DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN SANCTIE-MAATREGELEN TEGENWEER EN 27ste Jaargang VRIJDAG 18 OCTOBER 1935 No. 8245 DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per ppst f 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: f 0.50 DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. In het geloof de redding. Wij wezen Woensdag (naar aanleiding van een te Leiden door mr. Marchant voor „St. Augustinus" gehouden rede) op een gezegde van een, niet-genoemden, Leid- schen hoogleeraar in een van diens colle ges, waaruit maar al te duidelijk bleek, dat deze professor niets wist en niets begreep van de verhouding tusschen geloof en we tenschap en de waarde van het geloof zéér onwetenschappelijk onderschatte! Wij willen vandaag daarnaast 'ns een heel andere meening zetten óók van een Leidsch hoogleeraar. In zijn jongste werk constateert prof. Huizinga de verwarring van onzen tijd in deze trekken: „Wij beleven, naar allen schijn, de hoog ste ge varencomplicatie, die onze cultuur kan bedreigen. Er is een toestand ingetre den van verzwakten weerstand tegen in fectie en intoxicatie, die met een dronken schap te vergelijken is. De geest wordt ver morst. Het ruilmiddel der gedachte, het woord, daalt met het voortschrijden der cultuur onvermijdelijk in waarde. Het wordt in steeds mateloozer quantiteit steeds gemakkelijker verspreid. Met de waarde loosheid van het gedrukte of gehoorde woord stijgt in directe evenredigheid de onverschilligheid voor de waarheid De oogenblikkelijke publiciteit, aangezet door mercantiel-sensationeele strekking, blaast een eenvoudig verschil van stand punt op tot een nationale hallucinatie. De denkbeelden van den dag eischen werking a la minute. Terwijl de groote ideeën in deze wereld altijd zeer langzaam zijn door gedrongen. Als asphalt- en benzine-geur boven de steden hangt over de wereld een wolk van woordenkraam. Het verantwoor delijkheidsbesef, schijnbaar versterkt door de leuzen van het heroïsme, is van zijn basis in het persoonlijk geweten losgerukt, en gemobiliseerd ten bate van elke collecti viteit, die haar beperkt inzicht tot canon des heils wenscht te verheffen en haar wil zoekt op te leggen." En als dan prof. Huizinga vraagt naar de oorzaak van de verwarring en naar het middel, om er weer uit te komen, dan zegt hij: „De rede, die eenmaal het Geloof bestreed en meende te hebben verslagen, moet nu, om haar afbraak te ontgaan, toevlucht zoe ken bij het Geloof'. Dit is een uitspraak van een Leidsch hoogleeraar, die klaarblijkelijk geen tegen spraak ziet tusschen wetenschap en geloof integendeel, die het geloof onmisbare voorwaarde acht om de wetenschap in de rechte banen der rede te houden! HET GIRO-VERKEER MET ITALIë. Voorloopig gestaakt. Ingevolge een van de Italiaansche post administratie ontvangen mededeeling is het giro-verkeer tusschen de postrekenin gen, aangesloten bij genoemde administra tie en die bij den Post Chèque- en Giro dienst, voorloopig gestaakt. Het verzoek daartoe is door het Bestuur van de Italiaansche Posterijen gedaan. Opgemerkt zij, dat het postgiro-verkeer tusschen Nederland en Italië slechts wei nig te beteeken en heeft. HET SPOORWEGONGELUK TE RIO. Aantal dooden gestegen tot vijftien. RIO DE JANEIRO, 18 October (A.N.P.). Het opruimingswerk in het station San Francisco-Xavier, waar twee treinen van het ondergrondsche net met elkaar in bot sing zijn gekomen, is reeds zeer gevorderd door de samenwerking van brandweer en politie. Intusschen heeft men in de ruïne nog meer lijken gevonden, zoodat het aan tal dooden, dat bij de ramp te betreuren is, tot vijftien is gestegen. Engeland verlangt van Frankrijk antwoord