VRIJDAG 18 OCTOBER 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 BUITENLAND DUITSCHLAND. EEN VEELZEGGEND ONTSLAG. In verband met de kwestie van het Concordaat met Duitse hland. Minis terialdirektor dr. Buttmann is, als zoodanig naar Kipa meldt, voorloopig op non-activiteit gesteld en tot directeur-gene raal van de Beiersche Staatsbibliotheek in Münohen benoemd. Dr. Buttmann heeft bij de totstandkoming van het rijksconcordaat met den H. Stoel een voorname rol gespeeld en daartoe her haaldelijk in Rome vertoefd. Het feit, dat hij thans op non-activiteit is gesteld, bevestigt het reeds lang gekoester de vermoeden, dat de uitvoering van aan vullende bepalingen met betrekking tot het rijksconcordaat binnen afzienbaren tijd niet te verwachten is. OOSTENRIJK. Reorganisatie der regeering SCHUSCHNIGG ONTDOET ZICH VAN FEY. De invloed van Prins Starhemberg versterkt. Bondskanselier Schuschnigg heeft staats president Miklas gisteren het ontslag van het kabinet aangeboden. Miklas belastte hem met de vorming van een nieuwe regeering. Schuschnigg blijft kanselier met prins Starhemberg als vice-kanselier en Berger- Waldenegg als minister van buitenlandsche zaken. Minister van binnenlandfiche zaken wordt Eduard Baar-Barenfels, tot nu toe gouver neur van Neder-Oostenrijk. De ministers Fey, Neustadter-Stürmer en Reither zullen in het nieuwe kabinet geen zitting hebben. Unificatie der weerbaarheidscorpsen. Terzelfde tijd zal de unificatie van de weerbaarheidscorpsen worden doorgevoerd volgens het door den leider van het Vader - landsche Front en der Weerbaarheidscorp sen Ernst Starhemberg in overeenstemming met bondskanselier dr. Schuschnigg opge stelde plan. De geünificeerde weerbaarheidscorpsen zullen den naam dragen van: „Vrijwillige militie-Oostenrijksche Burgerwacht". Deze corpsen zullen de eenige dragers zijn van de vrijwillige weerbaarheidsbeweging in Oostenrijk. Om een doelmatige ontwikke ling en unificatie van de algeheele weer kracht van het volk mogelijk te maken, zal voor een nauw en constant contract tus- schen de weerbaarheidscorpsen en de mili tie worden zorggedragen. Bondskanselier dr. Schuschnigg heeft den vice-kanselier en leider van het weerbaar heidsfront, Starhemberg, alle noodige vol machten verleend noodig om een doelmati ge en ongestoorde samenwerking tusschen weermacht en vrijwillige militie tot stand te brengen. Verder zullen de nog bestaande jeugdor ganisaties tot één organisatie worden ver- eenigd, met inachtneming van de in het concordaat neergelegde principes. Door deze reorganisatie is de invloed van prins Starhemberg en de Italiaansche invloed op de Oostenrijksche regeering ten zeerste versterkt. Openbare gebouwen te Weenen sterk bewaakt. .Daar men naar aanleiding van de wijzi ging in het kabinet, met name wegens het heengaan van minister Fey die Woensdag naar aanleiding van zyn driejarig minis terschap door de Weensche Heimwehr als haar leider is gehuldigd vreesde voor on geregeldheden in de hoofdstad, werden de openbare gebouwen des middags onder scherpe bewaking gesteld. JAPAN. HERVATTING NEDERLAND SCH— JAPANSCHE SCHEEPVAART ONDERHANDELINGEN. De „Jiji Sjimbo" meldt, dat een overeen stemming is tot stand gebracht tusschen de opvattingen van den Japanschen minister van buitenlandsche zaken Hirota en den Ne- derlandschen, diplomatieken vertegenwoor diger, Pabst, betreffende een hervatting van de NederlandschJapansche scheepvaart