VRIJDAG 18 OCTOBER 1935
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
BUITENLAND
DUITSCHLAND.
EEN VEELZEGGEND ONTSLAG.
In verband met de kwestie van het
Concordaat met Duitse hland.
Minis terialdirektor dr. Buttmann is, als
zoodanig naar Kipa meldt, voorloopig op
non-activiteit gesteld en tot directeur-gene
raal van de Beiersche Staatsbibliotheek in
Münohen benoemd.
Dr. Buttmann heeft bij de totstandkoming
van het rijksconcordaat met den H. Stoel
een voorname rol gespeeld en daartoe her
haaldelijk in Rome vertoefd.
Het feit, dat hij thans op non-activiteit is
gesteld, bevestigt het reeds lang gekoester
de vermoeden, dat de uitvoering van aan
vullende bepalingen met betrekking tot
het rijksconcordaat binnen afzienbaren tijd
niet te verwachten is.
OOSTENRIJK.
Reorganisatie der
regeering
SCHUSCHNIGG ONTDOET ZICH
VAN FEY.
De invloed van Prins Starhemberg
versterkt.
Bondskanselier Schuschnigg heeft staats
president Miklas gisteren het ontslag van
het kabinet aangeboden.
Miklas belastte hem met de vorming van
een nieuwe regeering.
Schuschnigg blijft kanselier met prins
Starhemberg als vice-kanselier en Berger-
Waldenegg als minister van buitenlandsche
zaken.
Minister van binnenlandfiche zaken wordt
Eduard Baar-Barenfels, tot nu toe gouver
neur van Neder-Oostenrijk. De ministers
Fey, Neustadter-Stürmer en Reither zullen
in het nieuwe kabinet geen zitting hebben.
Unificatie der weerbaarheidscorpsen.
Terzelfde tijd zal de unificatie van de
weerbaarheidscorpsen worden doorgevoerd
volgens het door den leider van het Vader -
landsche Front en der Weerbaarheidscorp
sen Ernst Starhemberg in overeenstemming
met bondskanselier dr. Schuschnigg opge
stelde plan.
De geünificeerde weerbaarheidscorpsen
zullen den naam dragen van: „Vrijwillige
militie-Oostenrijksche Burgerwacht". Deze
corpsen zullen de eenige dragers zijn van
de vrijwillige weerbaarheidsbeweging in
Oostenrijk. Om een doelmatige ontwikke
ling en unificatie van de algeheele weer
kracht van het volk mogelijk te maken, zal
voor een nauw en constant contract tus-
schen de weerbaarheidscorpsen en de mili
tie worden zorggedragen.
Bondskanselier dr. Schuschnigg heeft den
vice-kanselier en leider van het weerbaar
heidsfront, Starhemberg, alle noodige vol
machten verleend noodig om een doelmati
ge en ongestoorde samenwerking tusschen
weermacht en vrijwillige militie tot stand
te brengen.
Verder zullen de nog bestaande jeugdor
ganisaties tot één organisatie worden ver-
eenigd, met inachtneming van de in het
concordaat neergelegde principes.
Door deze reorganisatie is de invloed
van prins Starhemberg en de Italiaansche
invloed op de Oostenrijksche regeering ten
zeerste versterkt.
Openbare gebouwen te Weenen sterk
bewaakt.
.Daar men naar aanleiding van de wijzi
ging in het kabinet, met name wegens het
heengaan van minister Fey die Woensdag
naar aanleiding van zyn driejarig minis
terschap door de Weensche Heimwehr als
haar leider is gehuldigd vreesde voor on
geregeldheden in de hoofdstad, werden de
openbare gebouwen des middags onder
scherpe bewaking gesteld.
JAPAN.
HERVATTING NEDERLAND SCH—
JAPANSCHE SCHEEPVAART
ONDERHANDELINGEN.
De „Jiji Sjimbo" meldt, dat een overeen
stemming is tot stand gebracht tusschen de
opvattingen van den Japanschen minister
van buitenlandsche zaken Hirota en den Ne-
derlandschen, diplomatieken vertegenwoor
diger, Pabst, betreffende een hervatting van
de NederlandschJapansche scheepvaart
onderhandelingen, die indertijd mislukt
zijn op grond van de omstandigheid, dat
geen overeenstemming kon worden bereikt
over de taal, die tijdens de conferentie zou
worden gebruikt.