inzake samenwerking DE KEIZER HOUDT WAPENSCHOUW OVER ZIJN TROEPEN De besprekingen te Genève DE ECONOMISCHE SANCTIES. De algemeene besprekingen oved het we- derzijdsche hulpverleenen der aan de eco nomische sancties deelnemende staten zijn gistermiddag door de betrokken commissie van de sanctieconferentie beëindigd. Men kwam tot overeenstemming over een Fransch plan, althans tot een overeenstem ming in groote trekken; dit plan bepaalt, dat nieuwe afzetgebieden moeten worden geschapen voor de lacune's, die ontstaan en dat bovendien die staten, die in het bijzonder getroffen worden door het ver bod van uitvoèr naar Italië, een financiee- le ondersteuning in den vorm van credie- ten of leeningen zullen krijgen. Een redac tiecommissie zal op deze basis een ontwerp resolutie uitwerken. In Engelsche kringen is men niet geheel tevreden over het tempo van de onder handelingen. Men houdt er aan vast, dat deze eerste etappe der sanctieconferentie, d.w.z. het nemen van besluiten over de ecoomnische en financieele maatregelen, deze week moet worden beëindigd. Het voornemen bestaat Vrijdagavond de ple naire conferentie bijeen te roepen en even tueel in een nachtzitting het geheele pro- blemencomplex aan te nemen Eden zal Zaterdag voor eenige dagen naar Londen gaan. Tegelijkertijd zullen de besluiten van de sanctieconferentie aan de niet-leden worden medegedeeld, opdat zij him standpunt zullen kunnen bepalen. ITALIË ZET ZICH SCHRAP. De eenparige wil om als één man weer stand te bieden versterkt zich in Italië naarmate de sanctietoepassing verscherpt wordt en de Britsche pressie toeneemt. Men is er te Rome van overtuigd, dat Engeland streeft naar blokkade. De ontwik keling van de politiek van Engeland doet bij alle Italianen de vraag rijzen: „Welke zijn de beweegredenen van de radicale Britsche politiek?" De diepere oorzaken van deze Britsche politiek zijn zoowel voor het groote pu bliek als voor de verantwoordelijke leiders geheel duister. Dit niet-begrijpen geeft aan de geheele situatie een tragisch karakter, want, bij dit gebrek aan begrip van de Engelsche motieven, komt bij de Italianen de overtuiging boven, dat Engeland's doel der onderdrukking is van de Italiaansche ex pansiebehoefte. Op dit laatste punt echter heerscht bij het Italiaansche volk volko men eenstemigheid en Italië' zal zich dan ook tot het laatste restje energie verdedi gen. HOOP OP BEMIDDELING VAN HET VATIC AAN. In welingelichte kringen te Rome blijft maar één enkele zwakke hoop bestaan; deze is gebaseerd op de poging van het Vaticaan om te komen tot een vreedzame oplossing van het conflict. De hoop op een algemeene pacificatie door het optreden van het Vaticaan vindt haar oorzaak in de zekerheid dat de di plomatie van het Vaticaan in de laatste weken niet werkeloos is gebleven. De Heilige Stoel is tegen den oorlog, te gen alle oorlogen, dus ook tegen den thans woedenden. Maar hij is ook tegen een we reldoorlog welke zou kunnen uitgelokt worden door elke poging het heerschende conflict tusschen Italië en Abessinië uit te breiden. De Heilige Stoel staat gunstig tegenover een vreedzame oplossing, maar hij schijnt de toepassing van sancties of vernederende maatregelen, genomen in naam des vredes, als een waarachtig gevaar te beschouwen. Vernomen wordt, dat het meerendeel der pauselijke nuntiussen in den laatsten tijd op het Vaticaan is geweest. Men neemt aan dat zij naar hun plaatsen teruggereisd zijn met de instructie te streven naar vre de. Het feit dat Laval den pauselijken nun tius Maglione bij zich ontving, dadelijk na dat deze uit Rome te Parijs was terugge keerd, heeft zeer de aandacht getrokken. Maglione zou niet een