onderhandelingen, die indertijd mislukt zijn op grond van de omstandigheid, dat geen overeenstemming kon worden bereikt over de taal, die tijdens de conferentie zou worden gebruikt. De heer Pabst zal in het begin van de volgende week een onderhoud hebben met Saboero Koeroesoe, den directeur van het handelsbureau, waarbij van gedachten zal worden gewisseld over concrete maatrege len ten gunste van een hervatten der ge noemde besprekingen JAPAN WENSCHT SAMENWERKING MET CHINA. .Men verwacht in verband met de aan komst te Sjanghai van vertegenwoordigers van de ministeries van buitenlandsche za ken en oorlog te Tokio, die den Japanschen ambassadeur instructies hebben overge bracht, gebaseerd op het tusschen de drie ministeries bereikte accoord inzake de Ja pansche politiek in China, dat Japan in China nieuwe stappen zal doen. Genoemde Japansche autoriteiten zullen op 20 dezer besprekingen voeren met de Japansche diplomatieke en militaire verte genwoordigers uit alle deelen van China, waarna de Japansche ambassadeur naar Nanking zal gaan om aan de Chineesche regeering voorstellen te doen met betrek king tot de Chineesch-Japansche samenwer king, iin het bijzonder wat betreft de eco nomische maatregelen. Japan zal, naar men verwacht, krachti- gen druk oefenen, en wellicht zelfs met militair optreden dreigen, om de Chinee sche regeering er toe te bewegen zich in de politiek van Japan te schikken, en Japan zal in het bijzonder erop wijzen dat China Westersche hulp moet laten varen ten gun ste van Japanschen bijstand. BUITENLANDSCHE BERICHTEN 95 GRADEN IN DE SCHADUW. Ongewone warmte en droogte in Joego-Slavië. Uit Belgrado wordt gemeld: Tengevolge van de voor dezen tijd van het jaar onge wone warmte en droogte, waarbij een tem peratuur bereikt werd van 95 gr. in de schaduw, is het water van den Don au aan merkelijk gezakt en heeft thans een stand bereikt zooals in geen 50 jaar is gebeurd. Op vele plaatsen kan men door de bed ding waden. De scheepvaart op de Sava ligt geheel stil en vele vaartuigen zijn op zandbanken vastgeloopen. De Donau zelf kan nog slechts door klei ne vaartuigen bevaren worden. De rivierdienst tusschen Belgrado en Weenen is stilgelegd. RECHTZAKEN De Ossche misdrijven INBRAAK TE HEESWIJK. Vervolgens is behandeld de inbraak in de woning van den thans 85-jarigen Karei Weddeman te Heeswijk, gepleegd in den nacht van 14 op 15 Juli 1934. De buit be stond uit twee horloges, een paar oorbellen, een gouden ring, eenige lepels en vorken, eenige beurzen met geld, een armband en een portefeuille met ƒ300, alles toebehoo- rende eensdeels aan Weideman, anderdeels aan de 57-jarige dienstbode Sijntje Bruins. De daders hadden zich toegang tot de wo ning verschaft door uitsnijding van een glasruit en inklimming door het raam. Onder verdenking, dit feit tezamen en in vereeniging met een of meer anderen te hebben gepleegd, stond terecht de 29- jarige gedetineerde arbeider A. H. den B. en de eyeneens gedetineerde 30-jarige ar beider M. van O. Beide verdachten ontkennen. Den B. be weert, dat het allemaal fantasie is. Rijksveldwachter Boutens uit Dinther heeft een onderzoek ingesteld na de aan gifte, maar in het huis niets kunnen waar nemen. Mej. S. Bruins, dienstbode, zegt, dat de inbrekers tusschen 12 en 1 binnen zijn gekomen. De hond van de buren blafte. J. P. Ceelen, gedetineerd, verklaart dat bij met verd. mee naar Heeswijk is gegaan. Verd. den B.: Het is allemaal fantasie. Hij is half gek. Ceelen verklaart verder, dat hij uit het huis van Weideman een koffertje heeft meegenomen, dat slechts ƒ4 bleek te be vatten. Hij heeft gezien, dat den B. een kast met een beitel opende en te Oss heeft bij verscheidene voorwerpen in diens bezit gezien. Get. heeft van den buit niets ge kregen. Chr. den B., gedetineerd, broer van verd-, erkent op den uitkijk te hebben gestaan. Hij was met Ceelen naar Heeswijk gegaan. A. den B. en van O. waren er niet bij. De officier waarschuwt dezen getuige, dat hij hem zal vervolgen wegens meineed. Na verdere verklaringen van dezen getui ge, die niet te volgen zijn, kondigt het O. M. vervolging wegens meineed aan. Get. Chr. den B. houdt vol, dat zijn broer en van O. er niet bij zijn geweest. Ook niet toen het koffertje met den armband, enz., werd verdonkeremaand. Het O.M. meent, dat de verklaringen van Ceelen en den inmiddels overleden K. Wei deman voldoende zijn voor het bewijs en eischte tegen ieder der verdachten 8 jaar gevangenisstraf. Verd. den B. zegt, dat hij bij veroordee ling onschuldig veroordeeld wordt. Hij was toen te Rijswijk aan het werk. Hij kan ech ter niet precies zeggen wanneer dat was. Van O. houdt ook vol, dat hij van niets weet Jhr. mr. C. van Nispen tot Sevenaer zegt, dat toch wel de bezwaren blijken om een mede-verdachte te laten getuigen. Mr. Schipperyn vraagt, de verdachten A. den B. en van O. te hooren als getuigen te gen Chr. den B. De officier zegt dat dit een meineed wordt. Mr. Schipperyn vindt het eigenaardig, dat Ceelen bevoordeeld wordt. Waarom wordt die niet in deze zaak vervolgd? De president zegt, dat de officier dit dient uit te maken. Daarna staat terecht Chr. den B., 32 jaar, arbeider te Oss, verdacht betrokken te zijn geweest bij de zoo juist behandelde inbraak en geld, daarvan afkomstig, als geschenk te hebben aangenomen. Hij verklaart nu anders dan voor den rechter-commissar is Ceelen zegt, dat A. den B. en van O. er wel bij geweest zijn. Zij waren met vieren: de beide B.'s en O. en getuige. Get. meent, dat verd. zijn broer wil spa ren. Hij gelooft, dat van O. het voornaam ste bedrag van 300 genomen heeft. Het O.M. houdt zich aan de verklaringen van verd. voor den rechter-oommissaris en eischte wegens medeplichtigheid aan dief stal en heling drie jaar gevangenisstraf met aftrek van de voorloopige hechtenis. De verdediger, mr. Schipperyn, herhaalt zijn vraag, waarom Ceelen niet vervolgd wordt. Rechter mr. Schroder: Daar zou ik me maar niet ongerust over maken. Mr. Schipperyn: Daar maak ik me wèl ongerust over. Pleiter acht zich bemoeilijkt, doordat A. den B. en van O. niet als getuigen gehoord mochten worden. Als de verklaring van Ceelen wegvalt, blijft er niets over. Op het verleden van verd. is niets te zeggen. Plei ter is ongerust over het ontstaan van een zekere Oss-psychose, waarbij de objectivi teit gevaar zou loopen. Hij vraagt tenslotte een clemente straf. Inspecteur van Kempen verklaart nog, dat deze verdachte de beste van de kwaden in de familie is. Uitspraak over 14 dagen. HAAGS OHE RECHTBANK. DOODELIJKE AANRIJDING TE SASSENHEIM. In den namiddag van 16 Juli jJL reden twee pleegzusters per rijwiel in de Hoofd straat te Sassenheim, rechts van den weg, in de richting naar Leiden. Ter plaatse, waar de weg zich vernauwt, werd de linksche wielrijdster, de 32-jarige zuster L. de Geus, plotseling door een voorbijrijdende, door