De heer Pabst zal in het begin van de
volgende week een onderhoud hebben met
Saboero Koeroesoe, den directeur van het
handelsbureau, waarbij van gedachten zal
worden gewisseld over concrete maatrege
len ten gunste van een hervatten der ge
noemde besprekingen
JAPAN WENSCHT SAMENWERKING
MET CHINA.
.Men verwacht in verband met de aan
komst te Sjanghai van vertegenwoordigers
van de ministeries van buitenlandsche za
ken en oorlog te Tokio, die den Japanschen
ambassadeur instructies hebben overge
bracht, gebaseerd op het tusschen de drie
ministeries bereikte accoord inzake de Ja
pansche politiek in China, dat Japan in
China nieuwe stappen zal doen.
Genoemde Japansche autoriteiten zullen
op 20 dezer besprekingen voeren met de
Japansche diplomatieke en militaire verte
genwoordigers uit alle deelen van China,
waarna de Japansche ambassadeur naar
Nanking zal gaan om aan de Chineesche
regeering voorstellen te doen met betrek
king tot de Chineesch-Japansche samenwer
king, iin het bijzonder wat betreft de eco
nomische maatregelen.
Japan zal, naar men verwacht, krachti-
gen druk oefenen, en wellicht zelfs met
militair optreden dreigen, om de Chinee
sche regeering er toe te bewegen zich in de
politiek van Japan te schikken, en Japan
zal in het bijzonder erop wijzen dat China
Westersche hulp moet laten varen ten gun
ste van Japanschen bijstand.
BUITENLANDSCHE BERICHTEN
95 GRADEN IN DE SCHADUW.
Ongewone warmte en droogte in
Joego-Slavië.
Uit Belgrado wordt gemeld: Tengevolge
van de voor dezen tijd van het jaar onge
wone warmte en droogte, waarbij een tem
peratuur bereikt werd van 95 gr. in de
schaduw, is het water van den Don au aan
merkelijk gezakt en heeft thans een stand
bereikt zooals in geen 50 jaar is gebeurd.
Op vele plaatsen kan men door de bed
ding waden.
De scheepvaart op de Sava ligt geheel
stil en vele vaartuigen zijn op zandbanken
vastgeloopen.
De Donau zelf kan nog slechts door klei
ne vaartuigen bevaren worden.
De rivierdienst tusschen Belgrado en
Weenen is stilgelegd.
RECHTZAKEN
De Ossche misdrijven
INBRAAK TE HEESWIJK.
Vervolgens is behandeld de inbraak in
de woning van den thans 85-jarigen Karei
Weddeman te Heeswijk, gepleegd in den
nacht van 14 op 15 Juli 1934. De buit be
stond uit twee horloges, een paar oorbellen,
een gouden ring, eenige lepels en vorken,
eenige beurzen met geld, een armband en
een portefeuille met ƒ300, alles toebehoo-
rende eensdeels aan Weideman, anderdeels
aan de 57-jarige dienstbode Sijntje Bruins.
De daders hadden zich toegang tot de wo
ning verschaft door uitsnijding van een
glasruit en inklimming door het raam.
Onder verdenking, dit feit tezamen en
in vereeniging met een of meer anderen
te hebben gepleegd, stond terecht de 29-
jarige gedetineerde arbeider A. H. den B.
en de eyeneens gedetineerde 30-jarige ar
beider M. van O.
Beide verdachten ontkennen. Den B. be
weert, dat het allemaal fantasie is.
Rijksveldwachter Boutens uit Dinther
heeft een onderzoek ingesteld na de aan
gifte, maar in het huis niets kunnen waar
nemen.
Mej. S. Bruins, dienstbode, zegt, dat de
inbrekers tusschen 12 en 1 binnen zijn
gekomen. De hond van de buren blafte.
J. P. Ceelen, gedetineerd, verklaart dat
bij met verd. mee naar Heeswijk is gegaan.