nauwomlijnd voor stel aan Laval hebben overgebracht, maar men is er van overtuigd, dat hij al zijn in vloed heeft aangewend om een vreedzame regeling te trachten te bewerkstelligen. NEDERLAND'S UITVOERVERBOD VAN WAPENS. Naar de regeeringspersdienst mededeeld, kan het aangekondigde uitvoerverbod van wapenen, munitie en oorlogsmateriaal naar Italië in verband met de te Genève in de lijst van wapens aangebrachte wijzigin gen over enkele dagen worden verwacht. BRAZILIË LEVERT DEN ITALIANEN BEVROREN VLEESCH. Brazilië heeft bewezen zich niet aan te sluiten bij de economische sancties, daar het met Italië een contract heeft geslo ten voor de lpvering van 32.000 ton bevro ren vleesch. DE BEMIDDELING VAN LAVAL. Men erkent thans algemeen in Parijs, dat de bemiddelingspogingen van Laval zijn mislukt. Laval zélf, ondanks de anders luidende berichten van de Fransche pers, heeft verklaard nimmer voorstellen aan Mussolini te hebben gedaan; hij heeft slechts getracht Mussolini's minimum voorwaarden te weten te komen om een einde te maken aan de vijandelijkheden in Oost-Afrika. Men zegt in Rome, dat Mus solini geen voorwaarden kan aanbieden, zoolang men poogt Italië in Genève door sancties te intimideeren. Italië, zegt Rome, is bijzonder onder den indruk gekomen van de Engelsche vlootbewegingen in de Mid- dellandsche Zee. Daarom heeft Laval En geland verzocht te overwegen, óf het niet mogelijk was de sterkte der Britsche vloot in de Middellandsche Zee tot het normale terug te brengen. Het Britsche antwoord hierop luidde, dat de genomen maatrege len voorzorgsmaatregelen waren en dat in tusschen niets is gebeurd, wat terugtrek king der vloot zou kunnen rechtvaardigen. DE BRITSCH-FRANSCHE SAMEN WERKING. Engeland wenscht definitief antwoord. Dinsdag heeft de Britsche ambassadeur te Parijs, Sir George Clerk, den Franschen minister-president, Laval, verzocht de ver zekering te willen geven, dat in overeen stemming met het besluit tot wederzijdsche samenwerking, genomen door de leden van den Volkenbond, overeenkomstig artikel 16, op volledigen steun van Frankrijk zou kunnen worden gerekend in geval van een eventueelen aanval op de Britsche strijd krachten in de Middellandsche Zee. In antwoord hierop heeft de heer Laval verklaard het gemakkelijker te vinden een bevestigend antwoord, te geven, indien Groot-Brittannië zijn strijdkrachten in de Middellandsche Zee zou brengen op de nor male vredessterkte. De Britsche ambassadeur heeft in over leg met Londen gisteravond een nieuwe bespreking gehad met den Franschen pre mier. Hij verklaarde, dat de recente verster king van de Middellandsche Zeestrijdkrach ten een voorzorgsmaatregel was, welke uit sluitend was genomen met het oog op de dreigende houding van de gecontroleerde Italiaansche pers. Hij herinnerde er aan, dat de Fransche regeering op het oogen- blik dat de Middellandsche Zee-vloot werd versterkt, officieel in kennis is gesteld van hetgeen geschiedde en hierover geen wre vel uitte, doch verklaarde volkomen te be grijpen, waarom deze stap noodzakelijk was. Het is zeer zeker niet de bedoeling van de Britsche regeering haar strijdkrach ten in de Middellandsche Zee te vermin deren, aleer het gevaar, dat de voorzorgs maatregelen noodig heeft gemaakt, zal zijn opgeheven. Clerk herhaalde zijn verzoek voor een definitieve verzekering met betrekking tot aj-tikel 16, paragraaf .3. Laval heeft beloofd binnen twee dagen te zullen antwoorden. GERUCHTEN OVER SAMENWERKING VAN ITALIË EN ALBANIË. De correspondent van de „Daily Tele graph" deelt met groote stelligheid mede, bevestiging te hebben ontvangen van het bericht, dat Albanië zeven lichtingen van zijn leger heeft gemobiliseerd