den timmerman D. W. uit Broek op Langendijk bestuurde, vracht auto gegrepen, juist op het oogenblik, dat de zusters, in plaats van naast elkander, achter elkaar wilden gaan rijden. Zuster de G. bleef aan een haak van den laadbak hangen en werd in die positie over 40 M. afstand medegesleept, waarna zij viel en het achterwiel van de auto haar over het hoofd ging. Het slachtoffer stierf bijna on middellijk. Volgens de getuigenverklaringen reed De W., die zich voor de Haagsche recht bank ter zake van het veroorzaken van dood door schuld te verantwoorden had, met een snelheid van 50 K.M. en wilde hij juist ter hoogte, waar de wielxijdsters wa ren, de tram passeeren, doch daarvoor bleek de ruimte tusschen de tram en de wielrijdsters te gering. Beide zusters kwa men door de aanrijding te vallen. Een trambestuurder van de N.ZR.T.M. uit Haarlem, verklaarde, dat de verdachte hem kort vóór de brug passeerde. Verdach te trachtte de tram te coupeeren, teneinde de brug eerder te bereiken. Verdachte beweerde, met een vaart van 20 KLM. door Sassenheim te hebben gere den en de beide wielrijdsters niet te heb ben gezien, doch de president logenstraf te deze bewering, daar hij, juist om die wielrijdsters te ontwijken, plotseling een zwenking in de richting van de tram maakte. Op het laatste oogenblik is hij weer naar rechts gegaan. Het O.M., waargenomen door jhr. mr. Van Asch van Wijck, requisitoir nemend, constateerde, dat, wanneer de verdachte beweert, dat hij de wielrijdsters wèl heeft gezien, en meende toch ruimte ge noeg te hébben, hij onbekwaam moet wor den geacht om achter het stuur te zitten. Zelfs indien er geen ongeluk zou hebben plaats gehad, zou de verdachte, door deze wijze van rijden door den Kantonrechter met een vrijheidsstraf moeten worden ge straft. Hij verdient dubbel en dwars een vrijheidsstraf en spr. vroeg dan ook ver oordeeling tot twee maanden gevangenis straf met intrekking van het rijbewijs voor den tijd van één jaar. Uitspraak 31 October a^. AANRIJDINGEN. In de van den chauffeur A. R. te Leiden, die als autobestuurder op 30 Juni j.l. op den Noorder weg te Rijnsburg een motorrijder aanreed, waardoor deze en diens verloofde, welke op de duo had plaats genomen, kwamen te vallen en letsel be kwamen, eischte de officier, na getuigen verhoor, een geldboete van 75.subs. 75 dagen. De rechtbank zal 31 October as uitspraak doen. De officier van justitie, jhr. mr. Van Asch van Wijck, eischte gisteren in de zaak van den chauffeur J. B. te Oudshoorn, gem. A1- phen a. d. R., wegens het veroorzaken van lichamelijk letsel door schuld een geld boete van 50.subs. 25 dagen. Verdachte bestuurde op 7 Mei j.l. op den Rijnsburgersingel, nabij den Stationsweg te Leiden een motorwagen van den Ge meentelijken Reinigingsdienst, op de tree plank waarvan de voerman bij dien Dienst H. Ruiterbeek had plaats genomen. Op den Stationsweg gekomen, heeft B. niet gelet op een juist aankomend tramrijtuig, waar door een botsing ontstond, tengevolge waar van R. van de treeplank viel en onder de auto geraakte, daarbij ernstig letsel beko mende. Uitspraak 31 Oct. as. HAAGSCHE POLITIERECHTER. L. A. van I. uit Leiden heeft zijn va der bestolen. Uit een doosje heeft hij 10 weggenomen. De eisch luidde 2 maanden voorwaarde lijk met 3 jaar proeftijd en onder toezicht stelling van de R. K. Reclasseering te Lei den. Het vonis luidde overeenkomstig de vordering. De ijscoventer H. Chr. de