Verd. den B.: Het is allemaal fantasie.
Hij is half gek.
Ceelen verklaart verder, dat hij uit het
huis van Weideman een koffertje heeft
meegenomen, dat slechts ƒ4 bleek te be
vatten. Hij heeft gezien, dat den B. een
kast met een beitel opende en te Oss heeft
bij verscheidene voorwerpen in diens bezit
gezien. Get. heeft van den buit niets ge
kregen.
Chr. den B., gedetineerd, broer van verd-,
erkent op den uitkijk te hebben gestaan.
Hij was met Ceelen naar Heeswijk gegaan.
A. den B. en van O. waren er niet bij.
De officier waarschuwt dezen getuige,
dat hij hem zal vervolgen wegens meineed.
Na verdere verklaringen van dezen getui
ge, die niet te volgen zijn, kondigt het O.
M. vervolging wegens meineed aan.
Get. Chr. den B. houdt vol, dat zijn broer
en van O. er niet bij zijn geweest. Ook niet
toen het koffertje met den armband, enz.,
werd verdonkeremaand.
Het O.M. meent, dat de verklaringen van
Ceelen en den inmiddels overleden K. Wei
deman voldoende zijn voor het bewijs en
eischte tegen ieder der verdachten 8 jaar
gevangenisstraf.
Verd. den B. zegt, dat hij bij veroordee
ling onschuldig veroordeeld wordt. Hij was
toen te Rijswijk aan het werk. Hij kan ech
ter niet precies zeggen wanneer dat was.
Van O. houdt ook vol, dat hij van niets
weet
Jhr. mr. C. van Nispen tot Sevenaer zegt,
dat toch wel de bezwaren blijken om een
mede-verdachte te laten getuigen.
Mr. Schipperyn vraagt, de verdachten A.
den B. en van O. te hooren als getuigen te
gen Chr. den B.
De officier zegt dat dit een meineed
wordt.
Mr. Schipperyn vindt het eigenaardig,
dat Ceelen bevoordeeld wordt. Waarom
wordt die niet in deze zaak vervolgd?
De president zegt, dat de officier dit
dient uit te maken.
Daarna staat terecht Chr. den B., 32 jaar,
arbeider te Oss, verdacht betrokken te zijn
geweest bij de zoo juist behandelde inbraak
en geld, daarvan afkomstig, als geschenk
te hebben aangenomen.
Hij verklaart nu anders dan voor den
rechter-commissar is
Ceelen zegt, dat A. den B. en van O. er
wel bij geweest zijn. Zij waren met vieren:
de beide B.'s en O. en getuige.
Get. meent, dat verd. zijn broer wil spa
ren. Hij gelooft, dat van O. het voornaam
ste bedrag van 300 genomen heeft.
Het O.M. houdt zich aan de verklaringen
van verd. voor den rechter-oommissaris en
eischte wegens medeplichtigheid aan dief
stal en heling drie jaar gevangenisstraf met
aftrek van de voorloopige hechtenis.
De verdediger, mr. Schipperyn, herhaalt
zijn vraag, waarom Ceelen niet vervolgd
wordt.
Rechter mr. Schroder: Daar zou ik me
maar niet ongerust over maken.
Mr. Schipperyn: Daar maak ik me wèl
ongerust over.
Pleiter acht zich bemoeilijkt, doordat A.
den B. en van O. niet als getuigen gehoord
mochten worden. Als de verklaring van
Ceelen wegvalt, blijft er niets over. Op het
verleden van verd. is niets te zeggen. Plei
ter is ongerust over het ontstaan van een
zekere Oss-psychose, waarbij de objectivi
teit gevaar zou loopen. Hij vraagt tenslotte
een clemente straf.
Inspecteur van Kempen verklaart nog,
dat deze verdachte de beste van de kwaden
in de familie is.
Uitspraak over 14 dagen.
HAAGS OHE RECHTBANK.
DOODELIJKE AANRIJDING TE
SASSENHEIM.
In den namiddag van 16 Juli jJL reden
twee pleegzusters per rijwiel in de Hoofd
straat te Sassenheim, rechts van den
weg, in de richting naar Leiden.
