3)e £cidóch& 6oii4ant De Italiaansche massa-mobilisatie. Onmiddellijk na het bekend worden van het mobilisatie-bevel werden overal in Italië de recruteeringsbureaux bestormd De tentoonstelling .De Mensch" is Vrijdag in de Apollohal te Amsterdam geopend. Prof. dr. A. H. M. J. van Rooy, die het openingswoord sprak, bij een der inzendingen op deze interessante expositie Denkt U vanavond om de klok!!! De nieuwe Pauselijk Internuntius Mgr. P. Giobbe en de Cubaansche gezant dr. Pedro Martinez Fraga vertrokken Vrijdag van den Haag naar het Loo, om door H. M. de Koningin in audi ëntie ontvangen te worden De zaak tegen luitenant H. L. van Boven betreffende de .Zeven Provinciên"- kwestie werd Vrijdag door het Hoog Militair Gerechtshof te den Haag in hooger beroep behandeld. Luitenant Van Boven bij aankomst aan het Ge rechtsgebouw De burgemeester van Standdaarbuiten, jhr. A. J. F. Verheijen, schakelt den stroom in voor het electrisch licht dat deze week in de gemeenten Standdaar buiten en Noordhoek (N.-Br.) in ge- FEUILLETON. HAAR MOEDERS EVENBEELD Naar het Engelsch van LOUIS TRACY. (Nadruk verboden). 25) Sir Reginald overzag de situatie en een snel besluit nemend, sprong hij in de voor ste auto die van Veles. Winifred volgde zijn voorbeeld; plofte naast hem neer op de voorbank en achterin stond, op haar teenen, Miss Craik, en gilde als een be zetene. „Schiet op! Ze gaan. Maar op hetzelfde moment viel ze met een bons terug op haar zitplaats, want Sir Reginald had den wagen in beweging ge bracht en deze sprong vooruit, niet alleen Winifred meevoerend maar ook Miss Craik, en reed bijna op Veles en Greyfoot in, die net uit het paadje den grooten weg opkwa men en een schot op den wagen losten. De weg was nu vrij, want de veedrijvers, onthutst door het rumoer en de schiet partij, hadden hun vee zoo vlug mogelijk naar een rustigen zijweg geleid. Thans kon Sir Reginald de auto op volle kracht laten loopen. Toch had hij niet zoo heel veel voorsprong, want Veles en Grey foot waren al gauw in zijn eigen wagen, die evenals de hunne, weinig beschadigd was door de botsing, omdat, zooals gezegd, Sir Reginald op het fatale oogenblik juist vaart geminderd had. De race begon dus weer van voren af aan, alleen waren de rollen van vervolgden en vervolgers nu omgekeerd. Miss Rachel stond direct weer half op en staarde ach teruit; ze wilde thans even graag ingehaald worden, als ze eerst verlangd had te ont komen. Als ze voldoende spierkracht had bezeten of over een wapen had beschikt, zou ze zeker een aanval op die twee hoof den vóór haar hebben ondernomen; ze kon Winifred en Sir Reginald samen hoo- ren spreken maar niet verstaan wat ze zei den, en dat maakte haar nog giftiger. Ze wierp venijnige blikken op het jonge meis je en bromde allerlei verre van vriende lijke opmerkingen. „Weer maar niet bang", spark Sir Regi nald op gedempten toon Winifred moed in. „We zullen nu wel ontsnappen. Als we maar eerst bij een dorpje komen!" „Wat 'n verschrikkelke nacht", fluister de Winifred terug. „Er gaat iets afschu welijks gebeuren, ik voel het." „Houd je maar dapper en geef niet aan je angst toe. We zijn nu voor en zullen zorgen voor te blijven." „Het is een wonder, dat u al niet drie of vier keer getroffen bent. Maar op het oogenblik zouden ze u gemakkelijk van achteraf kunnen doodschieten en ze zijn er toe in staat ook; het zijn geen menschen het zijn duivels." „Ze zijn bang om te schieten, want ze zouden de dame achter ons wel eens kun nen raken. Maar we hebben al zoo'n eind gereden dat we niet ver meer van een stad of dorp af kunnen zijn. Ik heb overigens gene flauw idee waar we. „Kijk eens ze loopen op ons in!" viel Winifred op ge jaagden toon in de rede. „Ik durf niet omkijken bij deze vaart. Het is anders best mogelijk. Het lijkt wel of er niet meer zooveel fut in deze kar zit als eerst. Maar zie je daar rechts niet een lichte plek tegen den hemel die op de lichten van