G. uit Lei den heeft zich schuldig gemaakt aan ver duistering van geld, koek, cigaretten enz. Als beheerder van een consumptietent heeft verdachte deze artikelen ontvreemd. Verdachte bekende. Het rapport luidde ongunstig. De Officier eischte 2 maanden gevange nisstraf en 4 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met 3 jaar proeftijd, met onder toezichtstelling van het Leger des Heils. De Politierechter heeft de zaak een week aangehouden om overleg te plegen met den Kinderrechter. De zuivelbereider S. de V. uit Ter A a r heeft dit jaar eenige malen melk gestolen. De eisch luidde 6 maanden gevangenis straf, waarvan 2 maanden onvoorwaarde lijk en 4 maanden voorwaardelijk met 3 jaar proeftijd en onder toezichtstelling van het Leger des Heils. Verdachte verkeerde in moeilijke om standigheden. De Politierechter heeft hem veroordeeld tot zes maanden gevangenis straf voorwaardelijk. GEKNOEI MET PALEISLOTEN. Een consciëntieus accountant! De strafzaak tegen den ex-directeur en ex-commissaris van het Paleis v. Volksvlijt is voor de Amsterdamsche Rechtbank ver der behandeld. Op den derden dag van het proces wordt de gewezen boekhouder S., een man van 76 jaar, als eerste getuige gehoord. Hij vertelt, dat na den brand in een tij delijk kantoortje obligaties, die door het bluschwafer nat waren geworden, 1e drogen lagen. Mr. Muller Massis vraagt, of het mogelijk is ,dat verd. P. de stukken toen weggeno men heeft. Getuige kan hier geen pertinent antwoord op geven; er was voortdurend toezicht en de boeken hebben er niet lang gelegen. De brandfcastsleutel was in het be zit van den directeur. Getuige weet niet, wie in het obligatieboek de P's voor de cij fers heeft gezet, noch is hem bekend wat die letters beteekenden. Vervolgens wordt getuige T. C. A., ac countant gehoord. Hij is in 1883 als jongste bediende in dienst van het Paleis gekomen. Na zes jaren werd hij boekhouder; in 1894 kwam hij in dienst der H.V.A., doch bleef accountant van het Paleis. Uitvoerig vertelt hij, hoe de uitgifte van de 3 pCt. obligaties in haar werk is gegaan. De ingekochte obligaties werden bewaard in een soliede brandkast, die stond in den „kleinen salon". De obligaties, die ingekocht werden, wer den zeer nauwkeurig behandeld, omdat ze niet op eenigerlei wijze voor vernietiging werden gewaarmerkt en ze, indien ze in verkeerde handen kwamen, opnieuw kon den worden aangeboden. In het z.g. obliga tieboek werd nauwkeurig aangeteekend, welke stukken werden ingekocht. De uitgelote stukken werden met een dre vel behandeld, er werden gaten in gesla gen en ze werden op zolder bewaard. Bij den brand zijn ze vernietigd. Anders was het met de ingekochte stuk ken, die bij geldgebrek weer op de markt gebracht zouden kunnen worden. Deze stukken werden zorgvuldig opgeborgen. De stukken, die reeds met een P. in het obligatieboek gemerkt waren, zijn naar get.'s oordeel, zeer zeker voor de tweede maal aangeboden. Get. heeft er geen idee van, wie de stukken gestolen kan hebben. Dan komt een accountant voor het hekje, die o.a. de onjuiste balans heeft opgemaakt op last van den directeur. Getuige geeft vol mondig toe, dat de balans onjuist was; hij had de 8128, die eind 1931 al te veel aan obligaties waren uitbetaald, geboekt op de afdeeüng loten 1867. Een paar jaar later hebben ze dien post, die inmiddels aange groeid was, weer teruggebracht, dit gebeur de in het boekjaar 1933'34. Door deze