Ter plaatse, waar de weg zich vernauwt,
werd de linksche wielrijdster, de 32-jarige
zuster L. de Geus, plotseling door een
voorbijrijdende, door den timmerman D. W.
uit Broek op Langendijk bestuurde, vracht
auto gegrepen, juist op het oogenblik, dat
de zusters, in plaats van naast elkander,
achter elkaar wilden gaan rijden. Zuster
de G. bleef aan een haak van den laadbak
hangen en werd in die positie over 40 M.
afstand medegesleept, waarna zij viel en
het achterwiel van de auto haar over het
hoofd ging. Het slachtoffer stierf bijna on
middellijk.
Volgens de getuigenverklaringen reed
De W., die zich voor de Haagsche recht
bank ter zake van het veroorzaken van
dood door schuld te verantwoorden had,
met een snelheid van 50 K.M. en wilde hij
juist ter hoogte, waar de wielxijdsters wa
ren, de tram passeeren, doch daarvoor
bleek de ruimte tusschen de tram en de
wielrijdsters te gering. Beide zusters kwa
men door de aanrijding te vallen.
Een trambestuurder van de N.ZR.T.M.
uit Haarlem, verklaarde, dat de verdachte
hem kort vóór de brug passeerde. Verdach
te trachtte de tram te coupeeren, teneinde
de brug eerder te bereiken.
Verdachte beweerde, met een vaart van
20 KLM. door Sassenheim te hebben gere
den en de beide wielrijdsters niet te heb
ben gezien, doch de president logenstraf
te deze bewering, daar hij, juist om die
wielrijdsters te ontwijken, plotseling een
zwenking in de richting van de tram
maakte. Op het laatste oogenblik is hij
weer naar rechts gegaan.
Het O.M., waargenomen door jhr. mr.
Van Asch van Wijck, requisitoir nemend,
constateerde, dat, wanneer de verdachte
beweert, dat hij de wielrijdsters wèl heeft
gezien, en meende toch ruimte ge
noeg te hébben, hij onbekwaam moet wor
den geacht om achter het stuur te zitten.
Zelfs indien er geen ongeluk zou hebben
plaats gehad, zou de verdachte, door deze
wijze van rijden door den Kantonrechter
met een vrijheidsstraf moeten worden ge
straft. Hij verdient dubbel en dwars een
vrijheidsstraf en spr. vroeg dan ook ver
oordeeling tot twee maanden gevangenis
straf met intrekking van het rijbewijs voor
den tijd van één jaar.
Uitspraak 31 October a^.
AANRIJDINGEN.
In de van den chauffeur A. R. te
Leiden, die als autobestuurder op 30
Juni j.l. op den Noorder weg te Rijnsburg
een motorrijder aanreed, waardoor deze en
diens verloofde, welke op de duo had plaats
genomen, kwamen te vallen en letsel be
kwamen, eischte de officier, na getuigen
verhoor, een geldboete van 75.subs. 75
dagen.
De rechtbank zal 31 October as uitspraak
doen.
De officier van justitie, jhr. mr. Van Asch
van Wijck, eischte gisteren in de zaak van
den chauffeur J. B. te Oudshoorn, gem. A1-
phen a. d. R., wegens het veroorzaken
van lichamelijk letsel door schuld een geld
boete van 50.subs. 25 dagen.
Verdachte bestuurde op 7 Mei j.l. op den
Rijnsburgersingel, nabij den Stationsweg
te Leiden een motorwagen van den Ge
meentelijken Reinigingsdienst, op de tree
plank waarvan de voerman bij dien Dienst
H. Ruiterbeek had plaats genomen. Op den
Stationsweg gekomen, heeft B. niet gelet
op een juist aankomend tramrijtuig, waar
door een botsing ontstond, tengevolge waar
van R. van de treeplank viel en onder de
auto geraakte, daarbij ernstig letsel beko
mende.
Uitspraak 31 Oct. as.
HAAGSCHE POLITIERECHTER.
L. A. van I. uit Leiden heeft zijn va
der bestolen. Uit een doosje heeft hij 10
weggenomen.
