen half
naakte blanke vrouwen. Ze toonen de „go
dinnen" in de armen van een of anderen
lachwekkenden gigolo.
Wie heeft ooit een Japanschen matroos
dronken gezien? Een Japansch soldaat
met verlof, die zich in gezelschap van
vrouwen vertoonde? Een Europeesche han
delsagent heeft zes boys en een indruk
wekkende wagen; hij werkt twee uur per
dag en men kan hem aantreffen in een
bar of op de golflinks. De Japansche han
delsagent is een bescheiden mannetje.
Wanneer het om een belangrijke transactie
gaat, diept die kleine Japanner een paar
duizend ponden sterling uit zijn zak, ter
wijl de blanke in. steeds talrijker ge
vallen zijn huishuur niet kan betalen
en schuld heeft bij den barhouder".
Zou het dan toch onze eigen schuld zijn,
wanneer de Japanner ons wegdrong uit
het Oosten?
Mr. H. F. A. GEISE.
Het feestvieren in dezen tijd.
Feestvieren behoeft ook in dezen tijd niet
te worden afgeschaft!
Vanzelfsprekend is dat voor bepaalde
feestvieringen belangrijke herdenkingen
b.v., waarvan niemand meent, dat men ze
ongevierd voorbij zou moeten laten gaan,
omdat de tijd er niet naar is, om feest te
Doch er zijn van die feestvieringen,
rondom een lustrum b.v., die men zou kun
nen nalaten, zonder aan de kern van de
herdenking te raken.
Hier moet men zich echter ook niet door
een te sombere stemming laten meesleu
ren.
Zoo waar als 't is, dat in een „goeden"
tijd dergelijke buitengewone dingen een
nuttig effect kunnen hebben, doordat ze ons
'ns onttrekken aan het gewone en dage
lij ksche zoo waar is dat óók in een
„slechten" tijd.
Daarbij komt de overweging dat er bij
zoo'n feestviering geld rolt; en dat is een
goed ding vóóral in dezen tijd.
Aan deze laatste opmerking moeten wij
echter een en ander toevoegen. Men
mag die niet maken om alle feestvie
ring, om alle vermaken en genoegens
(ook al zijn deze in zich niet slecht) goed
te praten!
Er moet in deze tijd in feestvieren,
in vermaken en genoegens méér beper
king zijn, dan in een oeconomisch gunsti-
gen tijd. Maar dan moet daardoor, door
die beperking, niet minder geld rol
len; hetzelfde geld moet anders rollen,
moet rollen direct naar degenen, die er
zoo'n dringende behoefte aan hebben, om
te kunnen voldoen aan redelijke levens-
eischen!
Hulde daarom b.v. aan de afdeeling Lei
den van de K.J.M.V. „Peter Kanis",
die het geld, dat anders jaarlijks wordt
uitgegeven voor een jaarfeestviering, aan
gevuld met andere bijdragen, dit jaar wil
besteden voor een uitkeering aan de be-
hoeftigen op het groote liefde-feest, het
Kerstfeest. Wij brengen hulde voor dat
kranige en voorbeeldige optreden; zonder
dat wij daarmede willen verklaren, dat
naar onze meening nu in-eens alle jaar
feesten van vereenigingen zouden moeten
worden stopgezet!
Wij stellen deze daad van „Peter Kanis"
als een voorbeeld een voorbeeld on
der verschillend opzicht.
Een voorbeeld van christelijk be
zuinigen in dezen tijd! Niet bezuinigen, om
het daarmede uitgewonnen geld op te pot
ten, omdat men t misschien er
'ns een keer zou kunnen noodig hebben,
maar om het weer uit te geven op een an
dere manier, een manier die nuttiger,
beter is, bezien in het licht van de chris
telijke liefde!
In dezen tijd vooral is het „oppotten"
on-maatschappelijlk en dus slecht.
Met deze veroordeeling van het „oppot
ten" veroordeelen wij natuurlijk niet het
sparen.
Wij herinneren ons in dit verband den
Diocesanen Haarlemschen Katholiekendag
te Leiden gehouden. Prof. v. Ginneken S.J.
had ons in de Stadsgehoorzaal doen ge
nieten van een schitterende rede; en daar
na stond de toenmalige Bisschop Mgr. Cal-
lier z.g. op, om zijn diocesanen nog eenige
practische wenken te geven. De Bisschop
waarschuwde zijn diocesanen voor het „op
potten", wat slecht is, in tegenstelling met
het sparen, wat plicht en deugd kan zijn!