in verband met de concentratie van Joegoslavische strijdkrachten bij de Albaneeesche grens. Deze Joegoslavische strijdkrachten zouden volgens Albaneesche gegevens, 60.000 man sterk zijn, terwijl het geheele Albaneesche leger tot 150.000 man kan worden opge voerd. Voorts wordt bericht, dat Albanië ruim 17 millioen van Italië heeft ontvangen en dat beide landen plannen hebben uitge werkt om, indien dit noodig mocht zijn, de Adriatische Zee af te sluiten. Voorts wordt medegedeeld, dat Italië plannen heeft uit gewerkt om eventueel het vaarwater tus schen Sicilië en Noord-Afrika af te slui ten. GEEN TROEPENCONCENTRATIES IN JOEGO-SLAVIE. Avala bericht, dat de geruchten in het buitenland, dat Joego-Slavië troepen con centreert aan de Albaansche grens, in offi- cieele kringen te Belgrado als een puur ver zinsel worden beschouwd. Van het oorlogstooneel GERUCHTEN UIT ADDIS ABEBA. Makale ingenomen? Voortdurend doet te Addis Abeba het ge rucht de ronde, dat de Italiaansche strijd krachten tot nabij Makale genaderd zijn, of zelfs de stad reeds ingenomen hebben. Hier van is evenwel geen bevestiging te verzij gen. Vervolgens wordt te Addis Abeba het bericht verspreid, dat tusschen Musolini aan den eenen kant en den Italiaanschen generalen staf en generaal de Bono aan den anderen kant over het langzame oprukken van de Italiaansche troepen hevige mee- ningsversohillen zijn ontstaan. De Bono zou verklaard hebben, dat het langzame oprukken der troepen veroor zaakt wordt door de ontzaggelijke terrein- moeilijkheden, op grond waarvan hij iedere verantwoordelijkheid moet afwijzen. De oneenigheden, zoo wordt verder ver klaard, zijn zóó hoog geloopen, dat de Eono zijn aftreden zou hebben aangeboden. De Italiaansche koning zou echter bemidde lend tusschen beide partijen opgetreden zijn. ,Onze lezers zullen goed doen, aan dit curiositeitshalve gepubliceerde bericht geen waarde toe te kennen. ITALIAANSCH LEGERBERICHT. Koeksa Ras van Tigré. Het Italiaansche ministerie van pers en propaganda heeft het 21e legerbericht uit gegeven, dat als volgt luidt: „Generaad De Bono heeft uit Adrigat getelegrafeerd, dat hij in deze plaats de re vue heeft afgenomen aan de nationale troe pen en die van Ras Koeksa. Hij deelde voorts mede, dat hij Koeksa uit naam van den Koning van Italië tot Ras van de pro vincie Tigré heeft benoemd. Deze mededee ling werd door de hoofden en de geheele bevolking met uitingen van geestdrift ont vangen. De organisatiewerkzaamheden in het bezette gebied worden met de meeste energie voortgezet; automobielen kunnen op normale wijze van Senafé naar Adigrat komen. Vliegtuigen hebben de gebruikelijke ver kenningsvluchten gemaakt ten Zuiden en Westen van onze linies, en in de omgeving van Makale, waar aanzienlijke vijandelijke strijdkrachten zijn geconcentreerd. De vliegtuigen vertoonden de sporen van he vig geweervuur, dat evenwel geen schade heeft aangericht. Overigens is van dit front en van dat van Somaliland niets te vermelden. GROOTE PARADE VOOR DEN KEIZER. Omstreeks 100.000 krijgslieden trekken geestdriftig langs Haile Selaissie. Geen enkele Europeaan, die gisteren ge tuige geweest is van het overrompelend schouwspel, dat geboden werd door de parade van omstreeks 100.000 Abessijnsche krijgslieden langs den Negus, zal de herin nering daaraan nooit kunnen vergeten, al dus wordt uit Addis Abeba gemeld. Terwijl het enerveerende gedreun van de monotone oorlogstrommels de spanning allengs tot een nauwelijks dragelijke hoogte opdreef, liepen, renden, dansten de vaak in extase verkeerende inboorlingen zingende, jui chende en schreeuwende voorbij, terwijl de geweren, lansen en andere wapenen, die zij VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. De besprekingen te Genève worden voortgezet. Engeland vraagt positief ant woord van Frankrijk inzake steun bij Ita liaanschen aanval. Van het oorlogsfront geen nieuws. (1ste blad). De Oostenrijksche regeering gereorgani seerd. (2de blad). BINNENLAND. Ingediend is het ontwerp sanctie-wet 1935 inhoudende maatregelen van internationale samenwerking tot het voorkomen of doen eindigen van vijandelijkheden. (2de blad). De varkensprijzen en de spekproductie; een beschouwing van de Ned. Veehouderij- Centrale. (2de blad.) boven hun hoofden zwaaiden, schitterden in de zon. Glimlachend en stralend aanschouwde Haile Selaissie zijn voorbijtrekkende krij gers, gezeten op een met scharlaken zijde gedrapeerde troon en omringd door zijn in volle krijgsuitrusting uitgedoste ministers. Telkens weer klonken de uitgeschreeuwde betuigingen van trouw aan den keizer. Zoo dicht drongen de krijgslieden soms op den keizer toe, dat het noodig werd eenige do zijnen politiemannen een cordon te doen vormen, teneinde te verhoeden, dat de ein deloos aanrukkende, enthousiaste scharen, den troon zouden omverloopen. Een der veelvuldig herhaalde kreten luidt: „Wij zijn geboren op het slagveld, wij hebben geleefd op het slagveld, wij willen op het slagveld sterven. Leeuwen zijn wij en wij willen als leeuwen vallen." Het was een woeste en voor het Euro- peesche oog ordelooze, ongedisciplineerót. stroom van soldaten. Bij langer toezien bleek echter duidelijk, dat dit gebrek aan discipline niets anders dan schijn was en dat de in deze merkwaardige gelederen heerschende orde alleen een geheel andere was dan men in Europeesche landen ge wend is. Wat de bewapening der troepen betreft, viel het op, dat die al zeer uiteenloopend en voor onze begrippen volstrekt onvol doende geacht moet worden. Vele krijgs lieden bezaten zelfs geen geweer en waren slechts met lansen en speren gewapend. Sommigen hadden lanspunten vervaardigd van gepunte scheermessen, anderen hadden geweren, die dien naam niet meer verdien den en als donderbussen behooren te wor den aangeduid. De uiteindelijke indruk der parade kan dan ook samengevat worden in de thans reeds overbekende stelling, die voor de aanwezigen wederom bevestigd werd, dat het Abessijnsche leger een ramp tegemoet zou gaan, wanneer het in een gewonen veldslag tegenover een modern leger zou komen te staan, maar dat het daartegen over een geduchte en vreeselijke macht zal blijken in den duisteren strijd van man te gen man in de onherbergzame binnenlan den, waarbij deze soldaten geestelijk en lichamelijk zoo volkomen zijn aangepast Hieraan kan ten aanzien van de parade zelf nog toegevoegd worden, dat de voorbij- maroheerende troepen niet uitsluitend het leger van Mulugueta vormden, maar dat zich daarbij nog omstreeks 20.000 mannen uit Kambata en 15.000 strijders uit Gamo, die zoo juist gearriveerd waren, hadden aangesloten. Aan het einde van den stoet kwam Mulugueta, die omringd was door zijn garde. Voor den keizer bleef hij staan, terwijl zijn mannen op den oorlogstrom sloegen en betuigde hij zijn gehoorzaam heid en aanhankelijkheid, waarop Haile Selaissie met een korte toespraak ant woordde. ENGELANDS STANDPUNT. „Wie mij helpt, help ik". PARIJS, 18 Ootober (A.N.P.). De Ge- neefsche correspondent van de „Oeuvre" maakt melding van een gerucht, dat in de wandelgangen van het Volkenbondspaleis de ronde zou doen en dat afkomstig zou zijn van de leden der Britsche delegatie. Volgens dit gerucht zou de Engelsche re geering voornemens zijn, dezer dagen een verklaring af te leggen, waarin zij vast

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1