De eisch luidde 2 maanden voorwaarde
lijk met 3 jaar proeftijd en onder toezicht
stelling van de R. K. Reclasseering te Lei
den.
Het vonis luidde overeenkomstig de
vordering.
De ijscoventer H. Chr. de G. uit Lei
den heeft zich schuldig gemaakt aan ver
duistering van geld, koek, cigaretten enz.
Als beheerder van een consumptietent
heeft verdachte deze artikelen ontvreemd.
Verdachte bekende. Het rapport luidde
ongunstig.
De Officier eischte 2 maanden gevange
nisstraf en 4 maanden gevangenisstraf
voorwaardelijk met 3 jaar proeftijd, met
onder toezichtstelling van het Leger des
Heils.
De Politierechter heeft de zaak een week
aangehouden om overleg te plegen met den
Kinderrechter.
De zuivelbereider S. de V. uit Ter
A a r heeft dit jaar eenige malen melk
gestolen.
De eisch luidde 6 maanden gevangenis
straf, waarvan 2 maanden onvoorwaarde
lijk en 4 maanden voorwaardelijk met 3
jaar proeftijd en onder toezichtstelling van
het Leger des Heils.
Verdachte verkeerde in moeilijke om
standigheden. De Politierechter heeft hem
veroordeeld tot zes maanden gevangenis
straf voorwaardelijk.
GEKNOEI MET PALEISLOTEN.
Een consciëntieus accountant!
De strafzaak tegen den ex-directeur en
ex-commissaris van het Paleis v. Volksvlijt
is voor de Amsterdamsche Rechtbank ver
der behandeld.
Op den derden dag van het proces wordt
de gewezen boekhouder S., een man van
76 jaar, als eerste getuige gehoord.
Hij vertelt, dat na den brand in een tij
delijk kantoortje obligaties, die door het
bluschwafer nat waren geworden, 1e drogen
lagen.
Mr. Muller Massis vraagt, of het mogelijk
is ,dat verd. P. de stukken toen weggeno
men heeft. Getuige kan hier geen pertinent
antwoord op geven; er was voortdurend
toezicht en de boeken hebben er niet lang
gelegen. De brandfcastsleutel was in het be
zit van den directeur. Getuige weet niet,
wie in het obligatieboek de P's voor de cij
fers heeft gezet, noch is hem bekend wat
die letters beteekenden.
Vervolgens wordt getuige T. C. A., ac
countant gehoord. Hij is in 1883 als jongste
bediende in dienst van het Paleis gekomen.
Na zes jaren werd hij boekhouder; in 1894
kwam hij in dienst der H.V.A., doch bleef
accountant van het Paleis. Uitvoerig vertelt
hij, hoe de uitgifte van de 3 pCt. obligaties
in haar werk is gegaan. De ingekochte
obligaties werden bewaard in een soliede
brandkast, die stond in den „kleinen salon".
De obligaties, die ingekocht werden, wer
den zeer nauwkeurig behandeld, omdat ze
niet op eenigerlei wijze voor vernietiging
werden gewaarmerkt en ze, indien ze in
verkeerde handen kwamen, opnieuw kon
den worden aangeboden. In het z.g. obliga
tieboek werd nauwkeurig aangeteekend,
welke stukken werden ingekocht.
De uitgelote stukken werden met een dre
vel behandeld, er werden gaten in gesla
gen en ze werden op zolder bewaard. Bij
den brand zijn ze vernietigd.
Anders was het met de ingekochte stuk
ken, die bij geldgebrek weer op de markt
gebracht zouden kunnen worden. Deze
stukken werden zorgvuldig opgeborgen.
De stukken, die reeds met een P. in het
obligatieboek gemerkt waren, zijn naar
get.'s oordeel, zeer zeker voor de tweede
maal aangeboden. Get. heeft er geen idee
van, wie de stukken gestolen kan hebben.
Dan komt een accountant voor het hekje,
die o.a. de onjuiste balans heeft opgemaakt
op last van den directeur. Getuige geeft vol
mondig toe, dat de balans onjuist was; hij
had de 8128, die eind 1931 al te veel aan
obligaties waren uitbetaald, geboekt op de
afdeeüng loten 1867. Een paar jaar later
hebben ze dien post, die inmiddels aange
groeid was, weer teruggebracht, dit gebeur
de in het boekjaar 1933'34.