een stad wijst?" geen flauw.idee waar we Hun gesprek werd onderbroken door een geschreeuwde conversatie tusschen Miss Craik en de mannen in de volgende auto. De wagens waren nu zoo dicht bij elkaar, dat dit mogelijk werd. Een zwakke helling omlaag bracht ze aan den voet van den heuvel en nauwelijks begonnen ze aan den anderen kant weer te klimmen of Sir Re ginald zei: „Winifred ik vrees dat ze ons ten slotte misschien toch zullen pakken de benzine is bijna op." „O, wat nu!" hijgde Winifred in doods angst en bedekte haar gezicht met de handen. „Het is vreeselijk.ze zullen u vermoorden." „Zou je je dat zoo aantrekken meisje?" vroeg de jonge edelman met iets teeders in zijn stem. „U doet het immers allemaal terwille van mij? Ik zou mijn eigen leven willen geven. Hij liet haar niet uitspreken. „St. 't Is al goed, hoor. Maar alles is nog niet verloren; wij hebben nog 'n kans. Ik ga zoo stoppeh en zet hun den wagen dwars in den we.g Als het geluk ons dien stig is en we kunnen op het laatste nip pertje wegkomen, dan hebben we het waarschijnlijk gewonnen. Als ik zeg „voor uit" en je aan den arm trek, dan spring je uit den auto en holt weg, zoo hard je kunt." Sir Reginald nam een van Winifred's kleine handjes in de zijne, draaide zich half om en riep miss Craik toe: „Juffrouw, ik raad u aan om uw oogen goed op mij gericht te houden en als u mij ziet opstaan, onmiddellijk uit de wa gen te springen en weg te loopen. Ik ga stoppen." Luttele seconden daarop was het gebeurd. Hij minderde vaart en terwijl de wagen nog niet heelemaal stilstond, draaide Sir Reginald hem een halven slag om en ver sperde zijn achtervolgens zoodoende den .weg; hij nam Winifred bij de hand, hielp haar er uit springen en rende toen met haar voort. Ook Miss Craik sprong uit den auto en holde weg en meteen volgde een hevige botsing, die den achtersten wagen waarvan de bestuurder niet op de ma noeuvre verdacht was geweest en met vol gas was doorgereden, zoodat remmen niet meer baatte vrijwel geheel vernielde en dé voorste eveneens buiten gevecht stelde. Op dit critieke oogenblik zou de eervolle loopbaan van Veles en Greyfoot ongetwijfeld geëindigd zijn, als ze, door gewinterde avonturiers uit de jungle, ook maar een tikje minder lenig, vlug en be hendig waren geweest. Nu werden beiden de lucht in geslingerd en kwamen weliswaar met een ongena- digen smak, maar zonder levensgevaarlij ke kwetsuren neer, tot hun geluk overi gens op den zachten berm en niet op den harden weg. Sir Reginald en Winifred die een koren veld, dat bijna rijp was voor oogst, waren ingegaan, kropen daar hand in hand ver der, hun ooren gespitst voo-r het geringste geluid. Een tijdlang hoorden ze niets, toen kwam ten slotte de stem van Miss Craik: „Ze zijn ontsnapt!" Daarop de zwaardere stemmen der bei de mannen, sprekend in afgebroken zin nen, afgewisseld door ruime verwenschin- gen en ze begrepen er uit, dat Greyfoot zijn arm gebroken en Veles een enkel verstuikt had. „Vannacht zullen ze in elk geval niet veel meer kunnen beginnen", fluisterde Sir Reginald tegen Winifred, „maar het is toch het beste hier zoo gauw mogelijk van daan te gaan, om verdere moeilijkheden te voorkomen We zullen maar op dat licht schijnsel daar in de verte aanhouden zeg, Winifred, denk je niet dat we heel beste vrienden zullen worden?" „Laten we maar gaan", antwoordde ze en drukte zacht zijn hand Ze liepen onge veer anderhalf uur voor ze een plattelands- herberg vonden, waarvan ze den eigenaar opklopten. Voor Winifred werd snel een bed in gereedheid gebracht; Sir Reginald bleef met den kastelein opzitten tot het aanbreken van den dag. 's Morgens vertrokken ze, na de plaatse lijke politie van het gebeurde op de hoog te te hebben gebracht, van een nabijge legen spoorweghalte naar Londen. Van de mannen waarmee ze dien nacht een gevecht op leven en dood hadden geleverd, geen spoor.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 13