Sparen zouden wij aldus willen omschrij
ven: het bewaren van geld en goed, uit
een redelijke redelijke, dus b. v. geen
overdreven zorg voor de toekomst van
ons zelf en van hen, voor wie wij een ze
kere zorg moeten of willen dragen; of, an
ders gezegd, het bewaren van geld en goed,
omdat wij de redelijke overtuiging heb
ben, dat dit later noodiger zal zijn, nuttiger
en beter zal kunnen worden gebruikt, dan
op dit oogenblik.
Heel iets anders is het „oppotten", wat
geschiedt, zonder conscientieuse overwe
gingen, wat geschiedt uit hebzucht of uit
gierigheid.
't Zou een ongelukkige misvatting zijn,
BINNENLAND
DE JEUGDWERKLOOSHEID.
Katholiek congres ter bestudeering van het
vraagstuk.
Steeds meer bewust van den beangsti
genden omvang der jeugdwerkloosheid,
overtuigd van en verontrust door de funes
te gevolgen der werkloosheid op het leven
der jongeren, heeft de Nationale R.K. Com
missie voor jeugd werklooze nzorg gemeend
de mogelijkheden tot helpen te moeten on
derzoeken en bestudeer en op een Congres,
gewijd aan de vraagstukken de jeugdwerk
loosheid betreffende. Dit Congres is heden
gehouden te Nijmeegn in „De Vereeni-
ging".
Op dit Congres zijn de volgende onder
werpen, schriftelijk toegelicht door een
reeks van deskundigen, besproken gewor
den.
L A. Invloed van den crisistijd op de op
groeiende jeugd in maatschappelijk op
zicht, in het bijzonder betreffende de crimi
naliteit. Preadaviseur was mr. dr. G. H. A.
Feber, plaatsvervangend rechter in de Ar
rondissementsrechtbank te 's-Gravenihage.
B. Invloed van den crisistijd op de op
groeiende jeugd in verband met beroep en
beroepsvaardigheid. Praeadviseur was AL
van Iersel, Industrieel te Breda.
II. A. Inschakeling in het beroepsleven
van werklooze jonge arbeiders. Praeadvi-
seurs waren: ir. dr. W. J. Droesen, Lid van
de Tweede Kamer der Staten Generaal te
Roermond, K. L. H. van der Putt, Lid van
de Tweede Kamer der Staten Generaal te
Eindhoven en J. G. van den Brink, Hoofd
bestuurder van den R.K. Metaalbewerkers-
bond te Bergen-op-Zoom.
B. Inschakeling in het beroepsleven van
werklooze jonge intellectueelen. Praeadvi
seur was mr. G. C. J. D. Kropman, Wethou
der van Sociale Zaken te Amsterdam.
Hl. Bestrijding van de gevolgen van de
jeugdwerkloosheid. A. voor jongens, prae
adviseur: Jos. Veldman, Tweede Secretaris
v. h. R.K. Werkliedenverbond te Utrecht. B.
voor meisjes, praeadviseuse mr. Jo Ver
beek, Catechiste te Breda.
Wij komen morgen nader op dit Congres
terug.
BRANDSTOFFENBIJSLAG.
Evenals vorig jaar mag van 27 October tot
28 Maart een bijslag van ten hoogste L
per week worden verstrekt.
De minister van sociale zaken deelt aan
de gemeentebesturen mede, dat in het tijd
vak van 27 October 1935 tot en met 28
Maart 1936 evenals den vorigen winter is
geschied, aan ondersteunde en bij een
werkverschaffing geplaatste werkloozen
een brandstoffenbijslag van ten hoogste
1 per week mag worden verstrekt. Voor
dezen bijslag komen in aanmerking ge
huwde en ongehuwde kostwinners en z.g.
op zichzelf wonende personen met eigen
meubilair. Aan kostgangers en dergelijke
mag de bijslag niet verstrekt worden.
De toekenning van brandstoffenbijslag
aan ondersteunden mag in zooverre tot ge
volg hebben, dat de maxima, welke sedert
1 Juli 1934 in de plaats getreden zijn van
die, bedoeld in de artikelen 8 en 19 der
steunregeling, overschreden worden, dat
by geheele werkloosheid de som van
steunbedrag en brandstoffenbijslag en bij
gedeeltelijke werkloosheid de som van het
loon van den ondersteunde, het steunbe
drag en den brandstoffenbijslag ten hoog
ste bedraagt 95 pet. van het loon, dat de
betrokken arbeider ten tijde van de on
dersteuning in het vrije bedrijf zou kun
nen verdienen, indien hij niet werkloos
Zij, die geen volle week bij de werkver
schaffing zijn geplaatst dan wel periodiek
zijn tewerkgesteld, kunnen den bijslag
slechts ontvangen voor de dagen of weken
gedurende welke zij bij de werkverschaf
fing arbeiden, bij bijvoorbeeld 4 dagen
plaatsing dus maximaal 4/6 van een gul
den; een en ander met dien verstande, dat
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER
BLADEN.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
De coördinatie-commissie heeft de voor-
I gestelde economische sancties aanvaard,
i Op 31 October komt zij weer bijeen. Over-
eenstemming tusschen Engeland en Frank-
I rijk, waardoor hoop gewekt wordt op ont
spanning in de Middellandsche Zee. Van
het Abessijnsche oorlogstooneel geen
nieuws van beteekenis. (4de blad).