Door deze manipulaties was het mogelijk
de ontdekking van de fraude te verschui
ven.
In den loop van het verhoor blijlct b.v.
nog, dat deze getuige een bedrag voor
grondbelasting had geboekt, dochdeze
belasting was nooit betaald en later werd
ontheffing verleend.
Pres.: U boekte maar wat, zonder dat u
naar de bewijsstukken vroeg. U zult toch
wel toegeven, dat uw boekhouding naar
niets leek.
Getuige: Ik deed alles in goed vertrou
wen.
Pres.: Noemt u dat goed vertrouwen?
Het ging over bedragen van één millioen
vijf ton!
Mr. Muller Massis: Toen de directeur u
opdroeg de balans te veranderen, hebt u
toen niet gezegd, dat dat niet ging? Zijn er
geen discussies over geweest? Getuige her
innert zich dat niet meer, maar hij beroept
zich weer op goede trouw.
Rechter de Gaay Fortman: Kwade trouw
bedoelt u
Uit vragen van mr. Muller Massis blijkt,
dat deze accountant de bankstaten zelfs
niet vergeleek met het grootboek.
Nadat nog eenige getuigen zijn gehoord,
wordt de verdere behandeling weer ge
schorst.
AANSLAG GEPLEEGD OP POLITIE-
INSPECTEUR
De rechtbank te Zwolle deed uitspraak
in de zaait tegen den 22-jarigen Eindho-
venschen kermisgast J. C. S., die in den
nacht van 11 op 12 Augustus j.l. een aan
slag pleegde op den politie-inspecteur H.
G. W. Bannik te Zwolle en gearresteerd
werd op de kermis te Alkmaar.
Verdachte werd veroordeeld tot zes
maanden gevangenisstraf met aftrek van
de preventieve hechtenis.
De eisch luidde acht maanden gevange
nisstraf.
5000 BOETE GEEISCHT.
Tegen automobilist, die doodelijk ongeval
bij Halfweg veroorzaakte.
De leeftijdsgrens van autobestuurders.
Op don rijweg AmsterdamHaarlem
geschiedde op Goeden Vrijdag een vreese-
lijk ongeluk; een motorrijder, die uit de
richting Haarlem kwam en juist een
rechts van den weg stilstaande auto pas
seerde werd gegrepen door een auto, die
van den tegenovergestelden kant kwam en
vry snel reed. De motorrijder botste tegen
den radiateur en werd over de motorkap
heen op den weg geslingerd. Hij was on
middellijk dood.
De bestuurder van de auto, de burge
meester van Haarlem, de heer C. Maar
schalk, had zich gistermiddag voor de
Haarlemsche Rechtbank te verantwoorden.
Als deskundigen werden gehoord dr.
Hulst uit Leiden, die verklaarde, dat de
hersenen van den motorrijder grootendeels
waren ingedrukt, en luitenant Hulst van
de schoolcompagnie van den motordienst
uit Haarlem, die de auto had onderzocht.
De gemeenteveldwachter Collignon uit
Halfweg had de auto na het ongeluk on
geveer midden op den weg aangetroffen.
De bestuurder had tegenover de politie
verklaard, dat hij hinder had gehad van
de zon, die laag en bijna in de as van den
weg stond. Van remsporen was weinig te
zien geweest. De auto-bestuurder had on
geveer 50 a 60 K.M. per uur gereden.
De belangrijkste getuige was de ge
meente-opzichter W. de Vries uit Amster
dam, die in de rechts van den weg stil
staande auto had gezeten en het ongeluk
had zien gebeuren. Hij verklaarde, dat de
autobestuurder niet geheel rechts had ge
houden, getuige zelf stond met de rechter-
wielen van zijn auto in den grasberm, maar
hij had één oogenblik het idee gehad, dat
de automobilist ook hem nog zou aanrij
den. De motorrijder had zonder gevaar
zijn auto kunnen passeeren, wanneer de
bestuurder daarvan geheel rechts had ge
houden.