manipulaties was het mogelijk de ontdekking van de fraude te verschui ven. In den loop van het verhoor blijlct b.v. nog, dat deze getuige een bedrag voor grondbelasting had geboekt, dochdeze belasting was nooit betaald en later werd ontheffing verleend. Pres.: U boekte maar wat, zonder dat u naar de bewijsstukken vroeg. U zult toch wel toegeven, dat uw boekhouding naar niets leek. Getuige: Ik deed alles in goed vertrou wen. Pres.: Noemt u dat goed vertrouwen? Het ging over bedragen van één millioen vijf ton! Mr. Muller Massis: Toen de directeur u opdroeg de balans te veranderen, hebt u toen niet gezegd, dat dat niet ging? Zijn er geen discussies over geweest? Getuige her innert zich dat niet meer, maar hij beroept zich weer op goede trouw. Rechter de Gaay Fortman: Kwade trouw bedoelt u Uit vragen van mr. Muller Massis blijkt, dat deze accountant de bankstaten zelfs niet vergeleek met het grootboek. Nadat nog eenige getuigen zijn gehoord, wordt de verdere behandeling weer ge schorst. AANSLAG GEPLEEGD OP POLITIE- INSPECTEUR De rechtbank te Zwolle deed uitspraak in de zaait tegen den 22-jarigen Eindho- venschen kermisgast J. C. S., die in den nacht van 11 op 12 Augustus j.l. een aan slag pleegde op den politie-inspecteur H. G. W. Bannik te Zwolle en gearresteerd werd op de kermis te Alkmaar. Verdachte werd veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf met aftrek van de preventieve hechtenis. De eisch luidde acht maanden gevange nisstraf. 5000 BOETE GEEISCHT. Tegen automobilist, die doodelijk ongeval bij Halfweg veroorzaakte. De leeftijdsgrens van autobestuurders. Op don rijweg AmsterdamHaarlem geschiedde op Goeden Vrijdag een vreese- lijk ongeluk; een motorrijder, die uit de richting Haarlem kwam en juist een rechts van den weg stilstaande auto pas seerde werd gegrepen door een auto, die van den tegenovergestelden kant kwam en vry snel reed. De motorrijder botste tegen den radiateur en werd over de motorkap heen op den weg geslingerd. Hij was on middellijk dood. De bestuurder van de auto, de burge meester van Haarlem, de heer C. Maar schalk, had zich gistermiddag voor de Haarlemsche Rechtbank te verantwoorden. Als deskundigen werden gehoord dr. Hulst uit Leiden, die verklaarde, dat de hersenen van den motorrijder grootendeels waren ingedrukt, en luitenant Hulst van de schoolcompagnie van den motordienst uit Haarlem, die de auto had onderzocht. De gemeenteveldwachter Collignon uit Halfweg had de auto na het ongeluk on geveer midden op den weg aangetroffen. De bestuurder had tegenover de politie verklaard, dat hij hinder had gehad van de zon, die laag en bijna in de as van den weg stond. Van remsporen was weinig te zien geweest. De auto-bestuurder had on geveer 50 a 60 K.M. per uur gereden. De belangrijkste getuige was de ge meente-opzichter W. de Vries uit Amster dam, die in de rechts van den weg stil staande auto had gezeten en het ongeluk had zien gebeuren. Hij verklaarde, dat de autobestuurder niet geheel rechts had ge houden, getuige zelf stond met de rechter- wielen van zijn auto in den grasberm, maar hij had één oogenblik het idee gehad, dat de automobilist ook hem nog zou aanrij den. De motorrijder had zonder gevaar zijn auto kunnen passeeren, wanneer de bestuurder daarvan geheel rechts had ge houden. Een automobilist uit Den Haag, die dien zelfden avond van Amsterdam naar Haar lem was gereden, deelde mede, dat een groote zwarte