Vandaag eindigt Duitschlands lidmaat
schap van den Volkenbond. (4de blad).
Arthur Henderson, de bekende voorzit
ter van de Ontwapeningsconferentie, over
leden. (4de blad).
Storm op de Noordzee en over Enge
land. (Buitenl. Ber., 4de blad).
BINNENLAND.
Congres ter bestndeering van het vraag
stuk der jeugdwerkloosheid (1ste blad).
De brandstoffentoeslag in den aanstaan
den winter (1ste blad).
als iemand meende, dat ook in dezen tijd
sparen niet plicht en deugd zou kunnen
zijn. De christelijke naastenlief-
j de moet hier echter voor onredelijkheid,
onredelijkheid onder de huidige omstan-
digheden voor overdrijving behoeden!
Wij zijn afgedwaald van ons eigenlijk
onderwerp!
Feestvieren is ook in dezen tijd lang niet
altijd uit den booze. Men moet echter tem
peren; 't kan goed zijn in bepaalde geval
len, het geheel na te laten. En het daardoor
„vrij" gekomen geld moet men dan op een
andere wijze laten rollen, bewogen en ge
leid door de christelijke naastenliefde.
Het loonconflict i
(lste blad).
de sigarenindustrie
In den storm van Zaterdagnacht zijn bet
SS. „Kerkplein" en de te hulp komende
sleepboot „Drente" bij Egmond gestrand.
De storm veroorzaakte meerdere scheeps-
ongelukken. (3de en lste blad).
Weer een slachtoffer van den onbewaak-
ten overweg. (3de blad).
OMGEVING.
Twee ernstige aanrijdingen te Wassenaar
(4de en 3de blad).
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
VOETBAL: Mogelijkheid, dat de wed
strijd België—Nederland weer te Antwer
pen wordt gehouden. (2de blad).
ZWEMMEN: Nieuw wereldrecord en twee
nieuwe Ned. records (2de blad).
SCHAKEN: De achtste partij Enw©Al-
jechin afgebroken. (2de blad).
BILJARTEN: De Ned. Biljartbond ver
breekt alle contact met Duitsche biljarters.
(2de blad).
WIELRENNEN: De wegkampioenschap
pen van Swift verreden. Successen van Pij
nenburg en Wals te Bazel en Dortmund.
(2de blad).
zij aan toeslag niet minder zullen ontvan
gen dan zij zouden kunnen krijgen, indien
zij niet bij de werkverschaffing waren ge
plaatst, doch in den steun waren geble
ven.
Ook dezen winter mag, indien bijv.
door verstrekking van cokes van de ge
meentegasfabriek of door aankoop van
brandstoffen op groote schaal uitgifte
tegen verlaagden prijs mogelijk is, aan
brandstoffenbijslag, hetzij dat deze in geld
dan wel in natura wordt verstrekt, niet
meer worden toegekend dan voor een ar
beidersgezin noodzakelijk geacht moet
worden. Indien bijv. cokes wordt verstrekt
tegen 50 cent per H.L. en een hoeveleheid
van 1J4 H.L. per gezin voldoende geacht
kan worden, dan mag niet meer dan 1%
HU. beschikbaar worden gesteld. Het ver
schil tusschen de waarde van laatstge
noemde hoeveelheid, 75 cent, en den maxi
mum-bijslag van 1, dus 0.25, mag dan
niet bóvendien uitgekeerd worden, ook al
zou bij uitbetaling van dat verschil het
bovengenoemde percentage.niet overschre
den worden.
In de kosten van verstrekking van den
brandstoffenbijslag aan werkloozen, die in
de steunregeling zijn opgenomen of bij een
gesubsidieerde werkverschaffing zijn ge-
j plaatst, zal uit het Werkloosheids-subsidie-
fonds eenzelfde bijdrage worden toege-
j kend als in de overige kosten van steun-
verleening of in de loonen der werkver
schaffing worden verleend.