Een automobilist uit Den Haag, die dien
zelfden avond van Amsterdam naar Haar
lem was gereden, deelde mede, dat een
groote zwarte auto, overeenkomende met
den wagen, waarmede de doodelijke aan
rijding was veroorzaakt, hem met groote
snelheid zonder signalen te geven was ge
passeerd. Getuige had ook gezien, dat de
zelfde auto op hoogst onvoorzichtige wijze
andere auto's vooibij was gereden en zelfs
tusschen twee autofile's was doorgereden.
Nadat nog enkele getuigen waren ge
boord, werd de autobestuurder door den
president, jhr. rrlr. Strick van Linschoten,
ondervraagd. Deze ontkende, dat hij-links
zou hebben gehouden. Ook had hij geen
andere auto's gepasseerd, integendeel, an
dere wagens waren hem voorbijgereden.
„Met den meesten ernst en den grootsten
nadruk verklaar ik hier, dat ik steeds
rechts van den weg heb gereden", aldus
verdachte. Hoe het ongeluk zich had afge
speeld, kon hij zich niet herinneren, hij
was na het ongeval zeer ontdaan weggeleid
naar een in de buurt staande woning.
De Officier van Justitie, mr. A. R. An-
dringa, nam daarna zijn requisitoir. Spre
ker deelt de meening van velen, dat men-
echen boven de zestig jaar physiek onge
schikt moeten worden geacht een auto naar
bohooren te besturen (O.i. overdreven!)
Dit geldt ook voor dezen automobilist, die
65 jaar oud is. De getuigenverklaringen wa
ren zoo positief, dat er niet aan valt te twij
felen, of de bestuurder heeft inderdaad
links van den weg gereden en het ongeluk
is dan ook zeer zeker aan zijn schuld te
wijten.
Wat de strafmaat betreft .spreker zou
niet aarzelen een langdurige hechtenisstraf
te eischen, wanneer hier een jonge automo
bilist teredht stond. Nu wilde spr. nog èen
geldboete vragen, die echter niet gering is:
ƒ5000 boete subs. 50 dagen hechtenis met
een jaar ontzegging van de bevoegdheid
een motorrijtuig te besturen, luidde de
eisch.
De raadsman van den automobilist, mr.
A. Bruch, uit Haarlem, achtte het bewijs
te zwak ter motiveering na een zoo zware
straf als door den officier geëischt. Voorts
wees spr. op enkele elkaar tegensprekende
getuigenverklaringen.
De rechtbank zal 17 October uitspraak
doen. „Hbld."
BENDE-LEDEN GEVONNIST
De rechtbank te Zwolle deed gisteren
uitspraak in de zaken tegen de leden der
bende, die de omgeving van Oldebroek ge
durende eenige jaren achtereen met dief
stallen, in braken en rooverijen hebben
geterroriseerd, en de vorige week in twee
de instantie terechtstonden, daar, bij de
eerste behandeling, een nader onderzoek
door den rechter-commissaris was gelast.
Het vonnis luidde tegen P. B. te Olde
broek, thans gedetineerd, wegens mede
plichtigheid aan diefstal van vee uit de
weide een jaar en zes maanden gevangenis
straf met aftrek der preventieve hechtenis
(eisch 3 jaar gevangenisstraf); tegen G. v.
d. B. te Doornspijk, wegens diefstal van
goederen en klein-vee, conform den eisch
een jaar gevangenisstraf; tegen L. D. te
Doornspijk, terzake van dezelfde delicten
een jaar gevangenisstraf voorwaardelijk
met een proeftijd van drie jaar een bijzon
dere voorwaarden (eisch één jaar prin
cipale gevangenisstraf); tegen J. W. te
Oldebroek, wegens diefstal van koper van
het schietterrein, conform den eisch veer
tien dagen gevangenisstraf; tegen D. V.
te Doornspijk, wegens diefstal van klein
vee en dekens uit het kamp der Neder-
landsche Christen Studenten Vereeniging
te Nunspeet conform den eisch een jaar
gevangenisstraf en tegen A. N. te Doorn
spijk, voor het stelen van waschgoed, drie
weken gevangenisstraf (eisch één maand)