auto, overeenkomende met den wagen, waarmede de doodelijke aan rijding was veroorzaakt, hem met groote snelheid zonder signalen te geven was ge passeerd. Getuige had ook gezien, dat de zelfde auto op hoogst onvoorzichtige wijze andere auto's vooibij was gereden en zelfs tusschen twee autofile's was doorgereden. Nadat nog enkele getuigen waren ge boord, werd de autobestuurder door den president, jhr. rrlr. Strick van Linschoten, ondervraagd. Deze ontkende, dat hij-links zou hebben gehouden. Ook had hij geen andere auto's gepasseerd, integendeel, an dere wagens waren hem voorbijgereden. „Met den meesten ernst en den grootsten nadruk verklaar ik hier, dat ik steeds rechts van den weg heb gereden", aldus verdachte. Hoe het ongeluk zich had afge speeld, kon hij zich niet herinneren, hij was na het ongeval zeer ontdaan weggeleid naar een in de buurt staande woning. De Officier van Justitie, mr. A. R. An- dringa, nam daarna zijn requisitoir. Spre ker deelt de meening van velen, dat men- echen boven de zestig jaar physiek onge schikt moeten worden geacht een auto naar bohooren te besturen (O.i. overdreven!) Dit geldt ook voor dezen automobilist, die 65 jaar oud is. De getuigenverklaringen wa ren zoo positief, dat er niet aan valt te twij felen, of de bestuurder heeft inderdaad links van den weg gereden en het ongeluk is dan ook zeer zeker aan zijn schuld te wijten. Wat de strafmaat betreft .spreker zou niet aarzelen een langdurige hechtenisstraf te eischen, wanneer hier een jonge automo bilist teredht stond. Nu wilde spr. nog èen geldboete vragen, die echter niet gering is: ƒ5000 boete subs. 50 dagen hechtenis met een jaar ontzegging van de bevoegdheid een motorrijtuig te besturen, luidde de eisch. De raadsman van den automobilist, mr. A. Bruch, uit Haarlem, achtte het bewijs te zwak ter motiveering na een zoo zware straf als door den officier geëischt. Voorts wees spr. op enkele elkaar tegensprekende getuigenverklaringen. De rechtbank zal 17 October uitspraak doen. „Hbld." BENDE-LEDEN GEVONNIST De rechtbank te Zwolle deed gisteren uitspraak in de zaken tegen de leden der bende, die de omgeving van Oldebroek ge durende eenige jaren achtereen met dief stallen, in braken en rooverijen hebben geterroriseerd, en de vorige week in twee de instantie terechtstonden, daar, bij de eerste behandeling, een nader onderzoek door den rechter-commissaris was gelast. Het vonnis luidde tegen P. B. te Olde broek, thans gedetineerd, wegens mede plichtigheid aan diefstal van vee uit de weide een jaar en zes maanden gevangenis straf met aftrek der preventieve hechtenis (eisch 3 jaar gevangenisstraf); tegen G. v. d. B. te Doornspijk, wegens diefstal van goederen en klein-vee, conform den eisch een jaar gevangenisstraf; tegen L. D. te Doornspijk, terzake van dezelfde delicten een jaar gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar een bijzon dere voorwaarden (eisch één jaar prin cipale gevangenisstraf); tegen J. W. te Oldebroek, wegens diefstal van koper van het schietterrein, conform den eisch veer tien dagen gevangenisstraf; tegen D. V. te Doornspijk, wegens diefstal van klein vee en dekens uit het kamp der Neder- landsche Christen Studenten Vereeniging te Nunspeet conform den eisch een jaar gevangenisstraf en tegen A. N. te Doorn spijk, voor het stelen van waschgoed, drie weken gevangenisstraf (eisch één maand)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 6